Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 10 oktober 2006
gepubliceerd op 18 oktober 2006

Omzendbrief nr. 562. - Eén extra week moederschapsverlof in het geval van een problematische zwangerschap voor contractuele en statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2006002119
pub.
18/10/2006
prom.
10/10/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE


10 OKTOBER 2006. - Omzendbrief nr. 562. - Eén extra week moederschapsverlof in het geval van een problematische zwangerschap voor contractuele en statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt


Aan de federale overheidsdiensten en aan de diensten die ervan afhangen, aan het Ministerie van Landsverdediging, evenals aan de instellingen van openbaar nut behorende tot het federaal administratief openbaar ambt zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mevrouw de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, Ik zou het op prijs stellen indien u de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle personeelsleden van de diensten, besturen en instellingen waarover u gezag, toezicht of voogdij uitoefent.

De moederschapsbescherming en dus ook het moederschapsverlof voor contractuele personeelsleden wordt geregeld door de artikelen 39 tot 44 van de arbeidswet van 16 maart 1971. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt. Voor deze laatste categorie moet eveneens verwezen worden naar de bepalingen van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen (verlofbesluit).

Met ingang van 1 september 2006 brengt de wet van 20 juli 2006 (B.S. 28.07.2006) een wijziging aan op het vlak van het moederschapsverlof, meer bepaald aan het artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971.

Aangezien de gewijzigde regeling voor het moederschapsverlof in werking is getreden op 1 september 2006, dienen ook de bepalingen van het verlofbesluit in overeenstemming gebracht te worden met deze nieuwe regeling. Momenteel is de procedure daaromtrent lopende.

Het moederschapsverlof bestaat uit 6 weken prenataal verlof (bij de geboorte van meerlingen : 8 weken) en 9 weken postnataal verlof. De 9 weken postnataal verlof kunnen in een aantal gevallen verlengd worden.

Zo kunnen zij verlengd worden met niet-opgenomen prenataal verlof (max. 5 weken of 7 weken), bij de geboorte van meerlingen (max. 2 weken) en in geval van hospitalisatie van het kind (max. 24 weken).

Krachtens het artikel 39, derde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971, ingevoegd bij het artikel 271 van de wet van 20 juli 2006, zal het postnataal verlof met 1 week kunnen verlengd worden in geval dat een personeelslid enkel recht heeft op 9 weken postnataal verlof omdat zij het volledige prenatale verlof van 6 weken (8 weken bij een meerlingengeboorte) heeft opgenomen wegens medische redenen.

Belangrijk is hier wel op te merken dat voor statutairen, anders dan voor contractuelen, het onderscheid wordt gemaakt tussen een afwezigheid wegens ziekte die te wijten is aan de zwangerschap of niet. 1. In het geval van een afwezigheid wegens ziekte niet te wijten aan de zwangerschap (bijv.een verstuikte enkel) gedurende de vijf weken die vallen voor de zevende dag welke de werkelijk bevallingsdatum voorafgaat, wordt deze afwezigheid wegens ziekte niet omgezet in moederschapsverlof. De vrouwelijke ambtenaar is dan in verlof of disponibiliteit wegens ziekte en niet in moederschapsverlof (KB 19.11.1998, art.26). 2. In het geval van een afwezigheid wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de vijf weken die vallen voor de zevende dag welke de werkelijke bevallingsdatum voorafgaat, wordt deze omgezet in moederschapsverlof (KB 19.11.1998, art.26).

Dit betekent dat enkel in het tweede geval, de situatie zich kan voordoen waarbij de vrouwelijke ambtenaar de ganse periode van 6 weken (of 8 weken in het geval van een meerlingengeboorte) voor de bevalling afwezig is wegens ziekte en zodoende enkel recht heeft op nog 9 weken verplichte postnatale rust. In dit geval zal de vrouwelijke ambtenaar 1 extra week postnataal verlof kunnen krijgen, indien zij daarom verzoekt. Deze week zal volledig bezoldigd worden.

Voor contractuele personeelsleden wordt er geen onderscheid gemaakt tussen een afwezigheid wegens ziekte die te wijten is aan de zwangerschap of niet. Zodoende zal een vrouwelijk contractueel personeelslid, indien zij daarom verzoekt, 1 extra week postnataal verlof kunnen krijgen wanneer zij haar volledige prenataal verlof van 6 weken (of 8 weken bij een meerlingengeboorte) uitgeput heeft om medische redenen. Voor deze bijkomende week zal de betrokkene aanspraak kunnen maken op een moederschapsuitkering betaald door het ziekenfonds.

Ik wil er wel op wijzen dat deze nieuwigheid inzake het moederschapsverlof enkel van toepassing is in zoverre dat de geboorte plaatsgevonden heeft op of na 1 september 2006.

Vooruitlopend op de publicatie van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998, had ik graag deze wijziging aangekondigd en gevraagd aan de diensten om deze reeds toe te passen.

De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT

^