PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE

4 AUGUSTUS 2006. - Omzendbrief houdende diverse bepalingen waarbij artikel 21, § 6, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt gewijzigd

Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Mevrouw de Voorzitter, Mijnheer de Voorzitter, Met deze rondzendbrief wil ik u informeren over een wetswijziging betreffende het indienen van de aanvragen tot terugbetaling inzake het leefloon bij de federale overheid.

Inleiding Eén van de artikelen van de programmawet van deze zomer wijzigt artikel 21, § 6, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

De tekst wordt eerstdaags gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Derhalve vestig ik uw aandacht op deze wetswijziging, opdat u er zich zo spoedig mogelijk zou kunnen op voorbereiden.

Wettekst Artikel 21, § 6, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, luidt momenteel als volgt : « Elke beslissing tot toekenning, weigering of herziening van het recht op maatschappelijke integratie in de vorm van een leefloon, een tewerkstelling of een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, wordt meegedeeld aan de minister, op de wijze door de Koning bepaald en binnen acht dagen volgend op het einde van de maand waarin deze beslissing werd genomen. » Het wetsontwerp vult dit artikel aan met het volgende lid : « Indien de beslissing niet binnen de vereiste termijn werd meegedeeld, vervalt het recht van het centrum om de kosten terug te vorderen die betrekking hebben op de periode tussen de vijfenveertigste dag die volgt op het einde van de maand waarin de beslissing werd genomen en de dag van mededeling van deze beslissing.

De Koning mag van deze bepaling afwijken in geval van collectieve en uitzonderlijke omstandigheden. Deze bepaling betreft de beslissingen die werden genomen vanaf 1 oktober 2006. » Samengevat komt het er op neer : 1) dat het principe dat elke beslissing aan de minister moet worden medegedeeld binnen de acht dagen volgend op het einde van de maand waarin deze beslissing werd genomen onverkort van kracht blijft, en 2) dat een sanctie wordt toegevoegd die ingaat vanaf de vijfenveertigste dag volgend op het einde van de maand waarin de beslissing werd genomen. Bedoeling van de wetgever : Ingevolge de integratie van de OCMW's in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wordt een termijn van verval ingevoerd betreffende de aanvragen tot terugbetaling van de OCMW's in het kader van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Men kan immers maar optimaal gebruik maken van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid indien de gegevens bijgewerkt zijn.

Aangezien steeds meer afgeleide rechten worden toegekend op basis van de gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, dient men, om de gebruikers niet te straffen, erover te waken dat de desbetreffende gegevens zo snel mogelijk bijgewerkt worden.

Deze gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zijn tevens noodzakelijk voor het vermijden van fraude.

De geactualiseerde gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zullen de POD Maatschappelijke Integratie eveneens in staat stellen om de budgettaire voorspelling te verbeteren en om te beschikken over geactualiseerde gegevens.

Om het doorsturen van de nieuwe gegevens naar de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid door de OCMW's te versnellen, wordt een vervaltermijn ingevoerd in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Commentaar Door deze wijziging wordt een termijn van verval opgenomen in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Hierbij dient benadrukt te worden dat deze vervaltermijn enkel betrekking heeft op de beslissingen genomen door de OCMW's vanaf 1 oktober 2006. Om de OCMW's die wat achterstand hebben opgelopen niet te straffen, kan de achterstal dus geleidelijk aan ingehaald worden.

Vanaf de vijfenveertigste dag die volgt op het eind van de maand waarin een beslissing werd genomen door het OCMW, zal de subsidie volgens de wet niet meer kunnen worden toegekend wanneer de beslissing inzake het leefloon nog niet werd meegedeeld aan de Staat en dit tot ze daadwerkelijk wordt meegedeeld.

Derhalve zal men enkel voor de bedragen die betrekking hebben op de dagen die verlopen tussen de vijfenveertigste dag die volgt op het eind van de maand waarin de beslissing werd genomen en de datum waarop de beslissing daadwerkelijk werd meegedeeld, geen terugbetaling krijgen.

De tekst voorziet tenslotte dat de Koning ingeval van uitzonderlijke en collectieve omstandigheden deze termijn kan verlengen. Bijvoorbeeld ingeval van belangrijke wetswijzigingen die aanpassingen van informaticaprogramma's met zich meebrengen.

De Minister van Maatschappelijke Integratie, C. DUPONT