| Wet betreffende de analyse van de dreiging | Wet betreffende de analyse van de dreiging |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE |
| 10 JULI 2006. - Wet betreffende de analyse van de dreiging (1) | 10 JULI 2006. - Wet betreffende de analyse van de dreiging (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
| 78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
Art. 2.In de zin van deze wet wordt verstaan onder : |
Art. 2.In de zin van deze wet wordt verstaan onder : |
| 1° « inlichtingen » : de informatie en gegevens die door de | 1° « inlichtingen » : de informatie en gegevens die door de |
| verschillende ondersteundende diensten in het kader van hun wettelijke | verschillende ondersteundende diensten in het kader van hun wettelijke |
| opdrachten worden verwerkt en desgevallend geanalyseerd; | opdrachten worden verwerkt en desgevallend geanalyseerd; |
| 2° « ondersteunende diensten » : | 2° « ondersteunende diensten » : |
| a) de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zoals bedoeld in artikel 2 | a) de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zoals bedoeld in artikel 2 |
| van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- | van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- |
| en veiligheidsdienst, hierna de « wet houdende regeling van de | en veiligheidsdienst, hierna de « wet houdende regeling van de |
| inlichtingen- en veiligheidsdienst » genoemd; | inlichtingen- en veiligheidsdienst » genoemd; |
| b) de politiediensten zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot | b) de politiediensten zoals bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot |
| organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op | organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
| twee niveaus; | twee niveaus; |
| c) de federale overheidsdienst Financiën, in het bijzonder de | c) de federale overheidsdienst Financiën, in het bijzonder de |
| Administratie der Douane en Accijnzen; | Administratie der Douane en Accijnzen; |
| d) de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; | d) de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; |
| e) de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in het bijzonder de | e) de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in het bijzonder de |
| Dienst Vreemdelingenzaken; | Dienst Vreemdelingenzaken; |
| f) de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken; | f) de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken; |
| g) de door de Koning op voorstel van het Ministerieel Comité | g) de door de Koning op voorstel van het Ministerieel Comité |
| aangewezen overheidsdiensten; | aangewezen overheidsdiensten; |
| 3° « Ministerieel Comité » : het Ministerieel Comité inlichting en | 3° « Ministerieel Comité » : het Ministerieel Comité inlichting en |
| veiligheid, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van de wet houdende | veiligheid, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van de wet houdende |
| regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. | regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. |
| Het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, 2°, g), moet binnen | Het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, 2°, g), moet binnen |
| een termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van de | een termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van de |
| inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, worden bekrachtigd door | inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, worden bekrachtigd door |
| een wet. | een wet. |
Art. 3.In deze wet worden beoogd, de dreigingen opgesomd in artikel |
Art. 3.In deze wet worden beoogd, de dreigingen opgesomd in artikel |
| 8, 1°, b) en c), van de wet inzake de inlichtingen- en | 8, 1°, b) en c), van de wet inzake de inlichtingen- en |
| veiligheidsdienst, die de inwendige en uitwendige veiligheid van de | veiligheidsdienst, die de inwendige en uitwendige veiligheid van de |
| Staat, de Belgische belangen en de veiligheid van de Belgische | Staat, de Belgische belangen en de veiligheid van de Belgische |
| onderdanen in het buitenland of elk ander fundamenteel belang van het | onderdanen in het buitenland of elk ander fundamenteel belang van het |
| land zoals bepaald door de Koning op voorstel van het Ministerieel | land zoals bepaald door de Koning op voorstel van het Ministerieel |
| Comité, zouden kunnen aantasten. | Comité, zouden kunnen aantasten. |
| De Koning kan, op voorstel van het Ministerieel Comité, de in het | De Koning kan, op voorstel van het Ministerieel Comité, de in het |
| eerste lid bedoelde dreigingen uitbreiden tot één of meerdere andere | eerste lid bedoelde dreigingen uitbreiden tot één of meerdere andere |
| dreigingen vermeld in artikel 8 van de wet houdende regeling van de | dreigingen vermeld in artikel 8 van de wet houdende regeling van de |
| inlichtingen- en veiligheidsdienst. | inlichtingen- en veiligheidsdienst. |
Art. 4.Wat betreft de in artikel 3 bedoelde dreigingen, legt de |
Art. 4.Wat betreft de in artikel 3 bedoelde dreigingen, legt de |
| Koning op voorstel van het Ministerieel Comité de prioritaire | Koning op voorstel van het Ministerieel Comité de prioritaire |
| evaluatieopdrachten van het in artikel 5 bedoelde orgaan vast. | evaluatieopdrachten van het in artikel 5 bedoelde orgaan vast. |
| HOOFDSTUK II. - Organisatie | HOOFDSTUK II. - Organisatie |
Art. 5.Er wordt, onder de benaming « Coördinatieorgaan voor de |
Art. 5.Er wordt, onder de benaming « Coördinatieorgaan voor de |
| dreigingsanalyse », hierna « OCAD » genoemd, een orgaan opgericht dat | dreigingsanalyse », hierna « OCAD » genoemd, een orgaan opgericht dat |
| belast is met de evaluatie van de dreiging overeenkomstig de artikelen | belast is met de evaluatie van de dreiging overeenkomstig de artikelen |
| 3 en 4. | 3 en 4. |
| Dit orgaan staat onder het gemeenschappelijke gezag van de minister | Dit orgaan staat onder het gemeenschappelijke gezag van de minister |
| van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken. Behoudens de in | van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken. Behoudens de in |
| deze wet vermelde uitzonderingen worden deze ministers gezamenlijk | deze wet vermelde uitzonderingen worden deze ministers gezamenlijk |
| belast met de organisatie en het algemeen bestuur van het OCAD. | belast met de organisatie en het algemeen bestuur van het OCAD. |
Art. 6.Onverminderd de verplichtingen opgenomen in de internationale |
Art. 6.Onverminderd de verplichtingen opgenomen in de internationale |
| rechtsnormen die hen binden, zijn de ondersteunende diensten | rechtsnormen die hen binden, zijn de ondersteunende diensten |
| verplicht, ambtshalve of op vraag van de directeur van het OCAD alle | verplicht, ambtshalve of op vraag van de directeur van het OCAD alle |
| inlichtingen waarover zij in het kader van hun wettelijke opdrachten | inlichtingen waarover zij in het kader van hun wettelijke opdrachten |
| beschikken en die relevant zijn voor het vervullen van de in artikel | beschikken en die relevant zijn voor het vervullen van de in artikel |
| 8, 1° en 2°, bepaalde opdrachten aan het OCAD mee te delen binnen de | 8, 1° en 2°, bepaalde opdrachten aan het OCAD mee te delen binnen de |
| termijnen en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning. Indien de | termijnen en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning. Indien de |
| directeur van het OCAD zich op de hoogdringendheid beroept, moeten | directeur van het OCAD zich op de hoogdringendheid beroept, moeten |
| deze inlichtingen onmiddellijk worden meegedeeld. | deze inlichtingen onmiddellijk worden meegedeeld. |
Art. 7.§ 1. Het OCAD is samengesteld uit volgende personeelsleden : |
Art. 7.§ 1. Het OCAD is samengesteld uit volgende personeelsleden : |
| - een directeur en een adjunct-directeur, die de dagelijkse leiding en | - een directeur en een adjunct-directeur, die de dagelijkse leiding en |
| het beheer waarnemen; | het beheer waarnemen; |
| - de deskundigen die worden gedetacheerd uit de ondersteunende | - de deskundigen die worden gedetacheerd uit de ondersteunende |
| diensten; | diensten; |
| - de hiertoe specifiek aangeworven analisten; | - de hiertoe specifiek aangeworven analisten; |
| - het administratief personeel. | - het administratief personeel. |
| De directeur, de adjunct-directeur en de deskundigen oefenen hun | De directeur, de adjunct-directeur en de deskundigen oefenen hun |
| functie voltijds uit. | functie voltijds uit. |
| § 2. Alle personeelsleden worden aangesteld door de Koning, op | § 2. Alle personeelsleden worden aangesteld door de Koning, op |
| gezamenlijk voorstel van de Minister van Justitie en de minister van | gezamenlijk voorstel van de Minister van Justitie en de minister van |
| Binnenlandse Zaken. De aanstelling van de gedetacheerde ambtenaren | Binnenlandse Zaken. De aanstelling van de gedetacheerde ambtenaren |
| gebeurt evenwel op voorstel van de minister bevoegd voor de dienst | gebeurt evenwel op voorstel van de minister bevoegd voor de dienst |
| waaruit de betrokkene gedetacheerd wordt. | waaruit de betrokkene gedetacheerd wordt. |
| De Koning kan, op gezamenlijk voorstel van de Minister van Justitie en | De Koning kan, op gezamenlijk voorstel van de Minister van Justitie en |
| de minister van Binnenlandse Zaken, een einde maken aan de aanstelling | de minister van Binnenlandse Zaken, een einde maken aan de aanstelling |
| van elk van de personeelsleden wegens een tekortkoming aan hun | van elk van de personeelsleden wegens een tekortkoming aan hun |
| verplichtingen in de schoot van het OCAD. | verplichtingen in de schoot van het OCAD. |
| De Koning bepaalt, op gezamenlijk voorstel van de Minister van | De Koning bepaalt, op gezamenlijk voorstel van de Minister van |
| Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, het aantal | Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken, het aantal |
| personeelsleden, de functieprofielen en het personeelsstatuut, zonder | personeelsleden, de functieprofielen en het personeelsstatuut, zonder |
| afbreuk te doen aan hun oorspronkelijk administratief en geldelijk | afbreuk te doen aan hun oorspronkelijk administratief en geldelijk |
| statuut in geval zij gedetacheerd worden. Hij kan, op gezamenlijk | statuut in geval zij gedetacheerd worden. Hij kan, op gezamenlijk |
| voorstel van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse | voorstel van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse |
| Zaken, specifieke regels bepalen inzake de evaluatie en de | Zaken, specifieke regels bepalen inzake de evaluatie en de |
| ordemaatregelen van het personeel dat gedetacheerd is. | ordemaatregelen van het personeel dat gedetacheerd is. |
| § 3. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de directeur en de | § 3. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de directeur en de |
| adjunct-directeur de volgende voorwaarden vervullen : | adjunct-directeur de volgende voorwaarden vervullen : |
| 1° magistraat zijn; | 1° magistraat zijn; |
| 2° de volle leeftijd van 35 jaar hebben bereikt; | 2° de volle leeftijd van 35 jaar hebben bereikt; |
| 3° een voor de opdrachten van het OCAD nuttige ervaring hebben van ten | 3° een voor de opdrachten van het OCAD nuttige ervaring hebben van ten |
| minste vijf jaar; | minste vijf jaar; |
| 4° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer | 4° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer |
| geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de | geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de |
| classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en | classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en |
| veiligheidsadviezen. | veiligheidsadviezen. |
| Zij worden aangesteld voor een periode van vijf jaar die tweemaal kan | Zij worden aangesteld voor een periode van vijf jaar die tweemaal kan |
| worden verlengd. Voor de duur van hun detachering handelen deze | worden verlengd. Voor de duur van hun detachering handelen deze |
| magistraten volkomen onafhankelijk van hun korps van oorsprong. | magistraten volkomen onafhankelijk van hun korps van oorsprong. |
| Indien uit het diploma van de directeur blijkt dat hij de examens van | Indien uit het diploma van de directeur blijkt dat hij de examens van |
| licentiaat, van master of van doctor in de rechten in het Nederlands | licentiaat, van master of van doctor in de rechten in het Nederlands |
| of in het Frans heeft afgelegd, moet uit het diploma van de | of in het Frans heeft afgelegd, moet uit het diploma van de |
| adjunct-directeur blijken dat hij de examens van licentiaat, van | adjunct-directeur blijken dat hij de examens van licentiaat, van |
| master of van doctor in de rechten respectievelijk in het Frans of in | master of van doctor in de rechten respectievelijk in het Frans of in |
| het Nederlands heeft afgelegd. | het Nederlands heeft afgelegd. |
| In geval van ontslag van de directeur of van de adjunct-directeur, | In geval van ontslag van de directeur of van de adjunct-directeur, |
| wordt zo spoedig mogelijk in zijn opvolging voorzien teneinde de | wordt zo spoedig mogelijk in zijn opvolging voorzien teneinde de |
| lopende termijn van de aanstelling te vervolledigen. | lopende termijn van de aanstelling te vervolledigen. |
| § 4. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de gedetacheerde | § 4. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de gedetacheerde |
| deskundigen en de analisten de volgende voorwaarden vervullen : | deskundigen en de analisten de volgende voorwaarden vervullen : |
| 1° Belg zijn; | 1° Belg zijn; |
| 2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; | 2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; |
| 3° de volle leeftijd van 30 jaar hebben bereikt; | 3° de volle leeftijd van 30 jaar hebben bereikt; |
| 4° hun woonplaats in België hebben; | 4° hun woonplaats in België hebben; |
| 5° een voor de opdrachten van het OCAD nuttige ervaring hebben van ten | 5° een voor de opdrachten van het OCAD nuttige ervaring hebben van ten |
| minste vijf jaar; | minste vijf jaar; |
| 6° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer | 6° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer |
| geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de | geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de |
| classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en | classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en |
| veiligheidsadviezen. | veiligheidsadviezen. |
| § 5. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de leden van het | § 5. Op het ogenblik van hun aanstelling moeten de leden van het |
| administratief personeel de volgende voorwaarden vervullen : | administratief personeel de volgende voorwaarden vervullen : |
| 1° Belg zijn; | 1° Belg zijn; |
| 2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; | 2° het genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten; |
| 3° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer | 3° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer |
| geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de | geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de |
| classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en | classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en |
| veiligheidsadviezen. | veiligheidsadviezen. |
| HOOFDSTUK III. - Opdrachten | HOOFDSTUK III. - Opdrachten |
Art. 8.Het OCAD heeft als opdracht : |
Art. 8.Het OCAD heeft als opdracht : |
| 1° op periodieke basis een gemeenschappelijke strategische evaluatie | 1° op periodieke basis een gemeenschappelijke strategische evaluatie |
| uit te voeren die moet toelaten te oordelen of dreigingen, bedoeld in | uit te voeren die moet toelaten te oordelen of dreigingen, bedoeld in |
| artikel 3, zich kunnen voordoen of, indien ze al vastgesteld werden, | artikel 3, zich kunnen voordoen of, indien ze al vastgesteld werden, |
| hoe deze evolueren en welke maatregelen in voorkomend geval | hoe deze evolueren en welke maatregelen in voorkomend geval |
| noodzakelijk zijn; | noodzakelijk zijn; |
| 2° op punctuele basis een gemeenschappelijke evaluatie uit te voeren | 2° op punctuele basis een gemeenschappelijke evaluatie uit te voeren |
| die moet toelaten te oordelen of dreigingen, bedoeld in artikel 3, | die moet toelaten te oordelen of dreigingen, bedoeld in artikel 3, |
| zich voordoen en welke maatregelen in voorkomend geval noodzakelijk | zich voordoen en welke maatregelen in voorkomend geval noodzakelijk |
| zijn; | zijn; |
| 3° met gelijkaardige buitenlandse of internationale diensten | 3° met gelijkaardige buitenlandse of internationale diensten |
| specifieke internationale contacten te verzekeren overeenkomstig de | specifieke internationale contacten te verzekeren overeenkomstig de |
| richtlijnen van het Ministerieel Comité. De gegevens, de informatie of | richtlijnen van het Ministerieel Comité. De gegevens, de informatie of |
| de inlichtingen verkregen ter gelegenheid van deze contacten worden | de inlichtingen verkregen ter gelegenheid van deze contacten worden |
| meegedeeld aan de bevoegde Belgische diensten. | meegedeeld aan de bevoegde Belgische diensten. |
Art. 9.§ 1. Met het oog op het vervullen van de in artikel 8 bedoelde |
Art. 9.§ 1. Met het oog op het vervullen van de in artikel 8 bedoelde |
| opdrachten, wordt binnen het OCAD een informatiesysteem opgericht | opdrachten, wordt binnen het OCAD een informatiesysteem opgericht |
| bestaande uit een gegevensbank en werkbestanden. | bestaande uit een gegevensbank en werkbestanden. |
| De gegevensbank laat de verwerking van inlichtingen over personen, | De gegevensbank laat de verwerking van inlichtingen over personen, |
| groeperingen, voorwerpen en gebeurtenissen toe die kaderen binnen de | groeperingen, voorwerpen en gebeurtenissen toe die kaderen binnen de |
| uitoefening van de bij artikel 8 aan het OCAD toevertrouwde | uitoefening van de bij artikel 8 aan het OCAD toevertrouwde |
| opdrachten. | opdrachten. |
| De verwerkte gegevens moeten een rechtstreeks verband houden met het | De verwerkte gegevens moeten een rechtstreeks verband houden met het |
| doel van het bestand en zich beperken tot de vereisten die er uit | doel van het bestand en zich beperken tot de vereisten die er uit |
| voortvloeien. | voortvloeien. |
| De specifieke doeleinden van de gegevensbank, de juiste categorieën | De specifieke doeleinden van de gegevensbank, de juiste categorieën |
| van de behandelde gegevens en inlichtingen, de termijnen van bewaring | van de behandelde gegevens en inlichtingen, de termijnen van bewaring |
| van de gegevens, de modaliteiten van toegang en mededeling en de | van de gegevens, de modaliteiten van toegang en mededeling en de |
| modaliteiten van verwijdering worden door de Koning vastgelegd bij een | modaliteiten van verwijdering worden door de Koning vastgelegd bij een |
| besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de | besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de |
| Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. | Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. |
| § 2. De werkbestanden zijn aangelegd voor een wisselende duur met het | § 2. De werkbestanden zijn aangelegd voor een wisselende duur met het |
| oog op de analyse van één of meer bijzondere dreigingen. | oog op de analyse van één of meer bijzondere dreigingen. |
| Na afsluiting van iedere analyse wordt op basis van een evaluatie | Na afsluiting van iedere analyse wordt op basis van een evaluatie |
| bepaald welke gegevens in de gegevensbank worden opgenomen en welke | bepaald welke gegevens in de gegevensbank worden opgenomen en welke |
| worden vernietigd. | worden vernietigd. |
| § 3. Wat betreft de geautomatiseerde verwerking van de gegevens en | § 3. Wat betreft de geautomatiseerde verwerking van de gegevens en |
| informatie binnen het OCAD treft de directeur passende technische en | informatie binnen het OCAD treft de directeur passende technische en |
| organisatorische maatregelen om : | organisatorische maatregelen om : |
| 1° te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot de installaties | 1° te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot de installaties |
| die gebruikt worden voor de verwerking van de gegevens en de | die gebruikt worden voor de verwerking van de gegevens en de |
| informatie; | informatie; |
| 2° te verhinderen dat onbevoegden de gegevensdragers lezen, kopiëren, | 2° te verhinderen dat onbevoegden de gegevensdragers lezen, kopiëren, |
| wijzigen of meenemen; | wijzigen of meenemen; |
| 3° te verhinderen dat onbevoegden gegevens in het informatiesysteem | 3° te verhinderen dat onbevoegden gegevens in het informatiesysteem |
| invoeren of opgeslagen gegevens lezen, wijzigen of verwijderen; | invoeren of opgeslagen gegevens lezen, wijzigen of verwijderen; |
| 4° te verhinderen dat onbevoegden welkdanig deel van het | 4° te verhinderen dat onbevoegden welkdanig deel van het |
| informatiesysteem gebruiken met behulp van datatransmissie-apparatuur; | informatiesysteem gebruiken met behulp van datatransmissie-apparatuur; |
| 5° te waarborgen dat diegenen die bevoegd zijn om het | 5° te waarborgen dat diegenen die bevoegd zijn om het |
| informatiesysteem te gebruiken, uitsluitend toegang krijgen tot de | informatiesysteem te gebruiken, uitsluitend toegang krijgen tot de |
| gegevens waarvoor hun toegangsrecht geldt; | gegevens waarvoor hun toegangsrecht geldt; |
| 6° te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld aan welke | 6° te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld aan welke |
| instanties gegevens en informatie verstrekt kunnen worden; | instanties gegevens en informatie verstrekt kunnen worden; |
| 7° te waarborgen dat achteraf kan worden nagegaan en vastgesteld welke | 7° te waarborgen dat achteraf kan worden nagegaan en vastgesteld welke |
| gegevens en informatie in het informatiesysteem zijn ingevoerd, alsook | gegevens en informatie in het informatiesysteem zijn ingevoerd, alsook |
| wanneer en door wie de gegevens en informatie zijn ingevoerd; | wanneer en door wie de gegevens en informatie zijn ingevoerd; |
| 8° te verhinderen dat bij de transmissie of het vervoer van de | 8° te verhinderen dat bij de transmissie of het vervoer van de |
| gegevens en informatie onbevoegden gegevens lezen, kopiëren, wijzigen | gegevens en informatie onbevoegden gegevens lezen, kopiëren, wijzigen |
| of verwijderen; | of verwijderen; |
| 9° te waarborgen dat de gebruikte technologiën in geval van storing | 9° te waarborgen dat de gebruikte technologiën in geval van storing |
| onverwijld opnieuw hersteld kunnen worden; | onverwijld opnieuw hersteld kunnen worden; |
| 10° te waarborgen dat de functies van het informatiesysteem foutloos | 10° te waarborgen dat de functies van het informatiesysteem foutloos |
| verlopen, dat eventuele functionele storingen onmiddellijk | verlopen, dat eventuele functionele storingen onmiddellijk |
| gesignaleerd worden en dat opgeslagen gegevens niet door verkeerd | gesignaleerd worden en dat opgeslagen gegevens niet door verkeerd |
| functioneren van het systeem vervalst kunnen worden. | functioneren van het systeem vervalst kunnen worden. |
| Elke koppeling tussen de gegevensbank of een werkbestand van het OCAD | Elke koppeling tussen de gegevensbank of een werkbestand van het OCAD |
| en het geheel of een gedeelte van een andere nationale, buitenlandse | en het geheel of een gedeelte van een andere nationale, buitenlandse |
| of een van een internationale organisatie afhankelijk | of een van een internationale organisatie afhankelijk |
| informatiesysteem is verboden. | informatiesysteem is verboden. |
| De persoonsgegevens worden ingezameld en verwerkt onder de | De persoonsgegevens worden ingezameld en verwerkt onder de |
| verantwoordelijkheid van de directeur van het OCAD. | verantwoordelijkheid van de directeur van het OCAD. |
Art. 10.§ 1. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 1°, worden |
Art. 10.§ 1. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 1°, worden |
| ambtshalve of op vraag van een lid van de regering, uitgevoerd en | ambtshalve of op vraag van een lid van de regering, uitgevoerd en |
| meegedeeld aan : | meegedeeld aan : |
| a) de leden van het Ministerieel Comité; | a) de leden van het Ministerieel Comité; |
| b) de ondersteunende diensten; | b) de ondersteunende diensten; |
| c) het lid van de regering dat de evaluatie heeft gevraagd; | c) het lid van de regering dat de evaluatie heeft gevraagd; |
| d) de Algemene directie Crisiscentrum; | d) de Algemene directie Crisiscentrum; |
| e) het Federaal Parket en aan het lid van het College van | e) het Federaal Parket en aan het lid van het College van |
| procureurs-generaal dat specifiek belast is met terrorisme en | procureurs-generaal dat specifiek belast is met terrorisme en |
| extremisme. | extremisme. |
| § 2. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 2°, die op initiatief van | § 2. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 2°, die op initiatief van |
| het OCAD worden uitgevoerd, worden meegedeeld aan de personen en | het OCAD worden uitgevoerd, worden meegedeeld aan de personen en |
| diensten bedoeld in § 1, a), b), d) en e), aan de veiligheidsoverheid, | diensten bedoeld in § 1, a), b), d) en e), aan de veiligheidsoverheid, |
| bedoeld in artikel 15 van de wet van 11 december 1998 betreffende de | bedoeld in artikel 15 van de wet van 11 december 1998 betreffende de |
| classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en | classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en |
| veiligheidsadviezen, evenals aan ieder lid van de regering waarvan de | veiligheidsadviezen, evenals aan ieder lid van de regering waarvan de |
| directeur van het OCAD het noodzakelijk oordeelt het te informeren. | directeur van het OCAD het noodzakelijk oordeelt het te informeren. |
| § 3. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 2°, die op vraag van een van | § 3. De evaluaties, bedoeld in artikel 8, 2°, die op vraag van een van |
| de ondersteunende diensten worden uitgevoerd, worden meegedeeld aan | de ondersteunende diensten worden uitgevoerd, worden meegedeeld aan |
| deze dienst en aan de minister waarvan deze afhangt, evenals aan de | deze dienst en aan de minister waarvan deze afhangt, evenals aan de |
| personen en diensten bedoeld in § 1, a), d) en e). | personen en diensten bedoeld in § 1, a), d) en e). |
| De dienst die de evaluatie gevraagd heeft, bepaalt in overleg met de | De dienst die de evaluatie gevraagd heeft, bepaalt in overleg met de |
| directeur van het OCAD of de gevraagde evaluatie kan worden meegedeeld | directeur van het OCAD of de gevraagde evaluatie kan worden meegedeeld |
| aan de andere personen en diensten waarvan zij het noodzakelijk achten | aan de andere personen en diensten waarvan zij het noodzakelijk achten |
| deze in te lichten. | deze in te lichten. |
| § 4. Tweemaal per jaar wordt een evaluatieverslag van de activiteiten | § 4. Tweemaal per jaar wordt een evaluatieverslag van de activiteiten |
| en van de strategische doelstellingen omtrent de activiteiten van het | en van de strategische doelstellingen omtrent de activiteiten van het |
| OCAD voorgelegd aan het Ministerieel Comité dat het vervolgens | OCAD voorgelegd aan het Ministerieel Comité dat het vervolgens |
| overzendt aan het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten | overzendt aan het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingendiensten |
| en aan het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten. | en aan het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten. |
| § 5. De Koning bepaalt, op voorstel van het Ministerieel Comité, de | § 5. De Koning bepaalt, op voorstel van het Ministerieel Comité, de |
| nadere regels van de evaluaties, bedoeld in §§ 1 tot 3 alsook deze | nadere regels van de evaluaties, bedoeld in §§ 1 tot 3 alsook deze |
| betreffende de evaluatieverslagen, bedoeld in § 4. | betreffende de evaluatieverslagen, bedoeld in § 4. |
| HOOFDSTUK IV. - Embargoprocedures | HOOFDSTUK IV. - Embargoprocedures |
Art. 11.In afwijking van artikel 6 worden de inlichtingen van |
Art. 11.In afwijking van artikel 6 worden de inlichtingen van |
| gerechtelijke aard, waarvan de Federale Procureur van oordeel is dat | gerechtelijke aard, waarvan de Federale Procureur van oordeel is dat |
| de mededeling aan het OCAD de uitoefening van de strafvordering of de | de mededeling aan het OCAD de uitoefening van de strafvordering of de |
| veiligheid van personen in gevaar kan brengen, uitsluitend aan de | veiligheid van personen in gevaar kan brengen, uitsluitend aan de |
| directeur van het OCAD toegestuurd. | directeur van het OCAD toegestuurd. |
| De directeur van het OCAD en de Federale Procureur beslissen samen of | De directeur van het OCAD en de Federale Procureur beslissen samen of |
| en in welke mate deze inlichtingen worden opgenomen in de evaluatie | en in welke mate deze inlichtingen worden opgenomen in de evaluatie |
| en, in voorkomend geval, in afwijking van artikel 10, aan welke andere | en, in voorkomend geval, in afwijking van artikel 10, aan welke andere |
| overheden deze evaluatie wordt meegedeeld. | overheden deze evaluatie wordt meegedeeld. |
| Indien echter de Federale Procureur en de directeur van het OCAD van | Indien echter de Federale Procureur en de directeur van het OCAD van |
| oordeel zijn dat deze inlichtingen onontbeerlijk zijn om voor de | oordeel zijn dat deze inlichtingen onontbeerlijk zijn om voor de |
| bescherming van personen noodzakelijke maatregelen te treffen, worden | bescherming van personen noodzakelijke maatregelen te treffen, worden |
| deze inlichtingen geïntegreerd in de evaluatie. | deze inlichtingen geïntegreerd in de evaluatie. |
| In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid wordt de Federale | In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid wordt de Federale |
| Procureur betrokken bij de beslissing omtrent de door de bevoegde | Procureur betrokken bij de beslissing omtrent de door de bevoegde |
| overheden te nemen operationele maatregelen. | overheden te nemen operationele maatregelen. |
Art. 12.In afwijking van artikel 6 worden de inlichtingen, |
Art. 12.In afwijking van artikel 6 worden de inlichtingen, |
| aangeleverd door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, door de | aangeleverd door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, door de |
| Administratie der Douane en Accijnzen van de federale overheidsdienst | Administratie der Douane en Accijnzen van de federale overheidsdienst |
| Financiën en de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, die | Financiën en de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, die |
| afkomstig zijn van een gelijkaardige buitenlandse dienst die | afkomstig zijn van een gelijkaardige buitenlandse dienst die |
| uitdrukkelijk gevraagd heeft deze niet aan andere diensten toe te | uitdrukkelijk gevraagd heeft deze niet aan andere diensten toe te |
| zenden, of waarvan de toezending de veiligheid van een menselijke bron | zenden, of waarvan de toezending de veiligheid van een menselijke bron |
| in gevaar kan brengen, uitsluitend door het hoofd van een van de drie | in gevaar kan brengen, uitsluitend door het hoofd van een van de drie |
| bedoelde voornoemde diensten aan de directeur van het OCAD meegedeeld. | bedoelde voornoemde diensten aan de directeur van het OCAD meegedeeld. |
| De directeur van het OCAD en het hoofd van een dienst bedoeld in het | De directeur van het OCAD en het hoofd van een dienst bedoeld in het |
| eerste lid beslissen samen of en in welke mate deze inlichtingen | eerste lid beslissen samen of en in welke mate deze inlichtingen |
| worden opgenomen in de evaluatie en desgevallend, in afwijking van | worden opgenomen in de evaluatie en desgevallend, in afwijking van |
| artikel 10, aan welke andere overheden deze evaluatie wordt | artikel 10, aan welke andere overheden deze evaluatie wordt |
| meegedeeld. | meegedeeld. |
| Indien echter het betrokken hoofd van de dienst en de directeur van | Indien echter het betrokken hoofd van de dienst en de directeur van |
| het OCAD van oordeel zijn dat deze inlichtingen onontbeerlijk zijn om | het OCAD van oordeel zijn dat deze inlichtingen onontbeerlijk zijn om |
| voor de bescherming van personen noodzakelijke maatregelen te treffen, | voor de bescherming van personen noodzakelijke maatregelen te treffen, |
| worden deze inlichtingen geïntegreerd in de evaluatie. | worden deze inlichtingen geïntegreerd in de evaluatie. |
| In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid wordt het hoofd van | In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid wordt het hoofd van |
| de betrokken dienst betrokken bij de beslissing omtrent de door de | de betrokken dienst betrokken bij de beslissing omtrent de door de |
| bevoegde overheden te nemen operationele maatregelen. | bevoegde overheden te nemen operationele maatregelen. |
| HOOFDSTUK V. - Strafbepalingen | HOOFDSTUK V. - Strafbepalingen |
Art. 13.Ieder lid van het OCAD dat zijn medewerking verleent aan de |
Art. 13.Ieder lid van het OCAD dat zijn medewerking verleent aan de |
| toepassing van deze wet is verplicht de geheimen te bewaren die hem | toepassing van deze wet is verplicht de geheimen te bewaren die hem |
| zijn toevertrouwd in de uitoefening van zijn opdracht of zijn | zijn toevertrouwd in de uitoefening van zijn opdracht of zijn |
| medewerking. | medewerking. |
| Het geheim blijft bestaan zelfs wanneer het lid het OCAD heeft | Het geheim blijft bestaan zelfs wanneer het lid het OCAD heeft |
| verlaten of zijn medewerking heeft stopgezet. | verlaten of zijn medewerking heeft stopgezet. |
| Onverminderd artikel 458 van het Strafwetboek wordt gestraft met | Onverminderd artikel 458 van het Strafwetboek wordt gestraft met |
| gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van | gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van |
| honderd euro tot vierduizend euro of met één van deze straffen alleen, | honderd euro tot vierduizend euro of met één van deze straffen alleen, |
| de persoon die de geheimen waarover hij beschikt met schending van dit | de persoon die de geheimen waarover hij beschikt met schending van dit |
| artikel onthult. | artikel onthult. |
| De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en | De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en |
| artikel 85 niet uitgezonderd, zijn toepasselijk op dit misdrijf. | artikel 85 niet uitgezonderd, zijn toepasselijk op dit misdrijf. |
Art. 14.Elke ambtenaar van de ondersteunende diensten die willens en |
Art. 14.Elke ambtenaar van de ondersteunende diensten die willens en |
| wetens informatie, gegevens en inlichtingen achterhoudt waardoor de | wetens informatie, gegevens en inlichtingen achterhoudt waardoor de |
| dienst waartoe hij behoort wordt verhinderd aan de in artikel 6 | dienst waartoe hij behoort wordt verhinderd aan de in artikel 6 |
| bedoelde verplichting te voldoen, wordt gestraft met gevangenisstraf | bedoelde verplichting te voldoen, wordt gestraft met gevangenisstraf |
| van één maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro | van één maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro |
| tot vijfhonderd euro of met één van deze straffen alleen. | tot vijfhonderd euro of met één van deze straffen alleen. |
| De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en | De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en |
| artikel 85 niet uitgezonderd, zijn toepasselijk op dit misdrijf. | artikel 85 niet uitgezonderd, zijn toepasselijk op dit misdrijf. |
| HOOFDSTUK VI. - Wijziging van de wet van 8 december 1992 tot | HOOFDSTUK VI. - Wijziging van de wet van 8 december 1992 tot |
| bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de | bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de |
| verwerking van persoonsgegevens | verwerking van persoonsgegevens |
Art. 15.In artikel 3, § 4, van de wet van 8 december 1992, gewijzigd |
Art. 15.In artikel 3, § 4, van de wet van 8 december 1992, gewijzigd |
| bij de wetten van 11 december 1998 (I) en 11 december 1998 (II), | bij de wetten van 11 december 1998 (I) en 11 december 1998 (II), |
| worden tussen de woorden « ervan, » en « indien » de woorden « en door | worden tussen de woorden « ervan, » en « indien » de woorden « en door |
| het Coördinatieorgaan voor de dreiginganalyse » ingevoegd. | het Coördinatieorgaan voor de dreiginganalyse » ingevoegd. |
| HOOFDSTUK VII. - Wijziging van de wet van 5 augustus 1992 | HOOFDSTUK VII. - Wijziging van de wet van 5 augustus 1992 |
| op het politieambt | op het politieambt |
Art. 16.In artikel 44/1 van de wet van 5 augustus 1992 op het |
Art. 16.In artikel 44/1 van de wet van 5 augustus 1992 op het |
| politieambt, ingevoegd bij de wet van 7 december 1998 en gewijzigd bij | politieambt, ingevoegd bij de wet van 7 december 1998 en gewijzigd bij |
| de wetten van 2 april 2001, 26 april 2001 en 3 mei 2003, worden na de | de wetten van 2 april 2001, 26 april 2001 en 3 mei 2003, worden na de |
| woorden « de Dienst Enquêtes van het Vast Comité I, », de woorden « | woorden « de Dienst Enquêtes van het Vast Comité I, », de woorden « |
| het Coördinatieorgaan voor de dreiginganalyse, » ingevoegd. | het Coördinatieorgaan voor de dreiginganalyse, » ingevoegd. |
| HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen |
Art. 17.Het OCAD treedt in de rechten en de verplichtingen van de |
Art. 17.Het OCAD treedt in de rechten en de verplichtingen van de |
| Antiterroristische Gemengde Groep, opgericht bij koninklijk besluit | Antiterroristische Gemengde Groep, opgericht bij koninklijk besluit |
| van 17 oktober 1991. | van 17 oktober 1991. |
| Het huidige bij de Antiterroristische Gemengde Groep, gedetacheerde | Het huidige bij de Antiterroristische Gemengde Groep, gedetacheerde |
| personeel wordt overgedragen naar het OCAD voor een periode van vijf | personeel wordt overgedragen naar het OCAD voor een periode van vijf |
| jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze wet. | jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze wet. |
| De Koning bepaalt de modaliteiten van deze overdracht. | De Koning bepaalt de modaliteiten van deze overdracht. |
| Voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding | Voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding |
| van deze wet wordt de functie van adjunct-directeur van het OCAD | van deze wet wordt de functie van adjunct-directeur van het OCAD |
| uitgeoefend door de huidige directeur van de Antiterroristische | uitgeoefend door de huidige directeur van de Antiterroristische |
| Gemengde Groep. De verplichting bedoeld in artikel 7, § 3, derde lid, | Gemengde Groep. De verplichting bedoeld in artikel 7, § 3, derde lid, |
| geldt niet gedurende die periode. | geldt niet gedurende die periode. |
Art. 18.Met uitzondering van artikel 1 en onderhavige bepaling, die |
Art. 18.Met uitzondering van artikel 1 en onderhavige bepaling, die |
| in werking treden de dag waarop zij worden bekendgemaakt in het | in werking treden de dag waarop zij worden bekendgemaakt in het |
| Belgisch Staatsblad, treden de bepalingen van deze wet in werking op | Belgisch Staatsblad, treden de bepalingen van deze wet in werking op |
| een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 december 2006. | een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 december 2006. |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 10 juli 2006. | Gegeven te Brussel, 10 juli 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
| K. DE GUCHT | K. DE GUCHT |
| De Minister van Landsverdediging, | De Minister van Landsverdediging, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
| De Minister van Mobiliteit en Vervoer, | De Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
| R. LANDUYT | R. LANDUYT |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : | Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : |
| 51-2032 - 2005/2006 : | 51-2032 - 2005/2006 : |
| Nr. 1 : Wetsontwerp. | Nr. 1 : Wetsontwerp. |
| Nr. 2 : Erratum. | Nr. 2 : Erratum. |
| Nrs. 3 tot 5 : Amendementen. | Nrs. 3 tot 5 : Amendementen. |
| Nr. 6 : Verslag. | Nr. 6 : Verslag. |
| Nr. 7 : Tekst aangenomen door de commissies (art. 78 van de Grondwet). | Nr. 7 : Tekst aangenomen door de commissies (art. 78 van de Grondwet). |
| Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissies (art. 77 van de Grondwet). | Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissies (art. 77 van de Grondwet). |
| Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
| de Senaat. | de Senaat. |
| Integraal Verslag : 8 en 9 maart 2006. | Integraal Verslag : 8 en 9 maart 2006. |
| Stukken van de Senaat : | Stukken van de Senaat : |
| 3-1611 - 2005/2006 : | 3-1611 - 2005/2006 : |
| Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat. | Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat. |
| Nr. 2 : Amendementen. | Nr. 2 : Amendementen. |
| Nr. 3 : Verslag. | Nr. 3 : Verslag. |
| Nr. 4 : Artikel verbeterd door de Commissie. | Nr. 4 : Artikel verbeterd door de Commissie. |
| Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen. | Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen. |
| Handelingen van de Senaat : 15 juni 2006. | Handelingen van de Senaat : 15 juni 2006. |