Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen | Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST |
ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
4 MAART 2012. - Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan | 4 MAART 2012. - Wet betreffende de Centrale voor Kredieten aan |
Ondernemingen (1) | Ondernemingen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling en definities | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling en definities |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : |
1° « de Bank » : | 1° « de Bank » : |
de Nationale Bank van België als bedoeld in de wet van 22 februari | de Nationale Bank van België als bedoeld in de wet van 22 februari |
1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank | 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank |
van België; | van België; |
2° « de Centrale » : | 2° « de Centrale » : |
de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen bedoeld in artikel 3; | de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen bedoeld in artikel 3; |
3° « in België gevestigd » : | 3° « in België gevestigd » : |
onder het Belgische recht ressorterend of handelend via een bijkantoor | onder het Belgische recht ressorterend of handelend via een bijkantoor |
op het Belgische grondgebied; | op het Belgische grondgebied; |
4° « meldingsplichtige instellingen » : | 4° « meldingsplichtige instellingen » : |
a) « kredietinstellingen » : | a) « kredietinstellingen » : |
de in België gevestigde instellingen bedoeld in de artikelen 13, 65 en | de in België gevestigde instellingen bedoeld in de artikelen 13, 65 en |
79 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op | 79 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op |
de kredietinstellingen; | de kredietinstellingen; |
b) « leasingondernemingen » : | b) « leasingondernemingen » : |
de in België gevestigde ondernemingen erkend overeenkomstig artikel 2, | de in België gevestigde ondernemingen erkend overeenkomstig artikel 2, |
§ 1 van koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling | § 1 van koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling |
van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in | van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in |
financieringshuur; | financieringshuur; |
c) « factoringondernemingen » : | c) « factoringondernemingen » : |
de in België gevestigde financiële instellingen zoals bedoeld in | de in België gevestigde financiële instellingen zoals bedoeld in |
artikel 3, § 1, 5°, van de voormelde wet van 22 maart 1993 die | artikel 3, § 1, 5°, van de voormelde wet van 22 maart 1993 die |
leningen verstrekken onder de vorm van factoring zoals bedoeld in | leningen verstrekken onder de vorm van factoring zoals bedoeld in |
artikel 3, § 2, 2) van dezelfde wet; | artikel 3, § 2, 2) van dezelfde wet; |
d) « borgtochtverzekeringsondernemingen » : | d) « borgtochtverzekeringsondernemingen » : |
de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig | de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig |
de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der | de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der |
verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om | verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om |
verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « | verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « |
Borgtocht » (tak 15) zoals bedoeld in bijlage I van het koninklijk | Borgtocht » (tak 15) zoals bedoeld in bijlage I van het koninklijk |
besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende | besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende |
de controle op de verzekeringsondernemingen; | de controle op de verzekeringsondernemingen; |
e) « kredietverzekeringsondernemingen » : | e) « kredietverzekeringsondernemingen » : |
de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig | de in België gevestigde verzekeringsondernemingen die overeenkomstig |
de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der | de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der |
verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om | verzekeringsondernemingen toegelaten zijn om |
verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « | verzekeringsovereenkomsten af te sluiten onder de verzekeringstak « |
Krediet » (tak 14) zoals bedoeld in bijlage I van voormeld koninklijk | Krediet » (tak 14) zoals bedoeld in bijlage I van voormeld koninklijk |
besluit van 22 februari 1991; | besluit van 22 februari 1991; |
5° « ingezetene » : | 5° « ingezetene » : |
elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft | elke natuurlijke persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft |
of elke in België gevestigde rechtspersoon; | of elke in België gevestigde rechtspersoon; |
6° « overeenkomsten » : | 6° « overeenkomsten » : |
a) « kredietovereenkomst » : | a) « kredietovereenkomst » : |
elk contract waarbij een kredietinstelling geldmiddelen ter | elk contract waarbij een kredietinstelling geldmiddelen ter |
beschikking stelt, met inbegrip van niet-toegelaten debetstanden op | beschikking stelt, met inbegrip van niet-toegelaten debetstanden op |
rekening, of zich ertoe verbindt geldmiddelen ter beschikking te | rekening, of zich ertoe verbindt geldmiddelen ter beschikking te |
stellen onder de voorwaarde van de terugbetaling ervan op termijn of | stellen onder de voorwaarde van de terugbetaling ervan op termijn of |
waarbij een kredietinstelling zich garant stelt; | waarbij een kredietinstelling zich garant stelt; |
b) « leasingovereenkomst » : | b) « leasingovereenkomst » : |
elk contract, afgesloten tussen een leasingonderneming en een | elk contract, afgesloten tussen een leasingonderneming en een |
ingezetene die over een ondernemingsnummer beschikt, voor zover dit | ingezetene die over een ondernemingsnummer beschikt, voor zover dit |
contract beantwoordt aan de criteria vastgesteld in artikel 95, § 1 | contract beantwoordt aan de criteria vastgesteld in artikel 95, § 1 |
van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het | van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het |
Wetboek van vennootschappen voor de post III.D « Leasing en | Wetboek van vennootschappen voor de post III.D « Leasing en |
soortgelijke rechten », evenwel met dien verstande dat het woord « | soortgelijke rechten », evenwel met dien verstande dat het woord « |
vennootschap » in voormelde post III.D voor deze definitie moet worden | vennootschap » in voormelde post III.D voor deze definitie moet worden |
gelezen als « ingezetene »; | gelezen als « ingezetene »; |
c) « factoringovereenkomst » : | c) « factoringovereenkomst » : |
elk contract afgesloten tussen een ingezetene en een | elk contract afgesloten tussen een ingezetene en een |
factoringonderneming waarbij de ingezetene de te innen | factoringonderneming waarbij de ingezetene de te innen |
schuldvorderingen die voortvloeien uit contracten tot levering van | schuldvorderingen die voortvloeien uit contracten tot levering van |
goederen en/of het verstrekken van diensten afgesloten tussen de | goederen en/of het verstrekken van diensten afgesloten tussen de |
ingezetene en zijn debiteuren, aan de factoringonderneming overdraagt | ingezetene en zijn debiteuren, aan de factoringonderneming overdraagt |
in ruil voor de voorfinanciering van de te innen schuldvorderingen; | in ruil voor de voorfinanciering van de te innen schuldvorderingen; |
d) « borgtochtverzekering » : | d) « borgtochtverzekering » : |
elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 15 (Borgtocht) behoort, | elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 15 (Borgtocht) behoort, |
afgesloten tussen een borgtochtverzekeringsonderneming en een | afgesloten tussen een borgtochtverzekeringsonderneming en een |
ingezetene, waarbij de verzekeringsonderneming zich borg stelt voor | ingezetene, waarbij de verzekeringsonderneming zich borg stelt voor |
die ingezetene; | die ingezetene; |
e) « kredietverzekering » : | e) « kredietverzekering » : |
elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 14 (Krediet) behoort, | elke verzekeringsovereenkomst die tot tak 14 (Krediet) behoort, |
afgesloten tussen een kredietverzekeringsonderneming en een | afgesloten tussen een kredietverzekeringsonderneming en een |
ingezetene, en die de risico's van niet-terugbetaling van | ingezetene, en die de risico's van niet-terugbetaling van |
schuldvorderingen door een ingezeten debiteur van die ingezetene dekt; | schuldvorderingen door een ingezeten debiteur van die ingezetene dekt; |
7° « wanbetaling » : | 7° « wanbetaling » : |
de toestand van een overeenkomst waarbij | de toestand van een overeenkomst waarbij |
a) een verschuldigd bedrag niet of onvolledig werd terugbetaald door | a) een verschuldigd bedrag niet of onvolledig werd terugbetaald door |
de begunstigde binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de | de begunstigde binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de |
vervaldag, of | vervaldag, of |
b) de meldingsplichtige instelling het onwaarschijnlijk acht dat het | b) de meldingsplichtige instelling het onwaarschijnlijk acht dat het |
verschuldigd bedrag volledig zal worden terugbetaald volgens de | verschuldigd bedrag volledig zal worden terugbetaald volgens de |
voorwaarden van de overeenkomst zonder het nemen van gepaste | voorwaarden van de overeenkomst zonder het nemen van gepaste |
maatregelen zoals het te gelde maken van eventuele waarborgen; | maatregelen zoals het te gelde maken van eventuele waarborgen; |
8° « begunstigde » : | 8° « begunstigde » : |
a) de persoon die een overeenkomst heeft aangegaan met een | a) de persoon die een overeenkomst heeft aangegaan met een |
meldingsplichtige instelling zoals bedoeld in 4°, a) tot en met d) of | meldingsplichtige instelling zoals bedoeld in 4°, a) tot en met d) of |
b) de debiteur ten aanzien van wie een ingezetene een | b) de debiteur ten aanzien van wie een ingezetene een |
kredietverzekering heeft afgesloten met een | kredietverzekering heeft afgesloten met een |
kredietverzekeringsonderneming zoals bedoeld in 4° e); | kredietverzekeringsonderneming zoals bedoeld in 4° e); |
9° « effectisering » : | 9° « effectisering » : |
proces waarbij kredieten, vorderingen en andere activa worden | proces waarbij kredieten, vorderingen en andere activa worden |
samengebracht om als onderpand te dienen van een nieuw uit te geven | samengebracht om als onderpand te dienen van een nieuw uit te geven |
effect dat gewaarborgd wordt door de kasstromen of de economische | effect dat gewaarborgd wordt door de kasstromen of de economische |
waarde van deze activa en waarbij de geëffectiseerde risicoposities in | waarde van deze activa en waarbij de geëffectiseerde risicoposities in |
economische zin worden overgedragen aan een effectiseringsvehikel dat | economische zin worden overgedragen aan een effectiseringsvehikel dat |
effecten uitgeeft; | effecten uitgeeft; |
10° « effectiseringsvehikel » : | 10° « effectiseringsvehikel » : |
een vehikel zoals bedoeld in artikel I.2, (71) van het besluit van 17 | een vehikel zoals bedoeld in artikel I.2, (71) van het besluit van 17 |
oktober 2006 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | oktober 2006 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de | Assurantiewezen over het reglement op het eigen vermogen van de |
kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, goedgekeurd bij | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen, goedgekeurd bij |
ministerieel besluit van 27 december 2006. | ministerieel besluit van 27 december 2006. |
HOOFDSTUK 2. - De Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen | HOOFDSTUK 2. - De Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen |
Art. 3.De Bank is belast met de registratie in de Centrale van de |
Art. 3.De Bank is belast met de registratie in de Centrale van de |
gegevens met betrekking tot de overeenkomsten en de wanbetalingen die | gegevens met betrekking tot de overeenkomsten en de wanbetalingen die |
eruit voortvloeien alsmede van de gegevens met betrekking tot de | eruit voortvloeien alsmede van de gegevens met betrekking tot de |
begunstigden van deze overeenkomsten. | begunstigden van deze overeenkomsten. |
De meldingsplichtige instellingen zijn verplicht deze gegevens aan de | De meldingsplichtige instellingen zijn verplicht deze gegevens aan de |
Centrale mee te delen, in overeenstemming met de bepalingen van deze | Centrale mee te delen, in overeenstemming met de bepalingen van deze |
wet en haar uitvoeringsbesluiten. | wet en haar uitvoeringsbesluiten. |
Ingeval de overeenkomst na de registratie in de Centrale wordt | Ingeval de overeenkomst na de registratie in de Centrale wordt |
overgedragen aan een niet-meldingsplichtige instelling, vervalt de | overgedragen aan een niet-meldingsplichtige instelling, vervalt de |
mededelingsplicht tenzij bij de overdracht van kredietovereenkomsten | mededelingsplicht tenzij bij de overdracht van kredietovereenkomsten |
in het kader van effectisering aan een in België gevestigd | in het kader van effectisering aan een in België gevestigd |
effectiseringsvehikel. | effectiseringsvehikel. |
Onverminderd de eigen verplichtingen die rusten op de | Onverminderd de eigen verplichtingen die rusten op de |
meldingsplichtige instellingen, is de Bank de verantwoordelijke voor | meldingsplichtige instellingen, is de Bank de verantwoordelijke voor |
de verwerking van de persoonsgegevens die in de Centrale worden | de verwerking van de persoonsgegevens die in de Centrale worden |
geregistreerd wat betreft het ontvangen van deze gegevens van de | geregistreerd wat betreft het ontvangen van deze gegevens van de |
meldingsplichtige instellingen, het ordenen en bewaren van deze | meldingsplichtige instellingen, het ordenen en bewaren van deze |
gegevens, het gebruik van deze gegevens binnen de limieten toegestaan | gegevens, het gebruik van deze gegevens binnen de limieten toegestaan |
door de wet, het meedelen van deze gegevens in de gevallen waarin zij | door de wet, het meedelen van deze gegevens in de gevallen waarin zij |
daartoe door de wet gerechtigd is, alsmede het afschermen, uitwissen | daartoe door de wet gerechtigd is, alsmede het afschermen, uitwissen |
of vernietigen van persoonsgegevens onder de voorwaarden bedoeld in de | of vernietigen van persoonsgegevens onder de voorwaarden bedoeld in de |
wet. | wet. |
Art. 4.De Koning bepaalt : |
Art. 4.De Koning bepaalt : |
? welke gegevens met betrekking tot de overeenkomsten, de | ? welke gegevens met betrekking tot de overeenkomsten, de |
wanbetalingen en de begunstigden door de meldingsplichtige | wanbetalingen en de begunstigden door de meldingsplichtige |
instellingen dienen te worden meegedeeld; | instellingen dienen te worden meegedeeld; |
? de mededelingstermijnen; | ? de mededelingstermijnen; |
? de voorwaarden en nadere regels voor de bijwerking van de gegevens; | ? de voorwaarden en nadere regels voor de bijwerking van de gegevens; |
? de bewaartermijnen van de gegevens. | ? de bewaartermijnen van de gegevens. |
De Koning kan bepalen dat sommige overeenkomsten, volgens de criteria | De Koning kan bepalen dat sommige overeenkomsten, volgens de criteria |
die hij bepaalt, niet dienen meegedeeld te worden. De Bank is | die hij bepaalt, niet dienen meegedeeld te worden. De Bank is |
gemachtigd om, desgevallend binnen de limieten die de Koning bepaalt, | gemachtigd om, desgevallend binnen de limieten die de Koning bepaalt, |
door middel van reglementen, voor elke categorie van overeenkomsten | door middel van reglementen, voor elke categorie van overeenkomsten |
opgesomd in artikel 2, 6°, te bepalen welke soorten contracten niet | opgesomd in artikel 2, 6°, te bepalen welke soorten contracten niet |
moeten worden gemeld. Deze reglementen zijn onderworpen aan de | moeten worden gemeld. Deze reglementen zijn onderworpen aan de |
goedkeuring van de Minister van Financiën en worden in het Belgisch | goedkeuring van de Minister van Financiën en worden in het Belgisch |
Staatsblad bekendgemaakt. | Staatsblad bekendgemaakt. |
De Koning kan bepalen dat sommige wanbetalingen, volgens de criteria | De Koning kan bepalen dat sommige wanbetalingen, volgens de criteria |
die Hij bepaalt, niet dienen te worden meegedeeld. | die Hij bepaalt, niet dienen te worden meegedeeld. |
De Koning kan de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten | De Koning kan de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten |
uitbreiden tot andere instellingen dan opgesomd in artikel 2, 4° die | uitbreiden tot andere instellingen dan opgesomd in artikel 2, 4° die |
gelijkaardige verplichtingen aangaan als omschreven in artikel 2, 6°. | gelijkaardige verplichtingen aangaan als omschreven in artikel 2, 6°. |
Art. 5.Voor de toepassing van deze wet en van haar |
Art. 5.Voor de toepassing van deze wet en van haar |
uitvoeringsbesluiten en met het oog op de identificatie van een | uitvoeringsbesluiten en met het oog op de identificatie van een |
begunstigde van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, a) | begunstigde van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, a) |
tot en met d), die een natuurlijke persoon is en die geen | tot en met d), die een natuurlijke persoon is en die geen |
ondernemingsnummer heeft, gebruiken de meldingsplichtige instellingen | ondernemingsnummer heeft, gebruiken de meldingsplichtige instellingen |
bij de eerste registratie in de Centrale het identificatienummer van | bij de eerste registratie in de Centrale het identificatienummer van |
het Rijksregister van de natuurlijke personen dat die natuurlijke | het Rijksregister van de natuurlijke personen dat die natuurlijke |
personen voorafgaand aan het afsluiten van een overeenkomst aan hen | personen voorafgaand aan het afsluiten van een overeenkomst aan hen |
dienen mee te delen. | dienen mee te delen. |
Voor de toepassing van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten en | Voor de toepassing van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten en |
met het oog op de identificatie van een begunstigde van een | met het oog op de identificatie van een begunstigde van een |
overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, e), die een natuurlijke | overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2, 6°, e), die een natuurlijke |
persoon is en die geen ondernemingsnummer heeft, gebruiken de | persoon is en die geen ondernemingsnummer heeft, gebruiken de |
kredietverzekeringsondernemingen bij de eerste registratie in de | kredietverzekeringsondernemingen bij de eerste registratie in de |
Centrale het identificatienummer van het Rijksregister van de | Centrale het identificatienummer van het Rijksregister van de |
natuurlijke personen indien dat door hen of de verzekeringnemer gekend | natuurlijke personen indien dat door hen of de verzekeringnemer gekend |
is. | is. |
De Bank en de meldingsplichtige instellingen zijn gemachtigd om het | De Bank en de meldingsplichtige instellingen zijn gemachtigd om het |
identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen | identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen |
te registreren en te gebruiken in hun relaties in het kader van deze | te registreren en te gebruiken in hun relaties in het kader van deze |
wet. De Bank is tevens gemachtigd het identificatienummer van het | wet. De Bank is tevens gemachtigd het identificatienummer van het |
Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken voor het | Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken voor het |
interne beheer van de Centrale alsook in haar betrekkingen met het | interne beheer van de Centrale alsook in haar betrekkingen met het |
Rijksregister van de natuurlijke personen en met de Kruispuntbank van | Rijksregister van de natuurlijke personen en met de Kruispuntbank van |
Ondernemingen. | Ondernemingen. |
Art. 6.Uitsluitend voor het vervullen van de taken bedoeld in deze |
Art. 6.Uitsluitend voor het vervullen van de taken bedoeld in deze |
wet en haar uitvoeringsbesluiten, wordt de Bank, handelend door | wet en haar uitvoeringsbesluiten, wordt de Bank, handelend door |
tussenkomst van haar personeelsleden die daartoe wegens hun functies | tussenkomst van haar personeelsleden die daartoe wegens hun functies |
en binnen de perken van hun specifieke bevoegdheden door haar | en binnen de perken van hun specifieke bevoegdheden door haar |
directiecomité met name en schriftelijk zijn aangewezen, gemachtigd om | directiecomité met name en schriftelijk zijn aangewezen, gemachtigd om |
toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, | toegang te hebben tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, |
eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 | eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 |
tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en om | tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, en om |
deze te registreren. | deze te registreren. |
Art. 7.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 6 zijn |
Art. 7.De informatiegegevens die met toepassing van artikel 6 zijn |
bekomen, mogen, binnen de perken van de uitvoering van de taken | bekomen, mogen, binnen de perken van de uitvoering van de taken |
bedoeld in deze wet, slechts worden meegedeeld aan de | bedoeld in deze wet, slechts worden meegedeeld aan de |
meldingsplichtige instellingen en aan de personen die krachtens de | meldingsplichtige instellingen en aan de personen die krachtens de |
toepasselijke wets- en uitvoeringsbepalingen gerechtigd zijn om van de | toepasselijke wets- en uitvoeringsbepalingen gerechtigd zijn om van de |
Bank mededeling te krijgen van de informatiegegevens welke betrekking | Bank mededeling te krijgen van de informatiegegevens welke betrekking |
hebben op de overeenkomsten en welke op naam van de betrokken | hebben op de overeenkomsten en welke op naam van de betrokken |
natuurlijke persoon zijn geregistreerd. | natuurlijke persoon zijn geregistreerd. |
Art. 8.Ter aanvulling van de in de Centrale geregistreerde informatie |
Art. 8.Ter aanvulling van de in de Centrale geregistreerde informatie |
en voor zover de meldingsplichtige instellingen via hun | en voor zover de meldingsplichtige instellingen via hun |
representatieve beroepsverenigingen ermee akkoord gaan, wordt de Bank | representatieve beroepsverenigingen ermee akkoord gaan, wordt de Bank |
gemachtigd om voor rekening van de meldingsplichtige instellingen | gemachtigd om voor rekening van de meldingsplichtige instellingen |
ondervragingen te verrichten van het bestand van berichten van beslag, | ondervragingen te verrichten van het bestand van berichten van beslag, |
delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, bedoeld in | delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, bedoeld in |
artikel 1389bis/1 van het Gerechtelijk Wetboek, evenals van andere | artikel 1389bis/1 van het Gerechtelijk Wetboek, evenals van andere |
bestanden die kunnen bijdragen tot een betere beoordeling van het | bestanden die kunnen bijdragen tot een betere beoordeling van het |
kredietrisico, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt. De Koning | kredietrisico, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt. De Koning |
bepaalt de gegevens die kunnen worden geraadpleegd. | bepaalt de gegevens die kunnen worden geraadpleegd. |
Art. 9.De Bank stelt de administratieve en technische richtlijnen |
Art. 9.De Bank stelt de administratieve en technische richtlijnen |
vast die moeten worden nageleefd door de meldingsplichtige | vast die moeten worden nageleefd door de meldingsplichtige |
instellingen en door de personen die de gegevens van de Centrale mogen | instellingen en door de personen die de gegevens van de Centrale mogen |
raadplegen. | raadplegen. |
HOOFDSTUK 3. - Informatieplicht ten aanzien van natuurlijke personen | HOOFDSTUK 3. - Informatieplicht ten aanzien van natuurlijke personen |
Art. 10.Indien de begunstigde van een overeenkomst een natuurlijke |
Art. 10.Indien de begunstigde van een overeenkomst een natuurlijke |
persoon is, moet hij vóór de eerste registratie in de Centrale door de | persoon is, moet hij vóór de eerste registratie in de Centrale door de |
meldingsplichtige instelling in kennis gesteld worden van het volgende | meldingsplichtige instelling in kennis gesteld worden van het volgende |
: | : |
1° de naam van de Centrale; | 1° de naam van de Centrale; |
2° de doeleinden van de verwerking in de Centrale; | 2° de doeleinden van de verwerking in de Centrale; |
3° het feit dat er gegevens met betrekking tot de begunstigde, zijn | 3° het feit dat er gegevens met betrekking tot de begunstigde, zijn |
overeenkomsten en de wanbetalingen die eruit voortvloeien in de | overeenkomsten en de wanbetalingen die eruit voortvloeien in de |
Centrale geregistreerd worden; | Centrale geregistreerd worden; |
4° de naam en het adres van de meldingsplichtige instelling die de | 4° de naam en het adres van de meldingsplichtige instelling die de |
gegevens meedeelt aan de Centrale; | gegevens meedeelt aan de Centrale; |
5° het bestaan van een recht op toegang en op rechtzetting van de | 5° het bestaan van een recht op toegang en op rechtzetting van de |
gegevens alsook de bewaartermijnen van deze laatste. | gegevens alsook de bewaartermijnen van deze laatste. |
De Bank is ontslagen van deze verplichting. | De Bank is ontslagen van deze verplichting. |
HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van de Centrale | HOOFDSTUK 4. - Raadpleging van de Centrale |
Art. 11.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, mag de Bank de |
Art. 11.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, mag de Bank de |
in de Centrale geregistreerde gegevens slechts meedelen : | in de Centrale geregistreerde gegevens slechts meedelen : |
1° aan de meldingsplichtige instellingen, hetzij vóór het afsluiten | 1° aan de meldingsplichtige instellingen, hetzij vóór het afsluiten |
van een overeenkomst in het kader van de risicobeoordeling betreffende | van een overeenkomst in het kader van de risicobeoordeling betreffende |
een mogelijke begunstigde, hetzij bij het beheer van een overeenkomst; | een mogelijke begunstigde, hetzij bij het beheer van een overeenkomst; |
2° aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke | 2° aan de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke |
Levenssfeer, voor de uitvoering van de opdrachten die haar door of | Levenssfeer, voor de uitvoering van de opdrachten die haar door of |
krachtens de wet zijn toevertrouwd; | krachtens de wet zijn toevertrouwd; |
3° aan de buitenlandse kredietcentrales, op voorwaarde dat hun | 3° aan de buitenlandse kredietcentrales, op voorwaarde dat hun |
doeleinden, de geregistreerde gegevens en de wettelijke bescherming op | doeleinden, de geregistreerde gegevens en de wettelijke bescherming op |
het vlak van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim, | het vlak van de persoonlijke levenssfeer en het beroepsgeheim, |
gelijkwaardig zijn met die van de Centrale en dat zij hun gegevens, op | gelijkwaardig zijn met die van de Centrale en dat zij hun gegevens, op |
basis van wederkerigheid, aan de Centrale verstrekken krachtens een | basis van wederkerigheid, aan de Centrale verstrekken krachtens een |
met de Bank afgesloten gegevensuitwisselingsovereenkomst; | met de Bank afgesloten gegevensuitwisselingsovereenkomst; |
4° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken. | 4° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken. |
De Koning kan, in voorkomend geval per categorie van meldingsplichtige | De Koning kan, in voorkomend geval per categorie van meldingsplichtige |
instelling, de mededeling van de in de Centrale geregistreerde | instelling, de mededeling van de in de Centrale geregistreerde |
gegevens aan meldingsplichtige instellingen beperken tot bepaalde | gegevens aan meldingsplichtige instellingen beperken tot bepaalde |
gegevens. | gegevens. |
§ 2. De Centrale mag niet geraadpleegd worden voor commerciële | § 2. De Centrale mag niet geraadpleegd worden voor commerciële |
prospectiedoeleinden. | prospectiedoeleinden. |
§ 3. De personen die gegevens van de Centrale hebben verkregen, moeten | § 3. De personen die gegevens van de Centrale hebben verkregen, moeten |
de nodige maatregelen treffen om het vertrouwelijk karakter van die | de nodige maatregelen treffen om het vertrouwelijk karakter van die |
gegevens en hun exclusief gebruik voor de in § 1 bepaalde doeleinden | gegevens en hun exclusief gebruik voor de in § 1 bepaalde doeleinden |
te waarborgen. De gegevens van de Centrale mogen niet publiek gemaakt | te waarborgen. De gegevens van de Centrale mogen niet publiek gemaakt |
worden. De meldingsplichtige instellingen die gegevens van de Centrale | worden. De meldingsplichtige instellingen die gegevens van de Centrale |
hebben verkregen dienen ervoor te zorgen dat enkel de personen die | hebben verkregen dienen ervoor te zorgen dat enkel de personen die |
onder hun gezag handelen en die de gegevens van de Centrale nodig | onder hun gezag handelen en die de gegevens van de Centrale nodig |
hebben voor de uitoefening van hun taken, toegang krijgen tot die | hebben voor de uitoefening van hun taken, toegang krijgen tot die |
gegevens. | gegevens. |
Art. 12.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke |
Art. 12.§ 1. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke |
natuurlijke persoon kosteloos toegang tot de op zijn naam in de | natuurlijke persoon kosteloos toegang tot de op zijn naam in de |
Centrale geregistreerde gegevens en kan hij, vrij en kosteloos, de | Centrale geregistreerde gegevens en kan hij, vrij en kosteloos, de |
rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. | rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. |
In afwijking van artikel 10 van de wet van 8 december 1992 tot | In afwijking van artikel 10 van de wet van 8 december 1992 tot |
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de | bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de |
verwerking van persoonsgegevens, worden bepaalde in de Centrale | verwerking van persoonsgegevens, worden bepaalde in de Centrale |
geregistreerde gegevens die berusten op de risico- of | geregistreerde gegevens die berusten op de risico- of |
recuperatie-inschatting van de meldingsplichtige instelling niet | recuperatie-inschatting van de meldingsplichtige instelling niet |
meegedeeld aan de betrokken natuurlijke persoon die zijn recht op | meegedeeld aan de betrokken natuurlijke persoon die zijn recht op |
toegang of op rechtzetting uitoefent. De Koning bepaalt welke gegevens | toegang of op rechtzetting uitoefent. De Koning bepaalt welke gegevens |
aldus niet moeten worden meegedeeld. | aldus niet moeten worden meegedeeld. |
§ 2. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke rechtspersoon | § 2. Volgens de regels die de Koning bepaalt, heeft elke rechtspersoon |
toegang tot de op zijn naam in de Centrale geregistreerde gegevens en | toegang tot de op zijn naam in de Centrale geregistreerde gegevens en |
kan hij de rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. De Koning | kan hij de rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. De Koning |
bepaalt de modaliteiten van de raadpleging van de Centrale door de | bepaalt de modaliteiten van de raadpleging van de Centrale door de |
begunstigde rechtspersonen, evenals de eventuele kosten die de | begunstigde rechtspersonen, evenals de eventuele kosten die de |
Centrale voor deze raadpleging mag aanrekenen. | Centrale voor deze raadpleging mag aanrekenen. |
De beperking en bijhorende machtiging aan de Koning opgenomen in het | De beperking en bijhorende machtiging aan de Koning opgenomen in het |
tweede lid van de eerste paragraaf gelden eveneens voor rechtspersonen | tweede lid van de eerste paragraaf gelden eveneens voor rechtspersonen |
die hun recht op toegang of op rechtzetting uitoefenen. | die hun recht op toegang of op rechtzetting uitoefenen. |
§ 3. In geval van een vraag tot rechtzetting is de Bank ertoe gehouden | § 3. In geval van een vraag tot rechtzetting is de Bank ertoe gehouden |
deze aanvraag over te maken aan de meldingsplichtige instelling, die | deze aanvraag over te maken aan de meldingsplichtige instelling, die |
alleen verantwoordelijk is voor de juiste inhoud van de aan de | alleen verantwoordelijk is voor de juiste inhoud van de aan de |
Centrale meegedeelde gegevens en desgevallend de in de Centrale | Centrale meegedeelde gegevens en desgevallend de in de Centrale |
geregistreerde gegevens dient te verbeteren. | geregistreerde gegevens dient te verbeteren. |
HOOFDSTUK 5. - Sancties, opsporing en vaststelling van de inbreuken | HOOFDSTUK 5. - Sancties, opsporing en vaststelling van de inbreuken |
Art. 13.§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van |
Art. 13.§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van |
gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren aangesteld door de Minister | gerechtelijke politie, zijn de ambtenaren aangesteld door de Minister |
tot wiens bevoegdheid Economie behoort, bevoegd om de in artikel 16 | tot wiens bevoegdheid Economie behoort, bevoegd om de in artikel 16 |
vermelde inbreuken op te sporen en vast te stellen. Een afschrift van | vermelde inbreuken op te sporen en vast te stellen. Een afschrift van |
de processen-verbaal welke door die ambtenaren werden opgesteld wordt | de processen-verbaal welke door die ambtenaren werden opgesteld wordt |
bij aangetekende brief met ontvangstbewijs binnen dertig dagen na de | bij aangetekende brief met ontvangstbewijs binnen dertig dagen na de |
datum van de vaststellingen aan de overtreder toegezonden. | datum van de vaststellingen aan de overtreder toegezonden. |
§ 2. In de uitoefening van hun ambt mogen de in § 1 bedoelde | § 2. In de uitoefening van hun ambt mogen de in § 1 bedoelde |
ambtenaren : | ambtenaren : |
1° binnentreden tijdens de gewone openings- of werkuren in de lokalen | 1° binnentreden tijdens de gewone openings- of werkuren in de lokalen |
en vertrekken waartoe zij voor het vervullen van hun opdracht toegang | en vertrekken waartoe zij voor het vervullen van hun opdracht toegang |
moeten hebben; | moeten hebben; |
2° alle dienstige vaststellingen doen, zich op eerste vordering en ter | 2° alle dienstige vaststellingen doen, zich op eerste vordering en ter |
plaatse elke informatie, elk document, elk gegevensbestand of elk | plaatse elke informatie, elk document, elk gegevensbestand of elk |
informaticasysteem dat zij voor hun opsporingen en vaststellingen | informaticasysteem dat zij voor hun opsporingen en vaststellingen |
nodig hebben, doen voorleggen of toegang laten verkrijgen en daarvan | nodig hebben, doen voorleggen of toegang laten verkrijgen en daarvan |
afschrift nemen; | afschrift nemen; |
3° tegen ontvangstbewijs beslag leggen op documenten, stukken, boeken, | 3° tegen ontvangstbewijs beslag leggen op documenten, stukken, boeken, |
gegevensbestanden of informaticasystemen noodzakelijk voor het bewijs | gegevensbestanden of informaticasystemen noodzakelijk voor het bewijs |
van een inbreuk of om de mededaders of medeplichtigen van de | van een inbreuk of om de mededaders of medeplichtigen van de |
overtreders op te sporen; | overtreders op te sporen; |
bij ontstentenis van een bevestiging door het openbaar ministerie | bij ontstentenis van een bevestiging door het openbaar ministerie |
binnen tien werkdagen is het beslag van rechtswege opgeheven; | binnen tien werkdagen is het beslag van rechtswege opgeheven; |
4° indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een | 4° indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een |
inbreuk, in bewoonde lokalen binnentreden met voorafgaande machtiging | inbreuk, in bewoonde lokalen binnentreden met voorafgaande machtiging |
van de rechter bij de politierechtbank. De bezoeken in de bewoonde | van de rechter bij de politierechtbank. De bezoeken in de bewoonde |
lokalen moeten tussen acht en achttien uur en door minstens twee | lokalen moeten tussen acht en achttien uur en door minstens twee |
ambtenaren gezamenlijk geschieden. | ambtenaren gezamenlijk geschieden. |
§ 3. In de uitoefening van hun ambt kunnen de in § 1 bedoelde | § 3. In de uitoefening van hun ambt kunnen de in § 1 bedoelde |
ambtenaren de bijstand van de federale politie vorderen. | ambtenaren de bijstand van de federale politie vorderen. |
§ 4. De gemachtigde ambtenaren oefenen de hun door dit artikel | § 4. De gemachtigde ambtenaren oefenen de hun door dit artikel |
verleende bevoegdheden uit onder het toezicht van de | verleende bevoegdheden uit onder het toezicht van de |
procureur-generaal, onverminderd hun ondergeschiktheid aan hun | procureur-generaal, onverminderd hun ondergeschiktheid aan hun |
meerderen in het bestuur. | meerderen in het bestuur. |
Zij moeten de nodige maatregelen treffen teneinde het vertrouwelijk | Zij moeten de nodige maatregelen treffen teneinde het vertrouwelijk |
karakter van de gegevens waarvan ze kennis hebben gekregen te | karakter van de gegevens waarvan ze kennis hebben gekregen te |
waarborgen en tevens verzekeren dat deze gegevens enkel worden | waarborgen en tevens verzekeren dat deze gegevens enkel worden |
aangewend voor doeleinden, vereist voor de uitoefening van hun | aangewend voor doeleinden, vereist voor de uitoefening van hun |
toezichtstaak. | toezichtstaak. |
§ 5. In geval van toepassing van artikel 14, wordt het in § 1 bedoeld | § 5. In geval van toepassing van artikel 14, wordt het in § 1 bedoeld |
proces-verbaal pas toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer | proces-verbaal pas toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer |
aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven en er geen toepassing wordt | aan de waarschuwing geen gevolg is gegeven en er geen toepassing wordt |
gemaakt van artikel 15. | gemaakt van artikel 15. |
In geval van toepassing van artikel 15, wordt het proces-verbaal pas | In geval van toepassing van artikel 15, wordt het proces-verbaal pas |
toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer de overtreder niet | toegezonden aan de procureur des Konings, wanneer de overtreder niet |
is ingegaan op het voorstel tot minnelijke schikking. | is ingegaan op het voorstel tot minnelijke schikking. |
Art. 14.Als een inbreuk zoals bedoeld in artikel 16 wordt |
Art. 14.Als een inbreuk zoals bedoeld in artikel 16 wordt |
vastgesteld, kan de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort, | vastgesteld, kan de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort, |
of de door hem met toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde | of de door hem met toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde |
ambtenaar, een waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot | ambtenaar, een waarschuwing richten tot de overtreder, waarbij die tot |
stopzetting van deze inbreuk wordt aangemaand. | stopzetting van deze inbreuk wordt aangemaand. |
De waarschuwing wordt gevoegd bij het afschrift van het proces-verbaal | De waarschuwing wordt gevoegd bij het afschrift van het proces-verbaal |
dat overeenkomstig artikel 13, § 1 aan de overtreder wordt | dat overeenkomstig artikel 13, § 1 aan de overtreder wordt |
toegezonden. | toegezonden. |
De waarschuwing vermeldt : | De waarschuwing vermeldt : |
1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of | 1° de ten laste gelegde feiten en de geschonden wetsbepaling of |
-bepalingen; | -bepalingen; |
2° de termijn binnen welke zij dienen te worden stopgezet; | 2° de termijn binnen welke zij dienen te worden stopgezet; |
3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met | 3° dat, indien aan de waarschuwing geen gevolg wordt gegeven, de met |
toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde ambtenaren de procureur des | toepassing van artikel 13, § 1 aangestelde ambtenaren de procureur des |
Konings kunnen inlichten of een minnelijke regeling zoals bepaald in | Konings kunnen inlichten of een minnelijke regeling zoals bepaald in |
artikel 15 kunnen voorstellen. | artikel 15 kunnen voorstellen. |
Art. 15.De daartoe door de Minister tot wiens bevoegdheid Economie |
Art. 15.De daartoe door de Minister tot wiens bevoegdheid Economie |
behoort aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van de | behoort aangestelde ambtenaren kunnen, na inzage van de |
processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de | processen-verbaal waarbij een inbreuk wordt vastgesteld op de |
bepalingen bedoeld in artikel 16, en opgesteld door de in artikel 13, | bepalingen bedoeld in artikel 16, en opgesteld door de in artikel 13, |
§ 1 bedoelde ambtenaren en indien er geen gevolg werd gegeven aan de | § 1 bedoelde ambtenaren en indien er geen gevolg werd gegeven aan de |
waarschuwing zoals vermeld in artikel 14, aan de overtreders de | waarschuwing zoals vermeld in artikel 14, aan de overtreders de |
betaling voorstellen van een som die de strafvordering doet vervallen. | betaling voorstellen van een som die de strafvordering doet vervallen. |
Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete | Deze som mag niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de geldboete |
bepaald in artikel 16 verhoogd met de opdeciemen. De tarieven alsmede | bepaald in artikel 16 verhoogd met de opdeciemen. De tarieven alsmede |
de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de Koning. | de betalings- en inningsregeling worden vastgesteld door de Koning. |
Art. 16.§ 1. Met een geldboete van 50 euro tot 10.000 euro worden |
Art. 16.§ 1. Met een geldboete van 50 euro tot 10.000 euro worden |
gestraft : | gestraft : |
1° zij die de verplichtingen bedoeld in artikel 3 en in de besluiten | 1° zij die de verplichtingen bedoeld in artikel 3 en in de besluiten |
ter uitvoering van artikel 4 niet naleven; | ter uitvoering van artikel 4 niet naleven; |
2° zij die de verplichting bedoeld in artikel 10 niet naleven; | 2° zij die de verplichting bedoeld in artikel 10 niet naleven; |
3° zij die het voorschrift van artikel 11, §§ 2 en 3, niet naleven; | 3° zij die het voorschrift van artikel 11, §§ 2 en 3, niet naleven; |
4° zij die opzettelijk het vervullen van de opdracht van de in artikel | 4° zij die opzettelijk het vervullen van de opdracht van de in artikel |
13, § 1 genoemde personen belast met de opsporing en vaststelling van | 13, § 1 genoemde personen belast met de opsporing en vaststelling van |
de inbreuken op de bepalingen van deze wet, bemoeilijken of beletten; | de inbreuken op de bepalingen van deze wet, bemoeilijken of beletten; |
5° zij die op onrechtmatige wijze kennis zouden hebben genomen van | 5° zij die op onrechtmatige wijze kennis zouden hebben genomen van |
individuele gegevens die in de Centrale zijn geregistreerd. | individuele gegevens die in de Centrale zijn geregistreerd. |
§ 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van | § 2. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van |
hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken | hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de inbreuken |
bedoeld in § 1. | bedoeld in § 1. |
Art. 17.De Bank kan aan de in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren |
Art. 17.De Bank kan aan de in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren |
vragen om met betrekking tot een meldingsplichtige instelling na te | vragen om met betrekking tot een meldingsplichtige instelling na te |
gaan : | gaan : |
1° of de gegevens die aan de Bank krachtens deze wet worden | 1° of de gegevens die aan de Bank krachtens deze wet worden |
meegedeeld, juist en waarheidsgetrouw zijn; | meegedeeld, juist en waarheidsgetrouw zijn; |
2° of de voorschriften van deze wet zijn nageleefd. | 2° of de voorschriften van deze wet zijn nageleefd. |
De in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren stellen de Bank in kennis | De in artikel 13, § 1 bedoelde ambtenaren stellen de Bank in kennis |
van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde onderzoek. | van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde onderzoek. |
HOOFDSTUK 6. - Diverse bepalingen | HOOFDSTUK 6. - Diverse bepalingen |
Art. 18.De Bank is gemachtigd de in de Centrale geregistreerde |
Art. 18.De Bank is gemachtigd de in de Centrale geregistreerde |
informatie te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische | informatie te gebruiken voor wetenschappelijke of statistische |
doeleinden na codering van de gegevens of in het kader van haar | doeleinden na codering van de gegevens of in het kader van haar |
activiteiten uitgevoerd overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot | activiteiten uitgevoerd overeenkomstig de wet van 22 februari 1998 tot |
vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van | vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van |
België. | België. |
Art. 19.De Bank is gemachtigd aan de meldingsplichtige instellingen |
Art. 19.De Bank is gemachtigd aan de meldingsplichtige instellingen |
de terugbetaling te vragen van de kosten gemaakt voor het inzamelen, | de terugbetaling te vragen van de kosten gemaakt voor het inzamelen, |
het registreren, het beheer, de controle en het ter beschikking | het registreren, het beheer, de controle en het ter beschikking |
stellen van de gegevens van de Centrale. De modaliteiten en het tarief | stellen van de gegevens van de Centrale. De modaliteiten en het tarief |
van de vergoeding worden door de Bank vastgesteld in overleg met de | van de vergoeding worden door de Bank vastgesteld in overleg met de |
meldingsplichtige instellingen via hun representatieve | meldingsplichtige instellingen via hun representatieve |
beroepsverenigingen. | beroepsverenigingen. |
Art. 20.De besluiten waarin deze wet voorziet, worden genomen na |
Art. 20.De besluiten waarin deze wet voorziet, worden genomen na |
advies van de Bank, van de Commissie voor de bescherming van de | advies van de Bank, van de Commissie voor de bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer en van de meldingsplichtige instellingen via | persoonlijke levenssfeer en van de meldingsplichtige instellingen via |
hun representatieve beroepsverenigingen. | hun representatieve beroepsverenigingen. |
Art. 21.In de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het |
Art. 21.In de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het |
toezicht op de kredietinstellingen worden volgende bepalingen | toezicht op de kredietinstellingen worden volgende bepalingen |
opgeheven : | opgeheven : |
1° titel VI, die artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 21 december | 1° titel VI, die artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 21 december |
1994 en van 9 maart 1999 en door de koninklijke besluiten van 20 juli | 1994 en van 9 maart 1999 en door de koninklijke besluiten van 20 juli |
2000 en 3 maart 2011, artikel 92, gewijzigd door de wet van 21 | 2000 en 3 maart 2011, artikel 92, gewijzigd door de wet van 21 |
december 1994 en door het koninklijk besluit van 3 maart 2011, artikel | december 1994 en door het koninklijk besluit van 3 maart 2011, artikel |
93 en 94, beide gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 maart | 93 en 94, beide gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 maart |
2011, omvat; | 2011, omvat; |
2° artikel 104, § 1, 13°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | 2° artikel 104, § 1, 13°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
13 juli 2001 en van 3 maart 2011. | 13 juli 2001 en van 3 maart 2011. |
Art. 22.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november |
Art. 22.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november |
1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen | 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen |
gespecialiseerd in financieringshuur wordt vervangen als volgt : | gespecialiseerd in financieringshuur wordt vervangen als volgt : |
« Art. 1.Onder « financieringshuur » of « leasing » wordt verstaan : |
« Art. 1.Onder « financieringshuur » of « leasing » wordt verstaan : |
1° De roerende financieringshuur of « roerende leasing », die wordt | 1° De roerende financieringshuur of « roerende leasing », die wordt |
gekenmerkt als volgt : | gekenmerkt als volgt : |
a) Zij dient betrekking te hebben op bedrijfsmateriaal dat door de | a) Zij dient betrekking te hebben op bedrijfsmateriaal dat door de |
huurder uitsluitend voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. | huurder uitsluitend voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. |
b) Het materieel dient door de verhuurder speciaal met het oog op de | b) Het materieel dient door de verhuurder speciaal met het oog op de |
huur te worden gekocht, en dit op gespecificeerde aanwijzing van de | huur te worden gekocht, en dit op gespecificeerde aanwijzing van de |
toekomstige huurder. | toekomstige huurder. |
c) De in het contract bepaalde huurtijd dient overeen te stemmen met | c) De in het contract bepaalde huurtijd dient overeen te stemmen met |
de vermoedelijke duur van het bedrijfsgebruik van het materieel. | de vermoedelijke duur van het bedrijfsgebruik van het materieel. |
d) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de waarde van het | d) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de waarde van het |
gehuurde materieel erdoor wordt afgeschreven over de in het contract | gehuurde materieel erdoor wordt afgeschreven over de in het contract |
bepaalde huurtijd. | bepaalde huurtijd. |
e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te | e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te |
voorzien op het einde van de huur de eigendom van het gehuurde | voorzien op het einde van de huur de eigendom van het gehuurde |
materieel te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het | materieel te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het |
contract wordt bepaald, een prijs welke dient overeen te stemmen met | contract wordt bepaald, een prijs welke dient overeen te stemmen met |
de vermoedelijke residuele waarde van dat materieel. | de vermoedelijke residuele waarde van dat materieel. |
2° De onroerende financieringshuur of « onroerende leasing », die | 2° De onroerende financieringshuur of « onroerende leasing », die |
wordt gekenmerkt als volgt : | wordt gekenmerkt als volgt : |
a) Zij dient betrekking te hebben op bebouwde onroerende goederen. | a) Zij dient betrekking te hebben op bebouwde onroerende goederen. |
b) Het contract dient een vaste termijn te hebben. | b) Het contract dient een vaste termijn te hebben. |
c) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de investering in | c) De huurprijs dient zo te worden vastgesteld dat de investering in |
het bebouwd onroerend goed volledig wordt wedersamengesteld door de | het bebouwd onroerend goed volledig wordt wedersamengesteld door de |
som van de huurgelden. | som van de huurgelden. |
d) Het genot van de gebouwen en van de grond waarop ze zijn opgericht | d) Het genot van de gebouwen en van de grond waarop ze zijn opgericht |
moet door de verhuurder aan de huurder worden toegestaan op grond van | moet door de verhuurder aan de huurder worden toegestaan op grond van |
een contract dat niet automatisch de zakelijke rechten overdraagt | een contract dat niet automatisch de zakelijke rechten overdraagt |
waarover de verhuurder beschikt. | waarover de verhuurder beschikt. |
e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te | e) Het contract dient ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te |
voorzien op het einde van de huur de zakelijke rechten betreffende het | voorzien op het einde van de huur de zakelijke rechten betreffende het |
gehuurde goed te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het | gehuurde goed te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het |
contract wordt bepaald. » | contract wordt bepaald. » |
Art. 23.Voor de overeenkomsten die gesloten werden vóór de datum van |
Art. 23.Voor de overeenkomsten die gesloten werden vóór de datum van |
inwerkingtreding van deze wet, gebeurt de kennisgeving bedoeld in | inwerkingtreding van deze wet, gebeurt de kennisgeving bedoeld in |
artikel 10, in de vorm van een niet-nominatief bericht in het Belgisch | artikel 10, in de vorm van een niet-nominatief bericht in het Belgisch |
Staatsblad, uitgaande van de minister tot wiens bevoegdheid Financiën | Staatsblad, uitgaande van de minister tot wiens bevoegdheid Financiën |
behoort. Wat betreft de niet-toegelaten debetstanden op rekening geldt | behoort. Wat betreft de niet-toegelaten debetstanden op rekening geldt |
dit niet-nominatief bericht voor alle rekeningen die werden geopend | dit niet-nominatief bericht voor alle rekeningen die werden geopend |
vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. | vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. |
Art. 24.Al wie bij de inwerkingtreding van deze wet de handelingen |
Art. 24.Al wie bij de inwerkingtreding van deze wet de handelingen |
verricht zoals bedoeld in artikel 1, 2° van voormeld koninklijk | verricht zoals bedoeld in artikel 1, 2° van voormeld koninklijk |
besluit nr. 55 van 10 november 1967, zoals ingevoegd door artikel 22 | besluit nr. 55 van 10 november 1967, zoals ingevoegd door artikel 22 |
van deze wet, beschikt over een termijn van zes maanden om zijn | van deze wet, beschikt over een termijn van zes maanden om zijn |
erkenning aan te vragen en om zich naar de voorwaarden van deze | erkenning aan te vragen en om zich naar de voorwaarden van deze |
erkenning te schikken. Bij gebreke daarvan, mag hij na het verstrijken | erkenning te schikken. Bij gebreke daarvan, mag hij na het verstrijken |
van deze termijn geen nieuwe verrichtingen van hogeromschreven aard | van deze termijn geen nieuwe verrichtingen van hogeromschreven aard |
meer aangaan, op straffe van de sancties opgelegd in artikel 3 van | meer aangaan, op straffe van de sancties opgelegd in artikel 3 van |
voormeld koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967. | voormeld koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967. |
Art. 25.Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde |
Art. 25.Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde |
datum, uiterlijk op 1 mei 2012. | datum, uiterlijk op 1 mei 2012. |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
Gegeven te Brussel, 4 maart 2012. | Gegeven te Brussel, 4 maart 2012. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
S. VANACKERE | S. VANACKERE |
De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mevr. A. TURTELBOOM |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
Mevr. A. TURTELBOOM | Mevr. A. TURTELBOOM |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2011/2012 | (1) Zitting 2011/2012 |
Kamer van volksvertegenwoordigers. | Kamer van volksvertegenwoordigers. |
Stukken. - Wetsontwerp, 53-1850, nr. 1. - Verslag, 53-1850, nr. 2. - | Stukken. - Wetsontwerp, 53-1850, nr. 1. - Verslag, 53-1850, nr. 2. - |
Tekst verbeterd door de commissie, 53-1850, nr. 3. - Tekst aangenomen | Tekst verbeterd door de commissie, 53-1850, nr. 3. - Tekst aangenomen |
in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-1850, nr. 4. | in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-1850, nr. 4. |
Integraal verslag. - 15 december 2011. | Integraal verslag. - 15 december 2011. |
Senaat. | Senaat. |
Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-1404, nr. 1. | Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-1404, nr. 1. |