Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 09 januari 2009
gepubliceerd op 28 januari 2009

Ministeriële omzendbrief betreffende de installatie of de wijziging van de mobiele telecommunicatie-relaisstations

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009200205
pub.
28/01/2009
prom.
09/01/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

WAALSE OVERHEIDSDIENST


9 JANUARI 2009. - Ministeriële omzendbrief betreffende de installatie of de wijziging van de mobiele telecommunicatie-relaisstations


Aan de Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen van steden en gemeenten van het Waalse Gewest, Aan de heren Afgevaardigde ambtenaren van de Buitendiensten van het operationele Directoraat-generaal 4 - Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie, Gelet op het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak van het publiek bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, ondertekend te Aarhus, op 25 juni 1998;

Gelet op de Europese Landschapsconventie, ondertekend te Firenze, op 20 oktober 2000;

Gelet op het voorzorgsprincipe zoals met name bedoeld in artikel 174, § 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 1 en 127;

I. Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen.

Onder deze bepalingen vallen de installatie of de wijziging van de mobiele telecommunicatie-relaisstations door de toevoeging of de vervanging van een antenne, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is.

In de zin van deze omzendbrief wordt verstaan onder : 1° relaisstation : een mobiele telecommunicatie-installatie die zorgt voor de uitzending en de ontvangst van hertzgolven in een bepaald geografisch gebied;een relaisstation omvat met name antennes, technische lokalen, elektrische en elektronische uitrustingen en, in voorkomend geval, een verticaal voetstuk (mast, pyloon, enz); 2° mobiele telefonie : het geheel van de mobiele telecommunicatiesystemen dat gegevens aan de hand van hertzgolven uitzendt tussen stations waaronder minstens één in beweging is en dat voldoet aan de normen TETRA, GSM 900, GSM-R, DCS 1800, UMTS, WiMax en pré-WiMax;3° mobiele telefonieantenne : een installatie bestemd om de signalen van een TETRA, GSM 900, GSM-R, DCS 1800, UMTS, WiMax of pré-WiMax-net uit te zenden;4° verblijfplaatsen : - de lokalen van een gebouw waarin personen regelmatig kunnen of zullen kunnen verblijven zoals de lokalen van woningen, scholen, crèches, ziekenhuizen, bejaardentehuizen; - de kantoren en werkplaatsen die regelmatig door werknemers ingenomen worden; - de ruimten bestemd voor de regelmatige sportbeoefening of voor spellen; - met uitzondering met name van de wegen, trottoirs, parkeerplaatsen, garages, parken, tuinen, balkons, terrassen.

II. Immissienorm.

Wanneer de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de wijziging of de installatie van een mobiel telecommunicatie-relaisstation door de toevoeging of de vervanging van één of meer antennes, mag de stralingsdichtheid overeenstemmend met de wijziging of de installatie op geen enkel ogenblik noch in de verblijfplaatsen de maximale waarde van 0,024 W/m2 (of ter informatie, 3 V/m) per antenne en los van de frequentie overschrijden.

De stralingsdichtheid in de verblijfplaatsen wordt overwogen op de volgende niveaus : - in de lokalen : 1,50 m boven het vloerniveau; - in de andere ruimten : 1,50 m boven het bodemniveau.

Alle aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning waarvan het doel deze immissienorm niet naleeft, worden geweigerd.

De multiband-antennes die ontwikkeld zijn om de signalen van N-netwerken tegelijkertijd uit te zenden, worden beschouwd als gelijkwaardig aan N afzonderlijke antennes. De zogenaamde "dualband-antennes" die ontwikkeld zijn om de signalen van N-netwerken tegelijkertijd uit te zenden, worden beschouwd als gelijkwaardig aan N afzonderlijke antennes. De zogenaamde "triband antennes" die gebruikt worden voor drie netwerken, worden ook beschouwd als gelijkwaardig aan drie afzonderlijke antennes.

III. Landschappelijke integratie.

Over het algemeen behoren de installatie of de wijziging van de mobiele telecommunicatie-relaisstations tot het begrip van "openbare of gemeenschappelijke bouwwerken en uitrustingen" in de zin van artikel 127, 1, 7°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium.

Artikel 127, § 3, van het Wetboek bepaalt met name dat de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning verleend kan worden in afwijking van het gewestplan, van het gemeentelijk plan van aanleg, van het gemeentelijk stedenbouwkundig reglement of van het rooiplan voor zover de handelingen en werkzaamheden de krachtlijnen van het landschap ofwel naleven, ofwel structureren ofwel herstellen.

In ieder geval streeft de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning m.b.t. de installatie of de wijziging van een mobiele telecommunicatie-relaisstation een bijzonder verzorgde en weldoordachte integratie na van de aan een vergunning onderworpen bouwwerken en uitrustingen in het landschap.

De impact van het doel van de vergunningsaanvraag op het landschap wordt onderzocht in het kader van de evaluatie van de milieueffecten van het ontwerp via de nota of het onderzoek vereist krachtens artikel D.65 van Boek I van het Milieuwetboek.

De stedenbouwkundige vergunning wordt geweigerd als niet aangetoond wordt dat het ontwerp in het landschap geïntegreerd wordt.

IV. Milieuverklaring.

Er zij op gewezen dat een milieuverklaring in de zin van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning nooit ingediend is moeten worden voor een GSM-antenne daar het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 in een bijlage III de verplichting tot verklaring ervan bij gebrek aan integrale voorwaarden had bevroren.

Slechts de meer algemene wil van de Waalse wetgever om inrichtingen van klasse 3 die niet gedekt waren door integrale voorwaarden, niet te onderwerpen aan een milieuvergunning (programmadecreet van 3 februari 2005 betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging gevolgd door het besluit van de Waalse Regering van 28 april 2005) heeft de schrapping van bovenvermelde bijlage III als onrechtstreeks gevolg gehad. Het besluit van 28 april 2005 was in werking getreden op 10 mei 2005. De termijn van negen maanden om de daarna vereiste verklaringen in te dienen is nooit vervallen gezien de goedkeuring van het besluit van 10 november 2005 dat op 7 december van hetzelfde jaar in werking is getreden.

Volgens het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten, worden alleen de vaste emissieantennes waarvoor het equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (EIRP) hoger is dan 500 kW, in klasse 2 (rubriek nr. 64.20.01.01) ingedeeld.

Kort geleden heeft de Waalse Regering bij een besluit van 19 december 2008 de lijst van de ingedeelde installaties en activiteiten gewijzigd om de hertztelecommunicatie van 10 MHz tot 300 MHz en de vaste mobilofoonantennes ongeacht de frequentie of het emissievermogen te onderwerpen aan een milieuverklaring (klasse 3). Op die manier zou de Waalse Regering integrale voorwaarden voor deze installaties kunnen uitvaardigen.

Ter herinnering, artikel 11 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning bepaalt : « Inrichtingen van klasse 3 mogen niet zonder voorafgaande aangifte geëxploiteerd worden.

Er wordt een nieuwe aangifte verlangd : 1° in geval van verplaatsing, verbouwing of uitbreiding, voor zover de verbouwing of uitbreiding betrekking heeft op een activiteit waarvoor een aangifte verlangd wordt;2° om de tien jaar. De verbouwing of de uitbreiding van een inrichting van klasse 3 die daardoor in een andere klasse wordt ingedeeld, is evenwel aan een milieuvergunning onderworpen. » De vaste emissieantennes waarvoor het equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (EIRP) hoger is dan 500 kW, zullen in klasse 2 gehandhaafd worden.

V. Informatie en deelneming van het publiek.

Krachtens artikel 127, § 3, van bovenvermeld Wetboek moeten de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning tot afwijking van het gewestplan, van het gemeentelijk plan van aanleg, van het gemeentelijk stedenbouwkundig reglement of van het rooiplan het voorwerp uitmaken van een openbaar onderzoek georganiseerd door het gemeentebestuur van de betrokken gemeente.

Krachtens de artikelen 113 en 114 van hetzelfde Wetboek moeten de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning tot afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften van een verkavelingsplan het voorwerp uitmaken van een openbaar onderzoek georganiseerd door het gemeentebestuur van de betrokken gemeente.

Wegens de gevoeligheid van de aangelegenheid en de noodzaak tot transparantie verlangt de Wereldgezondheidsorganisatie bovendien dat het publiek geïnformeerd wordt over elke vergunningsaanvraag betreffende de installatie of de wijziging van de mobiele telecommunicatie-relaisstations.

Bijgevolg wordt een openbaar onderzoek georganiseerd voor elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende de installatie of de wijziging van mobiele telecommunicatie-relaisstations.

Krachtens artikel 4, eerste lid, 1°, van het Wetboek duurt het openbaar onderzoek m.b.t. een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning vijftien dagen behalve andersluidende bepaling. De onderzoeksmodaliteiten worden in de artikelen 332 tot 343 van het Wetboek bepaald.

Voor elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende de installatie of de wijziging van een mobiel telecommunicatie-relaisstation wordt het Openbaar Wetenschappelijk Instituut er overigens mee belast tot de evaluatie van de elektromagnetische velden van het ontwerp over te gaan.

Het door het Openbaar Wetenschappelijk Instituut uitgebrachte technisch advies bestaat in een verslag dat de berekening van de door het relaisstation voortgebrachte elektromagnetische velden omvat en een conclusie wat betreft de naleving van de technische voorwaarden waaraan het onderworpen is. Dat technisch advies is met name gegrond op de technische gegevens vermeld in het technisch antennedossier of het conformiteitattest van het BIPT, dat de aanvrager bij zijn aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voegt. De aanvrager zorgt er in het bijzonder voor de omgevingen van het relaisstations te omschrijven aan de hand van een plan in verticale projectie dat de hoogte van de gebouwen in een straal die voldoende is om de naleving van de immissienorm te controleren, vermeldt.

Het Openbaar Wetenschappelijk Instituut berekent de intensiteit van het elektromagnetische veld aan de hand van het voorspellingsmodel gegrond op de zogenaamde formule "verre-veld". Het Openbaar Wetenschappelijk Instituut bepaalt de dempingswaarden van hindernissen om elke onderschatting ten opzichte van het reële veld te voorkomen.

Naast het technisch advies zal het Openbaar Wetenschappelijk Instituut binnenkort ook een niet-technische samenvatting overmaken over de evaluatie van de elektromagnetische velden van het ontwerp voor niet-ingewijden.

VI. Kadaster van de elektromagnetische velden.

Artikel 27 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie voorziet in de oprichting van een databank van antennesites met het oog op het gedeeld gebruik ervan door de operatoren te vergemakkelijken. Het BIPT (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie) stelt bovendien de gegevens m.b.t. de ligging van de operationele toegelaten of geplande sites ter beschikking van het publiek via zijn website.

Het BIPT controleert op verzoek van elke gemeente of elke burger de bestaande installaties wat betreft de naleving van de emissienormen en het niveau van de emissies van de elektromagnetische velden in een gegeven omgeving. Deze openbare instelling staat ter beschikking van het publiek en voert op aanvraag kosteloze controles uit. De adresgegevens van het BIPT zijn de volgende : BIPT Ellipse Building - Gebouw C Koning Albert II-laan 35 1030 Brussel Tel : +32 2 226 88 88 - Fax : +32 2 226 88 77 Een gebrek aan regelmatige actualisering van de door het BIPT ter beschikking gestelde gegevens is een knelpunt. De concrete installatie van de voorzieningen en hun exploitatie zijn gegevens die het BIPT in het algemeen ontbreken.

Om alle actoren van een volledige en objectieve informatie te voorzien, worden de steden en gemeenten er bijgevolg toe verzocht met de steun van het Openbaar Wetenschappelijk Instituut en van de afgevaardigde-ambtenaren een kaart met de ligging van de geplande, toegelaten of uitgebate antennes alsmede een kadaster van de op hun grondgebied aanwezige elektromagnetische velden op te stellen en ter beschikking te stellen van het publiek op grond van de gegevens vermeld in de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning.

De steden en gemeenten worden ertoe verplicht deze gegevens regelmatig bij te houden.

VII. Inwerkingtreding.

De bepalingen bedoeld in I. Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen, II. Emissienorm en III. Landschappelijke integratie zijn onmiddellijk van toepassing.

Deze omzendbrief wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en treedt in werking op 31 januari 2009.

Namen, 9 januari 2009.

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^