| Wet houdende vereenvoudiging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid | Wet houdende vereenvoudiging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
| 2 SEPTEMBER 2005. - Wet houdende vereenvoudiging van de wet van 10 | 2 SEPTEMBER 2005. - Wet houdende vereenvoudiging van de wet van 10 |
| april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (1) | april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
| 78 van de Grondwet. | 78 van de Grondwet. |
Art. 2.Artikel 7 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de |
Art. 2.Artikel 7 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de |
| private en bijzondere veiligheid, ingevoegd bij wet van 9 juni 1999, | private en bijzondere veiligheid, ingevoegd bij wet van 9 juni 1999, |
| vervangen en hernummerd bij wet van 7 mei 2004, wordt aangevuld met | vervangen en hernummerd bij wet van 7 mei 2004, wordt aangevuld met |
| een § 3, luidend als volgt : | een § 3, luidend als volgt : |
| « § 3. Met het oog op de verificatie van de voorwaarden, bedoeld in | « § 3. Met het oog op de verificatie van de voorwaarden, bedoeld in |
| artikel 5, eerste lid, 1° en 8°, en in artikel 6, eerste lid, 1° en | artikel 5, eerste lid, 1° en 8°, en in artikel 6, eerste lid, 1° en |
| 8°, voorafgaand aan de procedure bedoeld in § 1, hebben de personen, | 8°, voorafgaand aan de procedure bedoeld in § 1, hebben de personen, |
| werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, | werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, |
| Directie Private Veiligheid, van de FOD Binnenlandse Zaken, aangeduid | Directie Private Veiligheid, van de FOD Binnenlandse Zaken, aangeduid |
| bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies | bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies |
| van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, | van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, |
| kosteloos en rechtstreeks toegang tot de in het centraal strafregister | kosteloos en rechtstreeks toegang tot de in het centraal strafregister |
| opgenomen gegevens, met uitzondering van : | opgenomen gegevens, met uitzondering van : |
| 1° beslissingen vernietigd op grond van artikel 416 tot 442 of artikel | 1° beslissingen vernietigd op grond van artikel 416 tot 442 of artikel |
| 443 tot 447bis van het Wetboek van Strafvordering; | 443 tot 447bis van het Wetboek van Strafvordering; |
| 2° beslissingen tot intrekking genomen op grond van de artikelen 10 | 2° beslissingen tot intrekking genomen op grond van de artikelen 10 |
| tot 14 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof; | tot 14 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof; |
| 3° veroordelingen en beslissingen uitgesproken op grond van een | 3° veroordelingen en beslissingen uitgesproken op grond van een |
| opgeheven wetsbepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het | opgeheven wetsbepaling, op voorwaarde dat de strafbaarheid van het |
| feit is opgeheven. | feit is opgeheven. |
| Zij kunnen kennis nemen van de gegevens bedoeld in § 2, eerste lid. | Zij kunnen kennis nemen van de gegevens bedoeld in § 2, eerste lid. |
| De persoonsgegevens die in toepassing van het eerste lid worden | De persoonsgegevens die in toepassing van het eerste lid worden |
| ingewonnen of ontvangen, worden onmiddellijk vernietigd zodra de | ingewonnen of ontvangen, worden onmiddellijk vernietigd zodra de |
| administratieve beslissing, waartoe het onderzoek van deze | administratieve beslissing, waartoe het onderzoek van deze |
| persoonsgegevens aanleiding gaf, definitief geworden is. » | persoonsgegevens aanleiding gaf, definitief geworden is. » |
Art. 3.In artikel 13.3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 |
Art. 3.In artikel 13.3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 |
| december 2004, worden de woorden « de N.M.B.S.-Holding N.V. en » | december 2004, worden de woorden « de N.M.B.S.-Holding N.V. en » |
| ingevoegd tussen de woorden « als openbare vervoersmaatschappij | ingevoegd tussen de woorden « als openbare vervoersmaatschappij |
| beschouwd, » en de woorden « elke publiekrechtelijke rechtspersoon ». | beschouwd, » en de woorden « elke publiekrechtelijke rechtspersoon ». |
Art. 4.In artikel 19, § 1, van dezelfde wet, vervangen door de wet |
Art. 4.In artikel 19, § 1, van dezelfde wet, vervangen door de wet |
| van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : | van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : | 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : |
| « Aan elke natuurlijke of rechtspersoon, die de bepalingen van de wet | « Aan elke natuurlijke of rechtspersoon, die de bepalingen van de wet |
| of haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft, de misdrijven bedoeld in | of haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft, de misdrijven bedoeld in |
| artikel 18 uitgezonderd, kan : | artikel 18 uitgezonderd, kan : |
| 1° een waarschuwing worden gericht waarbij de overtreder tot de | 1° een waarschuwing worden gericht waarbij de overtreder tot de |
| stopzetting van deze handeling wordt aangemaand; | stopzetting van deze handeling wordt aangemaand; |
| 2° of een minnelijke schikking worden voorgesteld die de helft | 2° of een minnelijke schikking worden voorgesteld die de helft |
| bedraagt van het bedrag van het administratieve geldboete, bedoeld | bedraagt van het bedrag van het administratieve geldboete, bedoeld |
| onder 3°, zonder evenwel lager te zijn dan 100 euro. De betaling van | onder 3°, zonder evenwel lager te zijn dan 100 euro. De betaling van |
| de minnelijke schikking doet de procedure tot het opleggen van een | de minnelijke schikking doet de procedure tot het opleggen van een |
| administratieve geldboete vervallen; | administratieve geldboete vervallen; |
| 3° of een administratieve geldboete worden opgelegd van 100 euro tot | 3° of een administratieve geldboete worden opgelegd van 100 euro tot |
| 25.000 euro, met dien verstande de administratieve geldboete in geval | 25.000 euro, met dien verstande de administratieve geldboete in geval |
| van inbreuken bepalingen, bedoeld in of krachtens : | van inbreuken bepalingen, bedoeld in of krachtens : |
| - artikel 2, § 1 of artikel 4, begrepen is tussen 12.500 euro en | - artikel 2, § 1 of artikel 4, begrepen is tussen 12.500 euro en |
| 25.000 euro; | 25.000 euro; |
| - artikel 1, § 1, tweede lid, vierde lid of zesde artikel 2, § 2, | - artikel 1, § 1, tweede lid, vierde lid of zesde artikel 2, § 2, |
| artikel 3, artikel 9, § 4, of artikel 15, begrepen is tussen 7.500 | artikel 3, artikel 9, § 4, of artikel 15, begrepen is tussen 7.500 |
| euro en 15.000 euro; | euro en 15.000 euro; |
| - artikel 8, uitgezonderd § 3, of een van de artikelen 13.1 tot en met | - artikel 8, uitgezonderd § 3, of een van de artikelen 13.1 tot en met |
| 13.14, begrepen is tussen 2.500 euro en 10.000 euro; | 13.14, begrepen is tussen 2.500 euro en 10.000 euro; |
| - artikel 5, eerste lid, 1°, 5° of 8°, artikel 6, eerste en 8°, | - artikel 5, eerste lid, 1°, 5° of 8°, artikel 6, eerste en 8°, |
| artikel 4bis, artikel 8, § 3, artikel 9, artikel 14, artikel 20, | artikel 4bis, artikel 8, § 3, artikel 9, artikel 14, artikel 20, |
| begrepen tussen 1.000 euro en 2.500 euro; | begrepen tussen 1.000 euro en 2.500 euro; |
| - artikel 6, eerste lid, 5°, begrepen tussen 500 euro en 1.000 euro. | - artikel 6, eerste lid, 5°, begrepen tussen 500 euro en 1.000 euro. |
| »; | »; |
| 2° het tweede lid wordt opgeheven. | 2° het tweede lid wordt opgeheven. |
Art. 5.In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd door de wetten van |
Art. 5.In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd door de wetten van |
| 19 juli 1991, 10 juni 2001 en 7 mei 2004, worden de volgende | 19 juli 1991, 10 juni 2001 en 7 mei 2004, worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht : | wijzigingen aangebracht : |
| 1° in § 2 worden de woorden « bij een ter post aangetekende brief » | 1° in § 2 worden de woorden « bij een ter post aangetekende brief » |
| vervangen door de woorden « op de wijze bepaald door de Minister van | vervangen door de woorden « op de wijze bepaald door de Minister van |
| Binnenlandse Zaken »; | Binnenlandse Zaken »; |
| 2° § 3 wordt vervangen als volgt : | 2° § 3 wordt vervangen als volgt : |
| « § 3. Indien de retributieplichtige in gebreke blijft om binnen de | « § 3. Indien de retributieplichtige in gebreke blijft om binnen de |
| gestelde termijn de retributie te betalen : | gestelde termijn de retributie te betalen : |
| 1° wordt het bedrag van de retributies zoals bedoeld in § 2, vanaf de | 1° wordt het bedrag van de retributies zoals bedoeld in § 2, vanaf de |
| eerste dag van de eerste maand volgende op het verstrijken van de | eerste dag van de eerste maand volgende op het verstrijken van de |
| gestelde betalingstermijn van rechtswege verhoogd met de | gestelde betalingstermijn van rechtswege verhoogd met de |
| verwijlsinstresten, zonder dat het bedrag van deze verhoging evenwel | verwijlsinstresten, zonder dat het bedrag van deze verhoging evenwel |
| minder dan 200 euro bedraagt; | minder dan 200 euro bedraagt; |
| 2° verzoekt de bevoegde ambtenaar, bedoeld in artikel 19, § 2, eerste | 2° verzoekt de bevoegde ambtenaar, bedoeld in artikel 19, § 2, eerste |
| lid, per aangetekend schrijven de kredietinstelling die de | lid, per aangetekend schrijven de kredietinstelling die de |
| bankwaarborg verleende aan de retributieplichtige, over te gaan tot | bankwaarborg verleende aan de retributieplichtige, over te gaan tot |
| betaling van het bedrag bedoeld onder 1°; | betaling van het bedrag bedoeld onder 1°; |
| 3° bij afwezigheid van bankwaarborg vaardigt de bevoegde ambtenaar, | 3° bij afwezigheid van bankwaarborg vaardigt de bevoegde ambtenaar, |
| bedoeld in artikel 19, § 2, eerste lid, een dwangbevel tot het betalen | bedoeld in artikel 19, § 2, eerste lid, een dwangbevel tot het betalen |
| van het bedrag bedoeld onder 1° uit waarop de bepalingen van het | van het bedrag bedoeld onder 1° uit waarop de bepalingen van het |
| Vijfde Deel van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing zijn. » | Vijfde Deel van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing zijn. » |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. |
| Gegeven te Brussel, 2 september 2005. | Gegeven te Brussel, 2 september 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| Voor de Eerste Minister, afwezig, | Voor de Eerste Minister, afwezig, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| Voor de Minister van Justitie, afwezig, | Voor de Minister van Justitie, afwezig, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
| De Minister van Binnenlandse Zaken | De Minister van Binnenlandse Zaken |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd | De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd |
| aan de Eerste Minister, | aan de Eerste Minister, |
| V. VAN QUICKENBORNE | V. VAN QUICKENBORNE |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Met 's Lands zegel gezegeld : |
| De Minister van Justitie, | De Minister van Justitie, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Zitting 2004-2005 : | (1) Zitting 2004-2005 : |
| Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : | Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : |
| Doc. 51-1775 (2004/2005) : | Doc. 51-1775 (2004/2005) : |
| Nr. 1 : Wetsontwerp. | Nr. 1 : Wetsontwerp. |
| Nr. 2 : Amendementen. | Nr. 2 : Amendementen. |
| Nr. 3 : Verslag. | Nr. 3 : Verslag. |
| Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan |
| de Senaat. | de Senaat. |
| Integraal Verslag : 23 juni 2005. | Integraal Verslag : 23 juni 2005. |
| Stuk van de Senaat : | Stuk van de Senaat : |
| Doc. 3-1256 (2004/2005) : | Doc. 3-1256 (2004/2005) : |
| Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. | Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. |