Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 10 februari 2000
gepubliceerd op 16 maart 2000

Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2000035054
pub.
16/03/2000
prom.
10/02/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2000. - Ordonnantie houdende oprichting van een raad voor het wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In deze ordonnantie verstaat men onder "de regering" de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

Art. 3.Er wordt een "Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" opgericht.

Art. 4.§ 1. De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient de regering van advies bij de voorbereiding van het gewestelijk wetenschapsbeleid.

Hij formuleert op verzoek of op eigen initiatief adviezen een aanbevelingen over alle vraagstukken die met deze aangelegenheid verband houden. § 2. De regering kan aan de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om een individueel advies vragen betreffende de studies en de onderzoeksprojecten die zij wenst uit te voeren.

Art. 5.Met het oog op een doeltreffende uitvoering van de in artikel 4 bedoelde taken licht ieder regeringslid de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in over de activiteiten van zijn departement op het vlak van het wetenschapsbeleid.

Art. 6.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de bevoorrechte gesprekspartner van de vergelijkbare raadgevende organen op de verschillende gezagsniveaus, ook op het internationale vlak.

Art. 7.§ 1. De plenaire vergadering van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengesteld uit : 1° 20 leden, benoemd door de Regering, waaronder : a) 10 leden als vertegenwoordiger van het universitair onderwijs en van het hoger onderwijs, gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en waarvan de Regering de lijst opstelt;b) 10 leden als vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties die zitting hebben in de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vijf van deze tien leden vertegenwoordigen de werknemers en de overige vijf de werkgevers van wie ten minste twee leden behoren tot de kandidaten voorgedragen door de organisaties die in de Kamer van de middenstand van de Economische en Sociale raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn vertegenwoordigd. 2° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister(s) bevoegd voor het wetenschapsbeleid.3° één lid zonder stemrecht aangewezen door de minister bevoegd voor de economie.4° een waarnemer die facultatief wordt aangewezen door elk van de andere ministers of staatssecretarissen.5° Twee deskundigen zonder stemrecht aangewezen door de Regering en die de Collectieve Researchcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen. § 2. De regering bepaalt de samenstelling van de plenaire Vergadering. § 3. In de plenaire vergadering mag het aantal leden van hetzelfde geslacht niet hoger zijn dan twee derde van het totale aantal leden. § 4. De in paragraaf 1, 1°, a) en b) bedoelde leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten ontslag nemen vanaf het ogenblik dat de instellingen/organisaties die hen hebben voorgedragen beslissen in hun vervanging te voorzien. Zo niet ontslaat de regering het lid dat zelf zijn ontslag niet indient.

Bij zware tekortkomingen bij de uitoefening van hun opdracht of bij afwezigheid zonder gegronde reden in meer dan drie opeenvolgende zittingen, kunnen de leden bedoeld in paragraaf 1, 1° worden afgezet of uit hun functie ontheven door de Regering, en de leden bedoeld in paragraaf 1, 2° en 3°, door de bevoegde Minister(s). § 5. Binnen twee maanden na de vacantverklaring van een mandaat ingevolgde een sterfgeval, een ontslag of elke andere oorzaak, zal de vervanger worden benoemd volgens de regels bepaald in de eerste paragraaf van dit artikel. De vervanger beëindigt het mandaat van het lid dat hij opvolgt. § 6. Het mandaat van de leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt voor vier jaar en kan aansluitend éénmaal worden hernieuwd.

Art. 8.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kiest uit zijn leden een voorzitter voor een niet-hernieuwbare periode van vier jaar.

Art. 9.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt uit zijn leden een Bureau samen, bestaande uit vijf door de plenaire vergadering aangewezen leden.

De voorzitter van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is van rechtswege lid van het Bureau en neemt hiervan het voorzitterschap waar.

Art. 10.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelt zijn werkzaamheden en stelt zijn eigen huishoudelijk reglement op.

Hij kan een beroep doen op een wetenschappelijke en administratieve cel die rechtstreeks verbonden is aan de Secretaris-Generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Hij kan ook een beroep doen op externe deskundigen.

Art. 11.De adviezen en de aanbevelingen van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden overgezonden aan de regering en meegedeeld aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad alsook aan de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Zij worden uitgebracht binnen twee maanden na de indiening van het verzoek, tenzij het verzoek wordt ingediend tijdens een academische vakantie. In dit geval wordt de termijn met één maand verlengd.

Art. 12.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt zijn activiteiten voor ter gelegenheid van een jaarlijks debat, georganiseerd binnen de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De leden van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze zitting.

Dit debat heeft plaats vooraleer het in artikel 13 beoogde jaarverslag wordt opgesteld.

Art. 13.De Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest legt jaarlijks een activiteitenverslag over aan de regering en aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, uiterlijk vóór de datum van indiening van de jaarlijkse begroting.

Art. 14.De werkingskosten van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden jaarlijks door de regering bepaald. Ze komen ten laste van de begroting van de administratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 10 februari 2000.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000 Documenten van de Raad : A - 40/1 Ontwerp van ordonnantie. A - 40/2 Verslag.

Volledig verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 28 januari 2000.

^