Wet houdende de organisatie van het federale klimaatbeleid | Wet houdende de organisatie van het federale klimaatbeleid |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
15 JANUARI 2024. - Wet houdende de organisatie van het federale | 15 JANUARI 2024. - Wet houdende de organisatie van het federale |
klimaatbeleid (1) | klimaatbeleid (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij | De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij |
bekrachtigen, hetgeen volgt : | bekrachtigen, hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen | HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
74 van de Grondwet. | 74 van de Grondwet. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en van haar |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en van haar |
uitvoeringsbesluiten geldt als: | uitvoeringsbesluiten geldt als: |
1° UNFCCC : het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake | 1° UNFCCC : het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake |
klimaatverandering ondertekend in New York op 9 mei 1992; | klimaatverandering ondertekend in New York op 9 mei 1992; |
2° Overeenkomst van Parijs: het akkoord over het klimaat, aangenomen | 2° Overeenkomst van Parijs: het akkoord over het klimaat, aangenomen |
op 12 december 2015; | op 12 december 2015; |
3° Governanceverordening: Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees | 3° Governanceverordening: Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees |
Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de | Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de |
energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn | energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn |
94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) | 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) |
nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, | nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, |
Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn | Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn |
2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de | 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de |
Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013; | Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013; |
4° Europese klimaatwet: Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees | 4° Europese klimaatwet: Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees |
Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader | Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader |
voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van | voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van |
Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999; | Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999; |
5° Geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan: het plan opgesteld | 5° Geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan: het plan opgesteld |
overeenkomstig artikel 3, § 1, en bijlage I van Verordening (EU) | overeenkomstig artikel 3, § 1, en bijlage I van Verordening (EU) |
2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 | 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 |
inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie; | inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie; |
6° Nationaal adaptatieplan: het plan opgesteld overeenkomstig artikel | 6° Nationaal adaptatieplan: het plan opgesteld overeenkomstig artikel |
5, § 4, van Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en | 5, § 4, van Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en |
de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de | de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de |
verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van | verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van |
Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999; | Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999; |
7° Langetermijnstrategie: een overeenkomstig Besluit 1/CP.16, artikel | 7° Langetermijnstrategie: een overeenkomstig Besluit 1/CP.16, artikel |
4.19 van de Overeenkomst van Parijs en artikel 15 van de | 4.19 van de Overeenkomst van Parijs en artikel 15 van de |
Governanceverordening ontwikkelde strategie om broeikasgasemissies op | Governanceverordening ontwikkelde strategie om broeikasgasemissies op |
duurzame wijze op lange termijn te beperken; | duurzame wijze op lange termijn te beperken; |
8° Klimaatneutraliteit: het bereiken van een evenwicht tussen emissies | 8° Klimaatneutraliteit: het bereiken van een evenwicht tussen emissies |
en verwijderingen van broeikasgassen, waarbij de netto-emissies tot | en verwijderingen van broeikasgassen, waarbij de netto-emissies tot |
nul worden gereduceerd; | nul worden gereduceerd; |
9° Beleidslijnen en maatregelen: elke interventie die gericht is op | 9° Beleidslijnen en maatregelen: elke interventie die gericht is op |
het bereiken van de vastgestelde doelstellingen van de geïntegreerde | het bereiken van de vastgestelde doelstellingen van de geïntegreerde |
nationale energie- en klimaatplannen en/of tot de uitvoering van de | nationale energie- en klimaatplannen en/of tot de uitvoering van de |
verbintenissen die zijn aangegaan krachtens artikel 4, lid 2, onder a) | verbintenissen die zijn aangegaan krachtens artikel 4, lid 2, onder a) |
en b), van het UNFCCC, waaronder die welke niet als hoofddoel hebben | en b), van het UNFCCC, waaronder die welke niet als hoofddoel hebben |
de beperking en de vermindering van broeikasgasemissies; | de beperking en de vermindering van broeikasgasemissies; |
10° Routekaart: beleidsdocument voor de planning van het beleid op het | 10° Routekaart: beleidsdocument voor de planning van het beleid op het |
vlak van klimaat opgesteld door de ministers en staatssecretarissen | vlak van klimaat opgesteld door de ministers en staatssecretarissen |
die bevoegd zijn om een beleidsmaatregel te beschrijven, met de steun | die bevoegd zijn om een beleidsmaatregel te beschrijven, met de steun |
van hun administraties; | van hun administraties; |
11° Voortgangsverslag: document waarin de stand van zaken van de | 11° Voortgangsverslag: document waarin de stand van zaken van de |
uitvoering van elk van de federale routekaarten in termen van | uitvoering van elk van de federale routekaarten in termen van |
tijdsschema, effecten in termen van broeikasgasemissies, maar ook | tijdsschema, effecten in termen van broeikasgasemissies, maar ook |
sociale en economische gevolgen, en budgettaire impact is opgenomen en | sociale en economische gevolgen, en budgettaire impact is opgenomen en |
eventueel aangevuld met gedetailleerde financieringsverzoeken voor | eventueel aangevuld met gedetailleerde financieringsverzoeken voor |
bijkomende beleidslijnen en maatregelen; | bijkomende beleidslijnen en maatregelen; |
12° Syntheserapport: het jaarlijkse rapport dat een stand van zaken | 12° Syntheserapport: het jaarlijkse rapport dat een stand van zaken |
opmaakt van de uitvoering van de federale beleidslijnen en maatregelen | opmaakt van de uitvoering van de federale beleidslijnen en maatregelen |
op basis van de ontvangen voortgangsverslagen van de bevoegde federale | op basis van de ontvangen voortgangsverslagen van de bevoegde federale |
departementen en overheidsinstellingen voor de verwezenlijking van de | departementen en overheidsinstellingen voor de verwezenlijking van de |
doelstellingen van de geïntegreerde nationale energie- en | doelstellingen van de geïntegreerde nationale energie- en |
klimaatplannen en/of tot de uitvoering van de verbintenissen die zijn | klimaatplannen en/of tot de uitvoering van de verbintenissen die zijn |
aangegaan krachtens artikel 4, lid 2, onder a) en b), van het UNFCCC | aangegaan krachtens artikel 4, lid 2, onder a) en b), van het UNFCCC |
en artikel 5, paragraaf 2 van de Overeenkomst van Parijs; | en artikel 5, paragraaf 2 van de Overeenkomst van Parijs; |
13° Dienst Klimaatverandering: de Dienst Klimaatverandering van het | 13° Dienst Klimaatverandering: de Dienst Klimaatverandering van het |
Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst | Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst |
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; | Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; |
14° Algemene Directie Energie: de Algemene Directie Energie van de FOD | 14° Algemene Directie Energie: de Algemene Directie Energie van de FOD |
Economie, KMO, Middenstand en Energie; | Economie, KMO, Middenstand en Energie; |
15° Het Centrum voor het Klimaat: Het orgaan dat werd opgericht door | 15° Het Centrum voor het Klimaat: Het orgaan dat werd opgericht door |
de beslissing van de ministerraad van 17 december 2021 en geïntegreerd | de beslissing van de ministerraad van 17 december 2021 en geïntegreerd |
in de werking van de federale wetenschappelijke instellingen, met als | in de werking van de federale wetenschappelijke instellingen, met als |
doel hun onderzoeksprogramma's inzake klimaat te coördineren, hun | doel hun onderzoeksprogramma's inzake klimaat te coördineren, hun |
samenwerking met de andere onderzoekscentra en universiteiten te | samenwerking met de andere onderzoekscentra en universiteiten te |
versterken en klimaatdiensten te ontwikkelen als antwoord op de | versterken en klimaatdiensten te ontwikkelen als antwoord op de |
behoeften van beleidsmakers en sectoren. | behoeften van beleidsmakers en sectoren. |
HOOFDSTUK 2. - Federale bijdrage aan het geïntegreerde nationaal | HOOFDSTUK 2. - Federale bijdrage aan het geïntegreerde nationaal |
energie- en klimaatplan, het nationale adaptatieplan en de nationale | energie- en klimaatplan, het nationale adaptatieplan en de nationale |
langetermijnstrategie | langetermijnstrategie |
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig de artikelen 3, 9 en 14 van de |
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig de artikelen 3, 9 en 14 van de |
Governanceverordening neemt de regering uiterlijk op 30 september 2027 | Governanceverordening neemt de regering uiterlijk op 30 september 2027 |
en vervolgens om de vijf jaar een federaal energie- en klimaatplan | en vervolgens om de vijf jaar een federaal energie- en klimaatplan |
aan. Dat plan is de bijdrage van de federale overheid aan het | aan. Dat plan is de bijdrage van de federale overheid aan het |
geïntegreerde nationaal energie- en klimaatplan. | geïntegreerde nationaal energie- en klimaatplan. |
§ 2. Overeenkomstig artikel 5 van de Europese klimaatwet neemt de | § 2. Overeenkomstig artikel 5 van de Europese klimaatwet neemt de |
regering minstens om de vijf jaar een federaal adaptatieplan aan. Dat | regering minstens om de vijf jaar een federaal adaptatieplan aan. Dat |
plan is de bijdrage van de federale overheid aan het Nationale | plan is de bijdrage van de federale overheid aan het Nationale |
adaptatieplan. | adaptatieplan. |
§ 3. Overeenkomstig artikel 15 van de Governanceverordening stelt de | § 3. Overeenkomstig artikel 15 van de Governanceverordening stelt de |
regering minstens om de tien jaar, voorafgaand aan het federale | regering minstens om de tien jaar, voorafgaand aan het federale |
energie- en klimaatplan, een federale langetermijnstrategie vast met | energie- en klimaatplan, een federale langetermijnstrategie vast met |
een minimumduur van dertig jaar. Die federale strategie is de bijdrage | een minimumduur van dertig jaar. Die federale strategie is de bijdrage |
van de federale overheid aan de nationale langetermijnstrategie. | van de federale overheid aan de nationale langetermijnstrategie. |
§ 4. Overeenkomstig artikel 17 van de Governanceverordening stelt de | § 4. Overeenkomstig artikel 17 van de Governanceverordening stelt de |
regering om de twee jaar voortgangsverslagen vast over de uitvoering | regering om de twee jaar voortgangsverslagen vast over de uitvoering |
van haar plannen, zodat de Commissie de uitvoering en de vooruitgang | van haar plannen, zodat de Commissie de uitvoering en de vooruitgang |
van de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen kan | van de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen kan |
beoordelen. | beoordelen. |
HOOFDSTUK 3. - Jaarlijkse opvolging | HOOFDSTUK 3. - Jaarlijkse opvolging |
van de federale klimaatbeleidslijnen en -maatregelen | van de federale klimaatbeleidslijnen en -maatregelen |
Art. 4.§ 1. Er wordt een governancemechanisme opgezet voor de |
Art. 4.§ 1. Er wordt een governancemechanisme opgezet voor de |
ontwikkeling, de opvolging en de evaluatie van de federale | ontwikkeling, de opvolging en de evaluatie van de federale |
beleidslijnen en maatregelen van het geïntegreerde nationaal energie- | beleidslijnen en maatregelen van het geïntegreerde nationaal energie- |
en klimaatplan en het nationale adaptatieplan. | en klimaatplan en het nationale adaptatieplan. |
Dat mechanisme omvat minstens de routekaarten, de voortgangsverslagen | Dat mechanisme omvat minstens de routekaarten, de voortgangsverslagen |
en het syntheserapport. | en het syntheserapport. |
§ 2. De bevoegde ministers en staatssecretarissen dienen, in | § 2. De bevoegde ministers en staatssecretarissen dienen, in |
samenwerking met de bevoegde federale departementen en | samenwerking met de bevoegde federale departementen en |
-overheidsinstellingen, bij de voorbereiding van het voorontwerp van | -overheidsinstellingen, bij de voorbereiding van het voorontwerp van |
federaal energie- en klimaatplan bedoeld in artikel 3 § 1, en het | federaal energie- en klimaatplan bedoeld in artikel 3 § 1, en het |
ontwerp van federaal adaptatieplan bedoeld in artikel 3, § 2, en de | ontwerp van federaal adaptatieplan bedoeld in artikel 3, § 2, en de |
tweejaarlijkse verslagen bedoeld in artikel 3, § 4, uiterlijk op 1 | tweejaarlijkse verslagen bedoeld in artikel 3, § 4, uiterlijk op 1 |
maart van elk jaar bij de regering de routekaarten voor iedere nieuwe | maart van elk jaar bij de regering de routekaarten voor iedere nieuwe |
beleidslijn en maatregel en een voortgangsverslag van de bestaande | beleidslijn en maatregel en een voortgangsverslag van de bestaande |
routekaarten in. | routekaarten in. |
De uitvoeringsbepalingen van het governancemechanisme worden verder in | De uitvoeringsbepalingen van het governancemechanisme worden verder in |
een ministerraad overlegd Koninklijk besluit vastgelegd. | een ministerraad overlegd Koninklijk besluit vastgelegd. |
Art. 5.§ 1. Jaarlijks wordt een syntheserapport opgemaakt met daarin |
Art. 5.§ 1. Jaarlijks wordt een syntheserapport opgemaakt met daarin |
een stand van zaken en een analyse van de vooruitgang van de | een stand van zaken en een analyse van de vooruitgang van de |
uitvoering van de federale beleidslijnen en maatregelen op het vlak | uitvoering van de federale beleidslijnen en maatregelen op het vlak |
van het klimaatbeleid. | van het klimaatbeleid. |
De minister bevoegd voor klimaat zal het Comité, de adviesraden en | De minister bevoegd voor klimaat zal het Comité, de adviesraden en |
adviesorganen onmiddellijk na publicatie ervan om advies vragen over | adviesorganen onmiddellijk na publicatie ervan om advies vragen over |
dit rapport. | dit rapport. |
Het Comité bezorgt zijn advies binnen de 30 dagen aan de ministerraad. | Het Comité bezorgt zijn advies binnen de 30 dagen aan de ministerraad. |
§ 2. De minister bevoegd voor klimaat legt het syntheserapport aan het | § 2. De minister bevoegd voor klimaat legt het syntheserapport aan het |
parlement voor tegen ten laatste 30 september. Het syntheserapport | parlement voor tegen ten laatste 30 september. Het syntheserapport |
gaat vergezeld van het advies van het Comité, het advies van de | gaat vergezeld van het advies van het Comité, het advies van de |
betrokken adviesraden en adviesorganen. | betrokken adviesraden en adviesorganen. |
Art. 6.Overeenkomstig artikel 11 van de Governanceverordening wordt |
Art. 6.Overeenkomstig artikel 11 van de Governanceverordening wordt |
door de minister bevoegd voor klimaat ter voorbereiding van iedere | door de minister bevoegd voor klimaat ter voorbereiding van iedere |
herziening van het nationaal energie- en klimaatplannen een | herziening van het nationaal energie- en klimaatplannen een |
consultatieve dialoog ingesteld, waarin maatschappelijke organisaties, | consultatieve dialoog ingesteld, waarin maatschappelijke organisaties, |
ondernemers, de academische wereld, adviesraden en andere betrokken | ondernemers, de academische wereld, adviesraden en andere betrokken |
partijen hun inzichten kunnen delen over de uitvoering van de federale | partijen hun inzichten kunnen delen over de uitvoering van de federale |
beleidslijnen en maatregelen en hun eventuele actualisering, ook op | beleidslijnen en maatregelen en hun eventuele actualisering, ook op |
lange termijn. | lange termijn. |
De resultaten van deze dialoog worden openbaar gemaakt en aan de | De resultaten van deze dialoog worden openbaar gemaakt en aan de |
regering en het parlement verstrekt. | regering en het parlement verstrekt. |
Art. 7.Er wordt een federale Taskforce opgericht, een orgaan op |
Art. 7.Er wordt een federale Taskforce opgericht, een orgaan op |
administratief niveau voor de coördinatie, overleg en ondersteuning | administratief niveau voor de coördinatie, overleg en ondersteuning |
bij de ontwikkeling, de uitvoering, de opvolging en de evaluatie van | bij de ontwikkeling, de uitvoering, de opvolging en de evaluatie van |
de impact van de federale beleidslijnen en maatregelen op het gebied | de impact van de federale beleidslijnen en maatregelen op het gebied |
van klimaat en energie, overeenkomstig de in deze wet vastgestelde | van klimaat en energie, overeenkomstig de in deze wet vastgestelde |
beleidscyclus. De samenstelling en de opdrachten van de federale | beleidscyclus. De samenstelling en de opdrachten van de federale |
Taskforce worden door de Koning bepaald bij een in de ministerraad | Taskforce worden door de Koning bepaald bij een in de ministerraad |
overlegd besluit. | overlegd besluit. |
Die federale Taskforce wordt gezamenlijk voorgezeten door een | Die federale Taskforce wordt gezamenlijk voorgezeten door een |
vertegenwoordiger van het Directie Generaal Leefmilieu van de FOD | vertegenwoordiger van het Directie Generaal Leefmilieu van de FOD |
Volksgezondheid en een vertegenwoordiger van de Algemene Directie | Volksgezondheid en een vertegenwoordiger van de Algemene Directie |
Energie en is ook samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde | Energie en is ook samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevoegde |
federale departementen en overheidsinstellingen. Het secretariaat | federale departementen en overheidsinstellingen. Het secretariaat |
wordt verzorgd door de Dienst Klimaatverandering. | wordt verzorgd door de Dienst Klimaatverandering. |
HOOFDSTUK 4. - Expertencomité | HOOFDSTUK 4. - Expertencomité |
Art. 8.§ 1. Er wordt een permanent onafhankelijk Comité van |
Art. 8.§ 1. Er wordt een permanent onafhankelijk Comité van |
wetenschappelijke experten voor de opvolging en de evaluatie van het | wetenschappelijke experten voor de opvolging en de evaluatie van het |
federale klimaatbeleid opgericht, hierna het Comité genoemd. | federale klimaatbeleid opgericht, hierna het Comité genoemd. |
§ 2. Het Comité is een permanent orgaan samengesteld uit minimaal vijf | § 2. Het Comité is een permanent orgaan samengesteld uit minimaal vijf |
en maximaal zeven leden voor een mandaat van vijf jaar, dat eenmaal | en maximaal zeven leden voor een mandaat van vijf jaar, dat eenmaal |
kan worden verlengd. Een lid maakt deel uit van het Centrum voor het | kan worden verlengd. Een lid maakt deel uit van het Centrum voor het |
Klimaat. | Klimaat. |
Eén van de leden wordt benoemd tot voorzitter en een ander lid tot | Eén van de leden wordt benoemd tot voorzitter en een ander lid tot |
vicevoorzitter. Het Comité is op zodanige wijze samengesteld dat het | vicevoorzitter. Het Comité is op zodanige wijze samengesteld dat het |
deskundig is op het gebied van de volgende disciplines of materies: | deskundig is op het gebied van de volgende disciplines of materies: |
1° de klimaatveranderingswetenschap; | 1° de klimaatveranderingswetenschap; |
2° de klimaatrisico's en de aanpassing aan die risico's; | 2° de klimaatrisico's en de aanpassing aan die risico's; |
3° het internationale, Europese en interne klimaatbeleid; | 3° het internationale, Europese en interne klimaatbeleid; |
4° de economie en het bedrijfsleven; | 4° de economie en het bedrijfsleven; |
5° energie en technologieën; | 5° energie en technologieën; |
6° de klimaattransitie, met inbegrip van macro-economische modellen, | 6° de klimaattransitie, met inbegrip van macro-economische modellen, |
de sociale dimensie en gedragsaspecten van de klimaatverandering; | de sociale dimensie en gedragsaspecten van de klimaatverandering; |
7° de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten. | 7° de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten. |
Via een in de ministerraad overlegd koninklijk besluit bepaalt de | Via een in de ministerraad overlegd koninklijk besluit bepaalt de |
Koning de samenstelling, de wijze van benoeming van zijn leden, de | Koning de samenstelling, de wijze van benoeming van zijn leden, de |
werking en de vergoedingsmodaliteiten van het Comité. | werking en de vergoedingsmodaliteiten van het Comité. |
De aanstelling geldt vanaf de dag van de publicatie ervan in het | De aanstelling geldt vanaf de dag van de publicatie ervan in het |
Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
Art. 9.§ 1. Om de doelstellingen van deze wet te bereiken, en in |
Art. 9.§ 1. Om de doelstellingen van deze wet te bereiken, en in |
overeenstemming met de Governanceverordening, is het Comité belast | overeenstemming met de Governanceverordening, is het Comité belast |
met: | met: |
1° het uitbrengen van een jaarlijks advies over de doeltreffendheid | 1° het uitbrengen van een jaarlijks advies over de doeltreffendheid |
van de uitvoering en de impact van de federale beleidslijnen en | van de uitvoering en de impact van de federale beleidslijnen en |
maatregelen; | maatregelen; |
2° het beantwoorden van verzoeken om advies van de regering inzake | 2° het beantwoorden van verzoeken om advies van de regering inzake |
klimaatverandering en de aanpassing hieraan; | klimaatverandering en de aanpassing hieraan; |
3° het uitbrengen van een advies over de verzoeken tot financiering | 3° het uitbrengen van een advies over de verzoeken tot financiering |
van de verschillende beleidslijnen en maatregelen, gebaseerd op de | van de verschillende beleidslijnen en maatregelen, gebaseerd op de |
effectiviteit ervan; | effectiviteit ervan; |
4° het uitbrengen van een advies over teksten, projecten of andere | 4° het uitbrengen van een advies over teksten, projecten of andere |
vraagstukken die de regering voorlegt. | vraagstukken die de regering voorlegt. |
§ 2. Het Comité is een onafhankelijk orgaan dat wordt bijgestaan door | § 2. Het Comité is een onafhankelijk orgaan dat wordt bijgestaan door |
een permanent secretariaat dat in alle onafhankelijkheid belast is met | een permanent secretariaat dat in alle onafhankelijkheid belast is met |
de administratieve taken en voorbereidende werkzaamheden vereist ter | de administratieve taken en voorbereidende werkzaamheden vereist ter |
uitvoering van diens opdrachten. Het secretariaat wordt ingesteld bij | uitvoering van diens opdrachten. Het secretariaat wordt ingesteld bij |
het Centrum voor het Klimaat. | het Centrum voor het Klimaat. |
§ 3. De leden van het Comité zullen in alle onafhankelijkheid hun | § 3. De leden van het Comité zullen in alle onafhankelijkheid hun |
opdrachten vervullen en hun advies verstrekken. Het is elk lid van het | opdrachten vervullen en hun advies verstrekken. Het is elk lid van het |
Comité verboden te beraadslagen over onderwerpen waarin hij, | Comité verboden te beraadslagen over onderwerpen waarin hij, |
rechtstreeks of onrechtstreeks, een persoonlijk of vermogensrechtelijk | rechtstreeks of onrechtstreeks, een persoonlijk of vermogensrechtelijk |
belang heeft. | belang heeft. |
Het mandaat van lid is onverenigbaar met: | Het mandaat van lid is onverenigbaar met: |
- lid zijn van het Europees Parlement, van een van de federale Kamers | - lid zijn van het Europees Parlement, van een van de federale Kamers |
of van een Gemeenschaps- of Gewestparlement; | of van een Gemeenschaps- of Gewestparlement; |
- het lidmaatschap van de federale regering, van een gemeenschaps- of | - het lidmaatschap van de federale regering, van een gemeenschaps- of |
gewestregering of van een provinciaal of gemeentelijk college; | gewestregering of van een provinciaal of gemeentelijk college; |
- de hoedanigheid van ambtenaar, in functie, van een administratie; | - de hoedanigheid van ambtenaar, in functie, van een administratie; |
- lid zijn van een beleidscel van een minister op federaal, | - lid zijn van een beleidscel van een minister op federaal, |
gewestelijk of gemeenschapsniveau. | gewestelijk of gemeenschapsniveau. |
Bij de uitoefening van hun mandaat mogen de leden van het Comité geen | Bij de uitoefening van hun mandaat mogen de leden van het Comité geen |
instructies vragen of ontvangen van de regering of van elke andere | instructies vragen of ontvangen van de regering of van elke andere |
publieke of privépersoon. | publieke of privépersoon. |
§ 4. Het Comité waarborgt dat het publiek toegang heeft tot alle | § 4. Het Comité waarborgt dat het publiek toegang heeft tot alle |
adviezen, aanbevelingen en rapporten vastgesteld krachtens deze wet. | adviezen, aanbevelingen en rapporten vastgesteld krachtens deze wet. |
§ 5. Het Comité brengt jaarlijks verslag uit aan de regering, de Kamer | § 5. Het Comité brengt jaarlijks verslag uit aan de regering, de Kamer |
van Volksvertegenwoordigers en de adviesorganen. | van Volksvertegenwoordigers en de adviesorganen. |
HOOFDSTUK 5. - Financiering | HOOFDSTUK 5. - Financiering |
Art. 10.§ 1. Er wordt een evaluatie-, opvolgings- en |
Art. 10.§ 1. Er wordt een evaluatie-, opvolgings- en |
rapportagemechanisme ingesteld om het bedrag dat equivalent is aan het | rapportagemechanisme ingesteld om het bedrag dat equivalent is aan het |
federale aandeel van de inkomsten uit de veiling van emissierechten | federale aandeel van de inkomsten uit de veiling van emissierechten |
transparant en doelgericht te besteden aan het federale klimaatbeleid. | transparant en doelgericht te besteden aan het federale klimaatbeleid. |
De inkomsten uit de veiling van emissierechten kunnen zowel naar de | De inkomsten uit de veiling van emissierechten kunnen zowel naar de |
bestaande klimaatuitgaven en -investeringen gaan, als naar de | bestaande klimaatuitgaven en -investeringen gaan, als naar de |
financiering van aangescherpte en nieuwe federale beleidslijnen en | financiering van aangescherpte en nieuwe federale beleidslijnen en |
maatregelen. | maatregelen. |
Om geoormerkt te worden als uitgaven die via het federale aandeel in | Om geoormerkt te worden als uitgaven die via het federale aandeel in |
de inkomsten uit de veiling van emissierechten worden gefinancierd, | de inkomsten uit de veiling van emissierechten worden gefinancierd, |
vermelden de federale departementen en overheidsinstellingen in hun | vermelden de federale departementen en overheidsinstellingen in hun |
voortgangsverslagen elk jaar hun uitgaven voor het federaal | voortgangsverslagen elk jaar hun uitgaven voor het federaal |
klimaatbeleid, met inbegrip van de nieuwe financieringsverzoeken die | klimaatbeleid, met inbegrip van de nieuwe financieringsverzoeken die |
ze in het kader van de begrotingsopmaak indienen. Bij die nieuwe | ze in het kader van de begrotingsopmaak indienen. Bij die nieuwe |
financieringsverzoeken vermelden zij een inhoudelijke toelichting en | financieringsverzoeken vermelden zij een inhoudelijke toelichting en |
verantwoorden zij deze vanuit de in de routekaarten opgenomen | verantwoorden zij deze vanuit de in de routekaarten opgenomen |
doelstellingen. | doelstellingen. |
De Dienst Klimaatverandering analyseert de voortgangsverslagen, | De Dienst Klimaatverandering analyseert de voortgangsverslagen, |
inzonderheid de inhoudelijke toelichting bij de nieuwe | inzonderheid de inhoudelijke toelichting bij de nieuwe |
financieringsverzoeken, en dient bij de minister van Klimaat en het | financieringsverzoeken, en dient bij de minister van Klimaat en het |
Comité ten laatste binnen 60 dagen een voorstel van rangorde van de | Comité ten laatste binnen 60 dagen een voorstel van rangorde van de |
uitgaven, met inbegrip van de nieuwe financieringsverzoeken, in. | uitgaven, met inbegrip van de nieuwe financieringsverzoeken, in. |
§ 2. De Dienst Klimaatverandering brengt dit voorstel uit op basis van | § 2. De Dienst Klimaatverandering brengt dit voorstel uit op basis van |
gemeenschappelijke, transparante en objectieve evaluatiecriteria. De | gemeenschappelijke, transparante en objectieve evaluatiecriteria. De |
evaluatiecriteria zullen vastgelegd worden door de Koning bij besluit, | evaluatiecriteria zullen vastgelegd worden door de Koning bij besluit, |
vastgesteld na overleg in de Ministerraad. | vastgesteld na overleg in de Ministerraad. |
§ 3. Op basis van het voorstel van de rangorde van de Dienst | § 3. Op basis van het voorstel van de rangorde van de Dienst |
Klimaatverandering, omkleed met een advies van het Comité, legt de | Klimaatverandering, omkleed met een advies van het Comité, legt de |
minister bevoegd voor klimaat bij de ministerraad jaarlijks uiterlijk | minister bevoegd voor klimaat bij de ministerraad jaarlijks uiterlijk |
op 15 september de rangorde ter goedkeuring voor. | op 15 september de rangorde ter goedkeuring voor. |
§ 4. Na hun goedkeuring in het kader van de begrotingscyclus wordt een | § 4. Na hun goedkeuring in het kader van de begrotingscyclus wordt een |
overzicht van de klimaatuitgaven en -investeringen openbaar gemaakt op | overzicht van de klimaatuitgaven en -investeringen openbaar gemaakt op |
basis van deze rangorde. | basis van deze rangorde. |
Gegeven te Brussel, 15 januari 2024. | Gegeven te Brussel, 15 januari 2024. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Klimaat, | De Minister van Klimaat, |
Z. KHATTABI | Z. KHATTABI |
De Minister van Energie, | De Minister van Energie, |
T. VAN DER STRAETEN | T. VAN DER STRAETEN |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
P. VAN TIGCHELT | P. VAN TIGCHELT |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Kamer van volksvertegenwoordigers | (1) Kamer van volksvertegenwoordigers |
Stukken: Doc 55 3671/ (2022/2023): | Stukken: Doc 55 3671/ (2022/2023): |
001: Wetsontwerp. | 001: Wetsontwerp. |
002: Verslag. | 002: Verslag. |
003: Tekst aangenomen door de commissie. | 003: Tekst aangenomen door de commissie. |
004: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning | 004: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning |
ter bekrachtiging voorgelegd. | ter bekrachtiging voorgelegd. |
Zie ook: | Zie ook: |
Integraal verslag: 20 en 21 december 2023. | Integraal verslag: 20 en 21 december 2023. |