WAALSE OVERHEIDSDIENST

10 MEI 2012. - Omzendbrief betreffende formaliteiten voor de uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 24 november 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/11/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011206078 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling sluiten tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling

Mijnheer de Minister-President, Mevrouwen en Heren Ministers, Mevr. de Secretaris-generaal, Mevrouwen en Heren Leidende Ambtenaren bevoegd inzake energie, Mijnheer de Voorzitter van de "CWaPE", Mevrouwen en Heren Burgemeesters en Schepenen, Aan de Waalse Overheidsdienst en aan de instellingen van openbaar nut waarvan het personeel onderworpen is aan de Waalse Ambtenarencode, Tijdens haar zitting van 24 november 2011 heeft de Waalse Regering het besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling aangenomen. Dit besluit is op 1 december 2011 in werking getreden, behalve artikel 2 dat op 1 april 2012 in werking is getreden. Het is dus van toepassing op alle nieuwe installaties vanaf deze datums.

Dat besluit heeft tot doel het toekenningspercentage van groene certificaten van toepassing op fotovoltaïsche installaties van 10 kW en minder te bepalen.

Deze omzendbrief heeft tot doel uw aandacht te vestigen op de correcte interpretatie van de termijn van zes maanden die nu is opgenomen in de artikelen 15 en 15quater van het besluit van de Waalse Regering tot bevordering van de elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling. Deze termijn heeft tot doel de consumenten te beschermen tegen oneerlijk praktijken inzake een teveel aan opdrachten en is niet bedoeld om een installateur te goeder trouw te verplichten om, vanwege moeilijk voorspelbare winteromstandigheden, te kiezen tussen de naleving van zijn verbintenissen t.o.v. deze consumenten of de veiligheid van zijn personeel dat op de daken moet werken.

De regels die de organisatie van het werk en de arbeidsduur in de bouwbedrijven bepalen, laten de bouwondernemer toe om zijn beroep uit te oefenen gedurende 219 dagen per kalenderjaar. Van deze 219 wettelijke arbeidsdagen dient men de dagen af te trekken waarop het, om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de ondernemer, onmogelijk is om te werken.

De bepaling van deze dagen met slechte weersomstandigheden varieert, enerzijds, van werf tot werf en, anderzijds, in functie van de vordering van de werkzaamheden. Wanneer de weersonstandigheden het eisen, kan de uitvoering van de werkzaamheden worden opgeschort wegens slechte weersomstandigheden (hevige regen, sneeuw, windsnelheid die de stabiliteit van de torenkranen in het gedrang brengt, te lage temperaturen voor het gebruik van bepaalde producten, te hoge temperaturen,...). Deze omstandigheden hebben een impact op de berekening van de uitvoeringstermijn van de werken wanneer deze termijn in werkdagen wordt uitgedrukt. Ze hebben een impact op een termijn die in kalenderdagen wordt uitgedrukt als ze een aard van overmacht vertonen.

Wat de installatie van fotovoltaïsche panelen betreft, moeten de weersomtandigheden die de uitvoering van de werken volgens de nodige veiligheidsvoorwaarden verhinderen, worden beschouwd als gevallen van overmacht die de uitvoeringstermijn van de werken opschort.

Daartoe moet er voor de berekening van de uitvoeringstermijnen worden rekening gehouden met de samenvattende lijsten van de periodes van vorst en blijvende sneeuw waarvan het fonds voor bestaanszekerheid heeft aanvaard dat ze tijdens de winter voor vergoeding in aanmerking komen. Aangezien dit cijfer tussen de Waalse arrondissementen lichtjes verschillend kan zijn, moet de waarde van het arrondissement met de meeste dagen vorst en sneeuw als referentie worden gebruikt voor het geheel van het Waalse grondgebied om de logheid van een verschillende toepassing tussen de arrondissementen te vermijden. Deze dagen van vorst en sneeuw zullen dus niet in aanmerking komen voor de berekening van de termijn van zes maanden die de voorwaarden vaststelt voor de overgang van het ene stelsel naar het andere.

Namen 10 mei 2012.

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET