Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 02 februari 2007
gepubliceerd op 09 februari 2007

Omzendbrief nr. 095

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2007009158
pub.
09/02/2007
prom.
02/02/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


2 FEBRUARI 2007. - Omzendbrief nr. 095


Uittreksels uit het strafregister De Minister van Justitie aan de dames en heren Provinciegouverneurs, de dames en heren Burgemeesters, Ter info aan : de dames en heren procureurs-generaal bij de hoven van beroep, Mijnheer de Federale Procureur, de dames en heren Procureurs des Konings en arbeidsauditeurs.

Inleiding De wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister (Belgisch Staatsblad van 24 augustus 2001) voorziet in haar artikelen 9 en 10 (artikelen 595 en 596 van het Wetboek van Strafvordering) de uitreiking door gemeentebesturen van uittreksels uit het strafregister aan particulieren.

Aangezien deze twee artikelen omwille van technische redenen niet onmiddellijk kunnen in werking treden, is het nodig de uitreiking van de documenten waarmee de burgers hun gerechtelijk verleden kunnen bewijzen, te verzekeren.

De regels die toegepast moeten worden bij de uitreiking van deze documenten door de gemeentebesturen sluiten aan bij deze voorzien in de artikelen 9 en 10 van de wet van 8 augustus 1997, voor zover twee modellen van uittreksels zijn voorzien : - het model 1, bestemd voor openbare besturen, particulieren en privé-instellingen, wanneer het gevraagd wordt in alle andere gevallen dan die waarvoor het tweede model voorzien is (model 1 in bijlage); dit model is gebaseerd op artikel 596, lid 1, Wetboek van Strafvordering; - het model 2, bestemd voor openbare besturen, particulieren en privé-instellingen, dat uitgereikt wordt wanneer het gevraagd wordt teneinde toegang te krijgen tot een activiteit die onder opvoeding, psycho-medische-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen (model 2 in bijlage) valt; dit model is gebaseerd op artikel 596, lid 2 Wetboek van Strafvordering.

De voorliggende omzendbrief sluit aan bij het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer nr. 30/2003 van 12 juni 2003, waaruit geen bezwaar blijkt betreffende de uitreiking van documenten met inhoudelijk uitsluitend de door de artikelen 9 en 10 van voormelde wet van 8 augustus 1997 voorziene meldingen.

Bovendien wordt niet langer voorzien in enquêtes uit te voeren door de korpschefs of officieren van politie, noch in adviezen of opmerkingen dewelke vermeld werden op de oude getuigschriften van goed gedrag en zeden door de burgemeester of zijn afgevaardigde, aangezien de circulaire dewelke deze documenten regelt, onlangs werd vernietigd door een arrest nr. 166.311 van 22 december 2006 van de Raad van State.

Rekening houdend met dit arrest van de Raad van State van 22 december 2006, dient thans in elke wettelijke of reglementaire bepaling dewelke in de aflevering van een « getuigschrift van goed gedrag en zeden » voorziet, deze term te worden begrepen als een « uittreksel uit het strafregister ». 1. Overheid bevoegd om het uittreksel af te geven. De uitreiking van een uittreksel uit het strafregister valt onder de bevoegdheid van de burgemeester van de gemeente waarin de betrokkene in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister is ingeschreven, dan wel, indien hij buiten België verblijft, voor zijn vertrek laatst was ingeschreven.

De burgemeester kan deze bevoegdheid delegeren aan bij naam aangewezen ambtenaren die gelast zijn met het beheer van het strafregister in de gemeente. 2. Wie mag het uittreksel aanvragen ? Iedere inwoner van de gemeente, hetzij Belg hetzij vreemdeling, mag een uittreksel uit het strafregister aanvragen.Dergelijke aanvragen mogen vanzelfsprekend slechts ingewilligd worden voor zoverre zij betrekking hebben op de aanvrager zelf.

Het uittreksel mag eveneens aangevraagd worden voor een overleden persoon door iedere rechthebbende, die van een werkelijk belang kan doen blijken.

De openbare overheden, daarentegen, zijn in principe niet gerechtigd om rechtstreeks aan de gemeenteoverheden uittreksels uit het strafregister aan te vragen. Van deze regel mag nochtans afgeweken worden in de hiernavolgende gevallen : 1. wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling zulks toelaat;2. wanneer de betrokken personen de openbare overheid daartoe uitdrukkelijk gemachtigd hebben;3. wanneer het gaat om het onderzoek van voorstellen tot het toekennen van eretekens of eerbewijzen. Wanneer het gemeentebestuur hiermee instemt, kunnen de aanvraag en de aflevering gebeuren via het internet. 3. Aan wie mag het uittreksel afgegeven worden ? Het uittreksel mag enkel afgegeven worden aan de persoon omtrent wiens gedrag het gaat en, behoudens in de uitzonderlijke gevallen hierboven voorzien voor de openbare overheden, nooit rechtstreeks aan het openbaar bestuur, het privé-organisme of de particulier die het voorleggen ervan eisen. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat niets zich verzet tegen de afgifte aan derde personen van uittreksels die betrekking hebben op personen die zich wegens ziekte, gebrekkigheid of afwezigheid in de onmogelijkheid bevinden om zelf een uittreksel aan te vragen of in ontvangst te nemen, voor zover deze derde personen bewijzen dat ze daartoe door de betrokkenen behoorlijk gemachtigd zijn. 4. Modellen van uittreksels uit het strafregister. Er zijn twee modellen uittreksels uit het strafregister naar gelang van het doel waarvoor ze bestemd zijn.

Het eerste model is het uittreksel, dat is bestemd voor openbare besturen, particulieren en privé-instellingen, wanneer het gevraagd wordt in alle andere gevallen dan die waarvoor het tweede model voorzien is (model 1 in bijlage).

Het tweede model is het uittreksel, bestemd voor openbare besturen, particulieren en privé-instellingen, dat afgegeven wordt wanneer het gevraagd wordt teneinde toegang te krijgen tot een activiteit die onder opvoeding, psycho-medische-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt (model 2 in bijlage).

Het uittreksel van het model 2 wordt enkel verstrekt wanneer het uittreksel uitdrukkelijk gevraagd wordt voor het uitoefenen van een activiteit die onder de begeleiding van minderjarigen valt.

Gezien de meldingen die op het uittreksel moeten voorkomen verschillen naar gelang van de doelstelling van dat uittreksel, dient de aanvrager het doel van dat uittreksel te laten kennen en wordt de verklaring van de aanvrager omtrent het doel vermeld op het uittreksel.

De hoedanigheid van de persoon voor wie het uittreksel is bestemd, is dus niet het bepalende criterium : het is dan ook mogelijk dat het tweede model uittreksel voor een openbaar bestuur bestemd is. 5. Meldingen die op de uittreksels moeten voorkomen.a. Meldingen die op alle uittreksels moeten voorkomen.i. De volledige identiteit van de betrokken persoon overeenkomstig de op het model voorziene aanduidingen, alsmede zijn verklaring van de activiteit waarvoor het uittreksel wordt aangevraagd. ii. Wanneer het vreemdelingen betreft die niet steeds in België verbleven hebben, zal het nuttig zijn, gezien de plaatselijke overheid veelal niet over de vereiste inlichtingen ter zake beschikt, in de kolom « Opmerkingen » aan te duiden dat het uittreksel slechts geldt vanaf de dag waarop de betrokkene zich in de gemeente of in het Rijk heeft gevestigd of er mag verblijven. iii. In voorkomend geval, alle effectieve veroordelingen die door de betrokkene opgelopen zijn en die in het strafregister vermeld worden.

De veroordelingen met uitstel worden vermeld, ongeacht of de uitsteltermijn al dan niet verstreken is.

Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingstellingen van de regering van de recidivisten en gewoontemisdadigers, die in toepassing van hoofdstuk VII van de wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten genomen zijn.

Indien de betrokkene van een genademaatregel genoten heeft, dient hiervan melding gemaakt te worden tegenover de betrokken veroordeling.

Worden echter niet meer vermeld na een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van de definitieve rechterlijke beslissing die ze uitspreekt : 1° de veroordelingen tot politiestraffen;2° de veroordelingen tot gevangenisstraffen van ten hoogste zes maanden;3° de veroordelingen tot geldboetes die niet hoger oplopen dan 500 euro;4° de geldboetes, die zijn opgelegd krachtens de wetten gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, ongeacht het bedrag ervan. De veroordelingen hierboven vermeld onder punten 1° tot 4° blijven echter na drie jaar wel vermeld indien ze vervallenverklaringen of onbekwaamheden inhouden waarvan de uitwerking een termijn van drie jaar overschrijdt (behalve de vervallenverklaring van het recht tot sturen wegens lichamelijke onbekwaamheid van de bestuurder).

Zo kan bijvoorbeeld worden gewezen op een bepaling van het Algemeen Kieswetboek (art.7,2°) die een automatische onbekwaamheid met zich brengt, waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken.

Hierin wordt het volgende bepaald : « In de uitoefening van het kiesrecht worden geschorst en tot de stemming mogen niet worden toegelaten zolang die onbekwaamheid duurt : () 2° Zij die tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden zijn veroordeeld, met uitsluiting van degenen die veroordeeld zijn op grond van de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek.De onbekwaamheid duurt zes jaar wanneer de straf meer dan vier maanden tot minder dan drie jaar bedraagt en twaalf jaar wanneer de straf ten minste drie jaar bedraagt. » Voor de concrete toepassing van de regels van uitwissing en al of niet vermelding van veroordelingen op het uittreksel wordt verwezen naar de gedetailleerde bijlage bij de huidige omzendbrief.

Het uittreksel van het model 1 dient uitdrukkelijk te vermelden dat er een ander document (model 2) bestaat, wanneer het uittreksel gevraagd wordt om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen. b. Bijzondere vermeldingen die moeten voorkomen op de uittreksels gevraagd om toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinder-bescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen (model 2). Wanneer het uittreksel aangevraagd wordt teneinde toegang te krijgen tot een activiteit die valt onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen, vermeldt het uittreksel alle veroordelingen en interneringsbeslissingen voor feiten van te vondeling leggen en verlating van kinderen, ontvoering van minderjarigen, aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, bederf van de jeugd, prostitutie, openbare zedenschennis, opzettelijke doding en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, wanneer deze feiten ten opzichte van een minderjarige gepleegd worden.

Deze veroordelingen en interneringsbeslissingen worden in dergelijk geval steeds op het uittreksel vermeld, ongeacht de datum waarop ze werden uitgesproken en, wat de veroordelingen aangaat, ongeacht de uitgesproken straf.

Dit uittreksel dient uitdrukkelijk de activiteit te vermelden waarvoor het aangevraagd wordt. 6. Meldingen die niet op de uittreksels mogen voorkomen i.Behalve in het geval voorzien onder V, 2 hierboven waarin interneringen op het uittreksel moeten vermeld worden, de maatregelen, die ten aanzien van abnormalen door de onderzoeks- of rechtsprekende colleges, bij toepassing van de wet van 1 juli 1964 van bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, werden. ii. De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot amnestie. iii. De veroordelingen die uitgewist zijn op grond van artikel 619 van het Wetboek van Strafvordering. iv. De veroordelingen die aanleiding hebben gegeven tot eerherstel. v. De minnelijke schikkingen die aanleiding hebben gegeven tot het verval van de publieke vordering. vi. De vervallenverklaringen uit de ouderlijke macht en de maatregelen die ten aanzien van minderjarigen uitgesproken werden in toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. vii. De beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling getroffen bij toepassing van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie.

In principe worden deze beslissingen niet ter kennis van de gemeentebesturen gebracht door het parket bij het Hof van beroep of bij de Rechtbank van eerste aanleg. viii. De veroordelingen uitgesproken door vreemde rechtbanken.

In principe worden die veroordelingen niet ter kennis van de gemeentebesturen gebracht. ix. De niet in kracht van gewijsde getreden veroordelingen. x. De veroordelingen en de beslissingen uitgesproken op grond van een opgeheven bepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het feit afgeschaft is. xi. De veroordelingen bij eenvoudige schuldverklaring uitgesproken in toepassing van artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering. xii. De veroordelingen tot een werkstraf. xiii. De beslissingen tot vrijspraak. 7. Modellen van uittreksels. De twee modellen van uittreksels uit het strafregister worden in bijlage aan onderhavige omzendbrief gehecht.

Voor bijkomende informatie hieromtrent kan U zich richten tot de Dienst Centraal Strafregister, via e-mail (poste.cjc.@just.fgov.be) of per fax (nr. 02 / 542.72.98).

Met de meeste hoogachting.

Mevr. L. ONKELINX

Uittreksels uit het strafregister : regels van uitwissing en niet vermelding - model 1 Regel 1 : vonnissen uitgesproken minder dan 3 jaar vóór datum uittreksel : worden niet gewist Regel 2 : uitgesproken vonnissen meer dan 3 jaar : worden uitgewist (of worden niet vermeld), voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de uitwissing) : - elke gevangenisstraf tot (en met) 4 maanden - uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden. - elke geldboete tot (en met) 500 F (of euro ) - uitgezonderd veroordelingen voor inbreuken opgenomen in de A-lijst, waar de voorwaarden voor uitwissing nauwer omschreven worden. - elke geldboete op grond van de gecoördineerde wetten door het K.B. 16.03.1968 (wegverkeer) Regel 3 : bovendien wist men, indien uitgesproken vóór 02.01.1992, en voor zover de veroordeling niet voorziet in een verval of ontzetting van meer dan 3 jaar, bij vonnis uitgesproken (behalve de vervallenverklaringen van het recht tot sturen, uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, die geen beletsel uitmaken voor de uitwissing) : - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden voor een onopzettelijk misdrijf; - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met uitstel (volledig) voor een opzettelijk misdrijf (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien wordt in de A-lijst); - elke gevangenisstraf tot (en met) 6 maanden met gedeeltelijk uitstel, voor een opzettelijk misdrijf, waarvan het effectieve gedeelte minder bedraagt dan 3 maanden (zonder afbreuk te doen aan wat voorzien wordt in de A-lijst); lijst A opmerking : indien de uitwissing van een geldboete met uitstel is toegestaan, moet het uitstel volledig zijn (het uitstel moet dus op het volledige bedrag van de geldboete slaan); indien een gedeelte van de geldboete effectief is, dan wist men de veroordeling niet uit.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Model 1 Gemeente . . . . .

Provincie . . . . . . * Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Mevr. / M.. (1) . . . . .

Geboren te . . . . . op . . . . .

Houder(ster) van de identiteitskaart nr (2) . . . . .

Beroep . . . . .

Nationaliteit (3) . . . . .

Zoon (dochter) van (4) . . . . .

Wonende in de gemeente . . . . ., straat . . . . . nr .......... sedert . . . . . (5) Verklaring betreffende de activiteit (6) . . . . .

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afgegeven te . . . . ., op . . . . .

De Burgemeester of zijn afgevaardigde, (Handtekening en naam) OPMERKING : Er bestaat een ander document (model 2) wanneer het uittreksel gevraagd wordt teneinde toegang te krijgen tot een activiteit die onder opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen valt. _______ Nota's *In de 19 Brusselse gemeenten wordt er vermeld : « Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad ». (1) Naam en voornamen;deze vermelding wordt voorafgegaan door Mevr. (Mevrouw) of M. (Mijnheer). (2) Of het nummer van een ander identiteitsbewijs.(3) Enkel de vermelding van de nationaliteit, zonder vermelding van de wijze of de datum waarop de nationaliteit werd verworven.(4) Enkel voor ongehuwde minderjarigen.(5) Belangrijk : voor de vreemdelingen die niet altijd in België gewoond hebben, geldt het uittreksel slechts vanaf de dag waarop de betrokkene zich gevestigd heeft in de gemeente of in het Rijk of er verblijfsgerechtigd is.(6) Hier wordt de verklaring van de aanvrager omtrent de soort uit te oefenen activiteit vermeld.(7) De minnelijke schikkingen en de veroordelingen uitgewist door amnestie, eerherstel of vrijspraak in beroep mogen niet vermeld worden.De bekomen genademaatregelen zullen vermeld worden naast de veroordelingen waarop ze betrekking hebben. (8) De vervallenverklaringen waarvan belanghebbende ontheffing heeft bekomen of waarvan de duur verstreken is, worden niet vermeld. Model 2 Gemeente . . . . .

Provincie . . . . . * Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Mevr. / M.. (1) . . . . .

Geboren te . . . . . op . . . . .

Houder(ster) van de identiteitskaart nr (2) . . . . .

Beroep . . . . .

Nationaliteit (3) . . . . .

Zoon (dochter) van (4) . . . . .

Wonende in de gemeente . . . . ., straat . . . . . nr ............ sedert . . . . . (5) Verklaring betreffende de activiteit (6) . . . . .

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afgegeven te . . . . ., op . . . . .

De Burgemeester of zijn afgevaardigde, (Handtekening en naam) _______ Nota's *In de 19 Brusselse gemeenten wordt er vermeld : « Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad ». (1) Naam en voornamen;deze vermelding wordt voorafgegaan door Mevr. (Mevrouw) of M. (Mijnheer). (2) Of het nummer van een ander identiteitsbewijs.(3) Enkel de vermelding van de nationaliteit, zonder vermelding van de wijze of de datum waarop de nationaliteit werd verworven.(4) Enkel voor ongehuwde minderjarigen.(5) Belangrijk : voor de vreemdelingen die niet altijd in België gewoond hebben, geldt het uittreksel slechts vanaf de dag waarop de betrokkene zich gevestigd heeft in de gemeente of in het Rijk of er verblijfsgerechtigd is.(6) Hier wordt de verklaring van de aanvrager omtrent de soort uit te oefenen activiteit vermeld.(7) De minnelijke schikkingen en de veroordelingen uitgewist door amnestie, eerherstel of vrijspraak in beroep mogen niet vermeld worden.De bekomen genademaatregelen zullen vermeld worden naast de veroordelingen waarop ze betrekking hebben. (8) De vervallenverklaringen waarvan belanghebbende ontheffing heeft bekomen of waarvan de duur verstreken is, worden niet vermeld.

^