Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Huishoudelijk Règlement van 31/03/2000
← Terug naar "Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Mediaraad "
Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Mediaraad Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Mediaraad
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
31 MAART 2000. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het 31 MAART 2000. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het
huishoudelijk reglement van de Mediaraad huishoudelijk reglement van de Mediaraad
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
Gelet op het decreet over de media van 26 april 1999, inzonderheid op Gelet op het decreet over de media van 26 april 1999, inzonderheid op
artikel 56; artikel 56;
Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Op de voordracht van de Minister-President, Minister van
Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport; Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Goedkeuring.

Artikel 1.Goedkeuring.

Het huishoudelijk reglement van de Mediaraad, op 26 februari 2000 Het huishoudelijk reglement van de Mediaraad, op 26 februari 2000
aangenomen en bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd. aangenomen en bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Inwerkingtreding.

Art. 2.Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Art. 3.Uitvoering.

Art. 3.Uitvoering.

De Minister bevoegd inzake Media is belast met de uitvoering van dit De Minister bevoegd inzake Media is belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Eupen, 31 maart 2000. Eupen, 31 maart 2000.
De Minister-President, De Minister-President,
Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ K.-H. LAMBERTZ
Bijlage bij het besluit van de Regering van 31 maart 2000 Bijlage bij het besluit van de Regering van 31 maart 2000
MEDIARAAD MEDIARAAD
HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Overeenkomstig het decreet over de media van 26 april 1999, Overeenkomstig het decreet over de media van 26 april 1999,
inzonderheid hoofdstuk VIII, en krachtens artikel 56 van bovenvermeld inzonderheid hoofdstuk VIII, en krachtens artikel 56 van bovenvermeld
decreet voorziet zich de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap van decreet voorziet zich de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap van
het volgende huishoudelijk reglement en legt het de Regering van de het volgende huishoudelijk reglement en legt het de Regering van de
Duitstalige Gemeenschap ter goedkeuring voor. Duitstalige Gemeenschap ter goedkeuring voor.

Artikel 1.Begripsbepalingen.

Artikel 1.Begripsbepalingen.

In volgende artikelen dient te worden verstaan onder : In volgende artikelen dient te worden verstaan onder :
(1) decreet over de media : het decreet over de media dat op 26 april (1) decreet over de media : het decreet over de media dat op 26 april
1999 door de Raad van de Duitstalige Gemeenschap aangenomen is; 1999 door de Raad van de Duitstalige Gemeenschap aangenomen is;
(2) voorzitter : de voorzitter van de Mediaraad van de Duitstalige (2) voorzitter : de voorzitter van de Mediaraad van de Duitstalige
Gemeenschap, aangewezen door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, aangewezen door de Regering van de Duitstalige
Gemeenschap krachtens artikel 51, § 1 van het decreet over de media; Gemeenschap krachtens artikel 51, § 1 van het decreet over de media;
(3) leden : de leden van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap, (3) leden : de leden van de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap,
aangewezen door aangewezen door
de Regering van de Duitstalige Gemeenschap krachtens artikel 51, § 1 de Regering van de Duitstalige Gemeenschap krachtens artikel 51, § 1
van het decreet over de media en behorend tot de groep van de van het decreet over de media en behorend tot de groep van de
exploitanten in de mediasector en tot de groep van de mediagebruikers; exploitanten in de mediasector en tot de groep van de mediagebruikers;
(4) leden met raadgevende stem : de leden die de mandatarissen gekozen (4) leden met raadgevende stem : de leden die de mandatarissen gekozen
voor de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, voor de lijst waarvoor voor de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, voor de lijst waarvoor
zij zich kandidaat gesteld hadden, krachtens artikel 51, § 3 naar de zij zich kandidaat gesteld hadden, krachtens artikel 51, § 3 naar de
Mediaraad gestuurd hebben; Mediaraad gestuurd hebben;
(5) secretaris : de beambte van het Ministerie van de Duitstalige (5) secretaris : de beambte van het Ministerie van de Duitstalige
Gemeenschap, aangewezen door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, aangewezen door de Regering van de Duitstalige
Gemeenschap krachtens artikel 57 van het decreet over de media om het Gemeenschap krachtens artikel 57 van het decreet over de media om het
secretariaatwerk te verrichten. secretariaatwerk te verrichten.

Artikel 2.Voorzitterschap van de Mediaraad.

Artikel 2.Voorzitterschap van de Mediaraad.

§ 1. De zittingen van de Mediaraad worden door de voorzitter geleid; § 1. De zittingen van de Mediaraad worden door de voorzitter geleid;
bij verhindering wordt hij door het oudste aanwezige lid vervangen. bij verhindering wordt hij door het oudste aanwezige lid vervangen.
§ 2. De voorzitter opent en sluit de zittingen van de Mediaraad. § 2. De voorzitter opent en sluit de zittingen van de Mediaraad.

Artikel 3.Bijeenroeping van de Mediaraad.

Artikel 3.Bijeenroeping van de Mediaraad.

§ 1. De Mediaraad komt bijeen op schriftelijke oproeping zijdens zijn § 1. De Mediaraad komt bijeen op schriftelijke oproeping zijdens zijn
voorzitter; de oproepingsbrief wordt aan de leden, vervangende leden voorzitter; de oproepingsbrief wordt aan de leden, vervangende leden
en leden met raadgevende stem binnen de volgende termijnen gestuurd : en leden met raadgevende stem binnen de volgende termijnen gestuurd :
(1) normaliter : ten minste veertien dagen vóór de zitting; (1) normaliter : ten minste veertien dagen vóór de zitting;
(2) in de gevallen bedoeld in artikel 54, § 2, lid 1 van het decreet (2) in de gevallen bedoeld in artikel 54, § 2, lid 1 van het decreet
over de media (verzoek om een advies binnen drie weken) : ten minste 8 over de media (verzoek om een advies binnen drie weken) : ten minste 8
dagen vóór de zitting; in deze gevallen mogen de leden, dagen vóór de zitting; in deze gevallen mogen de leden,
plaatsvervangende leden en leden met raadgevende stem binnen de 24 plaatsvervangende leden en leden met raadgevende stem binnen de 24
uren vóór de zitting per telefoon, fax of E-mail opgeroepen worden, uren vóór de zitting per telefoon, fax of E-mail opgeroepen worden,
indien de dringende noodzaak behoorlijk met redenen omkleed wordt. indien de dringende noodzaak behoorlijk met redenen omkleed wordt.
§ 2. De mediaraad moet door de voorzitter bijeengeroepen worden, § 2. De mediaraad moet door de voorzitter bijeengeroepen worden,
indien één derde van de leden er hem schriftelijk op verzoeken; dit indien één derde van de leden er hem schriftelijk op verzoeken; dit
verzoek moet de agenda alsmede een rechtvaardiging van de verzoek moet de agenda alsmede een rechtvaardiging van de
verschillende op de agenda staande punten bevatten. Bij dit verzoek verschillende op de agenda staande punten bevatten. Bij dit verzoek
wordt elk document gevoegd dat voor de besluitvorming nuttig kan zijn. wordt elk document gevoegd dat voor de besluitvorming nuttig kan zijn.
In dat geval moet de voorzitter de Mediaraad binnen de drie weken In dat geval moet de voorzitter de Mediaraad binnen de drie weken
volgend op de ontvangst van het verzoek bijeenroepen. volgend op de ontvangst van het verzoek bijeenroepen.
§ 2. De oproepingsbrief vermeldt en/of bevat : § 2. De oproepingsbrief vermeldt en/of bevat :
(1) de vergaderplaats, -datum en -tijdstip; (1) de vergaderplaats, -datum en -tijdstip;
(2) een agenda, vastgelegd door de voorzitter overeenkomstig artikel (2) een agenda, vastgelegd door de voorzitter overeenkomstig artikel
4, § 1 of § 2 van dit huishoudelijk reglement alsmede een afschrift 4, § 1 of § 2 van dit huishoudelijk reglement alsmede een afschrift
van de verzoeken m.b.t. de agenda die de leden overeenkomstig artikel van de verzoeken m.b.t. de agenda die de leden overeenkomstig artikel
4, § 2 aan de voorzitter gestuurd hebben; 4, § 2 aan de voorzitter gestuurd hebben;
(3) de documenten die nodig zijn voor de beraadslaging binnen de (3) de documenten die nodig zijn voor de beraadslaging binnen de
Mediaraad en de besluitvorming door de leden; Mediaraad en de besluitvorming door de leden;
(4) de door de secretaris onder de leiding van de voorzitter (4) de door de secretaris onder de leiding van de voorzitter
uitgewerkte beslissingsontwerpen m.b.t. de verschillende op de agenda uitgewerkte beslissingsontwerpen m.b.t. de verschillende op de agenda
staande punten; staande punten;
(5) bij dringende oproepingen overeenkomstig § 1 (2) van dit (5) bij dringende oproepingen overeenkomstig § 1 (2) van dit
huishoudelijk reglement mogen de voor de besluitvorming nodige huishoudelijk reglement mogen de voor de besluitvorming nodige
documenten bij het begin van de zitting verdeeld worden. documenten bij het begin van de zitting verdeeld worden.
§ 4. De oproepingsbrieven worden aan de leden, plaatsvervangende leden § 4. De oproepingsbrieven worden aan de leden, plaatsvervangende leden
en leden met raadgevende stem gestuurd; het lid dat de oproepingsbrief en leden met raadgevende stem gestuurd; het lid dat de oproepingsbrief
niet opvolgen kan, verwittigt zelf zijn plaatsvervanger. niet opvolgen kan, verwittigt zelf zijn plaatsvervanger.

Artikel 4.Agenda van de zittingen van de Mediaraad en van de door hem

Artikel 4.Agenda van de zittingen van de Mediaraad en van de door hem

ingerichte werkgroepen. ingerichte werkgroepen.
§ 1. De agenda van de zittingen van de Mediaraad - met uitzondering § 1. De agenda van de zittingen van de Mediaraad - met uitzondering
van degenen die overeenkomstig artikel 3, § 2 bijeengeroepen worden - van degenen die overeenkomstig artikel 3, § 2 bijeengeroepen worden -
en van de door hem overeenkomstig artikel 9 van dit huishoudelijk en van de door hem overeenkomstig artikel 9 van dit huishoudelijk
reglement ingerichte werkgroepen wordt door de voorzitter vastgelegd. reglement ingerichte werkgroepen wordt door de voorzitter vastgelegd.
§ 2. De leden van de Mediaraad mogen erom verzoeken dat punten aan de § 2. De leden van de Mediaraad mogen erom verzoeken dat punten aan de
agenda toegevoegd worden, behalve voor de zittingen die overeenkomstig agenda toegevoegd worden, behalve voor de zittingen die overeenkomstig
artikel 3, § 1 (2) van dit huishoudelijk reglement bijeengeroepen artikel 3, § 1 (2) van dit huishoudelijk reglement bijeengeroepen
worden; de verzoeken moeten door ten minste drie leden ondertekend worden; de verzoeken moeten door ten minste drie leden ondertekend
zijn en samen met een schriftelijke verantwoording en de voor de zijn en samen met een schriftelijke verantwoording en de voor de
beraadslaging nodige documenten ten minste 10 dagen vóór de beraadslaging nodige documenten ten minste 10 dagen vóór de
zittingsdag bij de secretaris ingediend worden. De secretaris maakt zittingsdag bij de secretaris ingediend worden. De secretaris maakt
een afschrift van die verzoeken onmiddellijk over aan de andere leden, een afschrift van die verzoeken onmiddellijk over aan de andere leden,
aan de plaatsvervangende leden en aan de leden met raadgevende stem. aan de plaatsvervangende leden en aan de leden met raadgevende stem.
§ 3. Wanneer de agenda bij het begin van de zitting aangenomen wordt, § 3. Wanneer de agenda bij het begin van de zitting aangenomen wordt,
mag de Mediaraad met een meerderheid van twee derden van de mag de Mediaraad met een meerderheid van twee derden van de
uitgebrachte stemmen beslissen aan de agenda punten toe te voegen. uitgebrachte stemmen beslissen aan de agenda punten toe te voegen.
§ 4. Als de op de agenda staande punten wegens tijdtekort in de loop § 4. Als de op de agenda staande punten wegens tijdtekort in de loop
van een zitting van de Mediaraad niet kunnen worden behandeld, moet de van een zitting van de Mediaraad niet kunnen worden behandeld, moet de
voorzitter ze bij voorrang op de agenda van de volgende zitting van de voorzitter ze bij voorrang op de agenda van de volgende zitting van de
Mediaraad inschrijven. Mediaraad inschrijven.

Artikel 5.Quorum, beraadslaging en stemming.

Artikel 5.Quorum, beraadslaging en stemming.

§ 1. De Mediaraad kan geldig beraadslagen als : § 1. De Mediaraad kan geldig beraadslagen als :
(1) de bijeenroeping regelmatig gebeurd is; (1) de bijeenroeping regelmatig gebeurd is;
(2) de meerderheid der leden aanwezig zijn; (2) de meerderheid der leden aanwezig zijn;
(3) het aanwezigheidsquorum bij het begin van de zitting en vóór elke (3) het aanwezigheidsquorum bij het begin van de zitting en vóór elke
stemming vastgesteld is. Als het quorum niet bereikt is, schorst de stemming vastgesteld is. Als het quorum niet bereikt is, schorst de
voorzitter de zitting op voor een maximale duur van 30 minuten; is het voorzitter de zitting op voor een maximale duur van 30 minuten; is het
quorum bij de hervatting nog altijd niet bereikt, dan sluit de quorum bij de hervatting nog altijd niet bereikt, dan sluit de
voorzitter de zitting en roept een nieuwe zitting binnen 8 dagen, met voorzitter de zitting en roept een nieuwe zitting binnen 8 dagen, met
dezelfde agenda, bijeen; bij deze nieuwe zitting kan de Mediaraad dezelfde agenda, bijeen; bij deze nieuwe zitting kan de Mediaraad
geldig beraadslagen, zelfs als de meerderheid der leden niet aanwezig geldig beraadslagen, zelfs als de meerderheid der leden niet aanwezig
zijn. zijn.
§ 2. De voorzitter opent de beraadslaging voor de verschillende op de § 2. De voorzitter opent de beraadslaging voor de verschillende op de
agenda staande punten. agenda staande punten.
§ 3. Tijdens de zitting wordt de leden en leden met raadgevende stem § 3. Tijdens de zitting wordt de leden en leden met raadgevende stem
het woord verleend in de volgorde van de aanvragen. het woord verleend in de volgorde van de aanvragen.
§ 4. De voorzitter sluit de beraadslagingen over de verschillende op § 4. De voorzitter sluit de beraadslagingen over de verschillende op
de agenda staande punten de agenda staande punten
(1) als niemand meer het woord wenst te nemen over dat punt. De (1) als niemand meer het woord wenst te nemen over dat punt. De
voorzitter kan de leden en leden met raadgevende stem erom verzoeken voorzitter kan de leden en leden met raadgevende stem erom verzoeken
zich op een redenaarslijst in te schrijven en deze lijst sluiten; zich op een redenaarslijst in te schrijven en deze lijst sluiten;
(2) als een meerderheid van de aanwezige leden een verzoek om (2) als een meerderheid van de aanwezige leden een verzoek om
beëindiging van de beraadslaging goedkeuren. beëindiging van de beraadslaging goedkeuren.
§ 5. Verzoeken van de leden m.b.t. het huishoudelijk reglement hebben § 5. Verzoeken van de leden m.b.t. het huishoudelijk reglement hebben
voorrang t.o.v. de inhoudsberaadslagingen; de voorzitter moet zij voorrang t.o.v. de inhoudsberaadslagingen; de voorzitter moet zij
onmiddellijk aan een stemming onderwerpen. Zijn er meerdere verzoeken onmiddellijk aan een stemming onderwerpen. Zijn er meerdere verzoeken
om beslissing na de inhoudsberaadslagingen stelt de voorzitter ten om beslissing na de inhoudsberaadslagingen stelt de voorzitter ten
eerste vast welk verzoek de breedste draagwijdte heeft en de volgorde eerste vast welk verzoek de breedste draagwijdte heeft en de volgorde
waarin de andere verzoeken zullen worden behandeld; overeenkomstig die waarin de andere verzoeken zullen worden behandeld; overeenkomstig die
volgorde zal de eerste stemming het verzoek met de breedste volgorde zal de eerste stemming het verzoek met de breedste
draagwijdte betreffen. draagwijdte betreffen.
§ 6. Alle stemmingen geschieden bij handopsteken. § 6. Alle stemmingen geschieden bij handopsteken.
§ 7. Onafhankelijk van hun aard worden de beslissingen van de § 7. Onafhankelijk van hun aard worden de beslissingen van de
Mediaraad met de meerderheid der stemmen van de aanwezige leden Mediaraad met de meerderheid der stemmen van de aanwezige leden
genomen, waarbij de stem van de voorzitter bij staking der stemmen genomen, waarbij de stem van de voorzitter bij staking der stemmen
beslissend is overeenkomstig artikel 55 van het decreet over de media; beslissend is overeenkomstig artikel 55 van het decreet over de media;
de stemonthoudingen zijn niet toegelaten. Wordt geen meerderheid van de stemonthoudingen zijn niet toegelaten. Wordt geen meerderheid van
stemmen noch een staking der stemmen bereikt in de groep van de stemmen noch een staking der stemmen bereikt in de groep van de
exploitanten in de mediasector of in de groep van de mediagebruikers, exploitanten in de mediasector of in de groep van de mediagebruikers,
is de betrokken groep gemachtigd een minderheidsadvies uit te brengen. is de betrokken groep gemachtigd een minderheidsadvies uit te brengen.

Artikel 6.Uitbrengen van adviezen en openbaarheid ervan.

Artikel 6.Uitbrengen van adviezen en openbaarheid ervan.

§ 1. De Mediaraad beslist over : § 1. De Mediaraad beslist over :
(1) een verzoek om advies ingediend door de Regering (artikel 54, § 1, (1) een verzoek om advies ingediend door de Regering (artikel 54, § 1,
1°, 2° b) en 4° b) van het decreet over de media) of door een 1°, 2° b) en 4° b) van het decreet over de media) of door een
natuurlijke of rechtspersoon (artikel 54, § 1, 2° c) van het decreet natuurlijke of rechtspersoon (artikel 54, § 1, 2° c) van het decreet
over de media) alsmede over de modelontwerpen voor over de media) alsmede over de modelontwerpen voor
plichtenleervoorschriften die hij overeenkomstig artikel 54, § 1, 3° plichtenleervoorschriften die hij overeenkomstig artikel 54, § 1, 3°
moet uitwerken, door zich te baseren op een adviesontwerp of een moet uitwerken, door zich te baseren op een adviesontwerp of een
modelontwerp van plichtenleervoorschriften dat door de secretaris modelontwerp van plichtenleervoorschriften dat door de secretaris
onder de leiding van de voorzitter uitgewerkt, door de voorzitter en onder de leiding van de voorzitter uitgewerkt, door de voorzitter en
de secretaris ondertekend en daarna aan de leden als de secretaris ondertekend en daarna aan de leden als
beslissingsontwerp overgemaakt wordt, ten laatste samen met de beslissingsontwerp overgemaakt wordt, ten laatste samen met de
oproepingsbrief m.b.t. de zitting waarvan de agenda het advies of het oproepingsbrief m.b.t. de zitting waarvan de agenda het advies of het
modelontwerp van plichtenleervoorschriften betreft; modelontwerp van plichtenleervoorschriften betreft;
(2) over een advies dat hij op eigen initiatief mag uitbrengen in de (2) over een advies dat hij op eigen initiatief mag uitbrengen in de
zin van artikel 54, § 1, 2° a) en 4° a) en b), door zich te baseren op zin van artikel 54, § 1, 2° a) en 4° a) en b), door zich te baseren op
een adviesontwerp dat door de voorzitter en de secretaris of door ten een adviesontwerp dat door de voorzitter en de secretaris of door ten
minste drie leden onderkend en daarna aan de leden als minste drie leden onderkend en daarna aan de leden als
beslissingsontwerp overgemaakt wordt, ten laatste samen met de beslissingsontwerp overgemaakt wordt, ten laatste samen met de
oproepingsbrief m.b.t. de zitting waarvan de agenda het advies over oproepingsbrief m.b.t. de zitting waarvan de agenda het advies over
het modelontwerp van plichtenleervoorschriften betreft. het modelontwerp van plichtenleervoorschriften betreft.
§ 2. Alle beslissingen van de Mediaraad worden door de voorzitter en § 2. Alle beslissingen van de Mediaraad worden door de voorzitter en
de secretaris ondertekend en in een bijzonder register opgetekend. de secretaris ondertekend en in een bijzonder register opgetekend.
§ 3. De overmaking van de door de Mediaraad aangenomen adviezen berust § 3. De overmaking van de door de Mediaraad aangenomen adviezen berust
bij de secretaris; zij geschiedt normaliter binnen 8 dagen na de bij de secretaris; zij geschiedt normaliter binnen 8 dagen na de
aanneming door de Mediaraad en de dag volgend op de aanneming door de aanneming door de Mediaraad en de dag volgend op de aanneming door de
Mediaraad als het om dringende verzoeken gaat die door de Regering Mediaraad als het om dringende verzoeken gaat die door de Regering
overeenkomstig artikel 54, § 2, lid 1 van het decreet over de media overeenkomstig artikel 54, § 2, lid 1 van het decreet over de media
ingediend worden. ingediend worden.
§ 4. De adviezen en modelontwerpen van plichtenleervoorschriften die § 4. De adviezen en modelontwerpen van plichtenleervoorschriften die
overeenkomstig artikel 54, § 1, 1° tot 4° van het decreet door de overeenkomstig artikel 54, § 1, 1° tot 4° van het decreet door de
Mediaraad aangenomen worden, worden op de wijze en in de vorm Mediaraad aangenomen worden, worden op de wijze en in de vorm
gepubliceerd die de Mediaraad bepaalt. Zij worden elke natuurlijke of gepubliceerd die de Mediaraad bepaalt. Zij worden elke natuurlijke of
rechtspersoon kosteloos gezonden die bij de secretaris van de rechtspersoon kosteloos gezonden die bij de secretaris van de
Mediaraad een dienovereenkomstig schriftelijk verzoek indient. Mediaraad een dienovereenkomstig schriftelijk verzoek indient.

Artikel 7.Onderzoek van de klachten, suggesties en voorstellen.

Artikel 7.Onderzoek van de klachten, suggesties en voorstellen.

§ 1. Als de Mediaraad de hem krachtens artikel 54, § 1, 5° van het § 1. Als de Mediaraad de hem krachtens artikel 54, § 1, 5° van het
decreet over de media toevertrouwde opdracht m.b.t. het onderzoek van decreet over de media toevertrouwde opdracht m.b.t. het onderzoek van
de bezwaren die de media, de media-inrichtingen en de media-arbeid in de bezwaren die de media, de media-inrichtingen en de media-arbeid in
de Duitstalige Gemeenschap betreffen en die hem door een natuurlijke de Duitstalige Gemeenschap betreffen en die hem door een natuurlijke
of rechtspersoon voorgelegd werden of de opdracht vervult die of rechtspersoon voorgelegd werden of de opdracht vervult die
desgevallend erin bestaat als bemiddelaar bij belangenconflicten desgevallend erin bestaat als bemiddelaar bij belangenconflicten
tussen exploitanten in de mediasector en mediagebruikers op te treden, tussen exploitanten in de mediasector en mediagebruikers op te treden,
is hij aan de volgende procedureregels onderworpen : is hij aan de volgende procedureregels onderworpen :
(1) Een bezwaar in de zin van artikel 54, § 1, 5° van het decreet over (1) Een bezwaar in de zin van artikel 54, § 1, 5° van het decreet over
de media moet schriftelijk ingediend worden bij de secretaris van de de media moet schriftelijk ingediend worden bij de secretaris van de
Mediaraad die de ontvangst van alle bezwaren in een bijzonder register Mediaraad die de ontvangst van alle bezwaren in een bijzonder register
optekent en het bezwaar aan de voorzitter voorlegt. optekent en het bezwaar aan de voorzitter voorlegt.
(2) De voorzitter en de secretaris voeren een voorafgaand onderzoek (2) De voorzitter en de secretaris voeren een voorafgaand onderzoek
van het bewaar uit. Zij beschouwen de zaak als afgedaan als het om van het bewaar uit. Zij beschouwen de zaak als afgedaan als het om
anonieme bezwaren gaat, zij bevestigen onmiddellijk de ontvangst van anonieme bezwaren gaat, zij bevestigen onmiddellijk de ontvangst van
het bezwaar aan de indiener, verwittigen hem van de procedure en het bezwaar aan de indiener, verwittigen hem van de procedure en
verzoeken hem bijkomende inlichtingen, desgevallend binnen een verzoeken hem bijkomende inlichtingen, desgevallend binnen een
bepaalde termijn, aan de Mediaraad te laten toekomen. bepaalde termijn, aan de Mediaraad te laten toekomen.
(3) Na de ontvangst van het bezwaar of van de aan de indiener van het (3) Na de ontvangst van het bezwaar of van de aan de indiener van het
bezwaar gevraagde bijkomende inlichtingen deelt de voorzitter de « bezwaar gevraagde bijkomende inlichtingen deelt de voorzitter de «
verweerder » de ontvangst en de inhoud van het bezwaar mede dat tegen verweerder » de ontvangst en de inhoud van het bezwaar mede dat tegen
hem is ingediend en verzoekt hem, binnen een bepaalde termijn, een hem is ingediend en verzoekt hem, binnen een bepaalde termijn, een
eerste advies schriftelijk uit te brengen. eerste advies schriftelijk uit te brengen.
(4) De voorzitter heeft de mogelijkheid om een bemiddeling te (4) De voorzitter heeft de mogelijkheid om een bemiddeling te
initiëren met het oog op een minnelijke schikking tussen de partijen; initiëren met het oog op een minnelijke schikking tussen de partijen;
wordt het doel bereikt, dan informeert de voorzitter de Mediaraad over wordt het doel bereikt, dan informeert de voorzitter de Mediaraad over
het bezwaar en de minnelijke schikking bij de volgende zitting. het bezwaar en de minnelijke schikking bij de volgende zitting.
(5) Kan de voorzitter tot geen minnelijke schikking tussen de partijen (5) Kan de voorzitter tot geen minnelijke schikking tussen de partijen
komen of wordt geen bemiddeling gewenst, dan maakt hij het ingediende komen of wordt geen bemiddeling gewenst, dan maakt hij het ingediende
bezwaar samen met alle documenten aan de werkgroep van de Mediaraad bezwaar samen met alle documenten aan de werkgroep van de Mediaraad
over die, overeenkomstig artikel 9 van het huishoudelijk reglement, over die, overeenkomstig artikel 9 van het huishoudelijk reglement,
als bestendige commissie wordt ingericht en met het onderzoek van de als bestendige commissie wordt ingericht en met het onderzoek van de
bezwaren belast is. bezwaren belast is.
(6) Tijdens de zitting waar het bezwaar bij hem aanhangig wordt (6) Tijdens de zitting waar het bezwaar bij hem aanhangig wordt
gemaakt, beslist de werkgroep of bijkomende onderzoeksverrichtingen - gemaakt, beslist de werkgroep of bijkomende onderzoeksverrichtingen -
met inbegrip van het verhoor van de partijen - moeten worden vervuld met inbegrip van het verhoor van de partijen - moeten worden vervuld
en welke, opdat de Mediaraad met kennis van zaken een beslissing kan en welke, opdat de Mediaraad met kennis van zaken een beslissing kan
nemen, waarbij de partijen erom verzocht worden de Mediaraad alle nemen, waarbij de partijen erom verzocht worden de Mediaraad alle
nodige inlichtingen en alle vereiste documenten te laten toekomen. nodige inlichtingen en alle vereiste documenten te laten toekomen.
(7) Na het onderzoek stelt de werkgroep over het ingediende bezwaar (7) Na het onderzoek stelt de werkgroep over het ingediende bezwaar
een adviesontwerp op dat de Mediaraad bij de volgende zitting, in het een adviesontwerp op dat de Mediaraad bij de volgende zitting, in het
kader van de door de voorzitter vastgelegde agenda, met het oog op kader van de door de voorzitter vastgelegde agenda, met het oog op
beraadslaging en besluitvorming zal worden voorgelegd. beraadslaging en besluitvorming zal worden voorgelegd.
(8) De Mediaraad (8) De Mediaraad
(a) brengt een advies over het bezwaar uit; (a) brengt een advies over het bezwaar uit;
(b) beslist, voor zover het bezwaar gegrond is, of hij overeenkomstig (b) beslist, voor zover het bezwaar gegrond is, of hij overeenkomstig
artikel 54, § 1, lid 2 a) van het decreet over de media de Regering artikel 54, § 1, lid 2 a) van het decreet over de media de Regering
een met redenen omkleed voorstel tot toepassing van één der in artikel een met redenen omkleed voorstel tot toepassing van één der in artikel
63 van het decreet over de media bedoelde administratieve sancties al 63 van het decreet over de media bedoelde administratieve sancties al
dan niet voorlegt. dan niet voorlegt.
(9) Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend (9) Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend
en binnen de 8 dagen na de stemming van de Mediaraad aan de eisende en binnen de 8 dagen na de stemming van de Mediaraad aan de eisende
partij en de verweerder per aangetekende brief betekend. partij en de verweerder per aangetekende brief betekend.
(10) Het advies wordt de Raad van de Duitstalige Gemeenschap en de (10) Het advies wordt de Raad van de Duitstalige Gemeenschap en de
Minister van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Media betekend. Minister van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Media betekend.
(11) Na betekening worden de adviezen overeenkomstig artikel 6, § 4 (11) Na betekening worden de adviezen overeenkomstig artikel 6, § 4
van dit huishoudelijk reglement gepubliceerd. van dit huishoudelijk reglement gepubliceerd.
§ 2. Als de Mediaraad de hem krachtens artikel 54, § 1, 5° van het § 2. Als de Mediaraad de hem krachtens artikel 54, § 1, 5° van het
decreet over de media toevertrouwde opdracht vervult m.b.t. het decreet over de media toevertrouwde opdracht vervult m.b.t. het
onderzoek van de suggesties en voorstellen die de media, de onderzoek van de suggesties en voorstellen die de media, de
media-inrichtingen en de media-arbeid in de Duitstalige Gemeenschap media-inrichtingen en de media-arbeid in de Duitstalige Gemeenschap
betreffen en die hem door een natuurlijke of rechtspersoon voorgelegd betreffen en die hem door een natuurlijke of rechtspersoon voorgelegd
werden, is hij aan de volgende procedureregels onderworpen : werden, is hij aan de volgende procedureregels onderworpen :
(1) De suggesties en voorstellen in de zin van artikel 54, § 1, 5° (1) De suggesties en voorstellen in de zin van artikel 54, § 1, 5°
moeten schriftelijk ingediend worden bij de secretaris van de moeten schriftelijk ingediend worden bij de secretaris van de
Mediaraad die de ontvangst ervan in een bijzonder register optekent. Mediaraad die de ontvangst ervan in een bijzonder register optekent.
(2) De secretaris maakt een afschrift van deze suggesties en (2) De secretaris maakt een afschrift van deze suggesties en
voorstellen onmiddellijk over aan de leden, vervangende leden en leden voorstellen onmiddellijk over aan de leden, vervangende leden en leden
met raadgevende stem; slechts de Mediaraad kan beslissen, uit eigen met raadgevende stem; slechts de Mediaraad kan beslissen, uit eigen
initiatief een advies uit te brengen dat de suggestie of het voorstel initiatief een advies uit te brengen dat de suggestie of het voorstel
volgt. volgt.
(3) Voor zover de suggesties en voorstellen bepaalde organismen of (3) Voor zover de suggesties en voorstellen bepaalde organismen of
inrichtingen betreffen, wordt hen een afschrift ervan, zonder inrichtingen betreffen, wordt hen een afschrift ervan, zonder
waardering zijdens de Mediaraad, ter informatie betekend. waardering zijdens de Mediaraad, ter informatie betekend.

Artikel 8.Notulen over de zittingen van de Mediaraad.

Artikel 8.Notulen over de zittingen van de Mediaraad.

§ 1. Voor alle zittingen van de Mediaraad stelt de secretaris notulen § 1. Voor alle zittingen van de Mediaraad stelt de secretaris notulen
op die de leden, plaatsvervangende leden en leden met raadgevende stem op die de leden, plaatsvervangende leden en leden met raadgevende stem
ten laatste samen met de oproepingsbrief m.b.t. de volgende zitting ten laatste samen met de oproepingsbrief m.b.t. de volgende zitting
betekend en de leden als gescheiden punt van de agenda ter goedkeuring betekend en de leden als gescheiden punt van de agenda ter goedkeuring
voorgelegd worden. De goedgekeurde notulen worden door de secretaris voorgelegd worden. De goedgekeurde notulen worden door de secretaris
en de voorzitter ondertekend. en de voorzitter ondertekend.
§ 2. Voor zover de secretaris verhinderd is, worden de notulen door § 2. Voor zover de secretaris verhinderd is, worden de notulen door
het jongste aanwezige lid opgemaakt. het jongste aanwezige lid opgemaakt.
§ 3. Alle notulen moeten volgende gegevens vermelden : § 3. Alle notulen moeten volgende gegevens vermelden :
(1) de vergaderplaats en het tijdstip; (1) de vergaderplaats en het tijdstip;
(2) de naam van de aanwezige leden, plaatsvervangende leden en leden (2) de naam van de aanwezige leden, plaatsvervangende leden en leden
met raadgevende stem; met raadgevende stem;
(3) de naam van de afwezige, al dan niet geëxcuseerde leden; (3) de naam van de afwezige, al dan niet geëxcuseerde leden;
(4) de agenda; (4) de agenda;
(5) de tekst van de genomen beslissingen en van de uitgebrachte (5) de tekst van de genomen beslissingen en van de uitgebrachte
adviezen; adviezen;
(6) de tekst van de overeenkomstig artikel 55, lid 2 uitgebrachte (6) de tekst van de overeenkomstig artikel 55, lid 2 uitgebrachte
minderheidsadviezen; minderheidsadviezen;
(7) een samenvatting van de standpunten der leden en leden met (7) een samenvatting van de standpunten der leden en leden met
raadgevende stem; raadgevende stem;
(8) de uitslag van de stemmingen. (8) de uitslag van de stemmingen.
§ 4. De notulen worden onder het toezicht van de secretaris § 4. De notulen worden onder het toezicht van de secretaris
gearchiveerd. gearchiveerd.

Artikel 9.Werkgroepen.

Artikel 9.Werkgroepen.

§ 1. Op de voordracht van de voorzitter kan de Mediaraad, met het oog § 1. Op de voordracht van de voorzitter kan de Mediaraad, met het oog
op de voorbereiding van de beslissingen die hij in het kader van de op de voorbereiding van de beslissingen die hij in het kader van de
hem toevertrouwde opdrachten zal moeten nemen, werkgroepen inrichten hem toevertrouwde opdrachten zal moeten nemen, werkgroepen inrichten
die altijd samengesteld zijn uit die altijd samengesteld zijn uit
(1) twee leden aangewezen door de groep van de exploitanten in de (1) twee leden aangewezen door de groep van de exploitanten in de
mediasector; mediasector;
(2) twee leden aangewezen door de groep van de mediagebruikers. (2) twee leden aangewezen door de groep van de mediagebruikers.
§ 2. De voorzitter en de secretaris maken van ambtswege deel uit de § 2. De voorzitter en de secretaris maken van ambtswege deel uit de
werkgroepen. De werkgroep kan deskundigen erom verzoeken de werkgroepen. De werkgroep kan deskundigen erom verzoeken de
beraadslagingen bij te wonen. beraadslagingen bij te wonen.
§ 3. De voorzitter roept de werkgroepen bijeen, legt de agenda vast en § 3. De voorzitter roept de werkgroepen bijeen, legt de agenda vast en
leidt de zittingen. leidt de zittingen.
§ 4. De beslissingen van de werkgroepen worden met de eenvoudige § 4. De beslissingen van de werkgroepen worden met de eenvoudige
meerderheid der aanwezige leden genomen. meerderheid der aanwezige leden genomen.
§ 5. De werkgroepen worden met een duidelijke opdracht ingericht en § 5. De werkgroepen worden met een duidelijke opdracht ingericht en
worden opgeheven zodra deze vervuld is, met uitzondering van de door worden opgeheven zodra deze vervuld is, met uitzondering van de door
de Mediaraad ingerichte werkgroep waarvan de opdracht, overeenkomstig de Mediaraad ingerichte werkgroep waarvan de opdracht, overeenkomstig
artikel 7 van voorliggend huishoudelijk reglement, erin bestaat de artikel 7 van voorliggend huishoudelijk reglement, erin bestaat de
bewaren te onderzoeken die deze raad in de zin van artikel 54, § 2, bewaren te onderzoeken die deze raad in de zin van artikel 54, § 2,
lid 5 van het decreet over de media voorgelegd worden; de betrokken lid 5 van het decreet over de media voorgelegd worden; de betrokken
werkgroep wordt als bestendige commissie ingericht. werkgroep wordt als bestendige commissie ingericht.
§ 6. Voor alle werkzittingen stelt de secretaris een dossier samen dat § 6. Voor alle werkzittingen stelt de secretaris een dossier samen dat
door de voorzitter medeondertekend en de leden van de werkgroep, bij door de voorzitter medeondertekend en de leden van de werkgroep, bij
de volgende zitting, ter informatie overgemaakt wordt. de volgende zitting, ter informatie overgemaakt wordt.

Artikel 10.Vertrouwelijkheid en openbaarheid.

Artikel 10.Vertrouwelijkheid en openbaarheid.

§ 1. De secretaris en de medewerkers van het secretariaat, de § 1. De secretaris en de medewerkers van het secretariaat, de
deskundigen die de beraadslagingen bijwonen, de leden en de leden met deskundigen die de beraadslagingen bijwonen, de leden en de leden met
raadgevende stem van de Mediaraad zijn tot deontologische raadgevende stem van de Mediaraad zijn tot deontologische
geheimhouding verplicht wat de feiten en standpunten betreft waarvan geheimhouding verplicht wat de feiten en standpunten betreft waarvan
zij bij de uitvoering van hun ambt of van hun opdracht kennis krijgen. zij bij de uitvoering van hun ambt of van hun opdracht kennis krijgen.
§ 2. Voor de openbaarheid van het werk van de Mediaraad wordt gezorgd § 2. Voor de openbaarheid van het werk van de Mediaraad wordt gezorgd
door een breide diffusie van zijn adviezen en de uitlegging van zijn door een breide diffusie van zijn adviezen en de uitlegging van zijn
werk in de pers. werk in de pers.

Artikel 11.Vertegenwoordiging van de Mediaraad.

Artikel 11.Vertegenwoordiging van de Mediaraad.

§ 1. De voorzitter vertegenwoordigt de Mediaraad in zijn externe § 1. De voorzitter vertegenwoordigt de Mediaraad in zijn externe
betrekkingen. betrekkingen.
§ 2. In bijzondere gevallen kan de voorzitter de vertegenwoordiging § 2. In bijzondere gevallen kan de voorzitter de vertegenwoordiging
van de Mediaraad in zijn externe betrekkingen aan de secretaris of één van de Mediaraad in zijn externe betrekkingen aan de secretaris of één
lid van de raad overdragen. lid van de raad overdragen.

Artikel 12.Secretariaat van de Mediaraad.

Artikel 12.Secretariaat van de Mediaraad.

§ 1. De secretaris, die met toepassing van artikel 57 van het decreet § 1. De secretaris, die met toepassing van artikel 57 van het decreet
over de media door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap over de media door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap
aangewezen wordt, leidt het secretariaat van de raad; hij staat onder aangewezen wordt, leidt het secretariaat van de raad; hij staat onder
het gezag van de voorzitter. het gezag van de voorzitter.
§ 2. De Mediaraad beslist over de inplanting van zijn secretariaat in § 2. De Mediaraad beslist over de inplanting van zijn secretariaat in
overeenstemming met de Regering van de Duitstalige Gemeenschap. overeenstemming met de Regering van de Duitstalige Gemeenschap.

Artikel 13.Slotbepaling.

Artikel 13.Slotbepaling.

Voorliggend huishoudelijk reglement is door de Mediaraad bij zijn Voorliggend huishoudelijk reglement is door de Mediaraad bij zijn
zitting van 26 februari 2000 aangenomen en wordt de Regering van de zitting van 26 februari 2000 aangenomen en wordt de Regering van de
Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 56 van het decreet over Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 56 van het decreet over
de media ter goedkeuring voorgelegd; hij treedt in werking op de dag de media ter goedkeuring voorgelegd; hij treedt in werking op de dag
waarop het wordt aangenomen. waarop het wordt aangenomen.
Eupen, 31 maart 2000. Eupen, 31 maart 2000.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 31 Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 31
maart 2000. maart 2000.
De Minister-President, De Minister-President,
Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ K.-H. LAMBERTZ
^