Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 04/03/2012
← Terug naar "Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen "
Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST
ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
4 MAART 2012. - Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan 4 MAART 2012. - Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan
Ondernemingen (1) Ondernemingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling en definities HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling en definities

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel

78 van de Grondwet. 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

1° « de Bank » : 1° « de Bank » :
de Nationale Bank van België als bedoeld in de wet van 22 februari de Nationale Bank van België als bedoeld in de wet van 22 februari
1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank
van België; van België;
2° « de Centrale » : 2° « de Centrale » :
de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen bedoeld in artikel 3; de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen bedoeld in artikel 3;
3° « in België gevestigd » : 3° « in België gevestigd » :
onder het Belgische recht ressorterend of handelend via een bijkantoor onder het Belgische recht ressorterend of handelend via een bijkantoor
op het Belgische grondgebied; op het Belgische grondgebied;
4° « meldingsplichtige instellingen » : 4° « meldingsplichtige instellingen » :
a) « kredietinstellingen » : a) « kredietinstellingen » :
de in België gevestigde instellingen bedoeld in de artikelen 13, 65 en de in België gevestigde instellingen bedoeld in de artikelen 13, 65 en
79 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op 79 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op
de kredietinstellingen; de kredietinstellingen;
b) « leasingondernemingen » : b) « leasingondernemingen » :
de in België gevestigde ondernemingen erkend overeenkomstig artikel 2, de in België gevestigde ondernemingen erkend overeenkomstig artikel 2,
§ 1 van koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling § 1 van koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling
van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in
financieringshuur; financieringshuur;
c) « factoringondernemingen » : c) « factoringondernemingen » :
de in België gevestigde financiële instellingen zoals bedoeld in de in België gevestigde financiële instellingen zoals bedoeld in
artikel 3, § 1, 5°, van de voormelde wet van 22 maart 1993 die artikel 3, § 1, 5°, van de voormelde wet van 22 maart 1993 die
leningen verstrekken onder de vorm van factoring zoals bedoeld in leningen verstrekken onder de vorm van factoring zoals bedoeld in
artikel 3, § 2, 2) van dezelfde wet; artikel 3, § 2, 2) van dezelfde wet;
d) « borgtochtverzekeringsondernemingen » : d) « borgtochtverzekeringsondernemingen » :
de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig
de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der
verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om
verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak «
Borgtocht » (tak 15) zoals bedoeld in bijlage I van het koninklijk Borgtocht » (tak 15) zoals bedoeld in bijlage I van het koninklijk
besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende
de controle op de verzekeringsondernemingen; de controle op de verzekeringsondernemingen;
e) « kredietverzekeringsondernemingen » : e) « kredietverzekeringsondernemingen » :
de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig
de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der
verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om
verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak «
Krediet » (tak 14) zoals bedoeld in bijlage I van voormeld koninklijk Krediet » (tak 14) zoals bedoeld in bijlage I van voormeld koninklijk
besluit van 22 februari 1991; besluit van 22 februari 1991;
5° « ingezetene » : 5° « ingezetene » :
elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft
of elke in België gevestigde rechtspersoon; of elke in België gevestigde rechtspersoon;
6° « overeenkomsten » : 6° « overeenkomsten » :
a) « kredietovereenkomst » : a) « kredietovereenkomst » :
elk contract waarbij een kredietinstelling geldmiddelen ter elk contract waarbij een kredietinstelling geldmiddelen ter
beschikking stelt, met inbegrip van niet-toegelaten debetstanden op beschikking stelt, met inbegrip van niet-toegelaten debetstanden op
rekening, of zich ertoe verbindt geldmiddelen ter beschikking te rekening, of zich ertoe verbindt geldmiddelen ter beschikking te
stellen onder de voorwaarde van de terugbetaling ervan op termijn of stellen onder de voorwaarde van de terugbetaling ervan op termijn of
waarbij een kredietinstelling zich garant stelt; waarbij een kredietinstelling zich garant stelt;
b) « leasingovereenkomst » : b) « leasingovereenkomst » :
elk contract, afgesloten tussen een leasingonderneming en een elk contract, afgesloten tussen een leasingonderneming en een
ingezetene die over een ondernemingsnummer beschikt, voor zover dit ingezetene die over een ondernemingsnummer beschikt, voor zover dit
contract beantwoordt aan de criteria vastgesteld in artikel 95, § 1 contract beantwoordt aan de criteria vastgesteld in artikel 95, § 1
van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het
Wetboek van vennootschappen voor de post III.D « Leasing en Wetboek van vennootschappen voor de post III.D « Leasing en
soortgelijke rechten », evenwel met dien verstande dat het woord « soortgelijke rechten », evenwel met dien verstande dat het woord «
vennootschap » in voormelde post III.D voor deze definitie moet worden vennootschap » in voormelde post III.D voor deze definitie moet worden
gelezen als « ingezetene »; gelezen als « ingezetene »;
c) « factoringovereenkomst » : c) « factoringovereenkomst » :
elk contract afgesloten tussen een ingezetene en een elk contract afgesloten tussen een ingezetene en een
factoringonderneming waarbij de ingezetene de te innen factoringonderneming waarbij de ingezetene de te innen
schuldvorderingen die voortvloeien uit contracten tot levering van schuldvorderingen die voortvloeien uit contracten tot levering van
goederen en/of het verstrekken van diensten afgesloten tussen de goederen en/of het verstrekken van diensten afgesloten tussen de
ingezetene en zijn debiteuren, aan de factoringonderneming overdraagt ingezetene en zijn debiteuren, aan de factoringonderneming overdraagt
in ruil voor de voorfinanciering van de te innen schuldvorderingen; in ruil voor de voorfinanciering van de te innen schuldvorderingen;
d) « borgtochtverzekering » : d) « borgtochtverzekering » :
elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 15 (Borgtocht) behoort, elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 15 (Borgtocht) behoort,
afgesloten tussen een borgtochtverzekeringsonderneming en een afgesloten tussen een borgtochtverzekeringsonderneming en een
ingezetene, waarbij de verzekeringsonderneming zich borg stelt voor ingezetene, waarbij de verzekeringsonderneming zich borg stelt voor
die ingezetene; die ingezetene;
e) « kredietverzekering » : e) « kredietverzekering » :
elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 14 (Krediet) behoort, elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 14 (Krediet) behoort,
afgesloten tussen een kredietverzekeringsonderneming en een afgesloten tussen een kredietverzekeringsonderneming en een
ingezetene, en die de risico's van niet-terugbetaling van ingezetene, en die de risico's van niet-terugbetaling van
schuldvorderingen door een ingezeten debiteur van die ingezetene dekt; schuldvorderingen door een ingezeten debiteur van die ingezetene dekt;
7° « wanbetaling » : 7° « wanbetaling » :
de toestand van een overeenkomst waarbij de toestand van een overeenkomst waarbij
a) een verschuldigd bedrag niet of onvolledig werd terugbetaald door a) een verschuldigd bedrag niet of onvolledig werd terugbetaald door
de begunstigde binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de de begunstigde binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de
vervaldag, of vervaldag, of
b) de meldingsplichtige instelling het onwaarschijnlijk acht dat het b) de meldingsplichtige instelling het onwaarschijnlijk acht dat het
verschuldigd bedrag volledig zal worden terugbetaald volgens de verschuldigd bedrag volledig zal worden terugbetaald volgens de
voorwaarden van de overeenkomst zonder het nemen van gepaste voorwaarden van de overeenkomst zonder het nemen van gepaste
maatregelen zoals het te gelde maken van eventuele waarborgen; maatregelen zoals het te gelde maken van eventuele waarborgen;
8° « begunstigde » : 8° « begunstigde » :
a) de persoon die een overeenkomst heeft aangegaan met een a) de persoon die een overeenkomst heeft aangegaan met een
meldingsplichtige instelling zoals bedoeld in 4°, a) tot en met d) of meldingsplichtige instelling zoals bedoeld in 4°, a) tot en met d) of
b) de debiteur ten aanzien van wie een ingezetene een b) de debiteur ten aanzien van wie een ingezetene een
kredietverzekering heeft afgesloten met een kredietverzekering heeft afgesloten met een
kredietverzekeringsonderneming zoals bedoeld in 4° e); kredietverzekeringsonderneming zoals bedoeld in 4° e);
9° « effectisering » : 9° « effectisering » :
proces waarbij kredieten, vorderingen en andere activa worden proces waarbij kredieten, vorderingen en andere activa worden
samengebracht om als onderpand te dienen van een nieuw uit te geven samengebracht om als onderpand te dienen van een nieuw uit te geven
effect dat gewaarborgd wordt door de kasstromen of de economische effect dat gewaarborgd wordt door de kasstromen of de economische
waarde van deze activa en waarbij de geëffectiseerde risicoposities in waarde van deze activa en waarbij de geëffectiseerde risicoposities in
economische zin worden overgedragen aan een effectiseringsvehikel dat economische zin worden overgedragen aan een effectiseringsvehikel dat
effecten uitgeeft; effecten uitgeeft;
10° « effectiseringsvehikel » : 10° « effectiseringsvehikel » :
een vehikel zoals bedoeld in artikel I.2, (71) van het besluit van 17 een vehikel zoals bedoeld in artikel I.2, (71) van het besluit van 17
oktober 2006 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en oktober 2006 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en
Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de
kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, goedgekeurd bij kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, goedgekeurd bij
ministerieel besluit van 27 december 2006. ministerieel besluit van 27 december 2006.
HOOFDSTUK 2. - De Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen HOOFDSTUK 2. - De Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen

Art. 3.De Bank is belast met de registratie in de Centrale van de

Art. 3.De Bank is belast met de registratie in de Centrale van de

gegevens met betrekking tot de overeenkomsten en de wanbetalingen die gegevens met betrekking tot de overeenkomsten en de wanbetalingen die
eruit voortvloeien alsmede van de gegevens met betrekking tot de eruit voortvloeien alsmede van de gegevens met betrekking tot de
begunstigden van deze overeenkomsten. begunstigden van deze overeenkomsten.
De meldingsplichtige instellingen zijn verplicht deze gegevens aan de De meldingsplichtige instellingen zijn verplicht deze gegevens aan de
Centrale mee te delen, in overeenstemming met de bepalingen van deze Centrale mee te delen, in overeenstemming met de bepalingen van deze
wet en haar uitvoeringsbesluiten. wet en haar uitvoeringsbesluiten.
Ingeval de overeenkomst na de registratie in de Centrale wordt Ingeval de overeenkomst na de registratie in de Centrale wordt
overgedragen aan een niet-meldingsplichtige instelling, vervalt de overgedragen aan een niet-meldingsplichtige instelling, vervalt de
mededelingsplicht tenzij bij de overdracht van kredietovereenkomsten mededelingsplicht tenzij bij de overdracht van kredietovereenkomsten
in het kader van effectisering aan een in België gevestigd in het kader van effectisering aan een in België gevestigd
effectiseringsvehikel. effectiseringsvehikel.
Onverminderd de eigen verplichtingen die rusten op de Onverminderd de eigen verplichtingen die rusten op de
meldingsplichtige instellingen, is de Bank de verantwoordelijke voor meldingsplichtige instellingen, is de Bank de verantwoordelijke voor
de verwerking van de persoonsgegevens die in de Centrale worden de verwerking van de persoonsgegevens die in de Centrale worden
geregistreerd wat betreft het ontvangen van deze gegevens van de geregistreerd wat betreft het ontvangen van deze gegevens van de
meldingsplichtige instellingen, het ordenen en bewaren van deze meldingsplichtige instellingen, het ordenen en bewaren van deze
gegevens, het gebruik van deze gegevens binnen de limieten toegestaan gegevens, het gebruik van deze gegevens binnen de limieten toegestaan
door de wet, het meedelen van deze gegevens in de gevallen waarin zij door de wet, het meedelen van deze gegevens in de gevallen waarin zij
daartoe door de wet gerechtigd is, alsmede het afschermen, uitwissen daartoe door de wet gerechtigd is, alsmede het afschermen, uitwissen
of vernietigen van persoonsgegevens onder de voorwaarden bedoeld in de of vernietigen van persoonsgegevens onder de voorwaarden bedoeld in de
wet. wet.

Art. 4.De Koning bepaalt :

Art. 4.De Koning bepaalt :

? welke gegevens met betrekking tot de overeenkomsten, de ? welke gegevens met betrekking tot de overeenkomsten, de
wanbetalingen en de begunstigden door de meldingsplichtige wanbetalingen en de begunstigden door de meldingsplichtige
instellingen dienen te worden meegedeeld; instellingen dienen te worden meegedeeld;
? de mededelingstermijnen; ? de mededelingstermijnen;
? de voorwaarden en nadere regels voor de bijwerking van de gegevens; ? de voorwaarden en nadere regels voor de bijwerking van de gegevens;
? de bewaartermijnen van de gegevens. ? de bewaartermijnen van de gegevens.
De Koning kan bepalen dat sommige overeenkomsten, volgens de criteria De Koning kan bepalen dat sommige overeenkomsten, volgens de criteria
die hij bepaalt, niet dienen meegedeeld te worden. De Bank is die hij bepaalt, niet dienen meegedeeld te worden. De Bank is
gemachtigd om, desgevallend binnen de limieten die de Koning bepaalt, gemachtigd om, desgevallend binnen de limieten die de Koning bepaalt,
door middel van reglementen, voor elke categorie van overeenkomsten door middel van reglementen, voor elke categorie van overeenkomsten
opgesomd in artikel 2, 6°, te bepalen welke soorten contracten niet opgesomd in artikel 2, 6°, te bepalen welke soorten contracten niet
moeten worden gemeld. Deze reglementen zijn onderworpen aan de moeten worden gemeld. Deze reglementen zijn onderworpen aan de
goedkeuring van de Minister van Financiën en worden in het Belgisch goedkeuring van de Minister van Financiën en worden in het Belgisch
Staatsblad bekendgemaakt. Staatsblad bekendgemaakt.
De Koning kan bepalen dat sommige wanbetalingen, volgens de criteria De Koning kan bepalen dat sommige wanbetalingen, volgens de criteria
die Hij bepaalt, niet dienen te worden meegedeeld. die Hij bepaalt, niet dienen te worden meegedeeld.
De Koning kan de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten De Koning kan de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten
uitbreiden tot andere instellingen dan opgesomd in artikel 2, 4° die uitbreiden tot andere instellingen dan opgesomd in artikel 2, 4° die
gelijkaardige verplichtingen aangaan als omschreven in artikel 2, 6°. gelijkaardige verplichtingen aangaan als omschreven in artikel 2, 6°.

Art. 5.Voor de toepassing van deze wet en van haar

Art. 5.Voor de toepassing van deze wet en van haar

uitvoeringsbesluiten en met het oog op de identificatie van een uitvoeringsbesluiten en met het oog op de identificatie van een
begunstigde van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, a) begunstigde van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, a)
tot en met d), die een natuurlijke persoon is en die geen tot en met d), die een natuurlijke persoon is en die geen
ondernemingsnummer heeft, gebruiken de meldingsplichtige instellingen ondernemingsnummer heeft, gebruiken de meldingsplichtige instellingen
bij de eerste registratie in de Centrale het identificatienummer van bij de eerste registratie in de Centrale het identificatienummer van
het Rijksregister van de natuurlijke personen dat die natuurlijke het Rijksregister van de natuurlijke personen dat die natuurlijke
personen voorafgaand aan het afsluiten van een overeenkomst aan hen personen voorafgaand aan het afsluiten van een overeenkomst aan hen
dienen mee te delen. dienen mee te delen.
Voor de toepassing van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten en Voor de toepassing van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten en
met het oog op de identificatie van een begunstigde van een met het oog op de identificatie van een begunstigde van een
overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, e), die een natuurlijke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, e), die een natuurlijke
persoon is en die geen ondernemingsnummer heeft, gebruiken de persoon is en die geen ondernemingsnummer heeft, gebruiken de
kredietverzekeringsondernemingen bij de eerste registratie in de kredietverzekeringsondernemingen bij de eerste registratie in de
Centrale het identificatienummer van het Rijksregister van de Centrale het identificatienummer van het Rijksregister van de
natuurlijke personen indien dat door hen of de verzekeringnemer gekend natuurlijke personen indien dat door hen of de verzekeringnemer gekend
is. is.
De Bank en de meldingsplichtige instellingen zijn gemachtigd om het De Bank en de meldingsplichtige instellingen zijn gemachtigd om het
identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen
te registreren en te gebruiken in hun relaties in het kader van deze te registreren en te gebruiken in hun relaties in het kader van deze
wet. De Bank is tevens gemachtigd het identificatienummer van het wet. De Bank is tevens gemachtigd het identificatienummer van het
Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken voor het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken voor het
interne beheer van de Centrale alsook in haar betrekkingen met het interne beheer van de Centrale alsook in haar betrekkingen met het
Rijksregister van de natuurlijke personen en met de Kruispuntbank van Rijksregister van de natuurlijke personen en met de Kruispuntbank van
Ondernemingen. Ondernemingen.

Art. 6.Uitsluitend voor het vervullen van de taken bedoeld in deze

Art. 6.Uitsluitend voor het vervullen van de taken bedoeld in deze

wet en haar uitvoeringsbesluiten, wordt de Bank, handelend door wet en haar uitvoeringsbesluiten, wordt de Bank, handelend door
tussenkomst van haar personeelsleden die daartoe wegens hun functies tussenkomst van haar personeelsleden die daartoe wegens hun functies
en binnen de perken van hun specifieke bevoegdheden door haar en binnen de perken van hun specifieke bevoegdheden door haar
directiecomité met name en schriftelijk zijn aangewezen, gemachtigd om directiecomité met name en schriftelijk zijn aangewezen, gemachtigd om
toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3,
eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983
tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en om tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en om
deze te registreren. deze te registreren.

Art. 7.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 6 zijn

Art. 7.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 6 zijn

bekomen, mogen, binnen de perken van de uitvoering van de taken bekomen, mogen, binnen de perken van de uitvoering van de taken
bedoeld in deze wet, slechts worden meegedeeld aan de bedoeld in deze wet, slechts worden meegedeeld aan de
meldingsplichtige instellingen en aan de personen die krachtens de meldingsplichtige instellingen en aan de personen die krachtens de
toepasselijke wets- en uitvoeringsbepalingen gerechtigd zijn om van de toepasselijke wets- en uitvoeringsbepalingen gerechtigd zijn om van de
Bank mededeling te krijgen van de informatiegegevens welke betrekking Bank mededeling te krijgen van de informatiegegevens welke betrekking
hebben op de overeenkomsten en welke op naam van de betrokken hebben op de overeenkomsten en welke op naam van de betrokken
natuurlijke persoon zijn geregistreerd. natuurlijke persoon zijn geregistreerd.

Art. 8.Ter aanvulling van de in de Centrale geregistreerde informatie

Art. 8.Ter aanvulling van de in de Centrale geregistreerde informatie

en voor zover de meldingsplichtige instellingen via hun en voor zover de meldingsplichtige instellingen via hun
representatieve beroepsverenigingen ermee akkoord gaan, wordt de Bank representatieve beroepsverenigingen ermee akkoord gaan, wordt de Bank
gemachtigd om voor rekening van de meldingsplichtige instellingen gemachtigd om voor rekening van de meldingsplichtige instellingen
ondervragingen te verrichten van het bestand van berichten van beslag, ondervragingen te verrichten van het bestand van berichten van beslag,
delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, bedoeld in delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, bedoeld in
artikel 1389bis/1 van het Gerechtelijk Wetboek, evenals van andere artikel 1389bis/1 van het Gerechtelijk Wetboek, evenals van andere
bestanden die kunnen bijdragen tot een betere beoordeling van het bestanden die kunnen bijdragen tot een betere beoordeling van het
kredietrisico, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt. De Koning kredietrisico, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt. De Koning
bepaalt de gegevens die kunnen worden geraadpleegd. bepaalt de gegevens die kunnen worden geraadpleegd.

Art. 9.De Bank stelt de administratieve en technische richtlijnen

Art. 9.De Bank stelt de administratieve en technische richtlijnen

vast die moeten worden nageleefd door de meldingsplichtige vast die moeten worden nageleefd door de meldingsplichtige
instellingen en door de personen die de gegevens van de Centrale mogen instellingen en door de personen die de gegevens van de Centrale mogen
raadplegen. raadplegen.
HOOFDSTUK 3. - Informatieplicht ten aanzien van natuurlijke personen HOOFDSTUK 3. - Informatieplicht ten aanzien van natuurlijke personen

Art. 10.Indien de begunstigde van een overeenkomst een natuurlijke

Art. 10.Indien de begunstigde van een overeenkomst een natuurlijke

persoon is, moet hij vóór de eerste registratie in de Centrale door de persoon is, moet hij vóór de eerste registratie in de Centrale door de
meldingsplichtige instelling in kennis gesteld worden van het volgende meldingsplichtige instelling in kennis gesteld worden van het volgende
: :
1° de naam van de Centrale; 1° de naam van de Centrale;
2° de doeleinden van de verwerking in de Centrale; 2° de doeleinden van de verwerking in de Centrale;
3° het feit dat er gegevens met betrekking tot de begunstigde, zijn 3° het feit dat er gegevens met betrekking tot de begunstigde, zijn
overeenkomsten en de wanbetalingen die eruit voortvloeien in de overeenkomsten en de wanbetalingen die eruit voortvloeien in de
Centrale geregistreerd worden; Centrale geregistreerd worden;
4° de naam en het adres van de meldingsplichtige instelling die de 4° de naam en het adres van de meldingsplichtige instelling die de
gegevens meedeelt aan de Centrale; gegevens meedeelt aan de Centrale;
5° het bestaan van een recht op toegang en op rechtzetting van de 5° het bestaan van een recht op toegang en op rechtzetting van de
gegevens alsook de bewaartermijnen van deze laatste. gegevens alsook de bewaartermijnen van deze laatste.
De Bank is ontslagen van deze verplichting. De Bank is ontslagen van deze verplichting.
HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van de Centrale HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van de Centrale

Art. 11.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, mag de Bank de

Art. 11.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, mag de Bank de

in de Centrale geregistreerde gegevens slechts meedelen : in de Centrale geregistreerde gegevens slechts meedelen :
1° aan de meldingsplichtige instellingen, hetzij vóór het afsluiten 1° aan de meldingsplichtige instellingen, hetzij vóór het afsluiten
van een overeenkomst in het kader van de risicobeoordeling betreffende van een overeenkomst in het kader van de risicobeoordeling betreffende
een mogelijke begunstigde, hetzij bij het beheer van een overeenkomst; een mogelijke begunstigde, hetzij bij het beheer van een overeenkomst;
2° aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke 2° aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke
Levenssfeer, voor de uitvoering van de opdrachten die haar door of Levenssfeer, voor de uitvoering van de opdrachten die haar door of
krachtens de wet zijn toevertrouwd; krachtens de wet zijn toevertrouwd;
3° aan de buitenlandse kredietcentrales, op voorwaarde dat hun 3° aan de buitenlandse kredietcentrales, op voorwaarde dat hun
doeleinden, de geregistreerde gegevens en de wettelijke bescherming op doeleinden, de geregistreerde gegevens en de wettelijke bescherming op
het vlak van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim, het vlak van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim,
gelijkwaardig zijn met die van de Centrale en dat zij hun gegevens, op gelijkwaardig zijn met die van de Centrale en dat zij hun gegevens, op
basis van wederkerigheid, aan de Centrale verstrekken krachtens een basis van wederkerigheid, aan de Centrale verstrekken krachtens een
met de Bank afgesloten gegevensuitwisselingsovereenkomst; met de Bank afgesloten gegevensuitwisselingsovereenkomst;
4° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken. 4° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken.
De Koning kan, in voorkomend geval per categorie van meldingsplichtige De Koning kan, in voorkomend geval per categorie van meldingsplichtige
instelling, de mededeling van de in de Centrale geregistreerde instelling, de mededeling van de in de Centrale geregistreerde
gegevens aan meldingsplichtige instellingen beperken tot bepaalde gegevens aan meldingsplichtige instellingen beperken tot bepaalde
gegevens. gegevens.
§ 2. De Centrale mag niet geraadpleegd worden voor commerciële § 2. De Centrale mag niet geraadpleegd worden voor commerciële
prospectiedoeleinden. prospectiedoeleinden.
§ 3. De personen die gegevens van de Centrale hebben verkregen, moeten § 3. De personen die gegevens van de Centrale hebben verkregen, moeten
de nodige maatregelen treffen om het vertrouwelijk karakter van die de nodige maatregelen treffen om het vertrouwelijk karakter van die
gegevens en hun exclusief gebruik voor de in § 1 bepaalde doeleinden gegevens en hun exclusief gebruik voor de in § 1 bepaalde doeleinden
te waarborgen. De gegevens van de Centrale mogen niet publiek gemaakt te waarborgen. De gegevens van de Centrale mogen niet publiek gemaakt
worden. De meldingsplichtige instellingen die gegevens van de Centrale worden. De meldingsplichtige instellingen die gegevens van de Centrale
hebben verkregen dienen ervoor te zorgen dat enkel de personen die hebben verkregen dienen ervoor te zorgen dat enkel de personen die
onder hun gezag handelen en die de gegevens van de Centrale nodig onder hun gezag handelen en die de gegevens van de Centrale nodig
hebben voor de uitoefening van hun taken, toegang krijgen tot die hebben voor de uitoefening van hun taken, toegang krijgen tot die
gegevens. gegevens.

Art. 12.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke

Art. 12.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke

natuurlijke persoon kosteloos toegang tot de op zijn naam in de natuurlijke persoon kosteloos toegang tot de op zijn naam in de
Centrale geregistreerde gegevens en kan hij, vrij en kosteloos, de Centrale geregistreerde gegevens en kan hij, vrij en kosteloos, de
rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. rechtzetting vragen van verkeerde gegevens.
In afwijking van artikel 10 van de wet van 8 december 1992 tot In afwijking van artikel 10 van de wet van 8 december 1992 tot
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de
verwerking van persoonsgegevens, worden bepaalde in de Centrale verwerking van persoonsgegevens, worden bepaalde in de Centrale
geregistreerde gegevens die berusten op de risico- of geregistreerde gegevens die berusten op de risico- of
recuperatie-inschatting van de meldingsplichtige instelling niet recuperatie-inschatting van de meldingsplichtige instelling niet
meegedeeld aan de betrokken natuurlijke persoon die zijn recht op meegedeeld aan de betrokken natuurlijke persoon die zijn recht op
toegang of op rechtzetting uitoefent. De Koning bepaalt welke gegevens toegang of op rechtzetting uitoefent. De Koning bepaalt welke gegevens
aldus niet moeten worden meegedeeld. aldus niet moeten worden meegedeeld.
§ 2. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke rechtspersoon § 2. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke rechtspersoon
toegang tot de op zijn naam in de Centrale geregistreerde gegevens en toegang tot de op zijn naam in de Centrale geregistreerde gegevens en
kan hij de rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. De Koning kan hij de rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. De Koning
bepaalt de modaliteiten van de raadpleging van de Centrale door de bepaalt de modaliteiten van de raadpleging van de Centrale door de
begunstigde rechtspersonen, evenals de eventuele kosten die de begunstigde rechtspersonen, evenals de eventuele kosten die de
Centrale voor deze raadpleging mag aanrekenen. Centrale voor deze raadpleging mag aanrekenen.
De beperking en bijhorende machtiging aan de Koning opgenomen in het De beperking en bijhorende machtiging aan de Koning opgenomen in het
tweede lid van de eerste paragraaf gelden eveneens voor rechtspersonen tweede lid van de eerste paragraaf gelden eveneens voor rechtspersonen
die hun recht op toegang of op rechtzetting uitoefenen. die hun recht op toegang of op rechtzetting uitoefenen.
§ 3. In geval van een vraag tot rechtzetting is de Bank ertoe gehouden § 3. In geval van een vraag tot rechtzetting is de Bank ertoe gehouden
deze aanvraag over te maken aan de meldingsplichtige instelling, die deze aanvraag over te maken aan de meldingsplichtige instelling, die
alleen verantwoordelijk is voor de juiste inhoud van de aan de alleen verantwoordelijk is voor de juiste inhoud van de aan de
Centrale meegedeelde gegevens en desgevallend de in de Centrale Centrale meegedeelde gegevens en desgevallend de in de Centrale
geregistreerde gegevens dient te verbeteren. geregistreerde gegevens dient te verbeteren.
HOOFDSTUK 5. - Sancties, opsporing en vaststelling van de inbreuken HOOFDSTUK 5. - Sancties, opsporing en vaststelling van de inbreuken

Art. 13.§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van

Art. 13.§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van

gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren aangesteld door de Minister gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren aangesteld door de Minister
tot wiens bevoegdheid Economie behoort, bevoegd om de in artikel 16 tot wiens bevoegdheid Economie behoort, bevoegd om de in artikel 16
vermelde inbreuken op te sporen en vast te stellen. Een afschrift van vermelde inbreuken op te sporen en vast te stellen. Een afschrift van
de processen-verbaal welke door die ambtenaren werden opgesteld wordt de processen-verbaal welke door die ambtenaren werden opgesteld wordt
bij aangetekende brief met ontvangstbewijs binnen dertig dagen na de bij aangetekende brief met ontvangstbewijs binnen dertig dagen na de
datum van de vaststellingen aan de overtreder toegezonden. datum van de vaststellingen aan de overtreder toegezonden.
§ 2. In de uitoefening van hun ambt mogen de in § 1 bedoelde § 2. In de uitoefening van hun ambt mogen de in § 1 bedoelde
ambtenaren : ambtenaren :
1° binnentreden tijdens de gewone openings- of werkuren in de lokalen 1° binnentreden tijdens de gewone openings- of werkuren in de lokalen
en vertrekken waartoe zij voor het vervullen van hun opdracht toegang en vertrekken waartoe zij voor het vervullen van hun opdracht toegang
moeten hebben; moeten hebben;
2° alle dienstige vaststellingen doen, zich op eerste vordering en ter 2° alle dienstige vaststellingen doen, zich op eerste vordering en ter
plaatse elke informatie, elk document, elk gegevensbestand of elk plaatse elke informatie, elk document, elk gegevensbestand of elk
informaticasysteem dat zij voor hun opsporingen en vaststellingen informaticasysteem dat zij voor hun opsporingen en vaststellingen
nodig hebben, doen voorleggen of toegang laten verkrijgen en daarvan nodig hebben, doen voorleggen of toegang laten verkrijgen en daarvan
afschrift nemen; afschrift nemen;
3° tegen ontvangstbewijs beslag leggen op documenten, stukken, boeken, 3° tegen ontvangstbewijs beslag leggen op documenten, stukken, boeken,
gegevensbestanden of informaticasystemen noodzakelijk voor het bewijs gegevensbestanden of informaticasystemen noodzakelijk voor het bewijs
van een inbreuk of om de mededaders of medeplichtigen van de van een inbreuk of om de mededaders of medeplichtigen van de
overtreders op te sporen; overtreders op te sporen;
bij ontstentenis van een bevestiging door het openbaar ministerie bij ontstentenis van een bevestiging door het openbaar ministerie
binnen tien werkdagen is het beslag van rechtswege opgeheven; binnen tien werkdagen is het beslag van rechtswege opgeheven;
4° indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een 4° indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een
inbreuk, in bewoonde lokalen binnentreden met voorafgaande machtiging inbreuk, in bewoonde lokalen binnentreden met voorafgaande machtiging
van de rechter bij de politierechtbank. De bezoeken in de bewoonde van de rechter bij de politierechtbank. De bezoeken in de bewoonde
lokalen moeten tussen acht en achttien uur en door minstens twee lokalen moeten tussen acht en achttien uur en door minstens twee
ambtenaren gezamenlijk geschieden. ambtenaren gezamenlijk geschieden.
§ 3. In de uitoefening van hun ambt kunnen de in § 1 bedoelde § 3. In de uitoefening van hun ambt kunnen de in § 1 bedoelde
ambtenaren de bijstand van de federale politie vorderen. ambtenaren de bijstand van de federale politie vorderen.
§ 4. De gemachtigde ambtenaren oefenen de hun door dit artikel § 4. De gemachtigde ambtenaren oefenen de hun door dit artikel
verleende bevoegdheden uit onder het toezicht van de verleende bevoegdheden uit onder het toezicht van de
procureur-generaal, onverminderd hun ondergeschiktheid aan hun procureur-generaal, onverminderd hun ondergeschiktheid aan hun
meerderen in het bestuur. meerderen in het bestuur.
Zij moeten de nodige maatregelen treffen teneinde het vertrouwelijk Zij moeten de nodige maatregelen treffen teneinde het vertrouwelijk
karakter van de gegevens waarvan ze kennis hebben gekregen te karakter van de gegevens waarvan ze kennis hebben gekregen te
waarborgen en tevens verzekeren dat deze gegevens enkel worden waarborgen en tevens verzekeren dat deze gegevens enkel worden
aangewend voor doeleinden, vereist voor de uitoefening van hun aangewend voor doeleinden, vereist voor de uitoefening van hun
toezichtstaak. toezichtstaak.
§ 5. In geval van toepassing van artikel 14, wordt het in § 1 bedoeld § 5. In geval van toepassing van artikel 14, wordt het in § 1 bedoeld
proces-verbaal pas toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer proces-verbaal pas toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer
aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven en er geen toepassing wordt aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven en er geen toepassing wordt
gemaakt van artikel 15. gemaakt van artikel 15.
In geval van toepassing van artikel 15, wordt het proces-verbaal pas In geval van toepassing van artikel 15, wordt het proces-verbaal pas
toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer de overtreder niet toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer de overtreder niet
is ingegaan op het voorstel tot minnelijke schikking. is ingegaan op het voorstel tot minnelijke schikking.

Art. 14.Als een inbreuk zoals bedoeld in artikel 16 wordt

Art. 14.Als een inbreuk zoals bedoeld in artikel 16 wordt

vastgesteld, kan de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort, vastgesteld, kan de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort,
of de door hem met toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde of de door hem met toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde
ambtenaar, een waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot ambtenaar, een waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot
stopzetting van deze inbreuk wordt aangemaand. stopzetting van deze inbreuk wordt aangemaand.
De waarschuwing wordt gevoegd bij het afschrift van het proces-verbaal De waarschuwing wordt gevoegd bij het afschrift van het proces-verbaal
dat overeenkomstig artikel 13, § 1 aan de overtreder wordt dat overeenkomstig artikel 13, § 1 aan de overtreder wordt
toegezonden. toegezonden.
De waarschuwing vermeldt : De waarschuwing vermeldt :
1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of 1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of
-bepalingen; -bepalingen;
2° de termijn binnen welke zij dienen te worden stopgezet; 2° de termijn binnen welke zij dienen te worden stopgezet;
3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met 3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met
toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde ambtenaren de procureur des toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde ambtenaren de procureur des
Konings kunnen inlichten of een minnelijke regeling zoals bepaald in Konings kunnen inlichten of een minnelijke regeling zoals bepaald in
artikel 15 kunnen voorstellen. artikel 15 kunnen voorstellen.

Art. 15.De daartoe door de Minister tot wiens bevoegdheid Economie

Art. 15.De daartoe door de Minister tot wiens bevoegdheid Economie

behoort aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van de behoort aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van de
processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de
bepalingen bedoeld in artikel 16, en opgesteld door de in artikel 13, bepalingen bedoeld in artikel 16, en opgesteld door de in artikel 13,
§ 1 bedoelde ambtenaren en indien er geen gevolg werd gegeven aan de § 1 bedoelde ambtenaren en indien er geen gevolg werd gegeven aan de
waarschuwing zoals vermeld in artikel 14, aan de overtreders de waarschuwing zoals vermeld in artikel 14, aan de overtreders de
betaling voorstellen van een som die de strafvordering doet vervallen. betaling voorstellen van een som die de strafvordering doet vervallen.
Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete
bepaald in artikel 16 verhoogd met de opdeciemen. De tarieven alsmede bepaald in artikel 16 verhoogd met de opdeciemen. De tarieven alsmede
de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de Koning. de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de Koning.

Art. 16.§ 1. Met een geldboete van 50 euro tot 10.000 euro worden

Art. 16.§ 1. Met een geldboete van 50 euro tot 10.000 euro worden

gestraft : gestraft :
1° zij die de verplichtingen bedoeld in artikel 3 en in de besluiten 1° zij die de verplichtingen bedoeld in artikel 3 en in de besluiten
ter uitvoering van artikel 4 niet naleven; ter uitvoering van artikel 4 niet naleven;
2° zij die de verplichting bedoeld in artikel 10 niet naleven; 2° zij die de verplichting bedoeld in artikel 10 niet naleven;
3° zij die het voorschrift van artikel 11, §§ 2 en 3, niet naleven; 3° zij die het voorschrift van artikel 11, §§ 2 en 3, niet naleven;
4° zij die opzettelijk het vervullen van de opdracht van de in artikel 4° zij die opzettelijk het vervullen van de opdracht van de in artikel
13, § 1 genoemde personen belast met de opsporing en vaststelling van 13, § 1 genoemde personen belast met de opsporing en vaststelling van
de inbreuken op de bepalingen van deze wet, bemoeilijken of beletten; de inbreuken op de bepalingen van deze wet, bemoeilijken of beletten;
5° zij die op onrechtmatige wijze kennis zouden hebben genomen van 5° zij die op onrechtmatige wijze kennis zouden hebben genomen van
individuele gegevens die in de Centrale zijn geregistreerd. individuele gegevens die in de Centrale zijn geregistreerd.
§ 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van § 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van
hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken
bedoeld in § 1. bedoeld in § 1.

Art. 17.De Bank kan aan de in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren

Art. 17.De Bank kan aan de in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren

vragen om met betrekking tot een meldingsplichtige instelling na te vragen om met betrekking tot een meldingsplichtige instelling na te
gaan : gaan :
1° of de gegevens die aan de Bank krachtens deze wet worden 1° of de gegevens die aan de Bank krachtens deze wet worden
meegedeeld, juist en waarheidsgetrouw zijn; meegedeeld, juist en waarheidsgetrouw zijn;
2° of de voorschriften van deze wet zijn nageleefd. 2° of de voorschriften van deze wet zijn nageleefd.
De in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren stellen de Bank in kennis De in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren stellen de Bank in kennis
van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde onderzoek. van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde onderzoek.
HOOFDSTUK 6. - Diverse bepalingen HOOFDSTUK 6. - Diverse bepalingen

Art. 18.De Bank is gemachtigd de in de Centrale geregistreerde

Art. 18.De Bank is gemachtigd de in de Centrale geregistreerde

informatie te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische informatie te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische
doeleinden na codering van de gegevens of in het kader van haar doeleinden na codering van de gegevens of in het kader van haar
activiteiten uitgevoerd overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot activiteiten uitgevoerd overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot
vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van
België. België.

Art. 19.De Bank is gemachtigd aan de meldingsplichtige instellingen

Art. 19.De Bank is gemachtigd aan de meldingsplichtige instellingen

de terugbetaling te vragen van de kosten gemaakt voor het inzamelen, de terugbetaling te vragen van de kosten gemaakt voor het inzamelen,
het registreren, het beheer, de controle en het ter beschikking het registreren, het beheer, de controle en het ter beschikking
stellen van de gegevens van de Centrale. De modaliteiten en het tarief stellen van de gegevens van de Centrale. De modaliteiten en het tarief
van de vergoeding worden door de Bank vastgesteld in overleg met de van de vergoeding worden door de Bank vastgesteld in overleg met de
meldingsplichtige instellingen via hun representatieve meldingsplichtige instellingen via hun representatieve
beroepsverenigingen. beroepsverenigingen.

Art. 20.De besluiten waarin deze wet voorziet, worden genomen na

Art. 20.De besluiten waarin deze wet voorziet, worden genomen na

advies van de Bank, van de Commissie voor de bescherming van de advies van de Bank, van de Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en van de meldingsplichtige instellingen via persoonlijke levenssfeer en van de meldingsplichtige instellingen via
hun representatieve beroepsverenigingen. hun representatieve beroepsverenigingen.

Art. 21.In de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het

Art. 21.In de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het

toezicht op de kredietinstellingen worden volgende bepalingen toezicht op de kredietinstellingen worden volgende bepalingen
opgeheven : opgeheven :
1° titel VI, die artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1° titel VI, die artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 21 december
1994 en van 9 maart 1999 en door de koninklijke besluiten van 20 juli 1994 en van 9 maart 1999 en door de koninklijke besluiten van 20 juli
2000 en 3 maart 2011, artikel 92, gewijzigd door de wet van 21 2000 en 3 maart 2011, artikel 92, gewijzigd door de wet van 21
december 1994 en door het koninklijk besluit van 3 maart 2011, artikel december 1994 en door het koninklijk besluit van 3 maart 2011, artikel
93 en 94, beide gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 maart 93 en 94, beide gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 maart
2011, omvat; 2011, omvat;
2° artikel 104, § 1, 13°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2° artikel 104, § 1, 13°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van
13 juli 2001 en van 3 maart 2011. 13 juli 2001 en van 3 maart 2011.

Art. 22.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november

Art. 22.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november

1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen
gespecialiseerd in financieringshuur wordt vervangen als volgt : gespecialiseerd in financieringshuur wordt vervangen als volgt :
«

Art. 1.Onder « financieringshuur » of « leasing » wordt verstaan :

«

Art. 1.Onder « financieringshuur » of « leasing » wordt verstaan :

1° De roerende financieringshuur of « roerende leasing », die wordt 1° De roerende financieringshuur of « roerende leasing », die wordt
gekenmerkt als volgt : gekenmerkt als volgt :
a) Zij dient betrekking te hebben op bedrijfsmateriaal dat door de a) Zij dient betrekking te hebben op bedrijfsmateriaal dat door de
huurder uitsluitend voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. huurder uitsluitend voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt.
b) Het materieel dient door de verhuurder speciaal met het oog op de b) Het materieel dient door de verhuurder speciaal met het oog op de
huur te worden gekocht, en dit op gespecificeerde aanwijzing van de huur te worden gekocht, en dit op gespecificeerde aanwijzing van de
toekomstige huurder. toekomstige huurder.
c) De in het contract bepaalde huurtijd dient overeen te stemmen met c) De in het contract bepaalde huurtijd dient overeen te stemmen met
de vermoedelijke duur van het bedrijfsgebruik van het materieel. de vermoedelijke duur van het bedrijfsgebruik van het materieel.
d) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de waarde van het d) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de waarde van het
gehuurde materieel erdoor wordt afgeschreven over de in het contract gehuurde materieel erdoor wordt afgeschreven over de in het contract
bepaalde huurtijd. bepaalde huurtijd.
e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te
voorzien op het einde van de huur de eigendom van het gehuurde voorzien op het einde van de huur de eigendom van het gehuurde
materieel te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het materieel te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het
contract wordt bepaald, een prijs welke dient overeen te stemmen met contract wordt bepaald, een prijs welke dient overeen te stemmen met
de vermoedelijke residuele waarde van dat materieel. de vermoedelijke residuele waarde van dat materieel.
2° De onroerende financieringshuur of « onroerende leasing », die 2° De onroerende financieringshuur of « onroerende leasing », die
wordt gekenmerkt als volgt : wordt gekenmerkt als volgt :
a) Zij dient betrekking te hebben op bebouwde onroerende goederen. a) Zij dient betrekking te hebben op bebouwde onroerende goederen.
b) Het contract dient een vaste termijn te hebben. b) Het contract dient een vaste termijn te hebben.
c) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de investering in c) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de investering in
het bebouwd onroerend goed volledig wordt wedersamengesteld door de het bebouwd onroerend goed volledig wordt wedersamengesteld door de
som van de huurgelden. som van de huurgelden.
d) Het genot van de gebouwen en van de grond waarop ze zijn opgericht d) Het genot van de gebouwen en van de grond waarop ze zijn opgericht
moet door de verhuurder aan de huurder worden toegestaan op grond van moet door de verhuurder aan de huurder worden toegestaan op grond van
een contract dat niet automatisch de zakelijke rechten overdraagt een contract dat niet automatisch de zakelijke rechten overdraagt
waarover de verhuurder beschikt. waarover de verhuurder beschikt.
e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te
voorzien op het einde van de huur de zakelijke rechten betreffende het voorzien op het einde van de huur de zakelijke rechten betreffende het
gehuurde goed te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het gehuurde goed te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het
contract wordt bepaald. » contract wordt bepaald. »

Art. 23.Voor de overeenkomsten die gesloten werden vóór de datum van

Art. 23.Voor de overeenkomsten die gesloten werden vóór de datum van

inwerkingtreding van deze wet, gebeurt de kennisgeving bedoeld in inwerkingtreding van deze wet, gebeurt de kennisgeving bedoeld in
artikel 10, in de vorm van een niet-nominatief bericht in het Belgisch artikel 10, in de vorm van een niet-nominatief bericht in het Belgisch
Staatsblad, uitgaande van de minister tot wiens bevoegdheid Financiën Staatsblad, uitgaande van de minister tot wiens bevoegdheid Financiën
behoort. Wat betreft de niet-toegelaten debetstanden op rekening geldt behoort. Wat betreft de niet-toegelaten debetstanden op rekening geldt
dit niet-nominatief bericht voor alle rekeningen die werden geopend dit niet-nominatief bericht voor alle rekeningen die werden geopend
vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet.

Art. 24.Al wie bij de inwerkingtreding van deze wet de handelingen

Art. 24.Al wie bij de inwerkingtreding van deze wet de handelingen

verricht zoals bedoeld in artikel 1, 2° van voormeld koninklijk verricht zoals bedoeld in artikel 1, 2° van voormeld koninklijk
besluit nr. 55 van 10 november 1967, zoals ingevoegd door artikel 22 besluit nr. 55 van 10 november 1967, zoals ingevoegd door artikel 22
van deze wet, beschikt over een termijn van zes maanden om zijn van deze wet, beschikt over een termijn van zes maanden om zijn
erkenning aan te vragen en om zich naar de voorwaarden van deze erkenning aan te vragen en om zich naar de voorwaarden van deze
erkenning te schikken. Bij gebreke daarvan, mag hij na het verstrijken erkenning te schikken. Bij gebreke daarvan, mag hij na het verstrijken
van deze termijn geen nieuwe verrichtingen van hogeromschreven aard van deze termijn geen nieuwe verrichtingen van hogeromschreven aard
meer aangaan, op straffe van de sancties opgelegd in artikel 3 van meer aangaan, op straffe van de sancties opgelegd in artikel 3 van
voormeld koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967. voormeld koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967.

Art. 25.Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde

Art. 25.Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde

datum, uiterlijk op 1 mei 2012. datum, uiterlijk op 1 mei 2012.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2012. Gegeven te Brussel, 4 maart 2012.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
S. VANACKERE S. VANACKERE
De Minister van Economie, De Minister van Economie,
J. VANDE LANOTTE J. VANDE LANOTTE
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM Mevr. A. TURTELBOOM
_______ _______
Nota Nota
(1) Zitting 2011/2012 (1) Zitting 2011/2012
Kamer van volksvertegenwoordigers. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken. - Wetsontwerp, 53-1850, nr. 1. - Verslag, 53-1850, nr. 2. - Stukken. - Wetsontwerp, 53-1850, nr. 1. - Verslag, 53-1850, nr. 2. -
Tekst verbeterd door de commissie, 53-1850, nr. 3. - Tekst aangenomen Tekst verbeterd door de commissie, 53-1850, nr. 3. - Tekst aangenomen
in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-1850, nr. 4. in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-1850, nr. 4.
Integraal verslag. - 15 december 2011. Integraal verslag. - 15 december 2011.
Senaat. Senaat.
Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-1404, nr. 1. Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-1404, nr. 1.
^