gepubliceerd op 05 juni 2002
Omzendbrief CIRC/2002/03. - Verzekeringsdiensten Gunningswijze en duur van de opdrachten
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
5 APRIL 2002. - Omzendbrief CIRC/2002/03. - Verzekeringsdiensten Gunningswijze en duur van de opdrachten
Aan de dames en heren burgemeesters en schepenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De omzendbrieven van 27 februari en 27 november 2001 van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de verzekeringsdiensten, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van respectievelijk 31 mei 2001 en 4 december 2001, hebben aan de colleges van burgemeester en schepenen aanbevolen om ten laatste op 31 december 2001 een beslissing te nemen aangaande het in mededinging stellen van alle verzekeringsdiensten volgens de voorschriften van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. De twee omzendbrieven beoogden de eerste beslissing die elke gemeente dient te nemen in het kader van een overheidsopdracht, dit wil zeggen deze betreffende de keuze van gunningswijze en de vaststelling van de voorwaarden van de opdracht (het bijzonder bestek).
Ik moet vaststellen dat een aantal gemeenten de aanbevelingen geheel of gedeeltelijk hebben opgevolgd terwijl anderen thans nog bezig zijn met de voorbereidingsfase van deze beslissing. Voor deze laatsten maar evenzeer voor diegenen die reeds verder klaar zijn met de procedure, lijkt het mij opportuun om te herinneren aan enkele bijzondere principes van de verzekeringsdiensten, zowel wat de mogelijkheden van de gunningswijze betreft als de duur van deze opdrachten.
De specifieke toepassing van de reglementering inzake de overheidsopdrachten biedt verscheidene mogelijkheden betreffende de keuze van de gunningswijze : - de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in toepassing van artikel 17, § 2, 1a van de wet van 24 december 1993 mag gebruikt worden voor alle opdrachten waarvan het totaal bedrag aan premies en andere kosten en taksen de grens van 249.600 euro niet overschrijdt volgens de bepalingen van artikel 120, 2e alinea van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. De keuze van deze procedure kan des te meer aangewezen zijn indien de gemeenten verkiezen een opdracht uit te schrijven per type af te sluiten verzekering; - de onderhandelingsprocedure met bekendmaking in de zin van artikel 17, § 3, 4e van de wet van 24 december 1993 vormt onder de procedures waarbij de mededinging bekendgemaakt wordt door de publicatie de meeste soepele procedure door het feit dat de onderhandeling over de voorwaarden van de opdrachten mogelijk en zelfs verplicht gemaakt wordt en dit in tegenstelling met de andere procedures met publicatie; - de offerteaanvraag (algemeen of beperkt) waarvoor ik eraan herinner dat ze leidt tot de keuze van de voordeligste offerte zonder echter enige wijziging te mogen aanbrengen aan de voorwaarden; - de aanbesteding die echter als gunningswijze voor dit soort diensten en gelet op hun specifiteit, minder aangewezen is, rekening houdende met de verplichte toewijzing met als enig criterium de prijs.
Wat betreft de keuze van de duur van de contracten dienen de gemeenten rekening te houden met de verplichtingen die voortvloeien uit de wet van 25 juni 1992 op de landverzekering (Belgisch Staatsblad 20 augustus 1992). In artikel 30, § 1, van deze wet wordt, op enkele uitzonderingen na (waaronder de verzekering tegen arbeidsongevallen), de duur van de verzekeringsdiensten beperkt tot één jaar. Anderzijds dient ook rekening gehouden te worden met het advies dat de Commissie voor de Overheidsopdrachten na haar vergaderingen van 27 november en 4 december 1995 gegeven heeft over de verlenging van dergelijke contracten. Uit de samenlezing met de geciteerde wetsbepaling kan het volgende besloten worden : - de duur van de contracten wordt beperkt tot een jaar indien de opdracht gegund wordt na onderhandelingsprocedure naargelang het geval met of zonder bekendmaking; - als een eerste opdracht wordt gegund na een offerteaanvraag (of aanbesteding) is het mogelijk bij toepassing van artikel 17, § 2, 2b van de geciteerde wet van 24 december 1993 een herhaling te voorzien (de mogelijkheid moet uitdrukkelijk vermeld worden in het bestek). De mogelijkheid is evenwel beperkt tot drie jaar na de gunning van de eerste opdracht waardoor dergelijke procedure maximaal vier jaar dekt.
Een opdracht van verzekeringsdiensten mag dus afgesloten worden : - met een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking tot de grens van 249.600 euro voor één jaar; - met een onderhandelingsprocedure met bekendmaking voor één jaar; - met een offerteaanvraag (of aanbesteding) voor één jaar maar hernieuwbaar tot een totaal van vier jaar.
De gemeenten die moeilijkheden ondervinden bij het technisch gedeelte van deze opdrachten kunnen overwegen daarbij beroep te doen op gespeciamoseerde raadgevers zowel voor het inventariseren van hun lopende contracten als voor de opmaak van het bijzonder bestek.
Rekening houdend met de antwoorden die gegeven werden door de gemeenten en met het oog op transparantie, verzoek ik de gemeenteoverheden 1 januari 2003 te beschouwen als de ultieme datum waarop het nieuwe systeem definitief operationeel zal dienen te zijn.
Uiterlijk op deze datum zullen alle verzekeringscontracten verplichtend het voorwerp dienen uitgemaakt te hebben van een beroep op de mededinging overeenkomstig de gegeven onderrichtingen. Ik vraag tevens de gemeenten die dit nog niet zouden gedaan hebben de bestaande contracten op te zeggen volgens de bestaande opzegclausules teneinde de nieuwe contracten uiterlijk op 1 januari 2003 te laten aanvangen.
Aan de gemeenteontvangers zal gevraagd worden te waken over de strikte naleving van deze bepalingen en na de vooropgestelde datum geen enkele betaling meer uit te voeren voor verzekeringscontracten die niet zouden afgesloten zijn na een beroep op mededinging.
Mijn diensten (Bestuur Plaatselijke Besturen, Bestuur Overheidsopdrachten, tel. 02-535 61 01/02) staan ter beschikking voor alle bijkomende inlichtingen.
De Minister-Voorzitter, Minister van Staat, F.-X. de DONNEA