Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 06 februari 2003
gepubliceerd op 30 april 2003

Omzendbrief betreffende het geldelijk statuut van sommige houders van een wettelijk genoemde graad

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027170
pub.
30/04/2003
prom.
06/02/2003
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


6 FEBRUARI 2003. - Omzendbrief betreffende het geldelijk statuut van sommige houders van een wettelijk genoemde graad


Aan de Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen Aan de Heren Gouverneurs Aan de Dames en Heren Bestendig afgevaardigden Aan de Dames en Heren Gemeentesecretarissen Aan de Dames en Heren Provinciegriffiers De wet van 30 juli 1994 tot wijziging van titel I, hoofdstuk I, afdeling 7, onderafdeling 2, van de nieuwe gemeentewet, wat de bezoldigingsregeling van de gemeentesecretaris betreft, werd in het Belgisch Staatsblad van 26 augustus 1994 bekendgemaakt. Die wijzigingen hebben aanleiding gegeven tot een nieuw artikel 28, § 1.

Dit aldus gewijzigde artikel 28, § 1, bepaalt voor de 22 erkende categorieën gemeenten de nieuwe minimale en maximale bedragen van de weddeschalen die vanaf 1 september 1994 toepasselijk zijn op de gemeentesecretarissen.

Artikel 30 stelt dat : « De secretaris recht heeft op tweejaarlijkse verhogingen die niet minder mogen bedragen dan 5 % van het minimum voor gemeenten van 2.000 inwoners en minder, 4 % voor gemeenten van 2.001 tot 4.000 inwoners en dan 3 % voor de overige gemeenten.

Die verhogingen gaan in op de eerste van de maand die volgt op de verjaardag van de indiensttreding.

De weddeverhogingen van de secretaris mogen niet gespreid worden over meer dan zesentwintig jaar, noch over minder dan vijftien jaar, behalve voor de secretarissen die op 1 januari 1955 op dit stuk een gunstiger regeling genieten. » Bovendien, overeenkomstig de artikelen 47, § 1, tweede lid en 65, § 1, van de nieuwe gemeentewet, moeten de minimale en maximale bedragen van de weddeschalen van de gemeentesecretarissen als basis worden gebruikt voor de vastlegging van de weddeschalen van de adjunct-gemeentesecretarissen en gemeenteontvangers.

Bij omzendbrief van 9 maart 1995, werden de gemeenteraden erom verzocht zich te verwijzen naar bijgaande tabellen, waarin de schalen voor de gemeentesecretarissen vermeld zijn, die over tweeëntwintig jaar ontwikkeld zijn voor elke categorie gemeente.

De Raad van State heeft echter het principe van de gemeentelijke autonomie herbevestigd in twee arresten van 31 mei en 28 juni 2000 (respectievelijk met nrs. 87 732 en 88 337).

Die arresten, naast de erkenning van de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid om haar controlemethode te bepalen, herbevestigen de bevoegdheid van het gemeentebestuur om de weddeschaal van zijn gemeentebestuur vast te leggen zonder te wachten op de instructies of informatie van de toezichthoudende overheid.

Rekening houdende met voornoemde voorschriften van de nieuwe gemeentewet en met de rechtspraak van de Raad van State, vindt U in bijlage een nieuwe keuze van weddeschalen waarbij éénvormige ontwikkelingen worden vastgelegd voor de twaalf categorieën weddeverhogingsspreidingen (15 tot 26 jaar) die bedoeld zijn in de nieuwe gemeentewet.

Die weddeschalen zullen voortaan in euro worden ontwikkeld.

Ik verzoek er dus de gemeenteraden om zich te verwijzen naar bijgaande tabellen om het geldelijk statuut vast te leggen van hun secretaris en, in voorkomend geval, van hun adjunct-secretaris alsook dat van de gemeenteontvanger, dat gelijk is aan 97,5 % van de weddeschal die toepasselijk is op de gemeentesecretaris van dezelfde gemeente.

Het lijkt mij belangrijk te onderstrepen dat de keuze van de weddeverhogingsspreiding valt onder de verantwoordelijkeid van de gemeenteraad die, enerzijds, aanvaardbare en relevante doelstellingen moet nastreven en, anderzijds, rekening moet houden met de gevolgen vanuit het oogpunt van het beheer van human resources alsook met de financiële gevolgen van een eventuele vermindering van de weddeverhogingsspreiding van de schaal van de wettelijke graden.

Ik vestig er uw aandacht op dat de wijzigingen die door de gemeenteraad moeten worden aangebracht aan de geldelijke statuten van voornoemde ambtenaren, vooraf moeten worden onderworpen aan de formaliteiten van de vakbondsonderhandeling en aan het overlegcomité gemeente/O.C.M.W. Namen, 6 februari 2003.

De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^