Ordonnantie houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren | Ordonnantie houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren |
---|---|
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
17 JULI 2020. - Ordonnantie houdende verankering van het principe van | 17 JULI 2020. - Ordonnantie houdende verankering van het principe van |
de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en | de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en |
instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot | instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot |
vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren | vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren |
formulieren | formulieren |
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, | Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, |
Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : | Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in |
artikel 39 van de Grondwet. | artikel 39 van de Grondwet. |
Art. 2.Deze ordonnantie heeft tot doel de administratieve |
Art. 2.Deze ordonnantie heeft tot doel de administratieve |
verplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen te vereenvoudigen | verplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen te vereenvoudigen |
door te waarborgen dat gegevens die reeds beschikbaar zijn in een | door te waarborgen dat gegevens die reeds beschikbaar zijn in een |
authentieke bron niet opnieuw moeten worden meegedeeld aan een | authentieke bron niet opnieuw moeten worden meegedeeld aan een |
Brusselse overheid en te komen tot een volledige gelijkschakeling | Brusselse overheid en te komen tot een volledige gelijkschakeling |
tussen elektronische en papieren formulieren. | tussen elektronische en papieren formulieren. |
HOOFDSTUK II. - Definities en toepassingsgebied | HOOFDSTUK II. - Definities en toepassingsgebied |
Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar |
Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar |
uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder : | uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder : |
1° « overheid » : | 1° « overheid » : |
a) de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als | a) de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als |
gedefinieerd in artikel 2 van het besluit van de Brusselse | gedefinieerd in artikel 2 van het besluit van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de | Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de |
naamswijziging van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk | naamswijziging van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest ; | Gewest ; |
b) de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk | b) de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest die behoren tot categorie A en categorie B volgens de wet van | Gewest die behoren tot categorie A en categorie B volgens de wet van |
16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van | 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van |
openbaar nut en hun operationele filialen ; | openbaar nut en hun operationele filialen ; |
c) de paragewestelijke instellingen van publiek recht of van openbaar | c) de paragewestelijke instellingen van publiek recht of van openbaar |
nut en hun operationele filialen ; | nut en hun operationele filialen ; |
d) de gemeenten gelegen op het grondgebied van het Brussels | d) de gemeenten gelegen op het grondgebied van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest ; | Hoofdstedelijk Gewest ; |
e) de entiteiten die ongeacht hun vorm of aard : | e) de entiteiten die ongeacht hun vorm of aard : |
- opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van | - opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van |
algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn ; | algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn ; |
- rechtspersoonlijkheid hebben ; | - rechtspersoonlijkheid hebben ; |
- en waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de onder a), b), | - en waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de onder a), b), |
c) of d) vermelde overheden of instellingen worden gefinancierd, | c) of d) vermelde overheden of instellingen worden gefinancierd, |
hetzij het beheer is onderworpen aan het toezicht door die overheden | hetzij het beheer is onderworpen aan het toezicht door die overheden |
of instellingen, hetzij de meerderheid van de leden van het | of instellingen, hetzij de meerderheid van de leden van het |
bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan | bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan |
door deze overheden of instellingen zijn aangewezen ; | door deze overheden of instellingen zijn aangewezen ; |
f) de verenigingen gevormd door één of meerdere onder a), b), c), d) | f) de verenigingen gevormd door één of meerdere onder a), b), c), d) |
of e) vermelde overheden ; | of e) vermelde overheden ; |
g) de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie bij wet taken van | g) de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie bij wet taken van |
openbare dienst of algemeen belang zijn toevertrouwd bij een | openbare dienst of algemeen belang zijn toevertrouwd bij een |
wetgevende norm tot regeling van de aangelegenheden die behoren tot de | wetgevende norm tot regeling van de aangelegenheden die behoren tot de |
bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; | bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; |
2° « dienstenintegrator » : instelling bedoeld in artikel 2, 1°, van | 2° « dienstenintegrator » : instelling bedoeld in artikel 2, 1°, van |
de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie | de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie |
van een gewestelijke dienstenintegrator ; | van een gewestelijke dienstenintegrator ; |
3° « authentieke bronnen » : de gegevensbank bedoeld in artikel 2, 7°, | 3° « authentieke bronnen » : de gegevensbank bedoeld in artikel 2, 7°, |
van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en | van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en |
organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ; | organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ; |
4° « formulier » : elk document in digitale vorm, op papier of op | 4° « formulier » : elk document in digitale vorm, op papier of op |
enige andere drager, dat in het kader van een administratieve | enige andere drager, dat in het kader van een administratieve |
procedure wordt gebruikt om aanvragen te richten aan een overheid of | procedure wordt gebruikt om aanvragen te richten aan een overheid of |
om informatie uit te wisselen met een overheid ; | om informatie uit te wisselen met een overheid ; |
5° « bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling » : bepalingen | 5° « bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling » : bepalingen |
inzake de unieke gegevensinzameling in de zin van : | inzake de unieke gegevensinzameling in de zin van : |
a) artikel 11 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en | a) artikel 11 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en |
organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ; | organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ; |
b) artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling | b) artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling |
van een rijksregister van de natuurlijke personen ; | van een rijksregister van de natuurlijke personen ; |
c) artikel 23 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de | c) artikel 23 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de |
Kruispuntbank van de voertuigen ; | Kruispuntbank van de voertuigen ; |
d) artikel III.36 van het Wetboek van economisch recht ; | d) artikel III.36 van het Wetboek van economisch recht ; |
e) artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de | e) artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de |
oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ; | oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ; |
f) elke specifieke bepaling die het principe van de unieke | f) elke specifieke bepaling die het principe van de unieke |
gegevensinzameling instelt of uitvoering geeft aan de unieke | gegevensinzameling instelt of uitvoering geeft aan de unieke |
gegevensinzameling ; | gegevensinzameling ; |
6° « algemene verordening gegevensbescherming » : verordening (EU) | 6° « algemene verordening gegevensbescherming » : verordening (EU) |
2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 | 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 |
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de | betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de |
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van | verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van |
die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ; | die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ; |
7° « overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging » : de | 7° « overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging » : de |
overheid bevoegd voor de administratieve vereenvoudiging in het | overheid bevoegd voor de administratieve vereenvoudiging in het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
HOOFDSTUK III. - Principe van unieke gegevensverzameling | HOOFDSTUK III. - Principe van unieke gegevensverzameling |
Art. 4.§ 1. Bij de identificatie van natuurlijke personen maken alle |
Art. 4.§ 1. Bij de identificatie van natuurlijke personen maken alle |
overheden, voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten en de | overheden, voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten en de |
realisatie van de in artikel 2 bepaalde doelstellingen, gebruik van | realisatie van de in artikel 2 bepaalde doelstellingen, gebruik van |
het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, § 3, | het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, § 3, |
van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van | van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van |
de natuurlijke personen, of van het identificatienummer van de | de natuurlijke personen, of van het identificatienummer van de |
Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, | Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, |
van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van | van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van |
een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, indien het gegevens | een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, indien het gegevens |
betreft die betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in | betreft die betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in |
voormeld Rijksregister opgenomen is. | voormeld Rijksregister opgenomen is. |
§ 2. Bij de identificatie van rechtspersonen, maken alle overheden, | § 2. Bij de identificatie van rechtspersonen, maken alle overheden, |
voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten, gebruik van het | voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten, gebruik van het |
ondernemingsnummer toegekend in uitvoering van artikel III.17 van het | ondernemingsnummer toegekend in uitvoering van artikel III.17 van het |
Wetboek van economisch recht. | Wetboek van economisch recht. |
§ 3. In het kader van de vervulling van een wettelijke | § 3. In het kader van de vervulling van een wettelijke |
informatieplicht maken alle natuurlijke en rechtspersonen gebruik van | informatieplicht maken alle natuurlijke en rechtspersonen gebruik van |
het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, tweede | het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, tweede |
lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister | lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister |
van de natuurlijke personen, het identificatienummer van de | van de natuurlijke personen, het identificatienummer van de |
Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, | Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, |
van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van | van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van |
een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het ondernemingsnummer | een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het ondernemingsnummer |
toegekend in uitvoering van artikel 17 van het Wetboek van economisch | toegekend in uitvoering van artikel 17 van het Wetboek van economisch |
recht. | recht. |
Art. 5.De met toepassing van de bepalingen inzake de unieke |
Art. 5.De met toepassing van de bepalingen inzake de unieke |
gegevensinzameling verkregen gegevens mogen door de betrokken | gegevensinzameling verkregen gegevens mogen door de betrokken |
overheden slechts gebruikt worden ter uitvoering van hun wettelijke | overheden slechts gebruikt worden ter uitvoering van hun wettelijke |
opdrachten. | opdrachten. |
De verkregen gegevens mogen niet worden meegedeeld aan derden die geen | De verkregen gegevens mogen niet worden meegedeeld aan derden die geen |
machtiging hebben. | machtiging hebben. |
Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de |
Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de |
ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie | ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie |
van een gewestelijke dienstenintegrator, winnen de overheden, | van een gewestelijke dienstenintegrator, winnen de overheden, |
desgevallend nadat zij hiervoor de nodige machtigingen verworven | desgevallend nadat zij hiervoor de nodige machtigingen verworven |
hebben, de elektronisch beschikbare gegevens die worden aangeboden via | hebben, de elektronisch beschikbare gegevens die worden aangeboden via |
de gewestelijke dienstenintegrator in bij laatstgenoemde. | de gewestelijke dienstenintegrator in bij laatstgenoemde. |
De overheden winnen de gegevens waarover ze beschikken in uitvoering | De overheden winnen de gegevens waarover ze beschikken in uitvoering |
van het eerste lid niet meer in bij de betrokkene, zijn lasthebber of | van het eerste lid niet meer in bij de betrokkene, zijn lasthebber of |
zijn wettelijke vertegenwoordiger. | zijn wettelijke vertegenwoordiger. |
Overheden die beschikken over een rechtstreekse toegang tot een | Overheden die beschikken over een rechtstreekse toegang tot een |
authentieke bron hergebruiken de gegevens die erin beschikbaar zijn | authentieke bron hergebruiken de gegevens die erin beschikbaar zijn |
met inachtneming van de algemene verordening gegevensbescherming en | met inachtneming van de algemene verordening gegevensbescherming en |
mogen deze gegevens niet langer inwinnen bij de betrokkene, zijn | mogen deze gegevens niet langer inwinnen bij de betrokkene, zijn |
lasthebber of wettelijke vertegenwoordiger. | lasthebber of wettelijke vertegenwoordiger. |
§ 2. Zodra de betrokkene, zijn lasthebber of wettelijke | § 2. Zodra de betrokkene, zijn lasthebber of wettelijke |
vertegenwoordiger vaststelt dat een overheid over onvolledige of | vertegenwoordiger vaststelt dat een overheid over onvolledige of |
onjuiste gegevens beschikt, meldt hij de nodige verbeteringen of | onjuiste gegevens beschikt, meldt hij de nodige verbeteringen of |
aanvullingen onverwijld aan die overheid of aan de gewestelijke | aanvullingen onverwijld aan die overheid of aan de gewestelijke |
dienstenintegrator. | dienstenintegrator. |
§ 3. De toepassing van de bepalingen van dit artikel kan, onverminderd | § 3. De toepassing van de bepalingen van dit artikel kan, onverminderd |
de toepassing van de geldende regels inzake verjaring en stuiting, er | de toepassing van de geldende regels inzake verjaring en stuiting, er |
in geen geval toe leiden dat onterecht ontvangen rechten of | in geen geval toe leiden dat onterecht ontvangen rechten of |
uitkeringen die gesteund zijn op onvolledige of onjuiste gegevens niet | uitkeringen die gesteund zijn op onvolledige of onjuiste gegevens niet |
van de natuurlijke of rechtspersoon kunnen worden teruggevorderd of | van de natuurlijke of rechtspersoon kunnen worden teruggevorderd of |
dat verschuldigde betalingen die gesteund zijn op onvolledige of | dat verschuldigde betalingen die gesteund zijn op onvolledige of |
onjuiste gegevens niet door de natuurlijke of rechtspersoon moeten | onjuiste gegevens niet door de natuurlijke of rechtspersoon moeten |
worden betaald. | worden betaald. |
HOOFDSTUK IV. - Volledige gelijkschakeling van elektronische | HOOFDSTUK IV. - Volledige gelijkschakeling van elektronische |
formulieren met papieren formulieren | formulieren met papieren formulieren |
Art. 7.§ 1. Elk nieuw formulier uitgaande van een overheid wordt zo |
Art. 7.§ 1. Elk nieuw formulier uitgaande van een overheid wordt zo |
spoedig mogelijk elektronisch meegedeeld aan de overheid bevoegd voor | spoedig mogelijk elektronisch meegedeeld aan de overheid bevoegd voor |
administratieve vereenvoudiging en ten minste vijfenveertig dagen voor | administratieve vereenvoudiging en ten minste vijfenveertig dagen voor |
het eerste gebruik van het formulier. | het eerste gebruik van het formulier. |
§ 2. De overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging | § 2. De overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging |
verifieert binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de | verifieert binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de |
mededeling bedoeld in paragraaf 1, of bij het ontwerpen van het | mededeling bedoeld in paragraaf 1, of bij het ontwerpen van het |
formulier de bepalingen van artikel 4 en de bepalingen inzake de | formulier de bepalingen van artikel 4 en de bepalingen inzake de |
unieke gegevensinzameling werden nageleefd. Deze verificatie heeft | unieke gegevensinzameling werden nageleefd. Deze verificatie heeft |
eveneens betrekking op de bijlagen of stukken die bij het formulier | eveneens betrekking op de bijlagen of stukken die bij het formulier |
moeten worden gevoegd. | moeten worden gevoegd. |
Ten laatste drie dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid | Ten laatste drie dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid |
bedoelde termijn kan de overheid bevoegd voor administratieve | bedoelde termijn kan de overheid bevoegd voor administratieve |
vereenvoudiging de in het eerste lid voorgeschreven termijn ten | vereenvoudiging de in het eerste lid voorgeschreven termijn ten |
hoogste één maal met vijftien dagen verlengen. De overheid bevoegd | hoogste één maal met vijftien dagen verlengen. De overheid bevoegd |
voor administratieve vereenvoudiging licht in dat geval de overheid | voor administratieve vereenvoudiging licht in dat geval de overheid |
waarvan de aanvraag uitgaat hierover langs elektronische weg in. | waarvan de aanvraag uitgaat hierover langs elektronische weg in. |
Bij gebrek aan advies van de overheid bevoegd voor administratieve | Bij gebrek aan advies van de overheid bevoegd voor administratieve |
vereenvoudiging binnen de in het eerste en tweede lid voorgeschreven | vereenvoudiging binnen de in het eerste en tweede lid voorgeschreven |
termijn, wordt de formaliteit als vervuld beschouwd. | termijn, wordt de formaliteit als vervuld beschouwd. |
Het gebruik van een formulier dat niet in overeenstemming is met de | Het gebruik van een formulier dat niet in overeenstemming is met de |
bepalingen van artikel 4 en de bepalingen betreffende de unieke | bepalingen van artikel 4 en de bepalingen betreffende de unieke |
gegevensinzameling is evenwel geldig voor de natuurlijke of | gegevensinzameling is evenwel geldig voor de natuurlijke of |
rechtspersoon die het heeft gebruikt en mag geen gevolgen hebben voor | rechtspersoon die het heeft gebruikt en mag geen gevolgen hebben voor |
het dossier van die persoon. | het dossier van die persoon. |
§ 3. De natuurlijke of rechtspersonen kunnen formulieren en procedures | § 3. De natuurlijke of rechtspersonen kunnen formulieren en procedures |
die zij strijdig achten met de bepalingen van artikel 4 of de | die zij strijdig achten met de bepalingen van artikel 4 of de |
bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling melden aan de overheid | bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling melden aan de overheid |
bevoegd voor administratieve vereenvoudiging, volgens de nadere regels | bevoegd voor administratieve vereenvoudiging, volgens de nadere regels |
bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Dergelijke melding | bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Dergelijke melding |
leidt ertoe dat de overheid bevoegd voor administratieve | leidt ertoe dat de overheid bevoegd voor administratieve |
vereenvoudiging : | vereenvoudiging : |
1° de gemelde formulieren onderzoekt en indien nodig de betrokken | 1° de gemelde formulieren onderzoekt en indien nodig de betrokken |
overheid verzoekt het formulier aan te passen binnen een redelijke | overheid verzoekt het formulier aan te passen binnen een redelijke |
termijn ; | termijn ; |
2° de natuurlijke of rechtspersoon die het niet-conform geachte | 2° de natuurlijke of rechtspersoon die het niet-conform geachte |
formulier heeft gemeld, informeert over het gevolg dat aan zijn of | formulier heeft gemeld, informeert over het gevolg dat aan zijn of |
haar melding werd gegeven. | haar melding werd gegeven. |
Art. 8.§ 1. Elektronische formulieren en hun bijlagen worden geacht |
Art. 8.§ 1. Elektronische formulieren en hun bijlagen worden geacht |
dezelfde waarde te hebben als papieren formulieren, voor zover is | dezelfde waarde te hebben als papieren formulieren, voor zover is |
voldaan aan de volgende voorwaarden : | voldaan aan de volgende voorwaarden : |
1° de elektronische gegevens vermelden de identiteit van de betrokken | 1° de elektronische gegevens vermelden de identiteit van de betrokken |
persoon ; | persoon ; |
2° de elektronische gegevens kunnen nauwgezet worden gekoppeld aan een | 2° de elektronische gegevens kunnen nauwgezet worden gekoppeld aan een |
referentiedatum en een referentietijdstip ; | referentiedatum en een referentietijdstip ; |
3° de elektronische gegevens kunnen niet meer onmerkbaar worden | 3° de elektronische gegevens kunnen niet meer onmerkbaar worden |
gewijzigd na de vermelding van de identiteit van de in 1° bedoelde | gewijzigd na de vermelding van de identiteit van de in 1° bedoelde |
persoon en na de koppeling aan een referentiedatum en een | persoon en na de koppeling aan een referentiedatum en een |
referentietijdstip als bedoeld in 2° ; | referentietijdstip als bedoeld in 2° ; |
4° de elektronische gegevens voldoen, voor zover zij door meerdere | 4° de elektronische gegevens voldoen, voor zover zij door meerdere |
personen zijn opgesteld, aan de in 1°, 2° en 3° vermelde vereisten | personen zijn opgesteld, aan de in 1°, 2° en 3° vermelde vereisten |
voor elke betrokken persoon wat de gegevens betreft die voor haar | voor elke betrokken persoon wat de gegevens betreft die voor haar |
werden opgesteld ; | werden opgesteld ; |
5° de elektronische gegevens kunnen worden gelezen gedurende minstens | 5° de elektronische gegevens kunnen worden gelezen gedurende minstens |
de periode die door de toepasselijke reglementering wordt opgelegd. | de periode die door de toepasselijke reglementering wordt opgelegd. |
§ 2. De formulieren kunnen worden vooringevuld met de gegevens die | § 2. De formulieren kunnen worden vooringevuld met de gegevens die |
beschikbaar zijn bij het bestuur of in de authentieke bronnen. Door | beschikbaar zijn bij het bestuur of in de authentieke bronnen. Door |
het vooringevulde elektronische formulier te gebruiken, verleent de | het vooringevulde elektronische formulier te gebruiken, verleent de |
gebruiker uitdrukkelijk machtiging om zijn gegevens te hergebruiken | gebruiker uitdrukkelijk machtiging om zijn gegevens te hergebruiken |
overeenkomstig artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 | overeenkomstig artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 |
betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke | betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke |
dienstenintegrator. | dienstenintegrator. |
§ 3. De vereiste om de vermelding « gelezen en goedgekeurd » of elke | § 3. De vereiste om de vermelding « gelezen en goedgekeurd » of elke |
andere door de regelgeving opgelegde handgeschreven vermelding aan te | andere door de regelgeving opgelegde handgeschreven vermelding aan te |
brengen, wordt geacht vervuld te zijn door middel van het elektronisch | brengen, wordt geacht vervuld te zijn door middel van het elektronisch |
aanbrengen van de vermelding. | aanbrengen van de vermelding. |
§ 4. De vereiste inzake de verzending in verschillende exemplaren | § 4. De vereiste inzake de verzending in verschillende exemplaren |
wordt geacht vervuld te zijn zodra de stukken langs elektronische weg | wordt geacht vervuld te zijn zodra de stukken langs elektronische weg |
zijn bezorgd. | zijn bezorgd. |
§ 5. De vereiste inzake het bezorgen van een bericht van ontvangst kan | § 5. De vereiste inzake het bezorgen van een bericht van ontvangst kan |
rechtsgeldig vervuld worden langs elektronische weg. | rechtsgeldig vervuld worden langs elektronische weg. |
§ 6. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regels | § 6. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regels |
vaststellen inzake het vervangen van papieren formulieren door | vaststellen inzake het vervangen van papieren formulieren door |
elektronische formulieren of door formulieren op een andere drager. | elektronische formulieren of door formulieren op een andere drager. |
Art. 9.De Brusselse overheden die op het ogenblik van de |
Art. 9.De Brusselse overheden die op het ogenblik van de |
inwerkingtreding van deze ordonnantie nog geen gebruik maken van de in | inwerkingtreding van deze ordonnantie nog geen gebruik maken van de in |
artikel 4 vermelde nummers of van de gegevensuitwisseling via een | artikel 4 vermelde nummers of van de gegevensuitwisseling via een |
dienstenintegrator, krijgen als overgangsmaatregel tot 1 januari 2021 | dienstenintegrator, krijgen als overgangsmaatregel tot 1 januari 2021 |
de tijd om zich naar de door deze ordonnantie bepaalde vereisten te | de tijd om zich naar de door deze ordonnantie bepaalde vereisten te |
schikken en hiertoe de wettelijk vereiste machtigingen aan te vragen. | schikken en hiertoe de wettelijk vereiste machtigingen aan te vragen. |
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch | Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch |
Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 17 juli 2020. | Brussel, 17 juli 2020. |
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de | belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de |
promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van | promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van |
gewestelijk belang, | gewestelijk belang, |
R. VERVOORT | R. VERVOORT |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, | belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, |
E. VAN DEN BRANDT | E. VAN DEN BRANDT |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, | Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, |
A. MARON | A. MARON |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en | Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en |
van het Imago van Brussel, | van het Imago van Brussel, |
S. GATZ | S. GATZ |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk |
en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, | en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, |
B. CLERFAYT | B. CLERFAYT |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
Documenten van het Parlement : | Documenten van het Parlement : |
Gewone zitting 2019-2020 | Gewone zitting 2019-2020 |
A-180/1 Ontwerp van ordonnantie | A-180/1 Ontwerp van ordonnantie |
A-180/2 Verslag | A-180/2 Verslag |
Integraal verslag : | Integraal verslag : |
Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 3 juli 2020 . | Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 3 juli 2020 . |