Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 06 april 2005
gepubliceerd op 15 april 2005

Wijziging van de omzendbrief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt van 8 februari 1989 betreffende de toekenningsmodaliteiten van de bijzondere vergoedingen in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000413
pub.
15/04/2005
prom.
06/04/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


6 APRIL 2005. - Wijziging van de omzendbrief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt van 8 februari 1989 betreffende de toekenningsmodaliteiten van de bijzondere vergoedingen in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten


Aan Mevrouw en de heren Provinciegouverneurs;

Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

Aan Mevrouwen en de Heren Burgemeesters en Schepenen;

Geachte Heer, Mevrouw, Naar aanleiding van de bekendmaking van het ministerieel besluit van betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten (Belgisch Staatsblad van 15 april 2005), dat het ministerieel besluit van 19 juni 1987 opheft, moeten de volgende wijzigingen worden aangebracht aan de omzendbrief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt van 8 februari 1989 betreffende de toekenningsmodaliteiten van de bijzondere vergoedingen in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten die voor het vorige van toepassing blijft. 1. Er dient aldus gepreciseerd te worden dat de minister bevoegd om een uitspraak te doen over de aanvragen tot toekenning van bijzondere vergoedingen in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten, de Minister van Binnenlandse Zaken is (cf. 2e deel, punt 2 et punt 4, B ). 2. In de omzendbrief moeten de woorden « Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt » worden vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ». 3. Bovendien zal de overheid, belast met tot het onderzoek en het opmaken van het verslag, voorzien in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 23 januari 1987 betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten en tegen derden die hulp verlenen aan een slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad, voortaan niet meer de Directeur-generaal van de Algemene Directie Wetgeving en Nationale Instellingen zijn (cf., 2e deel, punt 4, B, in fine, en C, van de voormelde omzendbrief), maar enerzijds de Directeur-generaal van de Algemene Directie van de Civiele Veiligheid voor de leden van de diensten van de Civiele Veiligheid en van de brandweerdiensten van de gemeenten, de agglomeraties, de federaties van gemeenten en de intercommunale verenigingen, en anderzijds de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid voor de personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de diensten van de lokale politie. Zij ontvangen derhalve de hen betreffende vergoedingsaanvragen, melden de ontvangst ervan aan de verzoekers en gaan over tot een onderzoek, zodra zij de aanvraag gekregen hebben. 4. Tenslotte, vestig ik uw aandacht op het feit dat betreffende de federale politie een ministerieel besluit van 7 september 2001 bepaalt dat het verslag aan de Minister door de Commissaris-generaal van de federale politie moet worden opgesteld. Brussel, 6 april 2005.

De Minister, P. DEWAEL

^