Wet tot oprichting van de « Pensioenen van de Overheidssector » | Wet tot oprichting van de « Pensioenen van de Overheidssector » |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
12 JANUARI 2006. - Wet tot oprichting van de « Pensioenen van de | 12 JANUARI 2006. - Wet tot oprichting van de « Pensioenen van de |
Overheidssector » (1) | Overheidssector » (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling | HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
HOOFDSTUK II. - Definities | HOOFDSTUK II. - Definities |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder : |
1° « de Dienst » : de Pensioendienst voor de overheidssector bedoeld | 1° « de Dienst » : de Pensioendienst voor de overheidssector bedoeld |
in artikel 3; | in artikel 3; |
2° « de minister » : de minister die de pensioenen van de | 2° « de minister » : de minister die de pensioenen van de |
overheidssector onder zijn bevoegdheid heeft; | overheidssector onder zijn bevoegdheid heeft; |
3° « pensioenen van de overheidssector » : | 3° « pensioenen van de overheidssector » : |
a) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas; | a) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas; |
b) de aanvullende voordelen inzake rustpensioen toegekend aan personen | b) de aanvullende voordelen inzake rustpensioen toegekend aan personen |
die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen | die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen |
in een overheidsdienst; | in een overheidsdienst; |
c) de rust- en overlevingspensioenen en de als zodanig geldende | c) de rust- en overlevingspensioenen en de als zodanig geldende |
voordelen toegekend aan de personeelsleden evenals aan de door de | voordelen toegekend aan de personeelsleden evenals aan de door de |
Koning of door de met benoemingsbevoegdheid beklede vergadering | Koning of door de met benoemingsbevoegdheid beklede vergadering |
benoemde leden van de beheers-, bestuurs- en directieorganen : | benoemde leden van de beheers-, bestuurs- en directieorganen : |
- van de provincies, de gemeenten, de agglomeraties van gemeenten, de | - van de provincies, de gemeenten, de agglomeraties van gemeenten, de |
federaties van gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de | federaties van gemeenten, de verenigingen van gemeenten en de |
gemeenschapscommissies; | gemeenschapscommissies; |
- van de geïntegreerde politie; | - van de geïntegreerde politie; |
- van de instellingen waarop het koninklijk besluit nr. 117 van 27 | - van de instellingen waarop het koninklijk besluit nr. 117 van 27 |
februari 1935 tot vaststelling van het statuut der pensioenen van het | februari 1935 tot vaststelling van het statuut der pensioenen van het |
personeel der zelfstandige openbare inrichtingen en der regieën | personeel der zelfstandige openbare inrichtingen en der regieën |
ingesteld door de Staat, van toepassing is; | ingesteld door de Staat, van toepassing is; |
- van de instellingen van openbaar nut waarop de wet van 16 maart 1954 | - van de instellingen van openbaar nut waarop de wet van 16 maart 1954 |
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, van | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, van |
toepassing is; | toepassing is; |
- van de instellingen waarop de wet van 28 april 1958 betreffende het | - van de instellingen waarop de wet van 28 april 1958 betreffende het |
pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut | pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut |
alsmede van hun rechthebbenden, van toepassing is; | alsmede van hun rechthebbenden, van toepassing is; |
- van de hiervoor nog niet bedoelde autonome overheidsbedrijven; | - van de hiervoor nog niet bedoelde autonome overheidsbedrijven; |
- van de andere instellingen waarin de openbare machten een | - van de andere instellingen waarin de openbare machten een |
doorslaggevende rol spelen, ongeacht de juridische vorm waarin zij | doorslaggevende rol spelen, ongeacht de juridische vorm waarin zij |
werden opgericht; | werden opgericht; |
- van de hiervoor nog niet bedoelde publiekrechtelijke rechtspersonen | - van de hiervoor nog niet bedoelde publiekrechtelijke rechtspersonen |
die afhangen van de gemeenschappen of de gewesten; | die afhangen van de gemeenschappen of de gewesten; |
d) de rust- en overlevingspensioenen toegekend aan de leden van de | d) de rust- en overlevingspensioenen toegekend aan de leden van de |
bestendige deputatie, aan de burgemeesters en schepenen, evenals aan | bestendige deputatie, aan de burgemeesters en schepenen, evenals aan |
de mandatarissen van de agglomeraties, van de federaties van | de mandatarissen van de agglomeraties, van de federaties van |
gemeenten, van de verenigingen van gemeenten, van de | gemeenten, van de verenigingen van gemeenten, van de |
gemeenschapscommissies, van de openbare centra voor maatschappelijk | gemeenschapscommissies, van de openbare centra voor maatschappelijk |
welzijn en van de andere instellingen waarin de openbare machten een | welzijn en van de andere instellingen waarin de openbare machten een |
doorslaggevende rol spelen, ongeacht de juridische vorm waarin zij | doorslaggevende rol spelen, ongeacht de juridische vorm waarin zij |
werden opgericht. | werden opgericht. |
Worden eveneens beschouwd als « pensioenen van de overheidssector », | Worden eveneens beschouwd als « pensioenen van de overheidssector », |
alle voordelen die een aanvulling vormen van een in de litterae a) tot | alle voordelen die een aanvulling vormen van een in de litterae a) tot |
en met d) bedoeld pensioen; | en met d) bedoeld pensioen; |
4° « vergoedingspensioenen en oorlogsrenten » : | 4° « vergoedingspensioenen en oorlogsrenten » : |
a) de vergoedingspensioenen toegekend aan de militaire en ermee | a) de vergoedingspensioenen toegekend aan de militaire en ermee |
gelijkgestelde oorlogsslachtoffers evenals de vergoedingspensioenen | gelijkgestelde oorlogsslachtoffers evenals de vergoedingspensioenen |
van vredestijd; | van vredestijd; |
b) de frontstrepen- en gevangenschaps-strepenrenten van de oorlog | b) de frontstrepen- en gevangenschaps-strepenrenten van de oorlog |
1914-1918, de strijders- en gevangenschapsrenten, de mobilisatierenten | 1914-1918, de strijders- en gevangenschapsrenten, de mobilisatierenten |
en de renten voor de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger; | en de renten voor de verplicht ingelijfden bij het Duitse leger; |
c) de renten verbonden aan de nationale ordes; | c) de renten verbonden aan de nationale ordes; |
d) de pensioenen en de renten toegekend aan de rechthebbenden van de | d) de pensioenen en de renten toegekend aan de rechthebbenden van de |
begunstigden van een in de litterae a) en b) bedoeld pensioen of | begunstigden van een in de litterae a) en b) bedoeld pensioen of |
rente. | rente. |
HOOFDSTUK III. - Oprichting van de Pensioendienst | HOOFDSTUK III. - Oprichting van de Pensioendienst |
voor de overheidssector | voor de overheidssector |
Art. 3.Er wordt, onder de benaming « Pensioendienst voor de |
Art. 3.Er wordt, onder de benaming « Pensioendienst voor de |
overheidssector » (PDOS), een openbare instelling met | overheidssector » (PDOS), een openbare instelling met |
rechtspersoonlijkheid opgericht, ingedeeld in categorie A als bedoeld | rechtspersoonlijkheid opgericht, ingedeeld in categorie A als bedoeld |
in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut. | instellingen van openbaar nut. |
De Dienst heeft zijn zetel in het Brusselse Gewest. | De Dienst heeft zijn zetel in het Brusselse Gewest. |
HOOFDSTUK IV. - Opdrachten van de Dienst | HOOFDSTUK IV. - Opdrachten van de Dienst |
Afdeling 1. - Opdrachten inzake de pensioenen van de overheidssector | Afdeling 1. - Opdrachten inzake de pensioenen van de overheidssector |
Onderafdeling 1. - Conceptie- en studieopdrachten | Onderafdeling 1. - Conceptie- en studieopdrachten |
Art. 4.De Dienst heeft tot opdracht : |
Art. 4.De Dienst heeft tot opdracht : |
1° de conceptie, de voorbereiding en de ondersteuning van het beleid. | 1° de conceptie, de voorbereiding en de ondersteuning van het beleid. |
Wat betreft de pensioenen toegekend aan de gewezen personeelsleden | Wat betreft de pensioenen toegekend aan de gewezen personeelsleden |
evenals aan de gewezen leden van de beheers-, bestuurs- en | evenals aan de gewezen leden van de beheers-, bestuurs- en |
directieorganen van de publiekrechtelijke rechtspersonen die afhangen | directieorganen van de publiekrechtelijke rechtspersonen die afhangen |
van de gemeenschappen of de gewesten, is deze opdracht evenwel beperkt | van de gemeenschappen of de gewesten, is deze opdracht evenwel beperkt |
tot de materies die behoren tot de bevoegdheid van de federale | tot de materies die behoren tot de bevoegdheid van de federale |
overheid. | overheid. |
De Dienst kan, op verzoek van de minister of uit eigen initiatief, | De Dienst kan, op verzoek van de minister of uit eigen initiatief, |
juridische, statistische, actuariële, budgettaire, technische en | juridische, statistische, actuariële, budgettaire, technische en |
informaticastudies uitvoeren die betrekking hebben op de wetgeving en | informaticastudies uitvoeren die betrekking hebben op de wetgeving en |
de reglementering inzake de pensioenen van de overheidssector; | de reglementering inzake de pensioenen van de overheidssector; |
2° de redactie van voorontwerpen van wet of van koninklijk besluit en | 2° de redactie van voorontwerpen van wet of van koninklijk besluit en |
de reglementering met inbegrip van de omzetting van de internationale | de reglementering met inbegrip van de omzetting van de internationale |
reglementering in het Belgisch recht; | reglementering in het Belgisch recht; |
3° elke taak uit te voeren die hem wordt toevertrouwd door de | 3° elke taak uit te voeren die hem wordt toevertrouwd door de |
minister, meer bepaald om de naleving en de uniforme toepassing van de | minister, meer bepaald om de naleving en de uniforme toepassing van de |
wetgeving en de reglementering inzake de pensioenen van de | wetgeving en de reglementering inzake de pensioenen van de |
overheidssector te verzekeren. Te dien einde kan de Dienst meer | overheidssector te verzekeren. Te dien einde kan de Dienst meer |
bepaald gemachtigd worden de wettigheid en het bedrag van de | bepaald gemachtigd worden de wettigheid en het bedrag van de |
pensioenen van de overheidssector te controleren die toegekend worden | pensioenen van de overheidssector te controleren die toegekend worden |
door andere pensioenbeheersinstellingen dan de Dienst; | door andere pensioenbeheersinstellingen dan de Dienst; |
4° adviezen uit te brengen over elke vraag met betrekking tot de | 4° adviezen uit te brengen over elke vraag met betrekking tot de |
pensioenen van de overheidssector of een categorie ervan. | pensioenen van de overheidssector of een categorie ervan. |
Onderafdeling 2. - Financiële opdrachten | Onderafdeling 2. - Financiële opdrachten |
Art. 5.De Dienst heeft tot opdracht : |
Art. 5.De Dienst heeft tot opdracht : |
1° de ontvangsten verbonden aan zijn opdrachten te innen; | 1° de ontvangsten verbonden aan zijn opdrachten te innen; |
2° voor elke sociaal verzekerde de in zijn naam gestorte bijdragen | 2° voor elke sociaal verzekerde de in zijn naam gestorte bijdragen |
individueel te controleren. | individueel te controleren. |
Onderafdeling 3. - Uitvoerende opdrachten | Onderafdeling 3. - Uitvoerende opdrachten |
Art. 6.De Dienst heeft tot opdracht : |
Art. 6.De Dienst heeft tot opdracht : |
1° het recht vast te stellen op : | 1° het recht vast te stellen op : |
a) de rust- en overlevingspensioenen, de renten en de vergoedingen ten | a) de rust- en overlevingspensioenen, de renten en de vergoedingen ten |
laste van de Staatskas; | laste van de Staatskas; |
b) de rust- en overlevingspensioenen : | b) de rust- en overlevingspensioenen : |
- ten laste van het pensioenstelsel, ingesteld bij de wet van 28 april | - ten laste van het pensioenstelsel, ingesteld bij de wet van 28 april |
1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen | 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen |
van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden; | van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden; |
- ten laste van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale | - ten laste van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale |
overheden bedoeld in artikel 1bis, c), van de wet van 6 augustus 1993 | overheden bedoeld in artikel 1bis, c), van de wet van 6 augustus 1993 |
betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de | betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de |
plaatselijke besturen en ten laste van het stelsel van de nieuwe bij | plaatselijke besturen en ten laste van het stelsel van de nieuwe bij |
de Rijksdienst aangeslotenen bedoeld in artikel 1bis, d), van dezelfde | de Rijksdienst aangeslotenen bedoeld in artikel 1bis, d), van dezelfde |
wet; | wet; |
- ten laste van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde | - ten laste van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde |
politie; | politie; |
- ten laste van de machten of openbare instellingen die, bij | - ten laste van de machten of openbare instellingen die, bij |
overeenkomst, het beheer van hun pensioenen aan de Dienst toevertrouwd | overeenkomst, het beheer van hun pensioenen aan de Dienst toevertrouwd |
hebben en ten laste van de machten of openbare instellingen die een | hebben en ten laste van de machten of openbare instellingen die een |
overeenkomst inzake hun pensioenplan afgesloten hebben met een | overeenkomst inzake hun pensioenplan afgesloten hebben met een |
voorzorgsinstelling die het beheer van deze pensioenen in | voorzorgsinstelling die het beheer van deze pensioenen in |
onderaanneming toevertrouwd heeft aan de Dienst. De Dienst legt de | onderaanneming toevertrouwd heeft aan de Dienst. De Dienst legt de |
ontwerpbeslissing betreffende de toekenning van deze voordelen ter | ontwerpbeslissing betreffende de toekenning van deze voordelen ter |
goedkeuring voor aan de betrokken macht of openbare instelling. | goedkeuring voor aan de betrokken macht of openbare instelling. |
2° het bedrag te bepalen van de in 1° bedoelde pensioenen, renten en | 2° het bedrag te bepalen van de in 1° bedoelde pensioenen, renten en |
vergoedingen; | vergoedingen; |
3° het beheer en de opvolging te verzekeren van de in 1° bedoelde | 3° het beheer en de opvolging te verzekeren van de in 1° bedoelde |
pensioenen, renten en vergoedingen; | pensioenen, renten en vergoedingen; |
4° de betalingsinstructies voor de in 1° bedoelde prestaties te geven, | 4° de betalingsinstructies voor de in 1° bedoelde prestaties te geven, |
wanneer de voorwaarden vervuld zijn waaraan de betaling van deze | wanneer de voorwaarden vervuld zijn waaraan de betaling van deze |
prestaties onderworpen is; | prestaties onderworpen is; |
5° de betalingsinstructies te geven voor de renten toegekend tot | 5° de betalingsinstructies te geven voor de renten toegekend tot |
vergoeding van de schade voortvloeiend uit arbeidsongevallen, | vergoeding van de schade voortvloeiend uit arbeidsongevallen, |
ongevallen op de weg naar en van het werk en beroepsziekten, ten laste | ongevallen op de weg naar en van het werk en beroepsziekten, ten laste |
van de Staatskas of waarvan de Staat de betaling verzekert; | van de Staatskas of waarvan de Staat de betaling verzekert; |
6° voor rekening van de federale overheid de vorderingen tot | 6° voor rekening van de federale overheid de vorderingen tot |
indeplaatsstelling of inzake burgerlijke aansprakelijkheid te voeren | indeplaatsstelling of inzake burgerlijke aansprakelijkheid te voeren |
tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor het ongeval of de | tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor het ongeval of de |
beroepsziekte, indien het renten ten laste van de Staatskas betreft, | beroepsziekte, indien het renten ten laste van de Staatskas betreft, |
toegekend aan personeelsleden waarvan de bezoldiging niet ten laste is | toegekend aan personeelsleden waarvan de bezoldiging niet ten laste is |
van de Staatskas, of aan hun rechthebbenden. | van de Staatskas, of aan hun rechthebbenden. |
Art. 7.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de |
Art. 7.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de |
Ministerraad, elke andere opdracht inzake de pensioenen van de | Ministerraad, elke andere opdracht inzake de pensioenen van de |
overheidssector aan de Dienst toevertrouwen. | overheidssector aan de Dienst toevertrouwen. |
Afdeling 2. - Opdrachten inzake de vergoedingspensioenen en de | Afdeling 2. - Opdrachten inzake de vergoedingspensioenen en de |
oorlogsrenten | oorlogsrenten |
Onderafdeling 1. - Conceptie- en studieopdrachten | Onderafdeling 1. - Conceptie- en studieopdrachten |
Art. 8.De Dienst heeft tot opdracht : |
Art. 8.De Dienst heeft tot opdracht : |
1° de conceptie, de voorbereiding en de ondersteuning van het beleid. | 1° de conceptie, de voorbereiding en de ondersteuning van het beleid. |
De Dienst kan meer bepaald, op verzoek van de minister of uit eigen | De Dienst kan meer bepaald, op verzoek van de minister of uit eigen |
initiatief en in voorkomend geval in overleg met de minister die de | initiatief en in voorkomend geval in overleg met de minister die de |
oorlogsslachtoffers onder zijn bevoegdheid heeft, juridische, | oorlogsslachtoffers onder zijn bevoegdheid heeft, juridische, |
statistische, actuariële, budgettaire, technische en | statistische, actuariële, budgettaire, technische en |
informaticastudies uitvoeren die betrekking hebben op de wetgeving en | informaticastudies uitvoeren die betrekking hebben op de wetgeving en |
de reglementering inzake de vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten; | de reglementering inzake de vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten; |
2° de redactie van voorontwerpen van wet of van koninklijk besluit en | 2° de redactie van voorontwerpen van wet of van koninklijk besluit en |
de reglementering; | de reglementering; |
3° advies uit te brengen over elke vraag met betrekking tot de | 3° advies uit te brengen over elke vraag met betrekking tot de |
vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten. | vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten. |
Onderafdeling 2. - Uitvoerende opdrachten | Onderafdeling 2. - Uitvoerende opdrachten |
Art. 9.De Dienst heeft tot opdracht : |
Art. 9.De Dienst heeft tot opdracht : |
1° het recht vast te stellen op de vergoedingspensioenen en de | 1° het recht vast te stellen op de vergoedingspensioenen en de |
oorlogsrenten; | oorlogsrenten; |
2° het bedrag te bepalen van de in 1° bedoelde pensioenen en renten; | 2° het bedrag te bepalen van de in 1° bedoelde pensioenen en renten; |
3° het beheer en de opvolging te verzekeren van de in 1° bedoelde | 3° het beheer en de opvolging te verzekeren van de in 1° bedoelde |
pensioenen en renten; | pensioenen en renten; |
4° de betalingsinstructies voor de in 1° bedoelde prestaties te geven, | 4° de betalingsinstructies voor de in 1° bedoelde prestaties te geven, |
wanneer de voorwaarden vervuld zijn waaraan de betaling van deze | wanneer de voorwaarden vervuld zijn waaraan de betaling van deze |
prestaties onderworpen is. | prestaties onderworpen is. |
Art. 10.De Koning kan, bij een besluit vastgelegd na overleg in de |
Art. 10.De Koning kan, bij een besluit vastgelegd na overleg in de |
Ministerraad, elke andere opdracht inzake de vergoedingspensioenen en | Ministerraad, elke andere opdracht inzake de vergoedingspensioenen en |
de oorlogsrenten aan de Dienst toevertrouwen. | de oorlogsrenten aan de Dienst toevertrouwen. |
Afdeling 3. - Informatieopdrachten | Afdeling 3. - Informatieopdrachten |
Art. 11.De Dienst informeert het publiek evenals de geïnteresseerde |
Art. 11.De Dienst informeert het publiek evenals de geïnteresseerde |
socio-economische en professionele middens over : | socio-economische en professionele middens over : |
1° de inhoud van de wetgeving en de reglementering inzake de | 1° de inhoud van de wetgeving en de reglementering inzake de |
pensioenen van de overheidssector; | pensioenen van de overheidssector; |
2° de inhoud van de wetgeving en de reglementering inzake de | 2° de inhoud van de wetgeving en de reglementering inzake de |
vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten; | vergoedingspensioenen en de oorlogsrenten; |
3° de statistische en actuariële gegevens inzake de pensioenen van de | 3° de statistische en actuariële gegevens inzake de pensioenen van de |
overheidssector, meer bepaald via een jaarverslag. | overheidssector, meer bepaald via een jaarverslag. |
De Dienst bezorgt iedere gepensioneerde individuele informatie over | De Dienst bezorgt iedere gepensioneerde individuele informatie over |
zijn pensioen, in voorkomend geval rekening houdend met andere | zijn pensioen, in voorkomend geval rekening houdend met andere |
voordelen die de gepensioneerde geniet. | voordelen die de gepensioneerde geniet. |
De Dienst biedt ieder personeelslid van de overheidssector waarvoor | De Dienst biedt ieder personeelslid van de overheidssector waarvoor |
hij bevoegd is, in voorkomend geval in samenwerking met de andere | hij bevoegd is, in voorkomend geval in samenwerking met de andere |
pensioendiensten, de mogelijkheid individuele informatie over zijn | pensioendiensten, de mogelijkheid individuele informatie over zijn |
toekomstig pensioen te verkrijgen. | toekomstig pensioen te verkrijgen. |
Art. 12.De Dienst legt elk jaar aan de minister een jaarverslag voor |
Art. 12.De Dienst legt elk jaar aan de minister een jaarverslag voor |
over zijn werkzaamheden gedurende het voorbije dienstjaar. | over zijn werkzaamheden gedurende het voorbije dienstjaar. |
HOOFDSTUK V. - Budgettaire bepalingen | HOOFDSTUK V. - Budgettaire bepalingen |
Art. 13.De begroting van de « Pensioendienst voor de overheidssector |
Art. 13.De begroting van de « Pensioendienst voor de overheidssector |
» omvat twee onderscheiden gedeelten : | » omvat twee onderscheiden gedeelten : |
1° de opdrachtenbegroting die de ontvangsten en uitgaven omvat die | 1° de opdrachtenbegroting die de ontvangsten en uitgaven omvat die |
betrekking hebben op de wettelijke opdrachten van de Dienst; | betrekking hebben op de wettelijke opdrachten van de Dienst; |
2° de beheersbegroting die de ontvangsten en uitgaven omvat die | 2° de beheersbegroting die de ontvangsten en uitgaven omvat die |
betrekking hebben op het beheer van de Dienst. | betrekking hebben op het beheer van de Dienst. |
Art. 14.De Dienst wordt gefinancierd door : |
Art. 14.De Dienst wordt gefinancierd door : |
1° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de | 1° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de |
federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten | federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten |
inzake de pensioenen van de overheidssector; | inzake de pensioenen van de overheidssector; |
2° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de | 2° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de |
federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten | federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten |
inzake de vergoedingspensioenen en oorlogsrenten; | inzake de vergoedingspensioenen en oorlogsrenten; |
3° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de | 3° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de |
federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten | federale overheid voor de uitoefening van zijn wettelijke opdrachten |
inzake de arbeidsongevallenrenten; | inzake de arbeidsongevallenrenten; |
4° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de | 4° een dotatie ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de |
federale overheid voor het beheer van de Dienst; | federale overheid voor het beheer van de Dienst; |
5° alle andere ontvangsten die betrekking hebben op zijn opdrachten en | 5° alle andere ontvangsten die betrekking hebben op zijn opdrachten en |
zijn beheer. | zijn beheer. |
HOOFDSTUK VI. - Technisch comité voor de pensioenen van de | HOOFDSTUK VI. - Technisch comité voor de pensioenen van de |
overheidssector | overheidssector |
Art. 15.Er wordt bij de Dienst een Technisch comité voor de |
Art. 15.Er wordt bij de Dienst een Technisch comité voor de |
pensioenen van de overheidssector opgericht. Dit comité is uitsluitend | pensioenen van de overheidssector opgericht. Dit comité is uitsluitend |
bevoegd is voor de pensioenen van de overheidssector. | bevoegd is voor de pensioenen van de overheidssector. |
Art. 16.De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in |
Art. 16.De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in |
de Ministerraad, de samenstelling van dit comité en de nadere regels | de Ministerraad, de samenstelling van dit comité en de nadere regels |
inzake de aanwijzing van zijn leden en van hun plaatsvervangers | inzake de aanwijzing van zijn leden en van hun plaatsvervangers |
evenals de nadere regels inzake zijn werking. | evenals de nadere regels inzake zijn werking. |
HOOFDSTUK VII. - Het dagelijks beheer van de Dienst | HOOFDSTUK VII. - Het dagelijks beheer van de Dienst |
Art. 17.De Dienst is onderworpen aan het hiërarchisch gezag van de |
Art. 17.De Dienst is onderworpen aan het hiërarchisch gezag van de |
minister. | minister. |
De minister kan sommige van zijn bevoegdheden delegeren aan de | De minister kan sommige van zijn bevoegdheden delegeren aan de |
administrateur-generaal en aan de adjunct-administrateur-generaal. | administrateur-generaal en aan de adjunct-administrateur-generaal. |
Art. 18.§ 1. Het dagelijks beheer van de Dienst wordt toevertrouwd |
Art. 18.§ 1. Het dagelijks beheer van de Dienst wordt toevertrouwd |
aan een administrateur-generaal. | aan een administrateur-generaal. |
De administrateur-generaal verzekert, onder het gezag en de controle | De administrateur-generaal verzekert, onder het gezag en de controle |
van de minister, de werking van de Dienst. | van de minister, de werking van de Dienst. |
De administrateur-generaal is ertoe gemachtigd, met het akkoord van de | De administrateur-generaal is ertoe gemachtigd, met het akkoord van de |
minister, een deel van de hem verleende bevoegdheden evenals het | minister, een deel van de hem verleende bevoegdheden evenals het |
ondertekenen van sommige stukken en brieven te delegeren. | ondertekenen van sommige stukken en brieven te delegeren. |
§ 2. De administrateur-generaal vertegenwoordigt de Dienst in | § 2. De administrateur-generaal vertegenwoordigt de Dienst in |
gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treedt | gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treedt |
rechtsgeldig in zijn naam en voor zijn rekening op, zonder dat hij | rechtsgeldig in zijn naam en voor zijn rekening op, zonder dat hij |
zulks door een specifiek mandaat moet staven. | zulks door een specifiek mandaat moet staven. |
Art. 19.De administrateur-generaal wordt bij de uitoefening van zijn |
Art. 19.De administrateur-generaal wordt bij de uitoefening van zijn |
opdrachten bijgestaan door een adjunct-administrateur-generaal. De | opdrachten bijgestaan door een adjunct-administrateur-generaal. De |
adjunct-administrateur-generaal behoort tot de andere taalrol dan de | adjunct-administrateur-generaal behoort tot de andere taalrol dan de |
administrateur-generaal. | administrateur-generaal. |
Art. 20.De Koning bepaalt, bij een besluit vastgelegd na overleg in |
Art. 20.De Koning bepaalt, bij een besluit vastgelegd na overleg in |
de Ministerraad, het statuut en de wijze van de aanstelling van de | de Ministerraad, het statuut en de wijze van de aanstelling van de |
administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal. | administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal. |
Art. 21.§ 1. De administrateur-generaal wordt bij de uitoefening van |
Art. 21.§ 1. De administrateur-generaal wordt bij de uitoefening van |
zijn opdrachten bijgestaan door een Directiecomité dat hij voorzit. | zijn opdrachten bijgestaan door een Directiecomité dat hij voorzit. |
Het Directiecomité is samengesteld uit de administrateur-generaal, de | Het Directiecomité is samengesteld uit de administrateur-generaal, de |
adjunct-administrateur-generaal en ten minste vier andere leden | adjunct-administrateur-generaal en ten minste vier andere leden |
aangesteld door de minister onder de leidende ambtenaren van de | aangesteld door de minister onder de leidende ambtenaren van de |
Dienst. Deze aanstellingen gebeuren zodanig dat de taalpariteit binnen | Dienst. Deze aanstellingen gebeuren zodanig dat de taalpariteit binnen |
het Comité verzekerd is. | het Comité verzekerd is. |
Het Directiecomité stelt zijn huishoudelijk reglement vast. | Het Directiecomité stelt zijn huishoudelijk reglement vast. |
§ 2. Tot aan de aanstelling van de leden van het in § 1 bedoelde | § 2. Tot aan de aanstelling van de leden van het in § 1 bedoelde |
Directiecomité worden de bevoegdheden ervan uitgeoefend door de | Directiecomité worden de bevoegdheden ervan uitgeoefend door de |
Directieraad van de Administratie der Pensioenen. | Directieraad van de Administratie der Pensioenen. |
Tot op die datum blijft het huishoudelijk reglement van de | Tot op die datum blijft het huishoudelijk reglement van de |
Directieraad van de Administratie der Pensioenen van toepassing. | Directieraad van de Administratie der Pensioenen van toepassing. |
Art. 22.Wanneer de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, |
Art. 22.Wanneer de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, |
worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de | worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de |
adjunct-administrateur-generaal. | adjunct-administrateur-generaal. |
Wanneer zowel de administrateur-generaal als de | Wanneer zowel de administrateur-generaal als de |
adjunct-administrateur-generaal afwezig of verhinderd zijn, worden hun | adjunct-administrateur-generaal afwezig of verhinderd zijn, worden hun |
bevoegdheden uitgeoefend door het oudste lid van het Directiecomité. | bevoegdheden uitgeoefend door het oudste lid van het Directiecomité. |
HOOFDSTUK VIII. - Personeel van de Dienst | HOOFDSTUK VIII. - Personeel van de Dienst |
Art. 23.De andere personeelsleden van de Dienst dan die bedoeld in de |
Art. 23.De andere personeelsleden van de Dienst dan die bedoeld in de |
artikelen 18 en 19 worden benoemd, bevorderd en afgezet door de | artikelen 18 en 19 worden benoemd, bevorderd en afgezet door de |
Minister overeenkomstig de regels van het personeelsstatuut. | Minister overeenkomstig de regels van het personeelsstatuut. |
Art. 24.§ 1. Alle personen die op 31 december 2005 hun werkzaamheden |
Art. 24.§ 1. Alle personen die op 31 december 2005 hun werkzaamheden |
uitoefenen binnen de Administratie der Pensioenen van het ministerie | uitoefenen binnen de Administratie der Pensioenen van het ministerie |
van Financiën worden, bij een koninklijk besluit vastgelegd na overleg | van Financiën worden, bij een koninklijk besluit vastgelegd na overleg |
in de Ministerraad, op 1 januari 2006 ambtshalve overgedragen naar de | in de Ministerraad, op 1 januari 2006 ambtshalve overgedragen naar de |
Dienst. Hetzelfde geldt voor de personeelsleden van de Administratie | Dienst. Hetzelfde geldt voor de personeelsleden van de Administratie |
der Pensioenen die op 31 december 2005 tijdelijk afwezig zijn. | der Pensioenen die op 31 december 2005 tijdelijk afwezig zijn. |
De lijst van de overgedragen personeelsleden wordt in het Belgisch | De lijst van de overgedragen personeelsleden wordt in het Belgisch |
Staatsblad bekendgemaakt als bijlage bij het in het eerste lid | Staatsblad bekendgemaakt als bijlage bij het in het eerste lid |
bedoelde koninklijk besluit. | bedoelde koninklijk besluit. |
§ 2. De overgedragen personeelsleden behouden de hoedanigheid van | § 2. De overgedragen personeelsleden behouden de hoedanigheid van |
stagedoend personeelslid, vast benoemd personeelslid of contractueel | stagedoend personeelslid, vast benoemd personeelslid of contractueel |
personeelslid die zij hadden de dag vóór hun overdracht. | personeelslid die zij hadden de dag vóór hun overdracht. |
Het stagedoend personeelslid wordt geacht titularis te zijn van de | Het stagedoend personeelslid wordt geacht titularis te zijn van de |
graad of van de klasse waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. | graad of van de klasse waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. |
§ 3. De overgedragen personeelsleden behouden hun niveau-, graad-, | § 3. De overgedragen personeelsleden behouden hun niveau-, graad-, |
dienst- en klassenanciënniteit evenals hun taalrol. | dienst- en klassenanciënniteit evenals hun taalrol. |
§ 4. De overgedragen personeelsleden behouden de laatste evaluatie die | § 4. De overgedragen personeelsleden behouden de laatste evaluatie die |
hun werd toegekend binnen het ministerie van Financiën. Deze evaluatie | hun werd toegekend binnen het ministerie van Financiën. Deze evaluatie |
blijft geldig tot aan de toekenning van een nieuwe evaluatie binnen de | blijft geldig tot aan de toekenning van een nieuwe evaluatie binnen de |
Dienst. | Dienst. |
§ 5. De personeelsleden die geslaagd zijn voor een examen of een | § 5. De personeelsleden die geslaagd zijn voor een examen of een |
vergelijkende selectie voor overgang naar het hoger niveau of voor een | vergelijkende selectie voor overgang naar het hoger niveau of voor een |
examen of een selectie voor verhoging in graad of voor een gedeelte | examen of een selectie voor verhoging in graad of voor een gedeelte |
van deze examens of selecties, georganiseerd binnen het ministerie van | van deze examens of selecties, georganiseerd binnen het ministerie van |
Financiën, behouden het voordeel van dit slagen. | Financiën, behouden het voordeel van dit slagen. |
§ 6. Tot op het ogenblik waarop in de Dienst nieuwe bepalingen van | § 6. Tot op het ogenblik waarop in de Dienst nieuwe bepalingen van |
kracht worden, blijven de personeelsleden van de Dienst onderworpen | kracht worden, blijven de personeelsleden van de Dienst onderworpen |
aan de bepalingen die op hen van toepassing waren inzake toelagen, | aan de bepalingen die op hen van toepassing waren inzake toelagen, |
premies, vergoedingen en andere voordelen binnen het ministerie van | premies, vergoedingen en andere voordelen binnen het ministerie van |
Financiën. Zij behouden deze voordelen slechts voor zover deze | Financiën. Zij behouden deze voordelen slechts voor zover deze |
regelmatig werden toegekend en de voorwaarden waaronder ze werden | regelmatig werden toegekend en de voorwaarden waaronder ze werden |
toegekend in hoofde van de begunstigden zijn blijven bestaan. | toegekend in hoofde van de begunstigden zijn blijven bestaan. |
§ 7. Alle personeelsleden worden overgedragen met behoud van hun | § 7. Alle personeelsleden worden overgedragen met behoud van hun |
bezoldiging en van de geldelijke anciënniteit die zij de dag vóór hun | bezoldiging en van de geldelijke anciënniteit die zij de dag vóór hun |
overdracht verworven hadden krachtens de wettelijke en reglementaire | overdracht verworven hadden krachtens de wettelijke en reglementaire |
bepalingen die op die datum op hen toepasselijk waren. | bepalingen die op die datum op hen toepasselijk waren. |
Art. 25.De op de datum van de overdracht lopende beroepsprocedures |
Art. 25.De op de datum van de overdracht lopende beroepsprocedures |
worden verdergezet door de Dienst. | worden verdergezet door de Dienst. |
Art. 26.§ 1. De vast benoemde personeelsleden van de Dienst genieten |
Art. 26.§ 1. De vast benoemde personeelsleden van de Dienst genieten |
een rustpensioen ten laste van de Staatskas onder dezelfde voorwaarden | een rustpensioen ten laste van de Staatskas onder dezelfde voorwaarden |
en volgens dezelfde nadere regels als die welke toepasselijk zijn op | en volgens dezelfde nadere regels als die welke toepasselijk zijn op |
de vast benoemde personeelsleden van de federale overheid. | de vast benoemde personeelsleden van de federale overheid. |
§ 2. Voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen | § 2. Voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen |
inzake pensioenen, wordt de bij de Administratie der Pensioenen van | inzake pensioenen, wordt de bij de Administratie der Pensioenen van |
het ministerie van Financiën gepresteerde diensttijd beschouwd als bij | het ministerie van Financiën gepresteerde diensttijd beschouwd als bij |
de Dienst gepresteerde diensttijd. | de Dienst gepresteerde diensttijd. |
HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen | HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen |
Art. 27.Alle goederen, rechten en wettelijke en contractuele plichten |
Art. 27.Alle goederen, rechten en wettelijke en contractuele plichten |
betreffende de door de Administratie der Pensioenen van het ministerie | betreffende de door de Administratie der Pensioenen van het ministerie |
van Financiën uitgeoefende opdrachten worden door de Koning | van Financiën uitgeoefende opdrachten worden door de Koning |
overgedragen naar de Dienst. | overgedragen naar de Dienst. |
De lijst van overgedragen goederen, rechten en plichten wordt in het | De lijst van overgedragen goederen, rechten en plichten wordt in het |
Belgisch Staatsblad bekendgemaakt als bijlage bij het in het eerste | Belgisch Staatsblad bekendgemaakt als bijlage bij het in het eerste |
lid bedoelde besluit. | lid bedoelde besluit. |
Art. 28.De Dienst wordt gelijkgesteld met de Staat voor de toepassing |
Art. 28.De Dienst wordt gelijkgesteld met de Staat voor de toepassing |
van de wetten en de reglementering betreffende de directe belastingen | van de wetten en de reglementering betreffende de directe belastingen |
die geheven worden ten voordele van de Staat, evenals de belastingen | die geheven worden ten voordele van de Staat, evenals de belastingen |
geheven ten voordele van de provincies en de gemeenten. | geheven ten voordele van de provincies en de gemeenten. |
Art. 29.Voor de toepassing van de wet van 15 januari 1990 houdende |
Art. 29.Voor de toepassing van de wet van 15 januari 1990 houdende |
oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale | oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale |
zekerheid wordt de Dienst geacht een openbare instelling van sociale | zekerheid wordt de Dienst geacht een openbare instelling van sociale |
zekerheid in de zin van artikel 2, 2°, a) van die wet te zijn. | zekerheid in de zin van artikel 2, 2°, a) van die wet te zijn. |
Art. 30.De Koning regelt, bij een besluit vastgesteld na overleg in |
Art. 30.De Koning regelt, bij een besluit vastgesteld na overleg in |
de Ministerraad, de organisatie en de werking van de Dienst, voor | de Ministerraad, de organisatie en de werking van de Dienst, voor |
alles wat niet door deze wet of door de wet van 16 maart 1954 | alles wat niet door deze wet of door de wet van 16 maart 1954 |
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut |
geregeld is. | geregeld is. |
HOOFDSTUK X. - Wijzigende bepalingen | HOOFDSTUK X. - Wijzigende bepalingen |
Art. 31.Artikel 38 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en |
Art. 31.Artikel 38 van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en |
kerkelijke pensioenen, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 16 van 15 | kerkelijke pensioenen, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 16 van 15 |
oktober 1934 en bij de wet van 11 april 2005, wordt vervangen door de | oktober 1934 en bij de wet van 11 april 2005, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
« Art. 38.De Pensioendienst voor de overheids sector wordt |
« Art. 38.De Pensioendienst voor de overheids sector wordt |
gefinancierd door dotaties ingeschreven in de algemene | gefinancierd door dotaties ingeschreven in de algemene |
uitgavenbegroting van de federale staat en door ontvangsten die | uitgavenbegroting van de federale staat en door ontvangsten die |
betrekking hebben op zijn opdrachten en zijn beheer. » | betrekking hebben op zijn opdrachten en zijn beheer. » |
Art. 32.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
Art. 32.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
controle op sommige instellingen van openbaar nut wordt de categorie A | controle op sommige instellingen van openbaar nut wordt de categorie A |
aangevuld met de woorden "Pensioendienst voor de overheidssector », in | aangevuld met de woorden "Pensioendienst voor de overheidssector », in |
te voegen in de alfabetische rangorde. | te voegen in de alfabetische rangorde. |
Art. 33.In artikel 4, § 3, van de wet van 28 april 1958 betreffende |
Art. 33.In artikel 4, § 3, van de wet van 28 april 1958 betreffende |
het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut | het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut |
alsmede van hun rechthebbenden, worden de woorden « in de Openbare | alsmede van hun rechthebbenden, worden de woorden « in de Openbare |
Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de | Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de |
overheidssector ». | overheidssector ». |
Art. 34.In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen |
Art. 34.In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1° in § 2 worden de woorden « de Openbare Schatkist » vervangen door | 1° in § 2 worden de woorden « de Openbare Schatkist » vervangen door |
de woorden "de Pensioendienst voor de overheidssector »; | de woorden "de Pensioendienst voor de overheidssector »; |
2° in § 4, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999 worden de woorden | 2° in § 4, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999 worden de woorden |
« bij de Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « bij de | « bij de Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « bij de |
Pensioendienst voor de overheidssector »; | Pensioendienst voor de overheidssector »; |
3° in § 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, | 3° in § 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, |
worden de woorden « de Openbare Schatkist » vervangen door de woorden | worden de woorden « de Openbare Schatkist » vervangen door de woorden |
« de Pensioendienst voor de overheidssector »; | « de Pensioendienst voor de overheidssector »; |
4° in § 5, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, | 4° in § 5, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, |
worden de woorden « voor het organieke fonds van de Begroting van | worden de woorden « voor het organieke fonds van de Begroting van |
pensioenen, genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen | pensioenen, genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen |
door de woorden « voor de financiering van de pensioenen ten laste van | door de woorden « voor de financiering van de pensioenen ten laste van |
de Staatskas. ». | de Staatskas. ». |
Art. 35.In artikel 12bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van |
Art. 35.In artikel 12bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van |
29 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | 29 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in § 1, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991 en de | 1° in § 1, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991 en de |
programmawet van 30 december 2001, worden de woorden « aan de Openbare | programmawet van 30 december 2001, worden de woorden « aan de Openbare |
Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de | Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de |
overheidssector », en de woorden « bij de Openbare Schatkist » | overheidssector », en de woorden « bij de Openbare Schatkist » |
vervangen door de woorden « bij de Pensioendienst voor de | vervangen door de woorden « bij de Pensioendienst voor de |
overheidssector »; | overheidssector »; |
2° in § 1, vijfde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991 en de | 2° in § 1, vijfde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991 en de |
programmawet van 30 december 2001, worden de woorden « aan de Openbare | programmawet van 30 december 2001, worden de woorden « aan de Openbare |
Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de | Schatkist » vervangen door de woorden « aan de Pensioendienst voor de |
overheidssector », de woorden « bij de Openbare Schatkist » vervangen | overheidssector », de woorden « bij de Openbare Schatkist » vervangen |
door de woorden « bij de Pensioendienst voor de overheidssector » en | door de woorden « bij de Pensioendienst voor de overheidssector » en |
de woorden « voor het organieke fonds van de Begroting van pensioenen, | de woorden « voor het organieke fonds van de Begroting van pensioenen, |
genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen door de | genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen door de |
woorden « voor de financiering van de pensioenen ten laste van de | woorden « voor de financiering van de pensioenen ten laste van de |
Staatskas. »; | Staatskas. »; |
3° in § 3, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991, worden | 3° in § 3, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991, worden |
de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « | de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « |
Pensioendienst voor de overheidssector » en de woorden « voor het | Pensioendienst voor de overheidssector » en de woorden « voor het |
organieke fonds van de Begroting van pensioenen, genaamd « Fonds voor | organieke fonds van de Begroting van pensioenen, genaamd « Fonds voor |
Overlevingspensioenen » » vervangen door de woorden « voor de | Overlevingspensioenen » » vervangen door de woorden « voor de |
financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas ». | financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas ». |
Art. 36.In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen |
Art. 36.In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen |
aangebracht : | aangebracht : |
1° § 7, toegevoegd bij het koninklijk besluit nr. 23 van 27 november | 1° § 7, toegevoegd bij het koninklijk besluit nr. 23 van 27 november |
1978, wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1978, wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« De sommen met betrekking tot de in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde | « De sommen met betrekking tot de in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde |
subrogaties dienen te worden gestort aan de Pensioendienst voor de | subrogaties dienen te worden gestort aan de Pensioendienst voor de |
overheidssector. | overheidssector. |
De aan deze dienst gestorte sommen uit hoofde van de bij de §§ 1 en 2 | De aan deze dienst gestorte sommen uit hoofde van de bij de §§ 1 en 2 |
bedoelde subrogatie in de rechten die de betrokkenen putten uit de | bedoelde subrogatie in de rechten die de betrokkenen putten uit de |
rustpensioenregeling voor arbeiders, bedienden, zeelieden of | rustpensioenregeling voor arbeiders, bedienden, zeelieden of |
werknemers, worden verdeeld onder de machten en instellingen die de | werknemers, worden verdeeld onder de machten en instellingen die de |
last dragen van het rustpensioen evenredig met het bedrag van het hun | last dragen van het rustpensioen evenredig met het bedrag van het hun |
ten laste gelegde aandeel. | ten laste gelegde aandeel. |
Wat betreft de machten en instellingen waarop de voormelde wet van 14 | Wat betreft de machten en instellingen waarop de voormelde wet van 14 |
april 1965 van toepassing is, de Staatskas en de bij de huidige wet | april 1965 van toepassing is, de Staatskas en de bij de huidige wet |
bedoelde instellingen van openbaar nut uitgezonderd, komt het gedeelte | bedoelde instellingen van openbaar nut uitgezonderd, komt het gedeelte |
van de subrogatie dat hun toekomt krachtens het voorgaande lid in | van de subrogatie dat hun toekomt krachtens het voorgaande lid in |
mindering van het hun ten laste gelegde aandeel. »; | mindering van het hun ten laste gelegde aandeel. »; |
2° in § 8, toegevoegd bij het koninklijk besluit nr. 23 van 27 | 2° in § 8, toegevoegd bij het koninklijk besluit nr. 23 van 27 |
november 1978, worden de woorden « aan de Staatskas van hun wiskundige | november 1978, worden de woorden « aan de Staatskas van hun wiskundige |
reserves » vervangen door de woorden « van hun wiskundige reserves aan | reserves » vervangen door de woorden « van hun wiskundige reserves aan |
de Pensioendienst voor de overheidssector ». | de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 37.In artikel 7, eerste lid van de wet van 30 april 1958 tot |
Art. 37.In artikel 7, eerste lid van de wet van 30 april 1958 tot |
wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 254 en 255 van 12 maart | wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 254 en 255 van 12 maart |
1936 waarbij eenheid wordt gebracht in het regime van de pensioenen | 1936 waarbij eenheid wordt gebracht in het regime van de pensioenen |
der weduwen en wezen van het burgerlijk rijkspersoneel en van de leden | der weduwen en wezen van het burgerlijk rijkspersoneel en van de leden |
van het leger en van de rijkswacht, en tot instelling van een | van het leger en van de rijkswacht, en tot instelling van een |
begrafenisvergoeding ten gunste van rechthebbenden van gepensioneerde | begrafenisvergoeding ten gunste van rechthebbenden van gepensioneerde |
rijksambtenaren, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2002, worden de | rijksambtenaren, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2002, worden de |
woorden « de Schatkist » vervangen door de woorden « de Pensioendienst | woorden « de Schatkist » vervangen door de woorden « de Pensioendienst |
voor de overheidssector ». | voor de overheidssector ». |
Art. 38.In artikel 14, eerste lid, van de wet van 14 april 1965 tot |
Art. 38.In artikel 14, eerste lid, van de wet van 14 april 1965 tot |
vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden | vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden |
pensioenregelingen van de openbare sector, gewijzigd bij de wet van 5 | pensioenregelingen van de openbare sector, gewijzigd bij de wet van 5 |
mei 2003, worden de woorden « uitgevoerd ten voordele van het Fonds | mei 2003, worden de woorden « uitgevoerd ten voordele van het Fonds |
voor Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « gestort aan | voor Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « gestort aan |
de Pensioendienst voor de overheidssector ». | de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 39.In artikel 18 van dezelfde wet worden de woorden « ten gunste |
Art. 39.In artikel 18 van dezelfde wet worden de woorden « ten gunste |
van het fonds der overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « | van het fonds der overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « |
bestemd voor de Pensioendienst voor de overheidssector ». | bestemd voor de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 40.Artikel 21, tweede lid, van de wet van 6 juli 1971 houdende |
Art. 40.Artikel 21, tweede lid, van de wet van 6 juli 1971 houdende |
oprichting van DE POST, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 | oprichting van DE POST, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 |
november 1996, wordt aangevuld met de volgende bepaling : | november 1996, wordt aangevuld met de volgende bepaling : |
« De in het tweede lid bepaalde bijdrage wordt gestort aan de | « De in het tweede lid bepaalde bijdrage wordt gestort aan de |
Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de | Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de |
financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas. ». | financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas. ». |
Art. 41.In artikel 22, § 3 van dezelfde wet, worden de woorden « in |
Art. 41.In artikel 22, § 3 van dezelfde wet, worden de woorden « in |
de Openbare Schatkist gestort » vervangen door de woorden « gestort | de Openbare Schatkist gestort » vervangen door de woorden « gestort |
aan de Pensioendienst voor de overheidssector. ». | aan de Pensioendienst voor de overheidssector. ». |
Art. 42.In artikel 39quater, § 2, van de wet van 29 juni 1981 |
Art. 42.In artikel 39quater, § 2, van de wet van 29 juni 1981 |
houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor de | houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor de |
werknemers, ingevoegd bij de wet van 17 september 2005, worden de | werknemers, ingevoegd bij de wet van 17 september 2005, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« § 2. De opbrengst van de inhouding bedoeld in § 1, wordt toegewezen | « § 2. De opbrengst van de inhouding bedoeld in § 1, wordt toegewezen |
aan de Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de | aan de Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de |
financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas. »; | financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas. »; |
2° in het tweede, derde en vierde lid worden de woorden « het Fonds | 2° in het tweede, derde en vierde lid worden de woorden « het Fonds |
voor het evenwicht van de pensioenstelsels » en « de Staatskas » | voor het evenwicht van de pensioenstelsels » en « de Staatskas » |
vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector | vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector |
». | ». |
Art. 43.Artikel 61 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen |
Art. 43.Artikel 61 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen |
tot harmonisering in de pensioenregelingen, wordt vervangen door de | tot harmonisering in de pensioenregelingen, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
« Art. 61.De opbrengst van de in artikel 60 bepaalde persoonlijke |
« Art. 61.De opbrengst van de in artikel 60 bepaalde persoonlijke |
bijdrage wordt gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector | bijdrage wordt gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector |
en is bestemd voor de financiering van de pensioenen van de | en is bestemd voor de financiering van de pensioenen van de |
rechtverkrijgenden van de in artikel 59 bedoelde pensioenen. Het | rechtverkrijgenden van de in artikel 59 bedoelde pensioenen. Het |
overschot van de opbrengst van deze bijdrage ten opzichte van de last | overschot van de opbrengst van deze bijdrage ten opzichte van de last |
van deze pensioenen is bestemd voor de financiering van de | van deze pensioenen is bestemd voor de financiering van de |
rustpensioenen ten laste van de Staatskas. ». | rustpensioenen ten laste van de Staatskas. ». |
Art. 44.In artikel 61bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van |
Art. 44.In artikel 61bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van |
21 mei 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | 21 mei 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in § 1, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999 en het koninklijk | 1° in § 1, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999 en het koninklijk |
besluit van 20 juli 2000, worden de woorden « Openbare Schatkist » | besluit van 20 juli 2000, worden de woorden « Openbare Schatkist » |
vervangen door de woorden « Pensioendienst voor de overheidssector »; | vervangen door de woorden « Pensioendienst voor de overheidssector »; |
2° in § 3, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1991 en 24 december | 2° in § 3, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1991 en 24 december |
1999, worden de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de | 1999, worden de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de |
woorden « Pensioendienst voor de overheidssector. ». | woorden « Pensioendienst voor de overheidssector. ». |
Art. 45.Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 418 van 16 juli 1986 |
Art. 45.Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 418 van 16 juli 1986 |
tot wijziging en opheffing van sommige wets- en verordeningsbepalingen | tot wijziging en opheffing van sommige wets- en verordeningsbepalingen |
inzake pensioen van de personeelsleden van de overheidsdiensten, wordt | inzake pensioen van de personeelsleden van de overheidsdiensten, wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 46.In artikel 161, achtste lid, van de nieuwe gemeentewet, |
Art. 46.In artikel 161, achtste lid, van de nieuwe gemeentewet, |
gewijzigd bij de programmawet van 6 juli 1989, het koninklijk besluit | gewijzigd bij de programmawet van 6 juli 1989, het koninklijk besluit |
van 8 maart 1990 en de wetten van 22 februari 1998 en 25 januari 1999, | van 8 maart 1990 en de wetten van 22 februari 1998 en 25 januari 1999, |
worden de woorden « de Schatkist » vervangen door de woorden « de | worden de woorden « de Schatkist » vervangen door de woorden « de |
Pensioen dienst voor de overheidssector ». | Pensioen dienst voor de overheidssector ». |
Art. 47.In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de |
Art. 47.In artikel 176 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de |
hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij | hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij |
het koninklijk besluit van 27 december 2004, worden de volgende | het koninklijk besluit van 27 december 2004, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° § 2, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° § 2, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« 2° « de Pensioendienst » : de Pensioendienst voor de overheidssector | « 2° « de Pensioendienst » : de Pensioendienst voor de overheidssector |
»; | »; |
2° in § 5 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » | 2° in § 5 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » |
vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector | vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector |
». | ». |
Art. 48.Artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde |
Art. 48.Artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde |
maatregelen inzake ambtenarenzaken, vervangen bij de Programmawet (I) | maatregelen inzake ambtenarenzaken, vervangen bij de Programmawet (I) |
van 24 december 2002, wordt aangevuld als volgt : | van 24 december 2002, wordt aangevuld als volgt : |
« de Pensioendienst voor de overheidssector ». | « de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 49.In artikel 7, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1993 |
Art. 49.In artikel 7, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1993 |
betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de | betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de |
plaatselijke besturen, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, | plaatselijke besturen, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, |
worden de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « | worden de woorden « Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « |
Pensioendienst voor de overheidssector ». | Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 50.In artikel 8, eerste lid van dezelfde wet worden de woorden « |
Art. 50.In artikel 8, eerste lid van dezelfde wet worden de woorden « |
Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor | Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor |
de overheidssector ». | de overheidssector ». |
Art. 51.In artikel 15, § 2, van dezelfde wet worden de woorden « |
Art. 51.In artikel 15, § 2, van dezelfde wet worden de woorden « |
Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor | Openbare Schatkist » vervangen door de woorden « Pensioendienst voor |
de overheidssector ». | de overheidssector ». |
Art. 52.In artikel 68ter, § 5, van de wet van 30 maart 1994 houdende |
Art. 52.In artikel 68ter, § 5, van de wet van 30 maart 1994 houdende |
sociale bepalingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 | sociale bepalingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 |
december 1996 en aangevuld bij de wet van 24 december 1999, worden de | december 1996 en aangevuld bij de wet van 24 december 1999, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in het eerste lid worden de woorden « het Fonds » voor het | 1° in het eerste lid worden de woorden « het Fonds » voor het |
evenwicht van de pensioenstelsels » vervangen door de woorden « de | evenwicht van de pensioenstelsels » vervangen door de woorden « de |
Pensioendienst voor de overheidssector »; | Pensioendienst voor de overheidssector »; |
2° in het tweede lid worden de woorden « dit Fonds » vervangen door de | 2° in het tweede lid worden de woorden « dit Fonds » vervangen door de |
woorden « deze Pensioendienst ». | woorden « deze Pensioendienst ». |
3° in het derde lid worden de woorden « dit Fonds » vervangen door de | 3° in het derde lid worden de woorden « dit Fonds » vervangen door de |
woorden « deze Pensioendienst ». | woorden « deze Pensioendienst ». |
4° een vierde lid, luidend als volgt, wordt toegevoegd : | 4° een vierde lid, luidend als volgt, wordt toegevoegd : |
« De opbrengst van deze afhouding wordt door de Pensioendienst voor de | « De opbrengst van deze afhouding wordt door de Pensioendienst voor de |
overheidssector aangewend voor de financiering van de pensioenen ten | overheidssector aangewend voor de financiering van de pensioenen ten |
laste van de Staatskas. » | laste van de Staatskas. » |
Art. 53.In artikel 68quater van dezelfde wet, ingevoegd bij het |
Art. 53.In artikel 68quater van dezelfde wet, ingevoegd bij het |
koninklijk besluit van 16 december 1996 en aangevuld bij de wet van 24 | koninklijk besluit van 16 december 1996 en aangevuld bij de wet van 24 |
december 1999, worden de woorden « het Fonds voor het Evenwicht van de | december 1999, worden de woorden « het Fonds voor het Evenwicht van de |
pensioenstelsels » vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor | pensioenstelsels » vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor |
de overheidssector ». | de overheidssector ». |
Art. 54.In artikel 19, § 1, van de wet van 10 april 1995 betreffende |
Art. 54.In artikel 19, § 1, van de wet van 10 april 1995 betreffende |
de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, worden de woorden | de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, worden de woorden |
« het Fonds voor Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « | « het Fonds voor Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « |
de Staatskas ». | de Staatskas ». |
Art. 55.In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 |
Art. 55.In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 |
december 1997, worden de woorden « het Fonds voor | december 1997, worden de woorden « het Fonds voor |
Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « de Pensioendienst | Overlevingspensioenen » vervangen door de woorden « de Pensioendienst |
voor de overheidssector ». | voor de overheidssector ». |
Art. 56.Artikel 3, eerste lid, van de wet van 6 mei 2002 tot |
Art. 56.Artikel 3, eerste lid, van de wet van 6 mei 2002 tot |
oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde | oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde |
politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, | politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid, |
wordt vervangen door de volgende bepaling : | wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« Een Fonds genaamd « Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde | « Een Fonds genaamd « Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde |
politie » wordt opgericht bij de Pensioendienst voor de | politie » wordt opgericht bij de Pensioendienst voor de |
overheidssector. De door dit Fonds te dragen lasten zullen worden | overheidssector. De door dit Fonds te dragen lasten zullen worden |
vereffend door deze pensioendienst, die tevens zal instaan voor de | vereffend door deze pensioendienst, die tevens zal instaan voor de |
inning van de voor dit Fonds bestemde ontvangsten. » | inning van de voor dit Fonds bestemde ontvangsten. » |
Art. 57.In artikel 7, zevende lid, van dezelfde wet, worden de |
Art. 57.In artikel 7, zevende lid, van dezelfde wet, worden de |
woorden « in het organiek fonds van de begroting van pensioenen, | woorden « in het organiek fonds van de begroting van pensioenen, |
genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen door de | genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen » » vervangen door de |
woorden « aan de Pensioendienst voor de overheidssector ». | woorden « aan de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 58.In artikel 10 van de wet van 11 december 2003 houdende |
Art. 58.In artikel 10 van de wet van 11 december 2003 houdende |
overname door de Belgische Staat van de wettelijke | overname door de Belgische Staat van de wettelijke |
pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht | pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht |
Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel, worden de volgende | Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel, worden de volgende |
wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
1° in § 1 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » | 1° in § 1 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » |
vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector | vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector |
»; | »; |
2° in § 2 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » | 2° in § 2 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen » |
vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector | vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector |
». | ». |
Art. 59.Artikel 2 van de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van |
Art. 59.Artikel 2 van de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van |
aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden | aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden |
aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een | aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een |
overheidsdienst, wordt aangevuld als volgt : | overheidsdienst, wordt aangevuld als volgt : |
« 5° op de personen die, ten gevolge van hun aanstelling om een | « 5° op de personen die, ten gevolge van hun aanstelling om een |
management- of staffunctie uit te oefenen die vergelijkbaar is met | management- of staffunctie uit te oefenen die vergelijkbaar is met |
deze bedoeld in 1° of in 2° bij de Pensioendienst voor de | deze bedoeld in 1° of in 2° bij de Pensioendienst voor de |
overheidssector, onderworpen zijn aan de pensioenregeling van de | overheidssector, onderworpen zijn aan de pensioenregeling van de |
werknemers. » | werknemers. » |
Art. 60.Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende |
Art. 60.Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende |
bepaling : | bepaling : |
« Art. 4.De in artikel 3, § 1, bepaalde aanvullende voordelen die |
« Art. 4.De in artikel 3, § 1, bepaalde aanvullende voordelen die |
toegekend worden aan de in artikel 2, 1°, 2° en 4° bedoelde personen, | toegekend worden aan de in artikel 2, 1°, 2° en 4° bedoelde personen, |
worden uitbetaald door de Pensioen dienst voor de overheidssector. » | worden uitbetaald door de Pensioen dienst voor de overheidssector. » |
Art. 61.Artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet wordt vervangen door |
Art. 61.Artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet wordt vervangen door |
de volgende leden : | de volgende leden : |
« De opbrengst van deze persoonlijke bijdrage wordt elke maand door de | « De opbrengst van deze persoonlijke bijdrage wordt elke maand door de |
dienst die de wedde betaalt, gestort aan de Pensioendienst voor de | dienst die de wedde betaalt, gestort aan de Pensioendienst voor de |
overheidssector. Deze storting moet bij deze pensioendienst toekomen | overheidssector. Deze storting moet bij deze pensioendienst toekomen |
uiterlijk de vijfde werkdag die volgt op de dag van de betaling van de | uiterlijk de vijfde werkdag die volgt op de dag van de betaling van de |
wedde. | wedde. |
Indien de opbrengst van de in het vorige lid bedoelde bijdrage | Indien de opbrengst van de in het vorige lid bedoelde bijdrage |
ontoereikend is om de in artikel 4 bedoelde aanvullende voordelen te | ontoereikend is om de in artikel 4 bedoelde aanvullende voordelen te |
betalen, zal de Pensioendienst voor de overheidssector de in artikel | betalen, zal de Pensioendienst voor de overheidssector de in artikel |
68ter, § 5, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen | 68ter, § 5, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen |
bedoelde ontvangsten aanwenden om deze voordelen te financieren. » | bedoelde ontvangsten aanwenden om deze voordelen te financieren. » |
Art. 62.In artikel 6, § 3, van dezelfde wet worden de woorden « zijn |
Art. 62.In artikel 6, § 3, van dezelfde wet worden de woorden « zijn |
ten laste van het Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels. » | ten laste van het Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels. » |
vervangen door de woorden « worden uitbetaald door de Pensioendienst | vervangen door de woorden « worden uitbetaald door de Pensioendienst |
voor de overheidssector. » | voor de overheidssector. » |
Art. 63.In artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden |
Art. 63.In artikel 9, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden |
« het Fonds voor het Evenwicht van de Pensioenstelsels, zijn ten laste | « het Fonds voor het Evenwicht van de Pensioenstelsels, zijn ten laste |
van de Pool der Parastatalen » vervangen door de woorden « de | van de Pool der Parastatalen » vervangen door de woorden « de |
Pensioendienst voor de overheidssector, zijn ten laste van het | Pensioendienst voor de overheidssector, zijn ten laste van het |
pensioenstelsel ». | pensioenstelsel ». |
Art. 64.In artikel 18 van dezelfde wet worden de woorden « het Fonds |
Art. 64.In artikel 18 van dezelfde wet worden de woorden « het Fonds |
voor het Evenwicht van de Pensioenstelsels vervangen door de woorden « | voor het Evenwicht van de Pensioenstelsels vervangen door de woorden « |
de Pensioendienst voor de overheidssector ». | de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 65.In artikel 55, tweede lid, van de programmawet van 11 juli |
Art. 65.In artikel 55, tweede lid, van de programmawet van 11 juli |
2005 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen. » | 2005 worden de woorden « het Fonds voor Overlevingspensioenen. » |
vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector | vervangen door de woorden « de Pensioendienst voor de overheidssector |
». | ». |
Art. 66.In artikel 56, § 2, derde lid, van dezelfde wet worden de |
Art. 66.In artikel 56, § 2, derde lid, van dezelfde wet worden de |
woorden « Fonds voor Overlevingpensioenen » vervangen door de woorden | woorden « Fonds voor Overlevingpensioenen » vervangen door de woorden |
« de Pensioendienst voor de overheidssector ». | « de Pensioendienst voor de overheidssector ». |
Art. 67.Telkens wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling de |
Art. 67.Telkens wanneer een wettelijke of reglementaire bepaling de |
Administratie der Pensioenen of de Administratie der Pensioenen van | Administratie der Pensioenen of de Administratie der Pensioenen van |
het ministerie van Financiën vermeldt of bedoelt, moet deze worden | het ministerie van Financiën vermeldt of bedoelt, moet deze worden |
gelezen alsof zij « de Pensioen dienst voor de overheidssector » | gelezen alsof zij « de Pensioen dienst voor de overheidssector » |
vermeldt of bedoelt. | vermeldt of bedoelt. |
Art. 68.De Koning kan de nodige wijzigingen aanbrengen aan wettelijke |
Art. 68.De Koning kan de nodige wijzigingen aanbrengen aan wettelijke |
en reglementaire bepalingen om ze in overeenstemming te brengen met | en reglementaire bepalingen om ze in overeenstemming te brengen met |
deze wet ten einde een uniforme terminologie te verzekeren. | deze wet ten einde een uniforme terminologie te verzekeren. |
HOOFDSTUK XI. - Inwerkingtreding | HOOFDSTUK XI. - Inwerkingtreding |
Art. 69.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2006. |
Art. 69.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2006. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 12 januari 2006. | Gegeven te Brussel, 12 januari 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Leefmilieu en Pensioenen, | De Minister van Leefmilieu en Pensioenen, |
B. TOBBACK | B. TOBBACK |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Mevr. ONKELINX | Mevr. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : | (1) Zie : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : |
51-1991 - 2004/2005 : | 51-1991 - 2004/2005 : |
Nr. 1 : Wetsontwerp. | Nr. 1 : Wetsontwerp. |
51-1991 - 2005/2006 : | 51-1991 - 2005/2006 : |
Nr. 2 : Amendementen. | Nr. 2 : Amendementen. |
Nr. 3 : Verslag. | Nr. 3 : Verslag. |
Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. | Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. |
Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
de Senaat. | de Senaat. |
Integral verslag : 24 november 2005. | Integral verslag : 24 november 2005. |
Stukken van de Senaat : | Stukken van de Senaat : |
3-1466 - 2005/2006 : | 3-1466 - 2005/2006 : |
Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. | Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. |