gepubliceerd op 19 november 2024
Ministeriële omzendbrief. - Inhoud en modaliteiten voor het bevorderingsexamen tot de graad van adjudant
6 NOVEMBER 2024. - Ministeriële omzendbrief. - Inhoud en modaliteiten voor het bevorderingsexamen tot de graad van adjudant
Deze omzendbrief is bestemd voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (hierna afgekort "DBDMH").
De Directieraad heeft in zijn vergadering van 25 juni 2024 beslist om een bevorderingsprocedure te lanceren tot de graad van adjudant in uitvoering van het personeelsplan van de DBDMH van 04 mei 2023.
In toepassing van artikel 58 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH, bepaalt de functioneel bevoegde minister de inhoud en de modaliteiten van deze bevorderingsproeven zolang de minister van Binnenlandse Zaken de inhoud van de bevorderingsproeven van het federaal statuut zelf niet heeft vastgelegd.
In toepassing van artikel 53, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, worden enkel de kandidaten die voldoen aan de volgende benoemingsvoorwaarden toegelaten tot het bevorderingsexamen: benoemd zijn in de graad van sergeant met een graadanciënniteit van minstens 6 jaar: de vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed" verkregen hebben tijdens de laatste evaluatie; houder zijn van het brevet NMO2; niet onderworpen zijn aan een niet-geschrapte tuchtstraf; voldoen aan de opleidingsverplichtingen (waaronder de verplichte diversiteitsopleiding); voldoen aan de tweejaarlijkse fysieke testen.
Om te kunnen deelnemen aan het bevorderingsexamen moeten de personeelsleden op de eerste dag van de eerste proef van het bevorderingsexamen aan deze voorwaarden voldoen.
Het doel van deze omzendbrief is het vaststellen van de inhoud en modaliteiten van de bevorderingsprocedure tot de graad van adjudant waartoe de directieraad op 25 juni 2024 heeft besloten.
Het bevorderingsexamen (hierna "examen" genoemd), dat bestaat uit bekwaamheidstesten, heeft tot doel de technische en gedragsmatige capaciteiten van de kandidaat te beoordelen in relatie tot de functies die moeten worden uitgevoerd door de personeelsleden die houder zijn van de graad van adjudant. De beschrijvingen van deze functies zijn opgenomen als bijlage bij de oproep tot kandidaatstelling.
Het examen bestaat uit drie proeven (een praktische proef, een planningsproef en een mondelinge proef). De gedetailleerde beschrijvingen van de verschillende proeven worden beschreven in de oproep tot kandidaatstelling die via dienstnota gepubliceerd wordt.
De proeven verlopen als volgt: 1. Praktische proef De eerste proef van dit examen bestaat uit het beoordelen van de technische kennis en de kennis en beheersing van operationele procedures die tijdens een interventie in het veld worden gebruikt. Deze proef bestaat uit verschillende simulaties waarbij de kandidaat mondeling wordt ondervraagd over zijn acties tijdens deze interventies.
De kandidaten zullen beoordeeld worden op drie scenario's, één hoofdscenario en twee nevenscenario's: - Hoofdscenario "type brand "; - IGS: Interventie Gevaarlijke Stoffen; - Technische Hulpverlening.
De kandidaten zullen moeten antwoorden als 1ste autopomp ter plaatse.
Voor de drie scenario's, moet de kandidaat de vragen binnen een beperkte tijd beantwoorden.
De proef is bedoeld om te beoordelen in hoeverre de kandidaat in staat is operationeel leiding te geven aan een interventieploeg in elk van deze scenario's, zoals verwacht wordt van een personeelslid van het middenkader, en dus ook of hij over tactische, besluitvormingsvaar-digheden en technische vaardigheden beschikt.
Deze proef wordt als volgt gequoteerd: - dertig punten voor het hoofdscenario "brand"; - vijftien punten voor IGS; - vijftien punten voor Technische Hulpverlening.
Om voor de proef te slagen, moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen op het geheel van de onderdelen van deze proef en minimum 50 % behalen op ieder onderdeel van deze proef. De kandidaat zal uitgesloten worden van het examen als hij voor deze proef geen 60 % van de punten behaalt, of als hij geen 50 % van de punten behaalt voor een van de onderdelen van deze proef. 2. Planningsproef Deze proef bestaat uit een praktische oefening voor de opmaak van een wachtplanning met behulp van het computerprogramma "Fireplan". Aangezien alle administratieve taken van de adjudant worden uitgevoerd met behulp van IT-tools, wordt deze test volledig uitgevoerd op de IT-tools die worden gebruikt bij de DBDMH (Fireplan).
De vaardigheden die tijdens deze fase worden beoordeeld zijn: ? Kennis van de bijlagen 3 en 7 van het arbeidsreglement van de operationele personeelsleden van de DBDMH en van de dienstnota's die de planning van de wachten regelen; ? Het vermogen om een wachtplanning op te maken waarbij rekening wordt gehouden met alle operationele en organisatorische beperkingen.
Het doel van deze test is om te beoordelen in hoeverre de kandidaat over de kennis en vaardigheden beschikt die nodig zijn om de administratieve taken uit te voeren die aan de adjudanten zijn toegewezen en voor het beheer van de effectieven van de compagnie en van wacht.
Dit deel wordt op 20 punten gequoteerd.
Om voor de proef te slagen, moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen, d.w.z. minimum 12 punten op 20). Kandidaten die geen 60 % van de punten behalen op deze proef worden uitgesloten van het examen. 3. Mondelinge proef De mondelinge proef omvat vier delen: - een gesprek; - een projectpresentatie; - een praktijksituatie "rollenspel" met betrekking tot een casus op het gebied van human resources management; - een gesprek-administratief beheer.
De elementen die tijdens deze mondelinge proef beoordeeld worden, zijn: A. Tijdens het gesprek: - De motivatie - Het begrip van de functie B. Tijdens de presentatie: - De competentie "innovatie" - De competentie "resultaatgerichtheid" C. Tijdens het rollenspel - De competentie "probleemoplossend vermogen" (via het rollenspel) D. Tijdens het gesprek - administratief beheer: - De administratieve kennis De mondelinge communicatie, waaronder wordt verstaan het vermogen om gegevens, ideeën en meningen mondeling op een correcte en gestructureerde manier over te brengen en deze te versterken met een gepaste non-verbale houding (intonatie, houding, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact,...), zal ook beoordeeld worden tijdens de vier delen van deze proef.
A. Het gesprek is bedoeld om te beoordelen of de kandidaat de functie begrijpt en gemotiveerd is om deze uit te oefenen. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij zijn visie en de elementen toelicht die volgens hem relevant zijn en in lijn met zijn motivatie om deze functie uit te oefenen. De jury mag indien nodig bijkomende vragen stellen voor een beter begrip.
B. De projectpresentatie moet vergezeld gaan van een visuele ondersteuning van het type PowerPoint. Het onderwerp zal worden opgelegd na de planningsproef. De presentatie duurt niet langer dan vijftien minuten. Dit deel van de mondelinge proef is bedoeld om het vermogen van de kandidaat te beoordelen om te innoveren en een organisatievisie voor zijn team te concretiseren.
C. Het rollenspel. De kandidaat zal geconfronteerd worden met een probleemsituatie op het gebied van human resources management, die hij in de vorm van een rollenspel zal benaderen. Deze praktijksituatie "rollenspel" is bedoeld om te beoordelen of de kandidaat in staat is om het dagelijks beheer van een team van medewerkers op zich te nemen buiten de interventies en daarbij zijn leiderschapsvaardigheden jegens ondergeschikten en/of andere personeelsleden aan te wenden.
D. Het administratief beheer. De kandidaat wordt beoordeeld op zijn kennis van de administratieve bepalingen met betrekking tot de organisatie van de DBDMH. Dit onderdeel bestaat uit een onvoorbereid mondeling gesprek in de vorm van vragen en antwoorden over de verschillende regelgevingen die mogelijkerwijs door een adjudant moeten worden toegepast (kennis van de wetgeving, administratief beheer door adjudanten). Hieronder enkele niet-uitputtende punten om de kandidaat te helpen bij zijn voorbereiding: ? Bijlagen 2, 3, 6, 7, 10 en 11 van het arbeidsreglement van het operationeel personeel van de DBDMH ? Beheer van de operationele capaciteit van de personeelsleden ? Kennen van de waarden van de DBDMH ? Opmaak en beheer van informatieverslagen ? Beheersing van de principes i.v.m. de certificering "eval" ? Beheer van de medische afwezigheden ? Ongevallenbeheer (verkeersongeval en arbeidsongevallen) ? Beheersing van het organigram ? Kennis van de voornaamste beginselen van het diversiteitscharter ? Beheersing van de procedures OGGW en FGD ? Beheersing zwijgplicht Elk onderdeel van deze proef wordt geëvalueerd op 20 punten, voor een totaal van 80 punten.
Om voor de proef te slagen, moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen op het geheel van de onderdelen van deze proef en minimum 50 % behalen op ieder onderdeel van deze proef. De kandidaat zal uitgesloten worden van het examen als hij voor deze proef geen 60 % van de punten behaalt, of als hij geen 50 % van de punten behaalt voor een van de onderdelen van deze proef.
De punten van de tweede en derde proef zullen bij elkaar opgeteld worden en zullen worden gebruikt om de eindrangschikking (/100) op te maken.
De eerste proef komt niet in aanmerking voor de eindrangschikking, aangezien deze een controle is van de vaardigheden die als sergeant werden verworven en aangewend in de functie van adjudant.
Brussel, 6 november 2024.
S. GATZ, Minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .