MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

3 JUNI 1997. Ministeriële omzendbrief houdende wijziging van de ministeriële omzendbrieven van 18 maart 1993 en 18 juni 1996 betreffende de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de uitwerkingsmodaliteiten van de riviercontracten in het Waalse Gewest

Aan de bestendige deputaties van de provincieraden, Aan de colleges van burgemeesters en schepenen van de Waalse steden en gemeenten, Gelet op de stand van vordering van de riviercontracten die van toepassing zijn in acht hydrografische bekkens van het Waalse Gewest;

Overwegende dat de behaalde resultaten op een betere kwaliteit van de watervoorraad wijzen;

Overwegende dat de opvolging van de riviercontracten noodzakelijk is voor het duurzame karakter van de ondernomen stappen;

Overwegende dat de met Leefmilieu en Waterbeleid belaste Minister bevoegd is om de initiatieven te blijven steunen die in de lijn van de duurzame ontwikkeling liggen;

Overwegende dat de financiële hulp van het Waalse Gewest per overeenkomst aangepast moet worden naar rata van het aantal gemeenten die erbij betrokken zijn, zowel in de elaboratie- als in opvolgingsfase ervan;

Overwegende dat het voor de opvolgingsfase verleende bedrag van de gewestelijke hulp niet evenredig is met de reële behoeften van de ontwerpers, met name omdat veel initiatieven, die door verschillende organismen worden genomen, het etiket riviercontract willen verkrijgen en de ontwerper derhalve om logistieke hulp vragen, Hoofdstuk III van de ministeriële omzendbrief van 18 maart 1993 betreffende de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de uitwerkingsmodaliteiten van de riviercontracten in het Waalse Gewest, met het opschrift "Financiering van de onderzoeksovereenkomst", wordt opgeheven en als volgt vervangen : HOOFDSTUK III. Financiering A. Financiering van de onderzoeksovereenkomst: De onderzoeksovereenkomst kan gefinancierd worden door : - het Waalse Gewest (de Minister die voor het Waterbeleid bevoegd is); - de provincie(s); - de gemeente(n); - elke andere partner die het ontwerp financieel wenst te steunen.

De totale tegemoetkoming van het Gewest wordt voor de duur van de overeenkomst beperkt tot het totaal van de door de gemeente(n) en de provincie(s) toegewezen bedragen, met een maximumbedrag van 3,5 miljoen BEF per overeenkomst.

B. Financiering van het opvolgingscomité: Om de opvolging van het riviercontract te waarborgen kan het opvolgingscomité gefinancierd worden door : - het Waalse Gewest (de Minister die voor het Waterbeleid bevoegd is); - de provincie(s); - de gemeente(n); - elke andere partner die de opvolging van het ontwerp financieel wenst te steunen.

De tegemoetkoming van het Gewest wordt verleend gedurende maximum drie jaar en stemt overeen met het totaal van de door de gemeente(n) en de provincie(s) toegewezen bedragen, met een maximum van 800000 BEF per jaar en per overeenkomst.

Brussel, 3 juni 1997.

De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. Lutgen.