Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
10 FEBRUARI 2000. - Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor | 10 FEBRUARI 2000. - Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor |
het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1) | het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1) |
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, |
bekrachtigen hetgeen volgt : | bekrachtigen hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in |
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in |
artikel 39 van de Grondwet. | artikel 39 van de Grondwet. |
Art. 2.In deze ordonnantie verstaat men onder "de regering" de |
Art. 2.In deze ordonnantie verstaat men onder "de regering" de |
Brusselse Hoofdstedelijke Regering. | Brusselse Hoofdstedelijke Regering. |
Art. 3.Er wordt een "Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 3.Er wordt een "Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest" opgericht. | Hoofdstedelijk Gewest" opgericht. |
Art. 4.§ 1. De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 4.§ 1. De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest dient de regering van advies bij de | Hoofdstedelijk Gewest dient de regering van advies bij de |
voorbereiding van het gewestelijk wetenschapsbeleid. | voorbereiding van het gewestelijk wetenschapsbeleid. |
Hij formuleert op verzoek of op eigen initiatief adviezen een | Hij formuleert op verzoek of op eigen initiatief adviezen een |
aanbevelingen over alle vraagstukken die met deze aangelegenheid | aanbevelingen over alle vraagstukken die met deze aangelegenheid |
verband houden. | verband houden. |
§ 2. De regering kan aan de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het | § 2. De regering kan aan de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest om een individueel advies vragen | Brussels Hoofdstedelijk Gewest om een individueel advies vragen |
betreffende de studies en de onderzoeksprojecten die zij wenst uit te | betreffende de studies en de onderzoeksprojecten die zij wenst uit te |
voeren. | voeren. |
Art. 5.Met het oog op een doeltreffende uitvoering van de in artikel |
Art. 5.Met het oog op een doeltreffende uitvoering van de in artikel |
4 bedoelde taken licht ieder regeringslid de Raad voor het | 4 bedoelde taken licht ieder regeringslid de Raad voor het |
Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in over de | Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in over de |
activiteiten van zijn departement op het vlak van het | activiteiten van zijn departement op het vlak van het |
wetenschapsbeleid. | wetenschapsbeleid. |
Art. 6.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 6.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest is de bevoorrechte gesprekspartner van de | Hoofdstedelijk Gewest is de bevoorrechte gesprekspartner van de |
vergelijkbare raadgevende organen op de verschillende gezagsniveaus, | vergelijkbare raadgevende organen op de verschillende gezagsniveaus, |
ook op het internationale vlak. | ook op het internationale vlak. |
Art. 7.§ 1. De plenaire vergadering van de Raad voor het |
Art. 7.§ 1. De plenaire vergadering van de Raad voor het |
Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is | Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is |
samengesteld uit : | samengesteld uit : |
1° 20 leden, benoemd door de Regering, waaronder : | 1° 20 leden, benoemd door de Regering, waaronder : |
a) 10 leden als vertegenwoordiger van het universitair onderwijs en | a) 10 leden als vertegenwoordiger van het universitair onderwijs en |
van het hoger onderwijs, gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk | van het hoger onderwijs, gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest en waarvan de Regering de lijst opstelt; | Gewest en waarvan de Regering de lijst opstelt; |
b) 10 leden als vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- | b) 10 leden als vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- |
en werknemersorganisaties die zitting hebben in de Economische en | en werknemersorganisaties die zitting hebben in de Economische en |
Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
Vijf van deze tien leden vertegenwoordigen de werknemers en de overige | Vijf van deze tien leden vertegenwoordigen de werknemers en de overige |
vijf de werkgevers van wie ten minste twee leden behoren tot de | vijf de werkgevers van wie ten minste twee leden behoren tot de |
kandidaten voorgedragen door de organisaties die in de Kamer van de | kandidaten voorgedragen door de organisaties die in de Kamer van de |
middenstand van de Economische en Sociale raad van het Brussels | middenstand van de Economische en Sociale raad van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest zijn vertegenwoordigd. | Hoofdstedelijk Gewest zijn vertegenwoordigd. |
2° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister(s) bevoegd | 2° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister(s) bevoegd |
voor het wetenschapsbeleid. | voor het wetenschapsbeleid. |
3° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister bevoegd voor | 3° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister bevoegd voor |
de economie. | de economie. |
4° een waarnemer die facultatief wordt aangewezen door elk van de | 4° een waarnemer die facultatief wordt aangewezen door elk van de |
andere ministers of staatssecretarissen. | andere ministers of staatssecretarissen. |
5° Twee deskundigen zonder stemrecht aangewezen door de Regering en | 5° Twee deskundigen zonder stemrecht aangewezen door de Regering en |
die de Collectieve Researchcentra in het Brussels Hoofdstedelijk | die de Collectieve Researchcentra in het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest vertegenwoordigen. | Gewest vertegenwoordigen. |
§ 2. De regering bepaalt de samenstelling van de plenaire Vergadering. | § 2. De regering bepaalt de samenstelling van de plenaire Vergadering. |
§ 3. In de plenaire vergadering mag het aantal leden van hetzelfde | § 3. In de plenaire vergadering mag het aantal leden van hetzelfde |
geslacht niet hoger zijn dan twee derde van het totale aantal leden. | geslacht niet hoger zijn dan twee derde van het totale aantal leden. |
§ 4. De in paragraaf 1, 1°, a) en b) bedoelde leden van de Raad voor | § 4. De in paragraaf 1, 1°, a) en b) bedoelde leden van de Raad voor |
het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten | het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten |
ontslag nemen vanaf het ogenblik dat de instellingen/organisaties die | ontslag nemen vanaf het ogenblik dat de instellingen/organisaties die |
hen hebben voorgedragen beslissen in hun vervanging te voorzien. Zo | hen hebben voorgedragen beslissen in hun vervanging te voorzien. Zo |
niet ontslaat de regering het lid dat zelf zijn ontslag niet indient. | niet ontslaat de regering het lid dat zelf zijn ontslag niet indient. |
Bij zware tekortkomingen bij de uitoefening van hun opdracht of bij | Bij zware tekortkomingen bij de uitoefening van hun opdracht of bij |
afwezigheid zonder gegronde reden in meer dan drie opeenvolgende | afwezigheid zonder gegronde reden in meer dan drie opeenvolgende |
zittingen, kunnen de leden bedoeld in paragraaf 1, 1° worden afgezet | zittingen, kunnen de leden bedoeld in paragraaf 1, 1° worden afgezet |
of uit hun functie ontheven door de Regering, en de leden bedoeld in | of uit hun functie ontheven door de Regering, en de leden bedoeld in |
paragraaf 1, 2° en 3°, door de bevoegde Minister(s). | paragraaf 1, 2° en 3°, door de bevoegde Minister(s). |
§ 5. Binnen twee maanden na de vacantverklaring van een mandaat | § 5. Binnen twee maanden na de vacantverklaring van een mandaat |
ingevolgde een sterfgeval, een ontslag of elke andere oorzaak, zal de | ingevolgde een sterfgeval, een ontslag of elke andere oorzaak, zal de |
vervanger worden benoemd volgens de regels bepaald in de eerste | vervanger worden benoemd volgens de regels bepaald in de eerste |
paragraaf van dit artikel. De vervanger beëindigt het mandaat van het | paragraaf van dit artikel. De vervanger beëindigt het mandaat van het |
lid dat hij opvolgt. | lid dat hij opvolgt. |
§ 6. Het mandaat van de leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid | § 6. Het mandaat van de leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid |
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt voor vier jaar en kan | van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt voor vier jaar en kan |
aansluitend éénmaal worden hernieuwd. | aansluitend éénmaal worden hernieuwd. |
Art. 8.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 8.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest kiest uit zijn leden een voorzitter voor een | Hoofdstedelijk Gewest kiest uit zijn leden een voorzitter voor een |
niet-hernieuwbare periode van vier jaar. | niet-hernieuwbare periode van vier jaar. |
Art. 9.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 9.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest stelt uit zijn leden een Bureau samen, bestaande | Hoofdstedelijk Gewest stelt uit zijn leden een Bureau samen, bestaande |
uit vijf door de plenaire vergadering aangewezen leden. | uit vijf door de plenaire vergadering aangewezen leden. |
De voorzitter van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels | De voorzitter van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest is van rechtswege lid van het Bureau en neemt | Hoofdstedelijk Gewest is van rechtswege lid van het Bureau en neemt |
hiervan het voorzitterschap waar. | hiervan het voorzitterschap waar. |
Art. 10.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 10.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest regelt zijn werkzaamheden en stelt zijn eigen | Hoofdstedelijk Gewest regelt zijn werkzaamheden en stelt zijn eigen |
huishoudelijk reglement op. | huishoudelijk reglement op. |
Hij kan een beroep doen op een wetenschappelijke en administratieve | Hij kan een beroep doen op een wetenschappelijke en administratieve |
cel die rechtstreeks verbonden is aan de Secretaris-Generaal van het | cel die rechtstreeks verbonden is aan de Secretaris-Generaal van het |
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
Hij kan ook een beroep doen op externe deskundigen. | Hij kan ook een beroep doen op externe deskundigen. |
Art. 11.De adviezen en de aanbevelingen van de Raad voor het |
Art. 11.De adviezen en de aanbevelingen van de Raad voor het |
Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden | Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden |
overgezonden aan de regering en meegedeeld aan de Brusselse | overgezonden aan de regering en meegedeeld aan de Brusselse |
Hoofdstedelijke Raad alsook aan de Economische en Sociale Raad van het | Hoofdstedelijke Raad alsook aan de Economische en Sociale Raad van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
Zij worden uitgebracht binnen twee maanden na de indiening van het | Zij worden uitgebracht binnen twee maanden na de indiening van het |
verzoek, tenzij het verzoek wordt ingediend tijdens een academische | verzoek, tenzij het verzoek wordt ingediend tijdens een academische |
vakantie. In dit geval wordt de termijn met één maand verlengd. | vakantie. In dit geval wordt de termijn met één maand verlengd. |
Art. 12.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 12.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest stelt zijn activiteiten voor ter gelegenheid van | Hoofdstedelijk Gewest stelt zijn activiteiten voor ter gelegenheid van |
een jaarlijks debat, georganiseerd binnen de Economische en Sociale | een jaarlijks debat, georganiseerd binnen de Economische en Sociale |
Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
De leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels | De leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze | Hoofdstedelijk Gewest worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze |
zitting. | zitting. |
Dit debat heeft plaats vooraleer het in artikel 13 beoogde jaarverslag | Dit debat heeft plaats vooraleer het in artikel 13 beoogde jaarverslag |
wordt opgesteld. | wordt opgesteld. |
Art. 13.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Art. 13.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest legt jaarlijks een activiteitenverslag over aan | Hoofdstedelijk Gewest legt jaarlijks een activiteitenverslag over aan |
de regering en aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, uiterlijk vóór | de regering en aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, uiterlijk vóór |
de datum van indiening van de jaarlijkse begroting. | de datum van indiening van de jaarlijkse begroting. |
Art. 14.De werkingskosten van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van |
Art. 14.De werkingskosten van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van |
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden jaarlijks door de regering | het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden jaarlijks door de regering |
bepaald. Ze komen ten laste van de begroting van de administratie van | bepaald. Ze komen ten laste van de begroting van de administratie van |
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch | Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch |
Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 10 februari 2000. | Brussel, 10 februari 2000. |
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en | belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en |
Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, | Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, |
J. SIMONET | J. SIMONET |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, | Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, |
J. CHABERT | J. CHABERT |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, | Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, |
E. TOMAS | E. TOMAS |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, | Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, |
Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK | Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met |
Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en | Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en |
Buitenlandse Handel, | Buitenlandse Handel, |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Gewone zitting 1999-2000 | (1) Gewone zitting 1999-2000 |
Documenten van de Raad : | Documenten van de Raad : |
A - 40/1 Ontwerp van ordonnantie. | A - 40/1 Ontwerp van ordonnantie. |
A - 40/2 Verslag. | A - 40/2 Verslag. |
Volledig verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag | Volledig verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag |
28 januari 2000. | 28 januari 2000. |