Wet tot wijziging van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten met het oog op de inrichting van een nieuwe categorie van instellingen voor collectieve belegging, private privak genaamd, en houdende diverse fiscale bepalingen | Wet tot wijziging van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten met het oog op de inrichting van een nieuwe categorie van instellingen voor collectieve belegging, private privak genaamd, en houdende diverse fiscale bepalingen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
22 APRIL 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 4 december 1990 op | 22 APRIL 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 4 december 1990 op |
de financiële transacties en de financiële markten met het oog op de | de financiële transacties en de financiële markten met het oog op de |
inrichting van een nieuwe categorie van instellingen voor collectieve | inrichting van een nieuwe categorie van instellingen voor collectieve |
belegging, private privak genaamd, en houdende diverse fiscale | belegging, private privak genaamd, en houdende diverse fiscale |
bepalingen (1) | bepalingen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
HOOFDSTUK II. - De private privak | HOOFDSTUK II. - De private privak |
Art. 2.In artikel 2, van de wet van 4 december 1990 betreffende de |
Art. 2.In artikel 2, van de wet van 4 december 1990 betreffende de |
financiële transacties en de financiële markten, vervangen bij de wet | financiële transacties en de financiële markten, vervangen bij de wet |
van 10 maart 1999, wordt aan de eerste paragraaf een vierde lid | van 10 maart 1999, wordt aan de eerste paragraaf een vierde lid |
toegevoegd, dat luidt als volgt : | toegevoegd, dat luidt als volgt : |
« Voor de toepassing van artikel 105, eerste lid, 1°, d) , bepaalt de | « Voor de toepassing van artikel 105, eerste lid, 1°, d) , bepaalt de |
Koning : | Koning : |
1° wat onder particuliere beleggers moet worden verstaan; | 1° wat onder particuliere beleggers moet worden verstaan; |
2° onder welke voorwaarden en op welke wijze particuliere beleggers | 2° onder welke voorwaarden en op welke wijze particuliere beleggers |
financiële instrumenten, uitgegeven door de beleggingsinstelling, | financiële instrumenten, uitgegeven door de beleggingsinstelling, |
kunnen overdragen. » | kunnen overdragen. » |
Art. 3.In artikel 105, van dezelfde wet, worden de volgende |
Art. 3.In artikel 105, van dezelfde wet, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° het eerste lid, 1°, vervangen bij de wet 12 december 1996 en | 1° het eerste lid, 1°, vervangen bij de wet 12 december 1996 en |
gewijzigd bij de wet van 10 maart 1999, wordt vervangen door de | gewijzigd bij de wet van 10 maart 1999, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
« 1° de hierna opgesomde Belgische instellingen met als doel de | « 1° de hierna opgesomde Belgische instellingen met als doel de |
collectieve belegging van financieringsmiddelen : | collectieve belegging van financieringsmiddelen : |
a) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België | a) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België |
of in het buitenland uit het publiek aantrekken en die behoren tot de | of in het buitenland uit het publiek aantrekken en die behoren tot de |
categorieën bepaald in artikel 108, eerste lid, 1° of 2°; of | categorieën bepaald in artikel 108, eerste lid, 1° of 2°; of |
b) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België | b) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België |
of in het buitenland ten minste gedeeltelijk uit het publiek | of in het buitenland ten minste gedeeltelijk uit het publiek |
aantrekken en die behoren tot de categorie bepaald in artikel 108, | aantrekken en die behoren tot de categorie bepaald in artikel 108, |
eerste lid, 3°, of | eerste lid, 3°, of |
c) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België | c) de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België |
of in het buitenland uitsluitend aantrekken bij institutionele of | of in het buitenland uitsluitend aantrekken bij institutionele of |
professionele beleggers die voor eigen rekening handelen, waarvan de | professionele beleggers die voor eigen rekening handelen, waarvan de |
effecten uitsluitend door deze beleggers kunnen worden verworven en | effecten uitsluitend door deze beleggers kunnen worden verworven en |
die behoren tot de categorie bepaald in artikel 108, eerste lid, 3°, | die behoren tot de categorie bepaald in artikel 108, eerste lid, 3°, |
of | of |
d) de beleggin/gsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België | d) de beleggin/gsinstellingen die hun financieringsmiddelen in België |
of in het buitenland uitsluitend aantrekken bij particuliere beleggers | of in het buitenland uitsluitend aantrekken bij particuliere beleggers |
die voor eigen rekening handelen, waarvan de effecten uitsluitend | die voor eigen rekening handelen, waarvan de effecten uitsluitend |
kunnen worden verworven door deze beleggers dan wel door andere | kunnen worden verworven door deze beleggers dan wel door andere |
beleggers in de door de Koning bepaalde omstandigheden, en die behoren | beleggers in de door de Koning bepaalde omstandigheden, en die behoren |
tot de categorie bepaald in artikel 108, eerste lid, 4°. »; | tot de categorie bepaald in artikel 108, eerste lid, 4°. »; |
2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« Zij worden voor de toepassing van deze wet en de ter uitvoering | « Zij worden voor de toepassing van deze wet en de ter uitvoering |
ervan genomen besluiten « beleggingsinstellingen » genoemd. » | ervan genomen besluiten « beleggingsinstellingen » genoemd. » |
Art. 4.In artikel 108, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de |
Art. 4.In artikel 108, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de |
wet van 5 augustus 1992 en gewijzigd bij de wet van 12 december 1996, | wet van 5 augustus 1992 en gewijzigd bij de wet van 12 december 1996, |
worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht : | worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° het woord « drie » wordt vervangen door het woord « vier »; | 1° het woord « drie » wordt vervangen door het woord « vier »; |
2° het lid wordt aangevuld met een 4°, luidende : | 2° het lid wordt aangevuld met een 4°, luidende : |
« 4° de beleggingsinstellingen met een vast aantal rechten van | « 4° de beleggingsinstellingen met een vast aantal rechten van |
deelneming die zijn geregeld bij statuten, opgericht voor een bepaalde | deelneming die zijn geregeld bij statuten, opgericht voor een bepaalde |
duur en met als uitslui tend doel de collectieve belegging in | duur en met als uitslui tend doel de collectieve belegging in |
toegelaten financiële instrumenten uitgegeven door niet-genoteerde | toegelaten financiële instrumenten uitgegeven door niet-genoteerde |
vennootschappen. » | vennootschappen. » |
Art. 5.In boek III, titel I, hoofdstuk I, van dezelfde wet, worden |
Art. 5.In boek III, titel I, hoofdstuk I, van dezelfde wet, worden |
een « Afdeling V. - De private privak » alsmede de artikelen 119decies | een « Afdeling V. - De private privak » alsmede de artikelen 119decies |
en 119undecies ingevoegd, luidende : | en 119undecies ingevoegd, luidende : |
« Art. 119decies.Onder beleggingsvennootschap met vast kapitaal zoals |
« Art. 119decies.Onder beleggingsvennootschap met vast kapitaal zoals |
bedoeld in artikel 108, eerste lid, 4°, « private privak » genaamd, | bedoeld in artikel 108, eerste lid, 4°, « private privak » genaamd, |
wordt verstaan, de beleggingsinstelling die is opgericht als gewone | wordt verstaan, de beleggingsinstelling die is opgericht als gewone |
commanditaire vennootschap, als commanditaire vennootschap op aandelen | commanditaire vennootschap, als commanditaire vennootschap op aandelen |
of als naamloze vennootschap, voor een maximale duur van 12 jaar en | of als naamloze vennootschap, voor een maximale duur van 12 jaar en |
die is ingeschreven op de lijst van de private privaks bedoeld in | die is ingeschreven op de lijst van de private privaks bedoeld in |
artikel 136ter, § 2. | artikel 136ter, § 2. |
Zij mag van bij haar oprichting geen andere werkzaamheden verrichten | Zij mag van bij haar oprichting geen andere werkzaamheden verrichten |
dan omschreven in artikel 105, eerste lid, 1°, d) , en zij mag geen | dan omschreven in artikel 105, eerste lid, 1°, d) , en zij mag geen |
andere activa bezitten dan die welke noodzakelijk zijn voor de | andere activa bezitten dan die welke noodzakelijk zijn voor de |
verwezenlijking van haar doel. | verwezenlijking van haar doel. |
Wanneer zij is opgericht als naamloze vennootschap, wordt het | Wanneer zij is opgericht als naamloze vennootschap, wordt het |
dagelijks bestuur van de vennootschap opgedragen aan één | dagelijks bestuur van de vennootschap opgedragen aan één |
beheersvennootschap die geen bestuurder is. Wanneer zij is opgericht | beheersvennootschap die geen bestuurder is. Wanneer zij is opgericht |
als gewone commanditaire vennootschap of als commanditaire | als gewone commanditaire vennootschap of als commanditaire |
vennootschap op aandelen is deze beheersvennootschap de enige | vennootschap op aandelen is deze beheersvennootschap de enige |
beherende vennoot. De Koning bepaalt wat onder beheersvennootschap | beherende vennoot. De Koning bepaalt wat onder beheersvennootschap |
moet worden verstaan. | moet worden verstaan. |
Art. 119undecies.§ 1. De private privak is onderworpen aan het |
Art. 119undecies.§ 1. De private privak is onderworpen aan het |
Wetboek van vennootschappen voorzover daarvan niet wordt afgeweken | Wetboek van vennootschappen voorzover daarvan niet wordt afgeweken |
door dit boek en de ter uitvoering ervan genomen besluiten. | door dit boek en de ter uitvoering ervan genomen besluiten. |
§ 2. In afwijking van artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen | § 2. In afwijking van artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen |
moeten de maatschappelijke naam van de private privak en alle stukken | moeten de maatschappelijke naam van de private privak en alle stukken |
die van haar uitgaan de woorden « private privak naar Belgisch recht » | die van haar uitgaan de woorden « private privak naar Belgisch recht » |
bevatten, of moeten deze woorden de onmiddellijk op de naam volgen. | bevatten, of moeten deze woorden de onmiddellijk op de naam volgen. |
§ 3. In afwijking van artikel 93, tweede lid, van het Wetboek van | § 3. In afwijking van artikel 93, tweede lid, van het Wetboek van |
vennootschappen moet de private privak in alle gevallen een | vennootschappen moet de private privak in alle gevallen een |
jaarrekening opstellen volgens de regels die de Koning heeft | jaarrekening opstellen volgens de regels die de Koning heeft |
vastgesteld overeenkomstig artikel 92, § 1, van dat wetboek. | vastgesteld overeenkomstig artikel 92, § 1, van dat wetboek. |
§ 4. In afwijking van artikel 97 van het Wetboek van vennootschappen | § 4. In afwijking van artikel 97 van het Wetboek van vennootschappen |
moet de private privak haar jaarrekening in alle gevallen neerleggen | moet de private privak haar jaarrekening in alle gevallen neerleggen |
bij de Nationale Bank van België volgens de nadere regels die volgen | bij de Nationale Bank van België volgens de nadere regels die volgen |
uit de artikelen 98 en volgende van dat wetboek. | uit de artikelen 98 en volgende van dat wetboek. |
§ 5. In afwijking van artikel 141, 1° en 2°, van het Wetboek van | § 5. In afwijking van artikel 141, 1° en 2°, van het Wetboek van |
vennootschappen moet de private privak de controle van haar | vennootschappen moet de private privak de controle van haar |
jaarrekening zoals volgt uit de toepassing van artikel 142 van dat | jaarrekening zoals volgt uit de toepassing van artikel 142 van dat |
wetboek in alle gevallen opdragen aan een of meer commissarissen. In | wetboek in alle gevallen opdragen aan een of meer commissarissen. In |
afwijking van artikel 144, eerste lid, 6°, van dat wetboek mag (mogen) | afwijking van artikel 144, eerste lid, 6°, van dat wetboek mag (mogen) |
deze commissaris (sen) die kennis heeft (hebben) gekregen van | deze commissaris (sen) die kennis heeft (hebben) gekregen van |
overtredingen van de statutaire bepalingen aangaande het statuut als | overtredingen van de statutaire bepalingen aangaande het statuut als |
beleggingsinstelling, in geen geval de melding van deze overtredingen, | beleggingsinstelling, in geen geval de melding van deze overtredingen, |
die bovendien omstandig moet zijn en met opgave van de overtreden | die bovendien omstandig moet zijn en met opgave van de overtreden |
bepalingen, uit het verslag weglaten. In de gevallen bepaald door de | bepalingen, uit het verslag weglaten. In de gevallen bepaald door de |
Koning zendt (zenden) de commissaris (sen) een voor eensluidend | Koning zendt (zenden) de commissaris (sen) een voor eensluidend |
verklaard afschrift van het verslag aan de Commissie voor het bank- en | verklaard afschrift van het verslag aan de Commissie voor het bank- en |
financiewezen. | financiewezen. |
§ 6. In afwijking van de artikelen 184, eerste lid, 187 en 193 van het | § 6. In afwijking van de artikelen 184, eerste lid, 187 en 193 van het |
Wetboek van vennootschappen wordt de wijze van vereffeningen van | Wetboek van vennootschappen wordt de wijze van vereffeningen van |
aanstelling van de vereffenaar (s) in alle gevallen statutair bepaald, | aanstelling van de vereffenaar (s) in alle gevallen statutair bepaald, |
mag de beleggingsvennootschap geen nieuwe beleggingen meer verrichten | mag de beleggingsvennootschap geen nieuwe beleggingen meer verrichten |
in niet-genoteerde vennootschappen na het proces-verbaal van de in | in niet-genoteerde vennootschappen na het proces-verbaal van de in |
vereffeningstelling en moeten in alle gevallen tijdens de vereffening | vereffeningstelling en moeten in alle gevallen tijdens de vereffening |
jaarrekeningen worden opgemaakt volgens de regels die de Koning heeft | jaarrekeningen worden opgemaakt volgens de regels die de Koning heeft |
vastgesteld overeenkomstig artikel 92, § 1, van dat wetboek. » | vastgesteld overeenkomstig artikel 92, § 1, van dat wetboek. » |
Art. 6.In artikel 122 van dezelfde wet, worden de volgende |
Art. 6.In artikel 122 van dezelfde wet, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 108, | 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 108, |
eerste lid, 1° en 2°, » ingevoegd tussen de woorden « De | eerste lid, 1° en 2°, » ingevoegd tussen de woorden « De |
beleggingsinstellingen » en de woorden « moeten opteren »; | beleggingsinstellingen » en de woorden « moeten opteren »; |
2° een § 1ter wordt ingevoegd, luidende : | 2° een § 1ter wordt ingevoegd, luidende : |
« § 1ter. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 108, eerste | « § 1ter. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 108, eerste |
lid, 4°, beleggen in financiële instrumenten uitgegeven door | lid, 4°, beleggen in financiële instrumenten uitgegeven door |
niet-genoteerde vennootschappen volgens de definitie daaraan gegeven | niet-genoteerde vennootschappen volgens de definitie daaraan gegeven |
en volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald door de Koning. | en volgens de voorwaarden en de nadere regels bepaald door de Koning. |
»; | »; |
3° paragraaf 2 wordt aangevuld met de volgende leden : | 3° paragraaf 2 wordt aangevuld met de volgende leden : |
« De beleggingsinstellingen bedoeld in § 1 ter, kunnen steeds | « De beleggingsinstellingen bedoeld in § 1 ter, kunnen steeds |
bijkomend of tijdelijk : | bijkomend of tijdelijk : |
1° termijnbeleggingen van maximaal 6 maanden of liquide middelen | 1° termijnbeleggingen van maximaal 6 maanden of liquide middelen |
houden; | houden; |
2° genoteerde effecten houden voorzover : | 2° genoteerde effecten houden voorzover : |
a) zij deze effecten reeds houden op het ogenblik van de aanvraag tot | a) zij deze effecten reeds houden op het ogenblik van de aanvraag tot |
opname in de notering van een beurs of een andere georganiseerde en | opname in de notering van een beurs of een andere georganiseerde en |
openbare markt voor effecten; | openbare markt voor effecten; |
b) deze effecten worden verkregen door omruiling van niet-genoteerde | b) deze effecten worden verkregen door omruiling van niet-genoteerde |
effecten, met uitzondering van haar eigen effecten; | effecten, met uitzondering van haar eigen effecten; |
3° in het kader van indekkingsverrichtingen handelen in al dan niet | 3° in het kader van indekkingsverrichtingen handelen in al dan niet |
genoteerde afgeleide financiële instrumenten op al dan niet genoteerde | genoteerde afgeleide financiële instrumenten op al dan niet genoteerde |
onderliggende materiële of financiële activa. | onderliggende materiële of financiële activa. |
De Koning bepaalt wat onder « bijkomend of tijdelijk » dient te worden | De Koning bepaalt wat onder « bijkomend of tijdelijk » dient te worden |
verstaan. » | verstaan. » |
Art. 7.In boek III, titel I, hoofdstuk II, afdeling Vil, van dezelfde |
Art. 7.In boek III, titel I, hoofdstuk II, afdeling Vil, van dezelfde |
wet, ingevoegd bij de wet van 12 december 1996, wordt een artikel | wet, ingevoegd bij de wet van 12 december 1996, wordt een artikel |
136ter ingevoegd, luidende : | 136ter ingevoegd, luidende : |
« Art. 136ter.§ 1. Met uitzondering van de artikelen 122, § 1ter en § |
« Art. 136ter.§ 1. Met uitzondering van de artikelen 122, § 1ter en § |
2, derde en vierde lid, 123, eerste lid en tweede lid, 3°, 126 en van | 2, derde en vierde lid, 123, eerste lid en tweede lid, 3°, 126 en van |
onderhavige bepaling, zijn de bepalingen van Hoofdstuk II niet van | onderhavige bepaling, zijn de bepalingen van Hoofdstuk II niet van |
toepassing op de beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 105, eerste | toepassing op de beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 105, eerste |
lid, 1°, d) . | lid, 1°, d) . |
§ 2. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 119decies moeten | § 2. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 119decies moeten |
zich, alvorens zij hun werkzaamheden als private privak aanvatten, bij | zich, alvorens zij hun werkzaamheden als private privak aanvatten, bij |
de FOD Financiën laten inschrijven op de lijst van de private privaks. | de FOD Financiën laten inschrijven op de lijst van de private privaks. |
De Koning bepaalt de inschrijvingsvoorwaarden. Elk document dat ter | De Koning bepaalt de inschrijvingsvoorwaarden. Elk document dat ter |
bevestiging van de inschrijving wordt afgegeven door de FOD Financiën | bevestiging van de inschrijving wordt afgegeven door de FOD Financiën |
en elk document dat met het oog op de uitvoering van de verrichtingen | en elk document dat met het oog op de uitvoering van de verrichtingen |
van de beleggingsinstelling naar de inschrijving verwijst, moet | van de beleggingsinstelling naar de inschrijving verwijst, moet |
vermelden dat de inschrijving geen beoordeling inhoudt van de | vermelden dat de inschrijving geen beoordeling inhoudt van de |
opportuniteit en de kwaliteit van de verrichtingen, evenmin als van de | opportuniteit en de kwaliteit van de verrichtingen, evenmin als van de |
positie van de beleggingsinstelling. | positie van de beleggingsinstelling. |
§ 3. De FOD Financiën stelt, op basis van de gegevens die zij bij de | § 3. De FOD Financiën stelt, op basis van de gegevens die zij bij de |
inschrijving heeft ontvangen, informatie ter beschikking van het | inschrijving heeft ontvangen, informatie ter beschikking van het |
publiek betreffende de identiteit van de vennootschappen die zijn | publiek betreffende de identiteit van de vennootschappen die zijn |
ingeschreven op of geschrapt van de lijst van de private privaks | ingeschreven op of geschrapt van de lijst van de private privaks |
alsmede van hun beheersvennootschap. » | alsmede van hun beheersvennootschap. » |
Art. 8.In artikel 143, van dezelfde wet, worden de volgende |
Art. 8.In artikel 143, van dezelfde wet, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in § 1, gewijzigd bij de wetten van 5 augustus 1992, 28 december | 1° in § 1, gewijzigd bij de wetten van 5 augustus 1992, 28 december |
1992, 16 april 1997 en 10 maart 1999, worden de woorden « in artikel | 1992, 16 april 1997 en 10 maart 1999, worden de woorden « in artikel |
114, 118 en 119quinquies » vervangen door de woorden « in artikel 114, | 114, 118 en 119quinquies » vervangen door de woorden « in artikel 114, |
118, 119quinquies en 119decies »; | 118, 119quinquies en 119decies »; |
2° in § 2, gewijzigd bij de wet van 16 april 1997, worden de woorden « | 2° in § 2, gewijzigd bij de wet van 16 april 1997, worden de woorden « |
en van artikel 123 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het | en van artikel 123 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 » ingevoegd tussen de woorden | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 » ingevoegd tussen de woorden |
« hetzelfde Wetboek » en « niet van toepassing »; | « hetzelfde Wetboek » en « niet van toepassing »; |
3° paragraaf 4, toegevoegd bij de wet van 16 april 1997, wordt | 3° paragraaf 4, toegevoegd bij de wet van 16 april 1997, wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
« § 4. Voor de toepassing van artikel 192, § 1, eerste lid, van het | « § 4. Voor de toepassing van artikel 192, § 1, eerste lid, van het |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt de voorwaarde verbonden | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt de voorwaarde verbonden |
aan de eventuele inkomsten van aandelen van in artikel 119decies | aan de eventuele inkomsten van aandelen van in artikel 119decies |
bedoelde beleggingsvennootschappen geacht vervuld te zijn wanneer deze | bedoelde beleggingsvennootschappen geacht vervuld te zijn wanneer deze |
het geheel van hun activa beleggen in : | het geheel van hun activa beleggen in : |
1° aandelen waarvan de eventuele inkomsten in aanmerking komen om | 1° aandelen waarvan de eventuele inkomsten in aanmerking komen om |
krachtens de artikelen 202, § 1, en 203 van het voormelde Wetboek | krachtens de artikelen 202, § 1, en 203 van het voormelde Wetboek |
integraal van de winst te worden afgetrokken; of | integraal van de winst te worden afgetrokken; of |
2° aandelen van in artikel 119decies bedoelde | 2° aandelen van in artikel 119decies bedoelde |
beleggingsvennootschappen; of | beleggingsvennootschappen; of |
3° bijkomende of tijdelijke beleggingen bedoeld in artikel 122, § 2, | 3° bijkomende of tijdelijke beleggingen bedoeld in artikel 122, § 2, |
derde lid, 1°, voorzover deze beleggingen per kalenderdag niet meer | derde lid, 1°, voorzover deze beleggingen per kalenderdag niet meer |
dan 10 % overschrijden van het balanstotaal op de eerste dag van het | dan 10 % overschrijden van het balanstotaal op de eerste dag van het |
belastbaar tijdperk, zoals blijkt uit de toepassing van de | belastbaar tijdperk, zoals blijkt uit de toepassing van de |
gemeenrechtelijke boekhoudregels, vermeerderd of verminderd met de tot | gemeenrechtelijke boekhoudregels, vermeerderd of verminderd met de tot |
die kalenderdag geboekte toenames of afnamen van gestort kapitaal, | die kalenderdag geboekte toenames of afnamen van gestort kapitaal, |
gerealiseerde meerwaarden of minderwaarden of uitgekeerde dividenden, | gerealiseerde meerwaarden of minderwaarden of uitgekeerde dividenden, |
en dit voor een periode die, per belastbaar tijdperk, ten minste | en dit voor een periode die, per belastbaar tijdperk, ten minste |
gelijk is aan dat belastbaar tijdperk verminderd met zes maanden. »; | gelijk is aan dat belastbaar tijdperk verminderd met zes maanden. »; |
4° paragraaf 5, toegevoegd bij de wet van 16 april 1997, wordt | 4° paragraaf 5, toegevoegd bij de wet van 16 april 1997, wordt |
vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
« § 5. De §§ 1 en 2 zijn niet van toepassing voor het belastbaar | « § 5. De §§ 1 en 2 zijn niet van toepassing voor het belastbaar |
tijdperk waarin een beleggingsvennootschap bedoeld in artikel | tijdperk waarin een beleggingsvennootschap bedoeld in artikel |
119decies de volgende bepalingen niet naleeft : | 119decies de volgende bepalingen niet naleeft : |
1° de in § 4 bedoelde bepaling; | 1° de in § 4 bedoelde bepaling; |
2° een of meer statutaire regels die volgen uit het specifiek karakter | 2° een of meer statutaire regels die volgen uit het specifiek karakter |
van deze vennootschap als beleggingsinstelling. | van deze vennootschap als beleggingsinstelling. |
Voor de toepassing van het eerste lid worden de onder het regime | Voor de toepassing van het eerste lid worden de onder het regime |
bedoeld in de §§ 1 en 2 voordien gevormde reserves beschouwd als : | bedoeld in de §§ 1 en 2 voordien gevormde reserves beschouwd als : |
1° belaste reserves in de mate dat de vennootschap bewijst dat zij | 1° belaste reserves in de mate dat de vennootschap bewijst dat zij |
voortkomen van gerealiseerde meerwaarden of ontvangen dividenden van | voortkomen van gerealiseerde meerwaarden of ontvangen dividenden van |
beleggingen bedoeld in § 4, 1° en 2°; | beleggingen bedoeld in § 4, 1° en 2°; |
2° vrijgestelde reserves voor het saldo en in zover het bedrag van die | 2° vrijgestelde reserves voor het saldo en in zover het bedrag van die |
reserves op een of meer afzonderlijke rekeningen van het passief | reserves op een of meer afzonderlijke rekeningen van het passief |
geboekt is en blijft en niet tot grondslag dient voor de berekening | geboekt is en blijft en niet tot grondslag dient voor de berekening |
van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige | van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige |
beloning of toekenning; | beloning of toekenning; |
3° winst van dat belastbare tijdperk indien en in zover de voorwaarden | 3° winst van dat belastbare tijdperk indien en in zover de voorwaarden |
van het 2°, niet langer worden nageleefd. | van het 2°, niet langer worden nageleefd. |
De reserves bedoeld in het tweede lid, 2°, worden bovendien beschouwd | De reserves bedoeld in het tweede lid, 2°, worden bovendien beschouwd |
als winst van het belastbaar tijdperk waarin de vennootschappen | als winst van het belastbaar tijdperk waarin de vennootschappen |
bedoeld in artikel 119decies worden geschrapt van de lijst van de | bedoeld in artikel 119decies worden geschrapt van de lijst van de |
private privaks bedoeld in artikel 136ter , § 2, onverminderd de | private privaks bedoeld in artikel 136ter , § 2, onverminderd de |
toepassing van artikel 210, § 1, 5°, van het Wetboek van de | toepassing van artikel 210, § 1, 5°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992. | inkomstenbelastingen 1992. |
De FOD Financiën kan de vennootschap schrappen van de lijst van de | De FOD Financiën kan de vennootschap schrappen van de lijst van de |
private privaks bedoeld in artikel 136ter, § 2, in de gevallen bepaald | private privaks bedoeld in artikel 136ter, § 2, in de gevallen bepaald |
door de Koning of in geval van overtreding van statutaire regels | door de Koning of in geval van overtreding van statutaire regels |
bepaald door de Koning. De schrapping impliceert dat de vennootschap | bepaald door de Koning. De schrapping impliceert dat de vennootschap |
niet langer beschouwd wordt als een beleggingsvennootschap voor de | niet langer beschouwd wordt als een beleggingsvennootschap voor de |
toepassing van artikel 2, 5°, f) , van het Wetboek van de | toepassing van artikel 2, 5°, f) , van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992. De FOD Financiën deelt de schrapping mee | inkomstenbelastingen 1992. De FOD Financiën deelt de schrapping mee |
door middel van een aangetekende brief geadresseerd aan de zetel van | door middel van een aangetekende brief geadresseerd aan de zetel van |
de vennootschap. Een beroep tegen een beslissing tot schrapping is | de vennootschap. Een beroep tegen een beslissing tot schrapping is |
mogelijk volgens de gemeenrechtelijke procedure van beroep in | mogelijk volgens de gemeenrechtelijke procedure van beroep in |
administratieve zaken. | administratieve zaken. |
De overtredingen bedoeld in deze paragraaf kunnen vastgesteld worden | De overtredingen bedoeld in deze paragraaf kunnen vastgesteld worden |
met alle bewijsmiddelen bedoeld in artikel 340 van het Wetboek van de | met alle bewijsmiddelen bedoeld in artikel 340 van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992. »; | inkomstenbelastingen 1992. »; |
5° een § 6 wordt ingevoegd, luidende : | 5° een § 6 wordt ingevoegd, luidende : |
« § 6. Wat de toekenning betreft van het regime van de definitief | « § 6. Wat de toekenning betreft van het regime van de definitief |
belaste inkomsten aan dividenden afkomstig van door de Commissie voor | belaste inkomsten aan dividenden afkomstig van door de Commissie voor |
het Bank- en Financiewezen erkende vennootschappen met vast kapitaal | het Bank- en Financiewezen erkende vennootschappen met vast kapitaal |
voor belegging in niet-genoteerde aandelen, wordt de 90 % drempel van | voor belegging in niet-genoteerde aandelen, wordt de 90 % drempel van |
artikel 203, § 2, lid 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | artikel 203, § 2, lid 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1992, geacht vervuld te zijn wanneer die beleggingsvennootschappen de | 1992, geacht vervuld te zijn wanneer die beleggingsvennootschappen de |
netto-opbrengst hebben uitgekeerd met toepassing van artikel 57 van | netto-opbrengst hebben uitgekeerd met toepassing van artikel 57 van |
het koninklijk besluit van 18 april 1997 met betrekking tot de | het koninklijk besluit van 18 april 1997 met betrekking tot de |
instellingen voor belegging in niet-genoteerde vennootschappen en in | instellingen voor belegging in niet-genoteerde vennootschappen en in |
groeibedrijven en voorzover zij daartoe met toepassing van dit artikel | groeibedrijven en voorzover zij daartoe met toepassing van dit artikel |
verplicht waren. »; | verplicht waren. »; |
6° een § 7 wordt ingevoegd, luidende : | 6° een § 7 wordt ingevoegd, luidende : |
« § 7. Artikel 203, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de | « § 7. Artikel 203, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992 is niet van toepassing op dividenden | inkomstenbelastingen 1992 is niet van toepassing op dividenden |
verdeeld door beleggingsvennootschappen als bedoeld in artikel | verdeeld door beleggingsvennootschappen als bedoeld in artikel |
119decies , voorzover en in de mate dat de inkomsten voortkomen van | 119decies , voorzover en in de mate dat de inkomsten voortkomen van |
gerealiseerde meerwaarden op beleggingen bedoeld in § 4, 1 ° en 2° of | gerealiseerde meerwaarden op beleggingen bedoeld in § 4, 1 ° en 2° of |
dividenden voortkomende van die beleggingen. »; | dividenden voortkomende van die beleggingen. »; |
7° een § 8 wordt ingevoegd, luidende : | 7° een § 8 wordt ingevoegd, luidende : |
« § 8. Voor de toepassing van de §§ 4 en 7 worden | « § 8. Voor de toepassing van de §§ 4 en 7 worden |
beleggingsvennootschappen die in een lidstaat van de Europese Unie | beleggingsvennootschappen die in een lidstaat van de Europese Unie |
beantwoorden aan de kenmerken van een beleggingsinstelling zoals | beantwoorden aan de kenmerken van een beleggingsinstelling zoals |
bedoeld in artikel 108, eerste lid, 4°, en waarvan de financiële | bedoeld in artikel 108, eerste lid, 4°, en waarvan de financiële |
instrumenten volgens de in die lidstaat overeenkomstige bepalingen met | instrumenten volgens de in die lidstaat overeenkomstige bepalingen met |
betrekking tot het openbaar beroep op het spaarwezen privaat worden | betrekking tot het openbaar beroep op het spaarwezen privaat worden |
aangehouden, gelijkgesteld met de beleggingsvennootschappen bedoeld in | aangehouden, gelijkgesteld met de beleggingsvennootschappen bedoeld in |
artikel 119decies . ». | artikel 119decies . ». |
Art. 9.In artikel 150, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, worden de |
Art. 9.In artikel 150, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in het 3°, gewijzigd bij de wet van 12 december 1996, worden de | 1° in het 3°, gewijzigd bij de wet van 12 december 1996, worden de |
woorden « 136bis, § 2 » vervangen door de woorden « 136bis, § 2, | woorden « 136bis, § 2 » vervangen door de woorden « 136bis, § 2, |
136ter, § 2 »; | 136ter, § 2 »; |
2° een 4° wordt ingevoegd, luidende : | 2° een 4° wordt ingevoegd, luidende : |
4° zij die overdrachten van financiële instrumenten uitgegeven door | 4° zij die overdrachten van financiële instrumenten uitgegeven door |
beleggingsinstellingen hebben bewerkstelligd en hierbij de bepalingen | beleggingsinstellingen hebben bewerkstelligd en hierbij de bepalingen |
van dit boek of de ter uitvoering ervan genomen besluiten, hebben | van dit boek of de ter uitvoering ervan genomen besluiten, hebben |
miskend. » | miskend. » |
HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen | HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen |
Art. 10.In artikel 211, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
Art. 10.In artikel 211, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1992, vervangen bij de wet van 6 augustus 1993, wordt de eerste | 1992, vervangen bij de wet van 6 augustus 1993, wordt de eerste |
paragraaf, derde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994 en | paragraaf, derde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994 en |
vervangen bij de wet van 16 april 1997, aangevuld met de woorden « of | vervangen bij de wet van 16 april 1997, aangevuld met de woorden « of |
een bij de FOD Financiën op de lijst van de private privaks | een bij de FOD Financiën op de lijst van de private privaks |
ingeschreven vennootschap. » | ingeschreven vennootschap. » |
Art. 11.In artikel 122, van het Wetboek van registratie-, hypotheek- |
Art. 11.In artikel 122, van het Wetboek van registratie-, hypotheek- |
en griffierechten, vervangen bij de wet van 14 april 1965, worden in | en griffierechten, vervangen bij de wet van 14 april 1965, worden in |
het eerste lid, 4°, toegevoegd bij de wet van 4 december 1990 en | het eerste lid, 4°, toegevoegd bij de wet van 4 december 1990 en |
gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, de woorden « en | gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, de woorden « en |
119quinquies » vervangen door de woorden « , 119quinquies en 119decies | 119quinquies » vervangen door de woorden « , 119quinquies en 119decies |
». | ». |
Art. 12.De bepalingen van deze wet treden in werking op dezelfde |
Art. 12.De bepalingen van deze wet treden in werking op dezelfde |
datum als die van het koninklijk besluit dat er uitvoering zal aan | datum als die van het koninklijk besluit dat er uitvoering zal aan |
geven. Dat koninklijk besluit moet worden genomen vóór 15 mei 2003. | geven. Dat koninklijk besluit moet worden genomen vóór 15 mei 2003. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met |$$|Aas Lands zegel zal | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met |$$|Aas Lands zegel zal |
worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden | worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden |
bekendgemaakt. | bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 22 april 2003. | Gegeven te Brussel, 22 april 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2002-2003. | (1) Zitting 2002-2003. |
Kamer van volksvertegenwoordigers. | Kamer van volksvertegenwoordigers. |
Stukken. - Wetsvoorstel, 50-2349 - Nr. 1. - Samenvatting, Toelichting, | Stukken. - Wetsvoorstel, 50-2349 - Nr. 1. - Samenvatting, Toelichting, |
Wetsvoorstel, Gecoördineerde tekst, 50-2349 - Nr. 2. - Verslag, | Wetsvoorstel, Gecoördineerde tekst, 50-2349 - Nr. 2. - Verslag, |
50-2349 - Nr. 3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en | 50-2349 - Nr. 3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en |
overgezonden naar de Senaat, 50-2349. | overgezonden naar de Senaat, 50-2349. |
Senaat. | Senaat. |
Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 2-1587 - Nr. 1. - | Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 2-1587 - Nr. 1. - |
Evocatie, 2-1587 - Nr. 2. -Verslag, 2-1587 - Nr. 3. - Amendementen | Evocatie, 2-1587 - Nr. 2. -Verslag, 2-1587 - Nr. 3. - Amendementen |
ingediend na de goedkeuring van het Verslag, 2-1587 - Nr. 4.- - | ingediend na de goedkeuring van het Verslag, 2-1587 - Nr. 4.- - |
Stemming over het geheel : ne varietur, 2-1587. | Stemming over het geheel : ne varietur, 2-1587. |