MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

4 JANUARI 2002. - Omzendbrief PLP 21. - Politiehervorming. - Tussenkomst van de federale overheid in de financiering van de lokale politiekorpsen - Federale toelage - Aanvaardbare meerkost

Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Aan de Dames en Heren Burgemeesters Aan de Dames en Heren Korpschef van de korpsen van lokale politie.

Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen Aan de Commissaris-Generaal van de Federale Politie Aan de Directeur-Generaal van de Algemene Rijkspolitie Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Zoals aangekondigd in mijn omzendbrief PLP 17 van 6 december 2001 wordt de federale toelage 2002 aan de zones uitgekeerd onder de vorm van een voorschot en zal de definitieve toelage pas vastgesteld worden in de loop van het tweede semester 2002. De correctie dient te gebeuren in functie van de reële aanvaardbare meerkost.

Onder aanvaardbare meerkost dient te worden verstaan, niet enkel de meerkost die voortkomt uit de toepassing van het nieuwe statuut, maar ook de meerkost die voortvloeit uit de normale werking van een lokaal politiekorps, te weten rechtstreeks uit de inplaatsstelling van de politiehervorming. Het betreft dus : - de exacte statutaire meerkost van de ex-rijkswachters en het (oude) administratief en logistiek personeel van de ex-brigades van de rijkswacht; - de statutaire meerkost van de gemeentepolitie; - bepaalde werkings- en functioneringskosten.

De Verenigingen van Steden en Gemeenten zullen nauw betrokken worden bij het bepalen van de parameters, de methodologie en het resultaat van deze inschatting. Deze inschatting zal eveneens rekening dienen te houden met de bereikte besparingen (namelijk de uitgaven die niet meer moeten gebeuren) door de zones dankzij de federale steun. De correcte inschatting van de statutaire meerkost zou op 31 maart 2002 afgerond moeten zijn.

Onder de verantwoordelijkheid van de Heer Heer Inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie werd een team samengesteld met als opdracht de inzamelen en verwerken van de gegevens met betrekking tot van de aanvaardbare meerkost.

De werkzaamheden van het team worden per lokaal korps (zone) georganiseerd. Teneinde de werkzaamheden te vereenvoudigen wordt aan de Dames en Heren Korpschef van de korpsen van lokale politie gevraagd de dossiers van de verschillende personeelsleden samen te brengen en ervoor te zorgen dat de voor het bepalen van de geldelijke rechten vereiste gegevens beschikbaar zijn (ten geleide vindt u hierbij een model van inzamelingsfiche dat de vereiste individuele gegevens per personeelslid opsomt in de vorm en volgorde zoals aij door het team verwerkt worden (model zie Bijlage)). Het team zal eveneens nauw samenwerken met het « Sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie » teneinde te vermijden dat dezelfde gegevens meermaals aangeleverd dienen te worden.

Dit team zal, teneinde maximaal tijd te winnen, onmiddellijk ingezet worden om in de verschillende zones de onbetwistbare elementen met betrekking tot de individuele personeelsgegevens in te zamelen.

In een tweede tijd zullen zij alle andere vereiste elementen inzamelen, alsmede de uiteindelijk aanvaardbare meerkost bepalen in functie van de in gezamelijk overleg, tussen de federale overheid en de vertegenwoordigers van de verschillende verenigingen voor steden en gemeenten, vastgestelde parameters.

Ik zal niet nalaten u met een navolgende omzendbrief het resultaat van dit overleg, de weerhouden parameters en methodologie toe te lichten.

Tevens zullen zone per zone de voorlopige resultaten worden meegedeeld en zal aan de lokale overheden de mogelijkheid geboden worden haar bemerkingen in een contradictorische procedure kenbaar te maken.

Desgevallend wordt of de berekeningen aangepast of het voorbehoud van de lokale overheden opgenomen in het eindverslag dat aan de Regering zal overgemaakt worden.

De individuele teamleden zullen, teneinde hun mandaat in deze te kunnen aantonen, in het bezit zijn van een specifieke identificatiekaart. Voor hun contacten met de lokale verantwoordelijken kunnen zij worden bijgestaan door de provinciale coördinatoren van de Directie van de relaties met de Lokale Politie (CGL).

Ik zou u dankbaar zijn indien u alle burgemeesters van uw provincie dringend op de hoogte brengt van het voorgaande.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze Omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne.