Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 04/05/1999
← Terug naar "Wet houdende diverse fiscale bepalingen "
Wet houdende diverse fiscale bepalingen Wet houdende diverse fiscale bepalingen
MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN
4 MEI 1999. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen (1) 4 MEI 1999. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel

78 van de Grondwet. 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK I. - Directe belastingen HOOFDSTUK I. - Directe belastingen

Art. 2.In artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Art. 2.In artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

1992, vervangen door artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 1992, vervangen door artikel 5 van het koninklijk besluit van 20
december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) Het eerste lid wordt vervangen als volgt : A) Het eerste lid wordt vervangen als volgt :
« Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn alle beloningen verleend of « Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn alle beloningen verleend of
toegekend aan een natuurlijk persoon die : toegekend aan een natuurlijk persoon die :
1° een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of 1° een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of
gelijksoortige functies uitoefent; gelijksoortige functies uitoefent;
2° in de vennootschap een leidende functie of een leidende 2° in de vennootschap een leidende functie of een leidende
werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of
technische aard, uitoefent buiten een arbeidsovereenkomst. » . technische aard, uitoefent buiten een arbeidsovereenkomst. » .
B) Het artikel aanvullen met een derde lid, luidend als volgt : B) Het artikel aanvullen met een derde lid, luidend als volgt :
« Het eerste lid is niet van toepassing op natuurlijke personen, die « Het eerste lid is niet van toepassing op natuurlijke personen, die
onbezoldigd een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of onbezoldigd een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of
gelijksoortige functies uitoefenen in verenigingen zonder winstoogmerk gelijksoortige functies uitoefenen in verenigingen zonder winstoogmerk
of andere rechtspersonen zoals bedoeld in artikel 220, 3°, mits de of andere rechtspersonen zoals bedoeld in artikel 220, 3°, mits de
inkomsten van onroerende goederen die zij uit diezelfde vereniging of inkomsten van onroerende goederen die zij uit diezelfde vereniging of
rechtspersoon verkrijgen niet voor de in het tweede lid, 3°, bedoelde rechtspersoon verkrijgen niet voor de in het tweede lid, 3°, bedoelde
herkwalificatie tot bezoldiging in aanmerking komen ». herkwalificatie tot bezoldiging in aanmerking komen ».

Art. 3.In artikel 69 van hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel 11

Art. 3.In artikel 69 van hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel 11

van de wet van 28 juli 1992 en gewijzigd bij artikel 5 van de wet van van de wet van 28 juli 1992 en gewijzigd bij artikel 5 van de wet van
20 december 1995, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 20 december 1995, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt een §
2 ingevoegd, luidend als volgt : 2 ingevoegd, luidend als volgt :
« § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, 1°, is de investeringsaftrek « § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, 1°, is de investeringsaftrek
gelijk aan 3 %, wanneer het gaat om materiële vaste activa die gelijk aan 3 %, wanneer het gaat om materiële vaste activa die
uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het produktieproces uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van het produktieproces
van herbruikbare verpakkingen van dranken en nijverheidsprodukten, van herbruikbare verpakkingen van dranken en nijverheidsprodukten,
zoals vermeld in boek III « Milieutaksen » van de gewone wet van 16 zoals vermeld in boek III « Milieutaksen » van de gewone wet van 16
juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.
Dit percentage is eveneens van toepassing op de materiële vaste activa Dit percentage is eveneens van toepassing op de materiële vaste activa
die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van de terugname in die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van de terugname in
de verkooppunten, de tussentijdse stockage, de verzending naar de de verkooppunten, de tussentijdse stockage, de verzending naar de
afvuller of een distributiecentrale met het oog op de verdere afvuller of een distributiecentrale met het oog op de verdere
sortering en reiniging en de sortering en reiniging met het oog op de sortering en reiniging en de sortering en reiniging met het oog op de
terugzending naar de respectievelijke afvullers van de in eerste lid terugzending naar de respectievelijke afvullers van de in eerste lid
vermelde herbruikbare verpakkingen. vermelde herbruikbare verpakkingen.
De Koning bepaalt de wijze waarop de in het eerste en tweede lid De Koning bepaalt de wijze waarop de in het eerste en tweede lid
vermelde investeringsaftrek moet worden toegepast, de verplichtingen vermelde investeringsaftrek moet worden toegepast, de verplichtingen
die de belastingplichtigen moeten naleven om recht te hebben op het die de belastingplichtigen moeten naleven om recht te hebben op het
voordeel ervan, alsmede de kenmerken waaraan de vaste activa moeten voordeel ervan, alsmede de kenmerken waaraan de vaste activa moeten
voldoen om recht te geven op de aftrek en Hij bepaalt wat onder voldoen om recht te geven op de aftrek en Hij bepaalt wat onder
produktieproces moet worden verstaan. » . produktieproces moet worden verstaan. » .

Art. 4.In artikel 74 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « als

Art. 4.In artikel 74 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « als

vermeld in artikel 69, eerste lid, 2°, » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 69, eerste lid, 2°, » vervangen door de woorden «
als vermeld in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, ». als vermeld in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, ».

Art. 5.In artikel 77 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 6

Art. 5.In artikel 77 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 6

van de wet van 20 december 1995, worden de woorden « ingevolge artikel van de wet van 20 december 1995, worden de woorden « ingevolge artikel
69, eerste lid, 2° » vervangen door de woorden « ingevolge artikel 69, 69, eerste lid, 2° » vervangen door de woorden « ingevolge artikel 69,
§ 1, eerste lid, 2° ». § 1, eerste lid, 2° ».

Art. 6.Artikel 80 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

Art. 6.Artikel 80 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

« of tenzij de vennoten of leden bewijzen dat die beroepsverliezen « of tenzij de vennoten of leden bewijzen dat die beroepsverliezen
voortspruiten uit verrichtingen die beantwoorden aan rechtmatige voortspruiten uit verrichtingen die beantwoorden aan rechtmatige
financiële of economische behoeften. ». financiële of economische behoeften. ».

Art. 7.Artikel 93, 3°, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen door de

Art. 7.Artikel 93, 3°, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen door de

volgende bepaling : volgende bepaling :
« 3° een overdracht onder bezwarende titel van goederen die toebehoren « 3° een overdracht onder bezwarende titel van goederen die toebehoren
: :
a) aan al dan niet ontvoogde minderjarigen of aan onbekwaamverklaarden a) aan al dan niet ontvoogde minderjarigen of aan onbekwaamverklaarden
ingeval de familieraad of een gerechtelijke instantie daartoe ingeval de familieraad of een gerechtelijke instantie daartoe
machtiging heeft gegeven; machtiging heeft gegeven;
b) aan personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd b) aan personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd
overeenkomstig de artikelen 488bis, a tot 488bis, k, van het overeenkomstig de artikelen 488bis, a tot 488bis, k, van het
Burgerlijk Wetboek, krachtens een bijzondere machtiging van de Burgerlijk Wetboek, krachtens een bijzondere machtiging van de
vrederechter; ». vrederechter; ».

Art. 8.Artikel 93bis, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

Art. 8.Artikel 93bis, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

artikel 16 van het koninklijk besluit van 20 december 1996, wordt artikel 16 van het koninklijk besluit van 20 december 1996, wordt
vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
« 2° een overdracht onder bezwarende titel van goederen die toebehoren « 2° een overdracht onder bezwarende titel van goederen die toebehoren
: :
a) aan al dan niet ontvoogde minderjarigen of aan onbekwaamverklaarden a) aan al dan niet ontvoogde minderjarigen of aan onbekwaamverklaarden
ingeval de familieraad of een gerechtelijke instantie daartoe ingeval de familieraad of een gerechtelijke instantie daartoe
machtiging heeft gegeven; machtiging heeft gegeven;
b) aan personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd b) aan personen aan wie een voorlopige bewindvoerder is toegevoegd
overeenkomstig de artikelen 488bis, a tot 488bis, k, van het overeenkomstig de artikelen 488bis, a tot 488bis, k, van het
Burgerlijk Wetboek, krachtens een bijzondere machtiging van de Burgerlijk Wetboek, krachtens een bijzondere machtiging van de
vrederechter; ». vrederechter; ».

Art. 9.In artikel 131, 2°, van hetzelfde Wetboek, wordt het cijfer «

Art. 9.In artikel 131, 2°, van hetzelfde Wetboek, wordt het cijfer «

130 000 » vervangen door het cijfer « 131 000 ». 130 000 » vervangen door het cijfer « 131 000 ».

Art. 10.In artikel 134, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het

Art. 10.In artikel 134, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het

cijfer « 130 000 » vervangen door het cijfer « 131 000 ». cijfer « 130 000 » vervangen door het cijfer « 131 000 ».

Art. 11.Artikel 171, 4°, i), van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij

Art. 11.Artikel 171, 4°, i), van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij

artikel 89, 6°, van de wet van 28 december 1992 en bij artikel 30, 3°, artikel 89, 6°, van de wet van 28 december 1992 en bij artikel 30, 3°,
van de wet van 24 december 1993, wordt vervangen door de volgende van de wet van 24 december 1993, wordt vervangen door de volgende
bepaling : bepaling :
« i) de premies en vergoedingen ingesteld door de Europese « i) de premies en vergoedingen ingesteld door de Europese
Gemeenschappen als steunregeling voor de landbouwsector ». Gemeenschappen als steunregeling voor de landbouwsector ».

Art. 12.Artikel 184 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 19

Art. 12.Artikel 184 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 19

van de wet van 22 december 1998, wordt aangevuld met het volgende lid van de wet van 22 december 1998, wordt aangevuld met het volgende lid
: :
« Wordt evenwel, onverminderd de toepassing van artikel 210, § 1, 3°, « Wordt evenwel, onverminderd de toepassing van artikel 210, § 1, 3°,
niet als gestort kapitaal aangemerkt, het netto actief vermeld in niet als gestort kapitaal aangemerkt, het netto actief vermeld in
Hoofdstuk Vquinquies van de wet van 9 juli 1975 betreffende de Hoofdstuk Vquinquies van de wet van 9 juli 1975 betreffende de
controle der verzekeringsondernemingen, dat het maatschappelijk controle der verzekeringsondernemingen, dat het maatschappelijk
kapitaal van een handelsvennootschap uitmaakt of dat op een kapitaal van een handelsvennootschap uitmaakt of dat op een
onbeschikbare reserverekening van die vennootschap wordt geboekt. Dat onbeschikbare reserverekening van die vennootschap wordt geboekt. Dat
maatschappelijk kapitaal en die reserverekening worden slechts maatschappelijk kapitaal en die reserverekening worden slechts
vrijgesteld voor zover voldaan is aan de voorwaarden als vermeld in vrijgesteld voor zover voldaan is aan de voorwaarden als vermeld in
artikel 190. ». artikel 190. ».

Art. 13.§ 1. In titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde

Art. 13.§ 1. In titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde

Wetboek, wordt een als volgt luidende onderafdeling III ingevoegd : Wetboek, wordt een als volgt luidende onderafdeling III ingevoegd :
« Onderafdeling III. - Technische voorzieningen van « Onderafdeling III. - Technische voorzieningen van
verzekeringsondernemingen". verzekeringsondernemingen".
§ 2. In hetzelfde Wetboek wordt een als volgt luidend artikel 194bis § 2. In hetzelfde Wetboek wordt een als volgt luidend artikel 194bis
ingevoegd : ingevoegd :
«

Art. 194bis.- Binnen de grenzen en onder de voorwaarden bepaald

«

Art. 194bis.- Binnen de grenzen en onder de voorwaarden bepaald

door de Koning worden de technische voorzieningen bedoeld in artikel door de Koning worden de technische voorzieningen bedoeld in artikel
16, § 1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der 16, § 1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der
verzekeringsondernemingen vrijgesteld. ». verzekeringsondernemingen vrijgesteld. ».

Art. 14.Artikel 197 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de

Art. 14.Artikel 197 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de

volgende bepaling : volgende bepaling :
«

Art. 197.- Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten, die

«

Art. 197.- Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten, die

ingevolge artikel 219 aan de afzonderlijke aanslag worden onderworpen, ingevolge artikel 219 aan de afzonderlijke aanslag worden onderworpen,
worden als beroepskosten aangemerkt. ». worden als beroepskosten aangemerkt. ».

Art. 15.Artikel 198, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, wordt

Art. 15.Artikel 198, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
« 1° de vennootschapsbelasting, met inbegrip van de ingevolge artikel « 1° de vennootschapsbelasting, met inbegrip van de ingevolge artikel
219bis verschuldigde afzonderlijke aanslagen, de in mindering van de 219bis verschuldigde afzonderlijke aanslagen, de in mindering van de
vennootschapsbelasting gestorte sommen en de roerende voorheffing die vennootschapsbelasting gestorte sommen en de roerende voorheffing die
de schuldenaar van het inkomen met miskenning van artikel 261, tot de schuldenaar van het inkomen met miskenning van artikel 261, tot
ontlasting van de verkrijger heeft gedragen, doch met uitzondering van ontlasting van de verkrijger heeft gedragen, doch met uitzondering van
de ingevolge artikel 219 verschuldigde afzonderlijke aanslag; ». de ingevolge artikel 219 verschuldigde afzonderlijke aanslag; ».

Art. 16.In de inleidende zin van artikel 201, eerste lid, van

Art. 16.In de inleidende zin van artikel 201, eerste lid, van

hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel 18 van de wet van 28 juli hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel 18 van de wet van 28 juli
1992, worden de woorden « In de gevallen die niet in de artikelen 69, 1992, worden de woorden « In de gevallen die niet in de artikelen 69,
eerste lid, 2°, en 70 vermeld zijn » vervangen door de woorden « In de eerste lid, 2°, en 70 vermeld zijn » vervangen door de woorden « In de
gevallen als vermeld in artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, ». gevallen als vermeld in artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, ».

Art. 17.In artikel 203, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

Art. 17.In artikel 203, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

artikel 26 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 en artikel 26 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 en
gewijzigd bij artikel 51 van de wet van 10 maart 1999, worden de gewijzigd bij artikel 51 van de wet van 10 maart 1999, worden de
volgende wijzigingen aangebracht : volgende wijzigingen aangebracht :
« 1° in het vijfde lid, 1°, worden de woorden « zijn ingeschreven in « 1° in het vijfde lid, 1°, worden de woorden « zijn ingeschreven in
de officiële notering aan een effectenbeurs » vervangen door de de officiële notering aan een effectenbeurs » vervangen door de
woorden « zijn opgenomen in de notering aan een effectenbeurs »; woorden « zijn opgenomen in de notering aan een effectenbeurs »;
2° het zesde lid wordt ingetrokken. 2° het zesde lid wordt ingetrokken.

Art. 18.Artikel 214 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 21

Art. 18.Artikel 214 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 21

van de wet van 28 juli 1992 en bij artikel 6 van de wet van 6 augustus van de wet van 28 juli 1992 en bij artikel 6 van de wet van 6 augustus
1993, wordt vervangen door de volgende bepaling : 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
«

Art. 214.- § 1. Behoudens wanneer een binnenlandse vennootschap

«

Art. 214.- § 1. Behoudens wanneer een binnenlandse vennootschap

wordt omgezet in een landbouwvennootschap die niet voor de heffing van wordt omgezet in een landbouwvennootschap die niet voor de heffing van
de vennootschapsbelasting heeft gekozen, en niettegenstaande het de vennootschapsbelasting heeft gekozen, en niettegenstaande het
bepaalde van artikel 210, § 1, 3°, blijft belastingheffing ingevolge bepaalde van artikel 210, § 1, 3°, blijft belastingheffing ingevolge
de artikelen 208 en 209 achterwege bij het aannemen van een andere de artikelen 208 en 209 achterwege bij het aannemen van een andere
rechtsvorm, wanneer de waardering van de activa- en rechtsvorm, wanneer de waardering van de activa- en
passivabestanddelen, met inbegrip van het kapitaal en de reserves, passivabestanddelen, met inbegrip van het kapitaal en de reserves,
geen wijziging ondergaat naar aanleiding van de verrichting. Artikel geen wijziging ondergaat naar aanleiding van de verrichting. Artikel
212 is van toepassing op de aldus omgezette vennootschappen. 212 is van toepassing op de aldus omgezette vennootschappen.
Artikel 212 is mede van toepassing ingeval vennootschappen die zijn Artikel 212 is mede van toepassing ingeval vennootschappen die zijn
opgericht in een der vormen bepaald in het Wetboek van koophandel, met opgericht in een der vormen bepaald in het Wetboek van koophandel, met
vrijstelling van belasting zijn omgezet vóór de inwerkingtreding van vrijstelling van belasting zijn omgezet vóór de inwerkingtreding van
de wet van 23 februari 1967 tot wijziging, wat de omzetting van de wet van 23 februari 1967 tot wijziging, wat de omzetting van
vennootschappen betreft, van de gecoördineerde wetten op de vennootschappen betreft, van de gecoördineerde wetten op de
handelsvennootschappen. handelsvennootschappen.
§ 2. Artikel 212 zoals het bestaat na de wet van 22 december 1998, § 2. Artikel 212 zoals het bestaat na de wet van 22 december 1998,
houdende fiscale en andere bepalingen, is mede van toepassing in geval houdende fiscale en andere bepalingen, is mede van toepassing in geval
van fusie of splitsing van vennootschappen die vóór 1 oktober 1993 met van fusie of splitsing van vennootschappen die vóór 1 oktober 1993 met
vrijstelling van belasting hebben plaatsgevonden. vrijstelling van belasting hebben plaatsgevonden.
§ 3. Voor de toepassing van de artikelen 212 en 213 worden de fusies, § 3. Voor de toepassing van de artikelen 212 en 213 worden de fusies,
splitsingen en omzettingen, alsmede de inbreng van één of meer splitsingen en omzettingen, alsmede de inbreng van één of meer
bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van een algemeenheid bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van een algemeenheid
van goederen waarin de overgenomen, gesplitste of omgezette van goederen waarin de overgenomen, gesplitste of omgezette
vennootschappen voorheen met vrijstelling van belasting hebben vennootschappen voorheen met vrijstelling van belasting hebben
deelgenomen, geacht niet te hebben plaatsgevonden. ». deelgenomen, geacht niet te hebben plaatsgevonden. ».

Art. 19.In artikel 216, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij

Art. 19.In artikel 216, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij

artikel 32 van de wet van 22 december 1998, worden de volgende artikel 32 van de wet van 22 december 1998, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
A) b) wordt vervangen door de volgende bepaling : A) b) wordt vervangen door de volgende bepaling :
« b) voor vennootschappen voor huisvesting zijnde de Vlaamse « b) voor vennootschappen voor huisvesting zijnde de Vlaamse
Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale Wallonne du logement, Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale Wallonne du logement,
de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse
Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de
coöperatieve vennootschappen « Woningfonds van de Bond der kroostrijke coöperatieve vennootschappen « Woningfonds van de Bond der kroostrijke
gezinnen van België », « Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen », « gezinnen van België », « Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen », «
Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie » en « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie » en «
Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest », zomede door de Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest », zomede door de
Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank erkende naamloze of coöperatieve Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank erkende naamloze of coöperatieve
vennootschappen of door het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk vennootschappen of door het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest of het Waals Gewest erkende vennootschappen, die uitsluitend Gewest of het Waals Gewest erkende vennootschappen, die uitsluitend
tot doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of tot doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of
het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede
gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt
meubilair. »; meubilair. »;
B) b) wordt vervangen door de volgende bepaling : B) b) wordt vervangen door de volgende bepaling :
« b) voor vennootschappen voor huisvesting zijnde de Vlaamse « b) voor vennootschappen voor huisvesting zijnde de Vlaamse
Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale Wallonne du logement, Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale Wallonne du logement,
de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse
Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de
coöperatieve vennootschappen « Woningfonds van de Bond der kroostrijke coöperatieve vennootschappen « Woningfonds van de Bond der kroostrijke
gezinnen van België », « Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen », « gezinnen van België », « Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen », «
Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie » en « Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie » en «
Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest », zomede door Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest », zomede door
het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals
Gewest erkende vennootschappen, die uitsluitend tot doel hebben Gewest erkende vennootschappen, die uitsluitend tot doel hebben
leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten
van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede
gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt
meubilair. ». meubilair. ».

Art. 20.De hoofding van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II, van

Art. 20.De hoofding van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II, van

hetzelfde Wetboek wordt vervangen door : hetzelfde Wetboek wordt vervangen door :
« Afdeling II. - Afzonderlijke aanslagen. ». « Afdeling II. - Afzonderlijke aanslagen. ».

Art. 21.In artikel 219 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

Art. 21.In artikel 219 van hetzelfde Wetboek worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
A) het eerste lid wordt vervangen als volgt : A) het eerste lid wordt vervangen als volgt :
« Een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten vermeld in « Een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten vermeld in
artikel 57, die niet worden verantwoord door individuele fiches en een artikel 57, die niet worden verantwoord door individuele fiches en een
samenvattende opgave alsmede op de verdoken meerwinsten die niet onder samenvattende opgave alsmede op de verdoken meerwinsten die niet onder
de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden
teruggevonden. »; teruggevonden. »;
B) een derde lid wordt toegevoegd, luidend : B) een derde lid wordt toegevoegd, luidend :
« Als verdoken meerwinsten worden niet aangemerkt, de reserves als « Als verdoken meerwinsten worden niet aangemerkt, de reserves als
bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2° tot 4°. » . bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2° tot 4°. » .

Art. 22.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 219bis ingevoegd, dat

Art. 22.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 219bis ingevoegd, dat

luidt als volgt : luidt als volgt :
«

Art. 219bis.- § 1. Ten name van de kredietverenigingen en van de

«

Art. 219bis.- § 1. Ten name van de kredietverenigingen en van de

maatschappijen voor onderlinge borgstelling die lid zijn van het net maatschappijen voor onderlinge borgstelling die lid zijn van het net
van het beroepskrediet en van de kredietkassen erkend door de N.V. van het beroepskrediet en van de kredietkassen erkend door de N.V.
Landbouwkrediet, wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het Landbouwkrediet, wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het
uitgesloten worden of de ontslagname uit dat net, of bij de intrekking uitgesloten worden of de ontslagname uit dat net, of bij de intrekking
of de afstand van die erkenning. of de afstand van die erkenning.
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens
hetwelk deze vereniging, maatschappij of kas wordt uitgesloten of hetwelk deze vereniging, maatschappij of kas wordt uitgesloten of
ontslag neemt uit het net van het beroepskrediet, of tijdens hetwelk ontslag neemt uit het net van het beroepskrediet, of tijdens hetwelk
de erkenning wordt ingetrokken of afstand wordt gedaan van de de erkenning wordt ingetrokken of afstand wordt gedaan van de
erkenning. erkenning.
Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste
reserves zoals die bestonden op het einde van de belastbare periode reserves zoals die bestonden op het einde van de belastbare periode
verbonden aan het aanslagjaar 1993. verbonden aan het aanslagjaar 1993.
§ 2. Ten name van de vennootschappen als vermeld in artikel 216, 2°, § 2. Ten name van de vennootschappen als vermeld in artikel 216, 2°,
a, en van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, b, erkend a, en van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, b, erkend
hetzij door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale hetzij door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale
wallonne du logement, de Brusselse gewestelijke wallonne du logement, de Brusselse gewestelijke
Huisvestingsmaatschappij of de Vlaamse Landmaatschappij, hetzij door Huisvestingsmaatschappij of de Vlaamse Landmaatschappij, hetzij door
het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals
Gewest, wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het uitgesloten Gewest, wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het uitgesloten
worden of de ontslagname uit het net van het beroepskrediet, of bij de worden of de ontslagname uit het net van het beroepskrediet, of bij de
intrekking of de afstand van die erkenning. intrekking of de afstand van die erkenning.
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens
hetwelk de vennootschap of vereniging wordt uitgesloten of ontslag hetwelk de vennootschap of vereniging wordt uitgesloten of ontslag
neemt uit het net van het beroepskrediet of tijdens hetwelk de neemt uit het net van het beroepskrediet of tijdens hetwelk de
erkenning van de vennootschap wordt ingetrokken of afstand wordt erkenning van de vennootschap wordt ingetrokken of afstand wordt
gedaan van de erkenning. gedaan van de erkenning.
Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste
reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk. reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk.
§ 3. Ten name van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, § 3. Ten name van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°,
wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd op de dividenduitkering. wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd op de dividenduitkering.
Die aanslag is gelijk aan 34 % van die dividenduitkering. ». Die aanslag is gelijk aan 34 % van die dividenduitkering. ».

Art. 23.Artikel 222 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

Art. 23.Artikel 222 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

« 6° de meerwaarden op in België gelegen gebouwde onroerende goederen « 6° de meerwaarden op in België gelegen gebouwde onroerende goederen
of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot zulke onroerende goederen
die naar aanleiding van een in artikel 90, 10°, vermelde overdracht die naar aanleiding van een in artikel 90, 10°, vermelde overdracht
onder bezwarende titel worden verwezenlijkt; het belastbaar bedrag van onder bezwarende titel worden verwezenlijkt; het belastbaar bedrag van
die meerwaarden wordt overeenkomstig de artikelen 101, §§ 2 en 3, en die meerwaarden wordt overeenkomstig de artikelen 101, §§ 2 en 3, en
103, § 3, vastgesteld. ». 103, § 3, vastgesteld. ».

Art. 24.In artikel 225, tweede lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, worden

Art. 24.In artikel 225, tweede lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, worden

de woorden « op in artikel 222, 5°, » vervangen door de woorden « op de woorden « op in artikel 222, 5°, » vervangen door de woorden « op
in artikel 222, 5° en 6°, ». in artikel 222, 5° en 6°, ».

Art. 25.Artikel 233, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt

Art. 25.Artikel 233, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt

vervangen door de volgende bepaling : vervangen door de volgende bepaling :
« Daarenboven wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd op de « Daarenboven wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd op de
niet-verantwoorde kosten en op de verdoken meerwinsten als vermeld in niet-verantwoorde kosten en op de verdoken meerwinsten als vermeld in
artikel 219. ». artikel 219. ».

Art. 26.In artikel 240, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd

Art. 26.In artikel 240, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd

door artikel 29 van de wet van 28 juli 1992, worden de woorden « in de door artikel 29 van de wet van 28 juli 1992, worden de woorden « in de
niet in de artikelen 69, eerste lid, 2°, en 70 vermelde gevallen » niet in de artikelen 69, eerste lid, 2°, en 70 vermelde gevallen »
vervangen door de woorden « in de gevallen als vermeld in artikel 69, vervangen door de woorden « in de gevallen als vermeld in artikel 69,
§ 1, eerste lid, 1°, ». § 1, eerste lid, 1°, ».

Art. 27.Artikel 246, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

Art. 27.Artikel 246, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

bij artikel 18 van de wet van 30 maart 1994, wordt vervangen door de bij artikel 18 van de wet van 30 maart 1994, wordt vervangen door de
volgende bepaling : volgende bepaling :
« 2° wordt de afzonderlijke aanslag op niet-verantwoorde kosten en op « 2° wordt de afzonderlijke aanslag op niet-verantwoorde kosten en op
verdoken meerwinsten berekend tegen 300 %. ». verdoken meerwinsten berekend tegen 300 %. ».

Art. 28.Artikel 289bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door artikel

Art. 28.Artikel 289bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door artikel

15 van de wet van 20 december 1995, wordt vervangen door de volgende 15 van de wet van 20 december 1995, wordt vervangen door de volgende
bepaling : bepaling :
«

Art. 289bis.- § 1. Met betrekking tot de in artikel 23, § 1, 1° en

«

Art. 289bis.- § 1. Met betrekking tot de in artikel 23, § 1, 1° en

2°, vermelde winst en baten, wordt met de personenbelasting een 2°, vermelde winst en baten, wordt met de personenbelasting een
belastingkrediet verrekend van 10 pct., met een maximum van 150 000 belastingkrediet verrekend van 10 pct., met een maximum van 150 000
frank, van het meerdere van : frank, van het meerdere van :
- het op het einde van het belastbare tijdperk bestaande positieve - het op het einde van het belastbare tijdperk bestaande positieve
verschil tussen de fiscale waarde van de in artikel 41 vermelde vaste verschil tussen de fiscale waarde van de in artikel 41 vermelde vaste
activa en het totale bedrag van de schulden met een oorspronkelijke activa en het totale bedrag van de schulden met een oorspronkelijke
looptijd van meer dan één jaar die betrekking hebben op uitgeoefende looptijd van meer dan één jaar die betrekking hebben op uitgeoefende
beroepswerkzaamheden die winst of baten opbrengen; beroepswerkzaamheden die winst of baten opbrengen;
- ten opzichte van het op het einde van één van de drie voorafgaande - ten opzichte van het op het einde van één van de drie voorafgaande
belastbare tijdperken bereikte hoogste bedrag van dit verschil. belastbare tijdperken bereikte hoogste bedrag van dit verschil.
Het verlenen van het belastingkrediet is onderworpen aan de voorwaarde Het verlenen van het belastingkrediet is onderworpen aan de voorwaarde
dat de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen dat de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen
een attest voegt waarvan het model door de Minister die bevoegd is een attest voegt waarvan het model door de Minister die bevoegd is
voor het sociaal statuut van de zelfstandigen wordt vastgesteld en voor het sociaal statuut van de zelfstandigen wordt vastgesteld en
waarbij wordt bevestigd dat hij in orde is met de betaling van zijn waarbij wordt bevestigd dat hij in orde is met de betaling van zijn
sociale zekerheidsbijdragen als zelfstandige. sociale zekerheidsbijdragen als zelfstandige.
In de gevallen vermeld in artikel 46, § 1, eerste lid, 1° en 3°, wordt In de gevallen vermeld in artikel 46, § 1, eerste lid, 1° en 3°, wordt
het belastingkrediet bepaald alsof er geen verandering van het belastingkrediet bepaald alsof er geen verandering van
belastingplichtige is geweest. belastingplichtige is geweest.
Wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd, Wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd,
worden het percentage, het bedrag en de grens bepaald in het eerste worden het percentage, het bedrag en de grens bepaald in het eerste
lid per echtgenoot beoordeeld. lid per echtgenoot beoordeeld.
§ 2. Met de overeenkomstig artikel 215, tweede lid, berekende § 2. Met de overeenkomstig artikel 215, tweede lid, berekende
vennootschapsbelasting wordt een belastingkrediet verrekend van 7,5 %, vennootschapsbelasting wordt een belastingkrediet verrekend van 7,5 %,
met een maximum van 800 000 frank, van het positieve verschil tussen : met een maximum van 800 000 frank, van het positieve verschil tussen :
- het in het geld gestorte kapitaal op het einde van het belastbare - het in het geld gestorte kapitaal op het einde van het belastbare
tijdperk; tijdperk;
- en het hoogste bedrag van het op het einde van enig belastbaar - en het hoogste bedrag van het op het einde van enig belastbaar
tijdperk in geld gestorte kapitaal dat vroeger werd weerhouden om het tijdperk in geld gestorte kapitaal dat vroeger werd weerhouden om het
verlenen van het belastingkrediet te bepalen, of bij het ontbreken verlenen van het belastingkrediet te bepalen, of bij het ontbreken
daarvan het op het einde van één van de drie voorafgaande belastbare daarvan het op het einde van één van de drie voorafgaande belastbare
tijdperken bereikte hoogste bedrag ervan. tijdperken bereikte hoogste bedrag ervan.
In geval van overdracht door de aandeelhouders, bestuurders, In geval van overdracht door de aandeelhouders, bestuurders,
zaakvoerders of vennoten van de vennootschap-cessionaris van hetzij zaakvoerders of vennoten van de vennootschap-cessionaris van hetzij
goederen die voorheen werden aangewend voor hun beroepswerkzaamheid, goederen die voorheen werden aangewend voor hun beroepswerkzaamheid,
hetzij aandelen die deel uitmaken van hun vermogen, hetzij goederen hetzij aandelen die deel uitmaken van hun vermogen, hetzij goederen
die hebben toebehoord aan een vennootschap waarvan zij aandeelhouders, die hebben toebehoord aan een vennootschap waarvan zij aandeelhouders,
bestuurders, zaakvoerders of vennoten zijn of geweest zijn, wordt bestuurders, zaakvoerders of vennoten zijn of geweest zijn, wordt
enkel het bedrag van het in geld gestorte kapitaal dat de enkel het bedrag van het in geld gestorte kapitaal dat de
overdrachtprijs overschrijdt in aanmerking genomen voor de toepassing overdrachtprijs overschrijdt in aanmerking genomen voor de toepassing
van het eerste lid. van het eerste lid.
Hetgeen voorafgaat is eveneens van toepassing op de overdracht gedaan Hetgeen voorafgaat is eveneens van toepassing op de overdracht gedaan
door een natuurlijke of rechtspersoon die in eigen naam maar voor door een natuurlijke of rechtspersoon die in eigen naam maar voor
rekening van een hiervoor vermelde persoon handelt. rekening van een hiervoor vermelde persoon handelt.
§ 3. Om recht te kunnen hebben op het belastingkrediet, moet de § 3. Om recht te kunnen hebben op het belastingkrediet, moet de
belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen voor belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen voor
het aanslagjaar waarvoor hij de verrekening vraagt, een ingevulde, het aanslagjaar waarvoor hij de verrekening vraagt, een ingevulde,
gedagtekende en ondertekende opgave voegen, waarvan het model door de gedagtekende en ondertekende opgave voegen, waarvan het model door de
Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. ». Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. ».

Art. 29.In artikel 290 van hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel

Art. 29.In artikel 290 van hetzelfde Wetboek, vervangen door artikel

13 van de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij artikel 22 van de wet 13 van de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij artikel 22 van de wet
van 30 maart 1994 en bij artikel 17 van de wet van 20 december 1995, van 30 maart 1994 en bij artikel 17 van de wet van 20 december 1995,
worden de volgende wijzigingen aangebracht : worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling : 1° het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
« 2° mogen de als forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en « 2° mogen de als forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en
als belastingkrediet verrekenbare sommen niet meer bedragen dan het als belastingkrediet verrekenbare sommen niet meer bedragen dan het
deel van de personenbelasting dat evenredig betrekking heeft op de deel van de personenbelasting dat evenredig betrekking heeft op de
beroepsinkomsten. »; beroepsinkomsten. »;
2° het 3° wordt opgeheven. 2° het 3° wordt opgeheven.

Art. 30.In artikel 291, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

Art. 30.In artikel 291, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

bij artikel 18 van de wet van 20 december 1995, worden de woorden « bij artikel 18 van de wet van 20 december 1995, worden de woorden «
artikel 290, eerste lid, 3°, » vervangen door de woorden « artikel artikel 290, eerste lid, 3°, » vervangen door de woorden « artikel
290, 2°, ». 290, 2°, ».

Art. 31.Artikel 292, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij

Art. 31.Artikel 292, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij

artikel 14 van de wet van 22 juli 1993, wordt vervangen door de artikel 14 van de wet van 22 juli 1993, wordt vervangen door de
volgende bepaling : volgende bepaling :
« Geen voorheffingen worden verrekend met de afzonderlijke aanslagen « Geen voorheffingen worden verrekend met de afzonderlijke aanslagen
gevestigd ingevolge de artikelen 219 en 219bis. ». gevestigd ingevolge de artikelen 219 en 219bis. ».

Art. 32.In artikel 292bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

Art. 32.In artikel 292bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door

artikel 19 van de wet van 20 december 1995, worden de volgende artikel 19 van de wet van 20 december 1995, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden « in artikel 289bis, tweede 1° in het eerste lid, worden de woorden « in artikel 289bis, tweede
lid, vermeld » geschrapt; lid, vermeld » geschrapt;
2° tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd 2° tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd
: :
« In geval van verwerving of wijziging van de controle van een « In geval van verwerving of wijziging van de controle van een
vennootschap in de loop van het belastbare tijdperk die niet vennootschap in de loop van het belastbare tijdperk die niet
beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, wordt beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, wordt
het nog niet verrekende belastingkrediet niet overgedragen op de het nog niet verrekende belastingkrediet niet overgedragen op de
vennootschapsbelasting met betrekking tot dat belastbare tijdperk, vennootschapsbelasting met betrekking tot dat belastbare tijdperk,
noch tot enig ander later belastbaar tijdperk. »; noch tot enig ander later belastbaar tijdperk. »;
3° in het derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden « , 3° in het derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden « ,
en derde lid » geschrapt. en derde lid » geschrapt.

Art. 33.In artikel 304, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de volgende

Art. 33.In artikel 304, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de volgende

wijzigingen aangebracht : wijzigingen aangebracht :
A) in het tweede lid worden de woorden « de bijzondere afzonderlijke A) in het tweede lid worden de woorden « de bijzondere afzonderlijke
aanslagen gevestigd ingevolge artikel 219 » vervangen door de woorden aanslagen gevestigd ingevolge artikel 219 » vervangen door de woorden
« de afzonderlijke aanslagen gevestigd ingevolge de artikelen 219 en « de afzonderlijke aanslagen gevestigd ingevolge de artikelen 219 en
219bis »; 219bis »;
B) na het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : B) na het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd :
« Bij belastingplichtigen die aan de rechtspersonenbelasting zijn « Bij belastingplichtigen die aan de rechtspersonenbelasting zijn
onderworpen, worden de niet-verrekende voorafbetalingen teruggegeven onderworpen, worden de niet-verrekende voorafbetalingen teruggegeven
indien zij ten minste 100 frank bedragen. ». indien zij ten minste 100 frank bedragen. ».

Art. 34.In artikel 345, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek,

Art. 34.In artikel 345, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek,

gewijzigd bij artikel 36 van de wet van 28 juli 1992, bij artikel 19 gewijzigd bij artikel 36 van de wet van 28 juli 1992, bij artikel 19
van de wet van 28 december 1992, bij artikel 16, 3°, van de wet van 22 van de wet van 28 december 1992, bij artikel 16, 3°, van de wet van 22
juli 1993, bij artikel 7 van de wet van 6 augustus 1993, bij artikel juli 1993, bij artikel 7 van de wet van 6 augustus 1993, bij artikel
23 van de wet van 30 maart 1994 en bij artikel 43 van het koninklijk 23 van de wet van 30 maart 1994 en bij artikel 43 van het koninklijk
besluit van 20 december 1996, worden de volgende wijzigingen besluit van 20 december 1996, worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° het 2° en 3° wordt opgeheven; 1° het 2° en 3° wordt opgeheven;
2° tussen het 3° en het 4° een 3°bis invoegen luidend : 2° tussen het 3° en het 4° een 3°bis invoegen luidend :
« 3°bis dat de beroepsverliezen bedoeld in artikel 80 voortvloeien uit « 3°bis dat de beroepsverliezen bedoeld in artikel 80 voortvloeien uit
verrichtingen die beantwoorden aan wettelijke behoeften van financiële verrichtingen die beantwoorden aan wettelijke behoeften van financiële
of economische aard; »; of economische aard; »;
3° het 6° wordt vervangen door de volgende bepaling : 3° het 6° wordt vervangen door de volgende bepaling :
« 6° een verwerving of een wijziging van de controle van een « 6° een verwerving of een wijziging van de controle van een
vennootschap, als vermeld in de artikelen 207, derde lid, of 292bis, vennootschap, als vermeld in de artikelen 207, derde lid, of 292bis,
derde lid, wel degelijk beantwoordt aan rechtmatige financiële of derde lid, wel degelijk beantwoordt aan rechtmatige financiële of
economische behoeften. ». economische behoeften. ».

Art. 35.In artikel 463bis, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde

Art. 35.In artikel 463bis, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde

Wetboek, ingevoegd door artikel 22 van de wet van 22 juli 1993 en Wetboek, ingevoegd door artikel 22 van de wet van 22 juli 1993 en
gewijzigd bij artikel 25 van de wet van 30 maart 1994, bij artikel 106 gewijzigd bij artikel 25 van de wet van 30 maart 1994, bij artikel 106
van de wet van 21 december 1994, bij artikel 21 van de wet van 20 van de wet van 21 december 1994, bij artikel 21 van de wet van 20
december 1995 en bij artikel 51 van de wet van 22 december 1998, december 1995 en bij artikel 51 van de wet van 22 december 1998,
worden de woorden « de bijzondere afzonderlijke aanslagen vermeld in worden de woorden « de bijzondere afzonderlijke aanslagen vermeld in
de artikelen 219 en 246, eerste lid, 2° » vervangen door de woorden « de artikelen 219 en 246, eerste lid, 2° » vervangen door de woorden «
de afzonderlijke aanslagen vermeld in de artikelen 219, 219bis en 246, de afzonderlijke aanslagen vermeld in de artikelen 219, 219bis en 246,
eerste lid, 2° ». eerste lid, 2° ».

Art. 36.In artikel 523, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd

Art. 36.In artikel 523, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd

door artikel 23 van de wet van 20 december 1995, worden de woorden « door artikel 23 van de wet van 20 december 1995, worden de woorden «
tweede lid » vervangen door de woorden « § 2". tweede lid » vervangen door de woorden « § 2".

Art. 37.Voor het aanslagjaar 2000 zijn de elektriciteitsproducenten,

Art. 37.Voor het aanslagjaar 2000 zijn de elektriciteitsproducenten,

bedoeld in artikel 34 van de wet van 28 december 1990 betreffende bedoeld in artikel 34 van de wet van 28 december 1990 betreffende
verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen, bovenop de bijzondere verscheidene fiscale en niet-fiscale bepalingen, bovenop de bijzondere
aanslag bedoeld in artikel 35 van voornoemde wet, een buitengewone aanslag bedoeld in artikel 35 van voornoemde wet, een buitengewone
bijdrage verschuldigd van 1.500 miljoen frank. bijdrage verschuldigd van 1.500 miljoen frank.
Voor de berekening van het gedeelte van de buitengewone bijdrage dat Voor de berekening van het gedeelte van de buitengewone bijdrage dat
per elektriciteitsproducent moet worden geheven, is artikel 35, § 2, per elektriciteitsproducent moet worden geheven, is artikel 35, § 2,
van dezelfde wet van toepassing. van dezelfde wet van toepassing.
De bepalingen van de artikelen 36 en 37 van dezelfde wet zijn ook van De bepalingen van de artikelen 36 en 37 van dezelfde wet zijn ook van
toepassing op deze buitengewone bijdrage. toepassing op deze buitengewone bijdrage.

Art. 38.In artikel 2, eerste lid, van het Wetboek van de met de

Art. 38.In artikel 2, eerste lid, van het Wetboek van de met de

inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, gecoördineerd bij het inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, gecoördineerd bij het
koninklijk besluit van 23 november 1965, vervangen bij het koninklijk koninklijk besluit van 23 november 1965, vervangen bij het koninklijk
besluit van 29 maart 1994, en gewijzigd bij de wet van 22 december besluit van 29 maart 1994, en gewijzigd bij de wet van 22 december
1998 houdende fiscale en andere bepalingen, worden de woorden « de 1998 houdende fiscale en andere bepalingen, worden de woorden « de
artikelen 298, 300 tot 302, 307, 337, 354 tot 359, 365 tot 378 » artikelen 298, 300 tot 302, 307, 337, 354 tot 359, 365 tot 378 »
vervangen door de woorden « de artikelen 298, 300 tot 302, 304, 307, vervangen door de woorden « de artikelen 298, 300 tot 302, 304, 307,
337, 354 tot 359, 366 tot 378. ». 337, 354 tot 359, 366 tot 378. ».
HOOFDSTUK II. - Indirecte belastingen HOOFDSTUK II. - Indirecte belastingen

Art. 39.Het koninklijk besluit van 10 november 1997 betreffende

Art. 39.Het koninklijk besluit van 10 november 1997 betreffende

producten in papier en/of karton die in het verbruik gebracht worden producten in papier en/of karton die in het verbruik gebracht worden
en die aan milieutaks worden onderworpen, wordt bekrachtigd met en die aan milieutaks worden onderworpen, wordt bekrachtigd met
uitwerking op de datum van inwerkingtreding ervan. uitwerking op de datum van inwerkingtreding ervan.

Art. 40.In artikel 73, zesde lid, van de wet van 28 juli 1992

Art. 40.In artikel 73, zesde lid, van de wet van 28 juli 1992

houdende fiscale en financiële bepalingen, worden tussen de woorden « houdende fiscale en financiële bepalingen, worden tussen de woorden «
de Nationale Kas voor Beroepskrediet » en « overeenkomstig een daartoe de Nationale Kas voor Beroepskrediet » en « overeenkomstig een daartoe
voor vijf jaren gesloten overeenkomst tussen het Fonds en de Kas. » de voor vijf jaren gesloten overeenkomst tussen het Fonds en de Kas. » de
woorden « en/of aan een filiaal van deze laatste » ingevoegd. woorden « en/of aan een filiaal van deze laatste » ingevoegd.

Art. 41.In tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20

Art. 41.In tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20

van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting
over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de
diensten bij die tarieven, wordt een rubriek XXIIIbis toegevoegd, diensten bij die tarieven, wordt een rubriek XXIIIbis toegevoegd,
opgesteld als volgt : opgesteld als volgt :
« XXIIIbis. Leveringen van goederen door instellingen met sociaal « XXIIIbis. Leveringen van goederen door instellingen met sociaal
oogmerk oogmerk
De leveringen van goederen met uitzondering van de De leveringen van goederen met uitzondering van de
investeringsgoederen, die in het kader van de normale activiteit investeringsgoederen, die in het kader van de normale activiteit
worden verricht door instellingen met een sociaal oogmerk en met worden verricht door instellingen met een sociaal oogmerk en met
betrekking tot hulpverlening aan minderbedeelden, die gezamenlijk betrekking tot hulpverlening aan minderbedeelden, die gezamenlijk
erkend zijn door de minister van Financiën en door een federaal, erkend zijn door de minister van Financiën en door een federaal,
regionaal of gemeenschapsminister die terzake bevoegd is, op regionaal of gemeenschapsminister die terzake bevoegd is, op
voorwaarde dat deze instellingen worden bestuurd en beheerd door voorwaarde dat deze instellingen worden bestuurd en beheerd door
personen, die noch ten persoonlijke titel noch via tussenpersonen, personen, die noch ten persoonlijke titel noch via tussenpersonen,
enig direct of indirect persoonlijk financieel belang in het enig direct of indirect persoonlijk financieel belang in het
exploitatie-resultaat hebben en dat de financiële opbrengsten die het exploitatie-resultaat hebben en dat de financiële opbrengsten die het
resultaat zijn van deze leveringen van goederen volledig worden resultaat zijn van deze leveringen van goederen volledig worden
toegewezen aan de verwezenlijking van het sociaal voorwerp van de toegewezen aan de verwezenlijking van het sociaal voorwerp van de
erkende instelling voor zover dat hun statuten bepalen dat ingeval van erkende instelling voor zover dat hun statuten bepalen dat ingeval van
liquidatie het totaal van het netto-actief opnieuw geïnvesteerd wordt liquidatie het totaal van het netto-actief opnieuw geïnvesteerd wordt
in een andere erkende instelling, zoals bepaald in onderhavige in een andere erkende instelling, zoals bepaald in onderhavige
bepaling. bepaling.
De toepassingsmodaliteiten van deze rubriek worden bepaald door de De toepassingsmodaliteiten van deze rubriek worden bepaald door de
minister van Financiën of zijn afgevaardigde. ». minister van Financiën of zijn afgevaardigde. ».

Art. 42.Dezelfde tabel wordt aangevuld met een rubriek XXXV, luidend

Art. 42.Dezelfde tabel wordt aangevuld met een rubriek XXXV, luidend

als volgt : als volgt :
« XXXV. - Diensten verricht door instellingen met sociaal oogmerk « XXXV. - Diensten verricht door instellingen met sociaal oogmerk
De diensten, die in het kader van de normale activiteit worden De diensten, die in het kader van de normale activiteit worden
verricht door instellingen met een sociaal oogmerk en met betrekking verricht door instellingen met een sociaal oogmerk en met betrekking
tot hulpverlening aan minderbedeelden, die gezamenlijk erkend zijn tot hulpverlening aan minderbedeelden, die gezamenlijk erkend zijn
door de minister van Financiën en door een federaal, regionaal of door de minister van Financiën en door een federaal, regionaal of
gemeenschapsminister die terzake bevoegd is, op voorwaarde dat deze gemeenschapsminister die terzake bevoegd is, op voorwaarde dat deze
instellingen worden bestuurd en beheerd door personen, die noch ten instellingen worden bestuurd en beheerd door personen, die noch ten
persoonlijke titel noch via tussenpersonen, enig direct of indirect persoonlijke titel noch via tussenpersonen, enig direct of indirect
persoonlijk financieel belang in het exploitatie-resultaat hebben en persoonlijk financieel belang in het exploitatie-resultaat hebben en
dat de financiële opbrengsten die het resultaat zijn van deze diensten dat de financiële opbrengsten die het resultaat zijn van deze diensten
volledig worden toegewezen aan de verwezenlijking van het sociaal volledig worden toegewezen aan de verwezenlijking van het sociaal
voorwerp van de erkende instelling voor zover dat hun statuten bepalen voorwerp van de erkende instelling voor zover dat hun statuten bepalen
dat ingeval van liquidatie het totaal van het netto-actief opnieuw dat ingeval van liquidatie het totaal van het netto-actief opnieuw
wordt geïnvesteerd in een andere erkende instelling, zoals bepaald in wordt geïnvesteerd in een andere erkende instelling, zoals bepaald in
onderhavige bepaling. onderhavige bepaling.
De toepassingsmodaliteiten van deze rubriek worden bepaald door de De toepassingsmodaliteiten van deze rubriek worden bepaald door de
minister van Financiën of zijn afgevaardigde. ». minister van Financiën of zijn afgevaardigde. ».
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 11 januari 1993 tot HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 11 januari 1993 tot
voorkoming van het gebruik van het financiele stelsel voor het voorkoming van het gebruik van het financiele stelsel voor het
witwassen van geld witwassen van geld

Art. 43.In artikel 11, § 2, van de wet van 11 januari 1993, tot

Art. 43.In artikel 11, § 2, van de wet van 11 januari 1993, tot

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het
witwassen van geld, gewijzigd bij de wetten van 7 april 1995 en 10 witwassen van geld, gewijzigd bij de wetten van 7 april 1995 en 10
augustus 1998, worden de woorden « door de controle- en augustus 1998, worden de woorden « door de controle- en
toezichthoudende overheden krachtens artikel 21 » vervangen door de toezichthoudende overheden krachtens artikel 21 » vervangen door de
woorden « door de overheden beoogd in artikel 21 krachtens voornoemd woorden « door de overheden beoogd in artikel 21 krachtens voornoemd
artikel ». artikel ».

Art. 44.Artikel 21 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende

Art. 44.Artikel 21 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende

lid : lid :
« In afwijking van de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun « In afwijking van de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun
beroepsgeheim regelen, brengen de marktautoriteiten van de Belgische beroepsgeheim regelen, brengen de marktautoriteiten van de Belgische
gereglementeerde markten en de tuchtcommissie van de markt bij de gereglementeerde markten en de tuchtcommissie van de markt bij de
Effectenbeursvennootschap van Brussel wanneer zij feiten vaststellen Effectenbeursvennootschap van Brussel wanneer zij feiten vaststellen
die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen, de Cel die bewijsmateriaal voor het witwassen van geld kunnen vormen, de Cel
voor financiële informatieverwerking daarvan op de hoogte. ». voor financiële informatieverwerking daarvan op de hoogte. ».
HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepalingen, voorlopige bepalingen, HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepalingen, voorlopige bepalingen,
overgangsbepalingen en inwerkingtreding overgangsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 45.§ 1. Titel I van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde

Art. 45.§ 1. Titel I van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde

taksen, die de artikelen 1 tot 11 bevat, opnieuw opgenomen bij artikel taksen, die de artikelen 1 tot 11 bevat, opnieuw opgenomen bij artikel
8 van de wet van 27 december 1993, gewijzigd bij de artikelen 73 en 74 8 van de wet van 27 december 1993, gewijzigd bij de artikelen 73 en 74
van het koninklijk besluit van 7 april 1995, bij artikel 3 van het van het koninklijk besluit van 7 april 1995, bij artikel 3 van het
koninklijk besluit van 19 december 1996, bij de artikelen 27 tot 33 koninklijk besluit van 19 december 1996, bij de artikelen 27 tot 33
van het koninklijk besluit van 23 december 1996 en geïnterpreteerd van het koninklijk besluit van 23 december 1996 en geïnterpreteerd
door artikel 2 van de wet van 8 juni 1998, wordt opgeheven. door artikel 2 van de wet van 8 juni 1998, wordt opgeheven.
§ 2. Artikel 54 van de wet van 22 december 1998 wordt ingetrokken. § 2. Artikel 54 van de wet van 22 december 1998 wordt ingetrokken.
§ 3. De artikelen 31 tot 34, 38, 1°, en 47 van het koninklijk besluit § 3. De artikelen 31 tot 34, 38, 1°, en 47 van het koninklijk besluit
van 20 december 1996 houdende diverse fiscale maatregelen, met van 20 december 1996 houdende diverse fiscale maatregelen, met
toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2° en 3°, van de wet toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2° en 3°, van de wet
van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en
Monetaire Unie, worden ingetrokken. Monetaire Unie, worden ingetrokken.
Artikel 2, 1°, van de wet van 13 juni 1997 tot bekrachtiging van de Artikel 2, 1°, van de wet van 13 juni 1997 tot bekrachtiging van de
koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli
1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot
deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en
van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid
en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke
pensioenstelsels, wordt eveneens ingetrokken, voorzover die bepaling pensioenstelsels, wordt eveneens ingetrokken, voorzover die bepaling
de bekrachtiging inhoudt van de artikelen 31 tot 34, 38, 1°, en 47 van de bekrachtiging inhoudt van de artikelen 31 tot 34, 38, 1°, en 47 van
het voormeld koninklijk besluit van 20 december 1996. het voormeld koninklijk besluit van 20 december 1996.
§ 4. Artikel 4 van de wet van 4 december 1990 op de financiële § 4. Artikel 4 van de wet van 4 december 1990 op de financiële
transacties en de financiële markten wordt opgeheven. transacties en de financiële markten wordt opgeheven.

Art. 46.Voor de aanslagjaren 1997 tot 1999 wordt artikel 289bis van

Art. 46.Voor de aanslagjaren 1997 tot 1999 wordt artikel 289bis van

hetzelfde Wetboek, zoals het bestond alvorens te worden gewijzigd door hetzelfde Wetboek, zoals het bestond alvorens te worden gewijzigd door
artikel 28 van deze wet, aangevuld met het volgende lid : artikel 28 van deze wet, aangevuld met het volgende lid :
« Wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd, « Wanneer de aanslag op naam van beide echtgenoten wordt gevestigd,
worden het percentage, het bedrag en de grens bepaald in het eerste worden het percentage, het bedrag en de grens bepaald in het eerste
lid per echtgenoot beoordeeld. ». lid per echtgenoot beoordeeld. ».

Art. 47.§ 1. Voor de aanslagjaren 1999 tot 2001, wordt artikel

Art. 47.§ 1. Voor de aanslagjaren 1999 tot 2001, wordt artikel

219bis, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, 219bis, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,
ingevoegd door artikel 22 van deze wet, vervangen door de volgende ingevoegd door artikel 22 van deze wet, vervangen door de volgende
bepaling : bepaling :
« § 2. Ten name van de vennootschappen als vermeld in artikel 216, 2°, « § 2. Ten name van de vennootschappen als vermeld in artikel 216, 2°,
a, en van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, b, erkend a, en van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, b, erkend
hetzij door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale hetzij door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale
wallonne du logement, de Brusselse Gewestlijke wallonne du logement, de Brusselse Gewestlijke
Huisvestingsmaatschappij of de Vlaamse Landmaatschappij, hetzij door Huisvestingsmaatschappij of de Vlaamse Landmaatschappij, hetzij door
de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank, hetzij door het Vlaams de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank, hetzij door het Vlaams
Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals Gewest, wordt Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals Gewest, wordt
een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het uitgesloten worden of de een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het uitgesloten worden of de
ontslagname uit het net van het beroepskrediet, of bij de intrekking ontslagname uit het net van het beroepskrediet, of bij de intrekking
of de afstand van die erkenning. of de afstand van die erkenning.
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk tijdens
hetwelk de vennootschap of vereniging wordt uitgesloten of ontslag hetwelk de vennootschap of vereniging wordt uitgesloten of ontslag
neemt uit het net van het beroepskrediet of tijdens hetwelk de neemt uit het net van het beroepskrediet of tijdens hetwelk de
erkenning van de vennootschap wordt ingetrokken of afstand wordt erkenning van de vennootschap wordt ingetrokken of afstand wordt
gedaan van de erkenning. gedaan van de erkenning.
Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste
reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk. reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk.
In afwijking van het eerste lid is de aanslag wat de in artikel 216, In afwijking van het eerste lid is de aanslag wat de in artikel 216,
2°, b, bedoelde vennootschappen betreft, niet verschuldigd wanneer een 2°, b, bedoelde vennootschappen betreft, niet verschuldigd wanneer een
door de Algemene Spaar-en Lijfrentekas-Bank niet meer erkende door de Algemene Spaar-en Lijfrentekas-Bank niet meer erkende
vennootschap met ingang van de datum van de intrekking of afstand van vennootschap met ingang van de datum van de intrekking of afstand van
haar erkenning, opnieuw erkend wordt door het bevoegde gewest. ». haar erkenning, opnieuw erkend wordt door het bevoegde gewest. ».
§ 2. De aanslag als bedoeld in artikel 219bis, § 2, van hetzelfde § 2. De aanslag als bedoeld in artikel 219bis, § 2, van hetzelfde
Wetboek, is mede van toepassing wanneer een tot het belastbaar Wetboek, is mede van toepassing wanneer een tot het belastbaar
tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2001 door de Algemene Spaar- en tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2001 door de Algemene Spaar- en
Lijfrentekas-Bank erkende vennootschap als bedoeld in artikel 216, 2°, Lijfrentekas-Bank erkende vennootschap als bedoeld in artikel 216, 2°,
b, van hetzelfde Wetboek, met ingang van de eerste dag van het b, van hetzelfde Wetboek, met ingang van de eerste dag van het
belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2002 niet opnieuw belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2002 niet opnieuw
door het bevoegde gewest wordt erkend. door het bevoegde gewest wordt erkend.
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk verbonden aan Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk verbonden aan
het aanslagjaar 2002. het aanslagjaar 2002.

Art. 48.§ 1. De artikelen 2, 19, A, 23, 24 en 33, B, hebben

Art. 48.§ 1. De artikelen 2, 19, A, 23, 24 en 33, B, hebben

uitwerking vanaf het aanslagjaar 1998. uitwerking vanaf het aanslagjaar 1998.
§ 2. De artikelen 3 tot 5, 14 tot 16, 20, 21, 25 tot 27, 31, 33, A en § 2. De artikelen 3 tot 5, 14 tot 16, 20, 21, 25 tot 27, 31, 33, A en
35 treden in werking met ingang van het aanslagjaar 1999, alsmede 35 treden in werking met ingang van het aanslagjaar 1999, alsmede
artikel 22 voor zover het artikel 219bis, § 1, in het Wetboek van de artikel 22 voor zover het artikel 219bis, § 1, in het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 invoegt. inkomstenbelastingen 1992 invoegt.
Artikel 22 treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2002 voorzover het Artikel 22 treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2002 voorzover het
artikel 219bis, § 2, van hetzelfde Wetboek invoegt en is van artikel 219bis, § 2, van hetzelfde Wetboek invoegt en is van
toepassing op de vanaf 18 december 1998 uitgekeerde dividenden, voor toepassing op de vanaf 18 december 1998 uitgekeerde dividenden, voor
zover het artikel 219bis, § 3, in hetzelfde Wetboek invoegt. zover het artikel 219bis, § 3, in hetzelfde Wetboek invoegt.
Artikel 19, B, treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2002. Artikel 19, B, treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2002.
Artikel 45, § 1, is van toepassing op het uitgesloten worden of op de Artikel 45, § 1, is van toepassing op het uitgesloten worden of op de
ontslagname uit het net van het beroepskrediet, op de intrekking van ontslagname uit het net van het beroepskrediet, op de intrekking van
de erkenning of op de afstand van de erkenning, die plaatsvinden de erkenning of op de afstand van de erkenning, die plaatsvinden
gedurende een boekjaar dat ten vroegste afsluit vanaf 31 december gedurende een boekjaar dat ten vroegste afsluit vanaf 31 december
1998. 1998.
Elke wijziging die vanaf 1 januari 1998 aan de datum van afsluiting Elke wijziging die vanaf 1 januari 1998 aan de datum van afsluiting
van de jaarrekening wordt aangebracht is zonder uitwerking voor de van de jaarrekening wordt aangebracht is zonder uitwerking voor de
toepassing van de artikelen 19, B, 22, 45, § 1 en 47, § 1. toepassing van de artikelen 19, B, 22, 45, § 1 en 47, § 1.
De artikelen 3 tot 5, 16 en 26 zijn ook van toepassing op de vaste De artikelen 3 tot 5, 16 en 26 zijn ook van toepassing op de vaste
activa die verkregen of tot stand gebracht zijn vanaf 1 januari 1993, activa die verkregen of tot stand gebracht zijn vanaf 1 januari 1993,
doch in een aanslagjaar vóór het aanslagjaar 1999. De daarmee verband doch in een aanslagjaar vóór het aanslagjaar 1999. De daarmee verband
houdende investeringsaftrek, wordt in aanmerking genomen voor de houdende investeringsaftrek, wordt in aanmerking genomen voor de
aanslagjaren 1999 tot 2002 telkens ten belope van 25 % van het totaal. aanslagjaren 1999 tot 2002 telkens ten belope van 25 % van het totaal.
§ 3. Artikel 6 treedt in werking vanaf het aanslagjaar 1999. § 3. Artikel 6 treedt in werking vanaf het aanslagjaar 1999.
Dit artikel is eveneens van toepassing op de aanslagen betreffende de Dit artikel is eveneens van toepassing op de aanslagen betreffende de
aanslagjaren 1991 tot 1998, die het voorwerp uitmaken van een aanslagjaren 1991 tot 1998, die het voorwerp uitmaken van een
gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen een termijn van zes gemotiveerd bezwaarschrift ingediend binnen een termijn van zes
maanden te rekenen vanaf de dag van publicatie van de huidige wet in maanden te rekenen vanaf de dag van publicatie van de huidige wet in
het Belgisch Staatsblad bij de directeur van de belastingen van de het Belgisch Staatsblad bij de directeur van de belastingen van de
provincie of het gewest van het ambtsgebied waarin de aanslag werd provincie of het gewest van het ambtsgebied waarin de aanslag werd
gevestigd. gevestigd.
Geen enkele moratoriuminterest wordt toegekend in geval van teruggave Geen enkele moratoriuminterest wordt toegekend in geval van teruggave
van de belasting verleend ingevolge de ontheffing van de aanslagen van de belasting verleend ingevolge de ontheffing van de aanslagen
gevestigd in strijd met de bepalingen van artikel 6 van de huidige gevestigd in strijd met de bepalingen van artikel 6 van de huidige
wet. wet.
§ 4. De artikelen 9, 10, 28, 32, 34, 3°, en 36 treden in werking met § 4. De artikelen 9, 10, 28, 32, 34, 3°, en 36 treden in werking met
ingang van het aanslagjaar 2000. ingang van het aanslagjaar 2000.
§ 5. De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van de artikelen § 5. De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van de artikelen
11 en 34, 1°. 11 en 34, 1°.
§ 6. Artikel 12 heeft uitwerking vanaf 1 januari 1999. § 6. Artikel 12 heeft uitwerking vanaf 1 januari 1999.
§ 7. Artikel 17 is van toepassing op de vanaf 1 januari 1997 § 7. Artikel 17 is van toepassing op de vanaf 1 januari 1997
toegekende of betaalbaar gestelde inkomsten. toegekende of betaalbaar gestelde inkomsten.
§ 8. Artikel 18 heeft uitwerking vanaf 18 december 1998. § 8. Artikel 18 heeft uitwerking vanaf 18 december 1998.
§ 9. De artikel 29 en 30 hebben uitwerking vanaf het aanslagjaar 1997. § 9. De artikel 29 en 30 hebben uitwerking vanaf het aanslagjaar 1997.
§ 10. Artikel 38 heeft uitwerking vanaf het aanslagjaar 1999. § 10. Artikel 38 heeft uitwerking vanaf het aanslagjaar 1999.
§ 11. De artikelen 41 en 42 treden in werking de eerste dag van de § 11. De artikelen 41 en 42 treden in werking de eerste dag van de
derde maand die volgt op die gedurende welke deze wet in het Belgisch derde maand die volgt op die gedurende welke deze wet in het Belgisch
Staatsblad is bekendgemaakt. Staatsblad is bekendgemaakt.
§ 12. Artikel 2 van de wet van 4 juni 1997 tot wijziging van artikel § 12. Artikel 2 van de wet van 4 juni 1997 tot wijziging van artikel
104, 8°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met het oog 104, 8°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met het oog
op de bescherming van het onroerend cultureel erfgoed, treedt in op de bescherming van het onroerend cultureel erfgoed, treedt in
werking met ingang van het aanslagjaar 1998. werking met ingang van het aanslagjaar 1998.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 mei 1999. Gegeven te Brussel, 4 mei 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
J.-J. VISEUR J.-J. VISEUR
Met 's Lands zegel gezegeld : Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS T. VAN PARYS
_______ _______
Nota Nota
(1) Parlementaire verwijzingen. (1) Parlementaire verwijzingen.
Gedr. St. van de Kamer van volksvertegenwoordigers : Gedr. St. van de Kamer van volksvertegenwoordigers :
- 1949 -98/99 : - 1949 -98/99 :
-Nr. 1 : Wetsontwerp. -Nr. 1 : Wetsontwerp.
-Nrs. 2 en 3 : Amendementen. -Nrs. 2 en 3 : Amendementen.
-Nr. 4 : Advies van de Raad van State. -Nr. 4 : Advies van de Raad van State.
-Nrs. 5 tot 7 : Amendementen. -Nrs. 5 tot 7 : Amendementen.
-Nr. 8 : Verslag. -Nr. 8 : Verslag.
-Nr. 9 : Tekst aangenomen door de commissie -Nr. 9 : Tekst aangenomen door de commissie
-Nr. 10 : Amendementen. -Nr. 10 : Amendementen.
-Nr. 11 : Artikelen aangenomen in de plenaire vergadering. -Nr. 11 : Artikelen aangenomen in de plenaire vergadering.
-Nr. 12 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan -Nr. 12 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan
de Senaat. de Senaat.
Handelingen van de Kamer : 30 maart, 1 en 22 april 1999. Handelingen van de Kamer : 30 maart, 1 en 22 april 1999.
Gedr. St. van de Senaat : Gedr. St. van de Senaat :
1-1398 -1998/1999 : 1-1398 -1998/1999 :
-Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van -Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van
volksvertegenwoordigers. volksvertegenwoordigers.
-Nr. 2 : Amendementen. -Nr. 2 : Amendementen.
-Nr. 3 : Verslag. -Nr. 3 : Verslag.
-Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. -Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie.
-Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen. -Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen.
Handelingen van de Senaat : 30 april 1999. Handelingen van de Senaat : 30 april 1999.
^