Programmadecreet 1997 | Programmadecreet 1997 |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
20 MEI 1997. Programmadecreet 1997 (1) | 20 MEI 1997. Programmadecreet 1997 (1) |
De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, | De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, |
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : | Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : |
HOOFDSTUK I. - Onderwijs en vorming | HOOFDSTUK I. - Onderwijs en vorming |
Afdeling 1. - Afwijkingen van het decreet van 18 april 1994 tot | Afdeling 1. - Afwijkingen van het decreet van 18 april 1994 tot |
vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het | vaststelling van het bedrag van de werkingstoelagen voor het |
gesubsidieerd onderwijs | gesubsidieerd onderwijs |
Artikel 1.De bedragen opgenomen onder punt 6° van de bijlage bij het |
Artikel 1.De bedragen opgenomen onder punt 6° van de bijlage bij het |
decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de | decreet van 18 april 1994 tot vaststelling van het bedrag van de |
werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs worden voor het | werkingstoelagen voor het gesubsidieerd onderwijs worden voor het |
schooljaar 1996-1997 en het schooljaar 1997-1998 met 20 % verminderd | schooljaar 1996-1997 en het schooljaar 1997-1998 met 20 % verminderd |
en niet in toepassing van artikel 7 van hetzelfde decreet aan de | en niet in toepassing van artikel 7 van hetzelfde decreet aan de |
schommelingen van het indexcijfer gekoppeld. | schommelingen van het indexcijfer gekoppeld. |
Onverminderd de bepaling van het voorafgaande lid en in afwijking van | Onverminderd de bepaling van het voorafgaande lid en in afwijking van |
artikel 7 van hetzelfde decreet worden alle andere toelagenbedragen | artikel 7 van hetzelfde decreet worden alle andere toelagenbedragen |
die vastgelegd zijn in hetzelfde decreet, voor het schooljaar | die vastgelegd zijn in hetzelfde decreet, voor het schooljaar |
1996-1997 en voor het schooljaar 1997-1998 verhoogd door een koppeling | 1996-1997 en voor het schooljaar 1997-1998 verhoogd door een koppeling |
aan het indexcijfer, waarbij : | aan het indexcijfer, waarbij : |
1° het indexcijfer van september 1992 (113,17) als basisindexcijfer | 1° het indexcijfer van september 1992 (113,17) als basisindexcijfer |
geldt; | geldt; |
2° het indexcijfer van september 1995 (120,64) als nieuw indexcijfer | 2° het indexcijfer van september 1995 (120,64) als nieuw indexcijfer |
geldt. | geldt. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Afdeling 2. - Aanvulling van het programmadecreet van 4 maart 1996 | Afdeling 2. - Aanvulling van het programmadecreet van 4 maart 1996 |
Art. 2.Artikel 15 van het programmadecreet van 4 maart 1996 wordt met |
Art. 2.Artikel 15 van het programmadecreet van 4 maart 1996 wordt met |
volgende lid aangevuld : | volgende lid aangevuld : |
« Voor de lycea die vanaf het schooljaar 1991-1992 in athenea zijn | « Voor de lycea die vanaf het schooljaar 1991-1992 in athenea zijn |
omgezet, wordt het in toepassing van lid 1 berekend aantal | omgezet, wordt het in toepassing van lid 1 berekend aantal |
lestijden/leerkracht met 9,7 % verhoogd. » | lestijden/leerkracht met 9,7 % verhoogd. » |
Afdeling 3. - Berekening van het aantal lestijden/leerkracht voor de | Afdeling 3. - Berekening van het aantal lestijden/leerkracht voor de |
inrichtingen van het secundair onderwijs met volledig leerplan van het | inrichtingen van het secundair onderwijs met volledig leerplan van het |
type I voor het schooljaar 1997-1998 | type I voor het schooljaar 1997-1998 |
Art. 3.1. Voor de toepassing van dit artikel verstaat men onder : |
Art. 3.1. Voor de toepassing van dit artikel verstaat men onder : |
1° lestijden/leerkracht : het aantal lestijden dat wekelijks besteed | 1° lestijden/leerkracht : het aantal lestijden dat wekelijks besteed |
wordt aan het onderwijzen van de leervakken en de andere prestaties | wordt aan het onderwijzen van de leervakken en de andere prestaties |
die in het uurrooster mogen opgenomen worden, met uitzondering van de | die in het uurrooster mogen opgenomen worden, met uitzondering van de |
cursussen godsdienst en niet-confessionele zedenleer. | cursussen godsdienst en niet-confessionele zedenleer. |
2° eerste graad : de eerste graad van het secundair onderwijs met | 2° eerste graad : de eerste graad van het secundair onderwijs met |
volledig leerplan van het type I, t.w. het eerste jaar A, het tweede | volledig leerplan van het type I, t.w. het eerste jaar A, het tweede |
gemeenschappelijke jaar, het eerste jaar B en het tweede jaar van het | gemeenschappelijke jaar, het eerste jaar B en het tweede jaar van het |
beroepsonderwijs; | beroepsonderwijs; |
3° tweede graad : de tweede graad van het secundair onderwijs met | 3° tweede graad : de tweede graad van het secundair onderwijs met |
volledig leerplan van het type I, met inbegrip van het vervolmakings- | volledig leerplan van het type I, met inbegrip van het vervolmakings- |
en/of specialisatiejaar ingericht na de tweede graad; | en/of specialisatiejaar ingericht na de tweede graad; |
4° derde graad : de derde graad van het secundair onderwijs met | 4° derde graad : de derde graad van het secundair onderwijs met |
volledig leerplan van het type I, met inbegrip van het vervolmaking- | volledig leerplan van het type I, met inbegrip van het vervolmaking- |
en/of specialisatiejaar, alsmede van het zevende jaar van het | en/of specialisatiejaar, alsmede van het zevende jaar van het |
beroepsonderwijs bezocht met het oog op het verkrijgen van het | beroepsonderwijs bezocht met het oog op het verkrijgen van het |
eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs, leerjaren die na | eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs, leerjaren die na |
de derde graad ingericht zijn; | de derde graad ingericht zijn; |
5° doorstromingsafdeling van het technisch onderwijs van groep A in de | 5° doorstromingsafdeling van het technisch onderwijs van groep A in de |
tweede en de derde graad : de doorstromingsafdeling van het technisch | tweede en de derde graad : de doorstromingsafdeling van het technisch |
onderwijs omvattende de afdelingen : | onderwijs omvattende de afdelingen : |
a) informatica; | a) informatica; |
b) musiekhumaniora; | b) musiekhumaniora; |
c) handelstechniek; | c) handelstechniek; |
d) sport - tennis; | d) sport - tennis; |
e) menswetenschappen; | e) menswetenschappen; |
6° doorstromingsafdeling van het technisch onderwijs van groep B in de | 6° doorstromingsafdeling van het technisch onderwijs van groep B in de |
tweede en de derde graad : de doorstromingsafdeling van het technisch | tweede en de derde graad : de doorstromingsafdeling van het technisch |
onderwijs omvattende de afdelingen : | onderwijs omvattende de afdelingen : |
a) elektromechanica; | a) elektromechanica; |
7° kwalificatieafdeling van het technisch onderwijs van groep A in de | 7° kwalificatieafdeling van het technisch onderwijs van groep A in de |
tweede en de derde graad : de kwalificatieafdeling van het technisch | tweede en de derde graad : de kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs omvattende de afdelingen : | onderwijs omvattende de afdelingen : |
a) moderne talen en communicatie; | a) moderne talen en communicatie; |
b) secretariaat en talen; | b) secretariaat en talen; |
c) toerisme en toegepaste economische wetenschappen; | c) toerisme en toegepaste economische wetenschappen; |
d) toeristische en toegepaste administratieve informatica; | d) toeristische en toegepaste administratieve informatica; |
e) handel en kantoorautomatisering; | e) handel en kantoorautomatisering; |
f) administratie/organisatie/kantoorautomatisering; | f) administratie/organisatie/kantoorautomatisering; |
g) dienstverleningen op het sociaal gebied; | g) dienstverleningen op het sociaal gebied; |
h) tertiaire activiteiten; | h) tertiaire activiteiten; |
i) secretariaat; | i) secretariaat; |
j) opvoeding; | j) opvoeding; |
8° kwalificatieafdeling van het technisch onderwijs van groep B in de | 8° kwalificatieafdeling van het technisch onderwijs van groep B in de |
tweede en de derde graad : de kwalificatieafdeling van het technisch | tweede en de derde graad : de kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs omvattende de afdelingen : | onderwijs omvattende de afdelingen : |
a) toegepaste visuele kunsten en grafische kunsten; | a) toegepaste visuele kunsten en grafische kunsten; |
b) biotechniek; | b) biotechniek; |
c) scheikunde/chemie en biochemie; | c) scheikunde/chemie en biochemie; |
d) elektromechanica; | d) elektromechanica; |
e) electriciteit/elektrotechnieken - elektronica; | e) electriciteit/elektrotechnieken - elektronica; |
f) industriële electriciteit/elektrotechnieken; | f) industriële electriciteit/elektrotechnieken; |
g) industriële elektronica; | g) industriële elektronica; |
h) schrijnwerk; | h) schrijnwerk; |
i) bouwkundig tekenen en openbare werken; | i) bouwkundig tekenen en openbare werken; |
j) landbouw; | j) landbouw; |
k) electriciteit/elektrotechnieken; | k) electriciteit/elektrotechnieken; |
l) mechanica; | l) mechanica; |
m) hout - schrijnwerk; | m) hout - schrijnwerk; |
n) industriële electriciteit/elektrotechnieken; | n) industriële electriciteit/elektrotechnieken; |
9° beroepsonderwijs van groep A in de tweede en de derde graad : het | 9° beroepsonderwijs van groep A in de tweede en de derde graad : het |
beroepsonderwijs omvattende de afdelingen : | beroepsonderwijs omvattende de afdelingen : |
a) handelscorrespondenten/handelsagenten; | a) handelscorrespondenten/handelsagenten; |
b) kantoorwerk; | b) kantoorwerk; |
c) kantoorbanen; | c) kantoorbanen; |
d) kantoorbanen - informatica; | d) kantoorbanen - informatica; |
10° beroepsonderwijs van groep B in de tweede en de derde graad : het | 10° beroepsonderwijs van groep B in de tweede en de derde graad : het |
beroepsonderwijs omvattende de afdelingen : | beroepsonderwijs omvattende de afdelingen : |
a) gezins- en sociale hulp; | a) gezins- en sociale hulp; |
b) schrijnwerk; | b) schrijnwerk; |
c) hulpkok en kookkunst voor collectiviteiten; | c) hulpkok en kookkunst voor collectiviteiten; |
d) kookkunst; | d) kookkunst; |
e) gastronomie-technieken hotelbedrijf; | e) gastronomie-technieken hotelbedrijf; |
f) kappershulp; | f) kappershulp; |
g) kapper; | g) kapper; |
h) metalen constructies - lassen; | h) metalen constructies - lassen; |
i) mechanica voor de verspaning; | i) mechanica voor de verspaning; |
j) mechanica voor de verspaning - CNC; | j) mechanica voor de verspaning - CNC; |
k) houtbewerking (bouw en industrie); | k) houtbewerking (bouw en industrie); |
l) landbouw; | l) landbouw; |
m) elektrotechniek en metaal; | m) elektrotechniek en metaal; |
n) elektrische installaties; | n) elektrische installaties; |
o) mechanica; | o) mechanica; |
p) hout - schrijnwerk; | p) hout - schrijnwerk; |
q) houtbewerking; | q) houtbewerking; |
r) garage elektromechanica; | r) garage elektromechanica; |
s) diesel, hydraulica, pneumatica; | s) diesel, hydraulica, pneumatica; |
t) dienstverleningen aan personen; | t) dienstverleningen aan personen; |
u) gezins- en sanitaire hulp; | u) gezins- en sanitaire hulp; |
v) kleding; | v) kleding; |
w) kleding/vermaken/verkoop; | w) kleding/vermaken/verkoop; |
2. Voor het schooljaar 1997-1998 en in afwijking van de artikels 2 en | 2. Voor het schooljaar 1997-1998 en in afwijking van de artikels 2 en |
3 van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal | 3 van het decreet van 5 juni 1990 tot vaststelling van het aantal |
lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig | lestijden/leerkracht voor het secundair onderwijs met volledig |
leerplan van het type I bekomt men het aantal lestijden/leerkracht van | leerplan van het type I bekomt men het aantal lestijden/leerkracht van |
een inrichting van het secundair onderwijs met volledig leerplan van | een inrichting van het secundair onderwijs met volledig leerplan van |
het type I door volgende berekeningen uit te voeren waarvan de | het type I door volgende berekeningen uit te voeren waarvan de |
uitkomsten zullen worden afgerond : | uitkomsten zullen worden afgerond : |
1° Wat de eerste graad betreft, wordt het aantal lestijden/leerkracht | 1° Wat de eerste graad betreft, wordt het aantal lestijden/leerkracht |
toegekend voor het eerste jaar A en het tweede gemeenschappelijke jaar | toegekend voor het eerste jaar A en het tweede gemeenschappelijke jaar |
als volgt berekend : | als volgt berekend : |
a) voor elke begonnen groep van 21 leerlingen die op 30 september van | a) voor elke begonnen groep van 21 leerlingen die op 30 september van |
het schooljaar 1996-1997 in de beide bovenvermelde studiejaren zijn | het schooljaar 1996-1997 in de beide bovenvermelde studiejaren zijn |
ingeschreven, verkrijgt de onderwijsinrichting 20 lestijden; | ingeschreven, verkrijgt de onderwijsinrichting 20 lestijden; |
b) die onderwijsinrichting verkrijgt bovendien 0,9 lestijd per | b) die onderwijsinrichting verkrijgt bovendien 0,9 lestijd per |
leerling tot en met 90 leerlingen en daarna 0,4 voor elke bijkomende | leerling tot en met 90 leerlingen en daarna 0,4 voor elke bijkomende |
leerling. | leerling. |
2° Wat de eerste graad betreft, wordt het aantal lestijden/leerkracht | 2° Wat de eerste graad betreft, wordt het aantal lestijden/leerkracht |
toegekend voor het eerste jaar B en het tweede jaar van het | toegekend voor het eerste jaar B en het tweede jaar van het |
beroepsonderwijs als volgt berekend : | beroepsonderwijs als volgt berekend : |
a) voor elke begonnen groep van 12 leerlingen die op 30 september van | a) voor elke begonnen groep van 12 leerlingen die op 30 september van |
het schooljaar 1996-1997 in de beide bovenvermelde studiejaren | het schooljaar 1996-1997 in de beide bovenvermelde studiejaren |
regelmatig zijn ingeschreven, verkrijgt de onderwijsinrichting 20 | regelmatig zijn ingeschreven, verkrijgt de onderwijsinrichting 20 |
lestijden; | lestijden; |
b) die onderwijsinrichting verkrijgt bovendien 1,4 lestijden per | b) die onderwijsinrichting verkrijgt bovendien 1,4 lestijden per |
leerling tot en met 40 leerlingen en daarna 0,7 voor elke bijkomende | leerling tot en met 40 leerlingen en daarna 0,7 voor elke bijkomende |
leerling. | leerling. |
3° Voor het schooljaar 1997-1998 verkrijgt elke onderwijsinrichting | 3° Voor het schooljaar 1997-1998 verkrijgt elke onderwijsinrichting |
van het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I als | van het secundair onderwijs met volledig leerplan van het type I als |
aanvulling bij het lestijdenpakket berekend krachtens de punten 1 en 2 | aanvulling bij het lestijdenpakket berekend krachtens de punten 1 en 2 |
een aantal lestijden/leerkracht berekend als volgt voor de algemene | een aantal lestijden/leerkracht berekend als volgt voor de algemene |
pedagogische organisatie en coördinatie : | pedagogische organisatie en coördinatie : |
a) elke onderwijsinrichting worden 5 lestijden/leerkracht toegekend; | a) elke onderwijsinrichting worden 5 lestijden/leerkracht toegekend; |
b) voor elke leerling die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 | b) voor elke leerling die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 |
in de eerste graad regelmatig was ingeschreven, verkrijgt de | in de eerste graad regelmatig was ingeschreven, verkrijgt de |
onderwijsinrichting 0,05 bijkomende lestijd. | onderwijsinrichting 0,05 bijkomende lestijd. |
4° voor het algemeen onderwijs wordt het aantal leerlingen die op 30 | 4° voor het algemeen onderwijs wordt het aantal leerlingen die op 30 |
september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze | september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze |
onderwijsvorm regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een | onderwijsvorm regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een |
coëfficiënt 3,2 tot 40 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke | coëfficiënt 3,2 tot 40 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
5° voor het algemeen onderwijs wordt het aantal leerlingen die op 30 | 5° voor het algemeen onderwijs wordt het aantal leerlingen die op 30 |
september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze | september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze |
onderwijsvorm regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een | onderwijsvorm regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een |
coëfficiënt 3,2 tot 40 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke | coëfficiënt 3,2 tot 40 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
6° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch | 6° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen, die op 30 september | onderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen, die op 30 september |
van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze onderwijsvorm | van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze onderwijsvorm |
in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd | in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd |
met een coëfficiënt 3,3 tot 20 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke | met een coëfficiënt 3,3 tot 20 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
7° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch | 7° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen die op 30 september | onderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen die op 30 september |
van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze onderwijsvorm | van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad van deze onderwijsvorm |
in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd | in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd |
met een coëfficiënt 4,2 tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke | met een coëfficiënt 4,2 tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
8° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch | 8° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen die op 30 september | onderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen die op 30 september |
van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze onderwijsvorm | van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze onderwijsvorm |
in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd | in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd |
met een coëfficiënt 3,3 tot 20 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke | met een coëfficiënt 3,3 tot 20 leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
9° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch | 9° voor de doorstromings- of kwalificatieafdeling van het technisch |
onderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen die op 30 september | onderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen die op 30 september |
van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze onderwijsvorm | van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van deze onderwijsvorm |
in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd | in de betrokken afdeling regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd |
met een coëfficiënt 4,2 tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke | met een coëfficiënt 4,2 tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke |
bijkomende leerling; | bijkomende leerling; |
10° voor het beroepsonderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen | 10° voor het beroepsonderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen |
die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad | die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad |
van deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn | van deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn |
ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,2 tot 20 | ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,2 tot 20 |
leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke bijkomende leerling; | leerlingen inbegrepen en 1,4 voor elke bijkomende leerling; |
11° voor het beroepsonderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen | 11° voor het beroepsonderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen |
die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad | die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de tweede graad |
van deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn | van deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn |
ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 4,1 tot 20 | ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 4,1 tot 20 |
leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke bijkomende leerling; | leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke bijkomende leerling; |
12° voor het beroepsonderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen | 12° voor het beroepsonderwijs van groep A wordt het aantal leerlingen |
die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van | die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van |
deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn | deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn |
ingeschreven, met uitzondering van het na de derde graad ingerichte en | ingeschreven, met uitzondering van het na de derde graad ingerichte en |
met het oog op het verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger | met het oog op het verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger |
secundair onderwijs bezochte zevende jaar van het beroepsonderwijs, | secundair onderwijs bezochte zevende jaar van het beroepsonderwijs, |
vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,2 tot 20 leerlingen inbegrepen | vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,2 tot 20 leerlingen inbegrepen |
en 1,4 voor elke bijkomende leerling; | en 1,4 voor elke bijkomende leerling; |
13° voor het beroepsonderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen | 13° voor het beroepsonderwijs van groep B wordt het aantal leerlingen |
die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van | die op 30 september van het schooljaar 1996-1997 in de derde graad van |
deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn | deze onderwijsvorm in de betrokken afdeling regelmatig zijn |
ingeschreven, met uitzondering van het na de derde graad ingerichte en | ingeschreven, met uitzondering van het na de derde graad ingerichte en |
met het oog op het verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger | met het oog op het verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger |
secundair onderwijs bezochte zevende jaar van het beroepsonderwijs, | secundair onderwijs bezochte zevende jaar van het beroepsonderwijs, |
vermenigvuldigd met een coëfficiënt 4,1 tot 20 leerlingen inbegrepen | vermenigvuldigd met een coëfficiënt 4,1 tot 20 leerlingen inbegrepen |
en 3,3 voor elke bijkomende leerling; | en 3,3 voor elke bijkomende leerling; |
14° voor het na de derde graad ingerichte en met het oog op het | 14° voor het na de derde graad ingerichte en met het oog op het |
verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs | verkrijgen van het eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs |
van groep A en van groep B bezochte zevende jaar van het | van groep A en van groep B bezochte zevende jaar van het |
beroepsonderwijs, wordt het aantal leerlingen die op 30 september van | beroepsonderwijs, wordt het aantal leerlingen die op 30 september van |
het schooljaar 1996-1997 in dit studiejaar in de betrokken afdeling | het schooljaar 1996-1997 in dit studiejaar in de betrokken afdeling |
regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,8 | regelmatig zijn ingeschreven, vermenigvuldigd met een coëfficiënt 3,8 |
tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke bijkomende leerling; | tot 20 leerlingen inbegrepen en 3,3 voor elke bijkomende leerling; |
Afdeling 4. - Vastlegging van het lestijdenpakket en organisatie van | Afdeling 4. - Vastlegging van het lestijdenpakket en organisatie van |
cursussen in de voortgezette schoolopleiding | cursussen in de voortgezette schoolopleiding |
Art. 4.1. De instituten voor voortgezette schoolopleiding verkrijgen |
Art. 4.1. De instituten voor voortgezette schoolopleiding verkrijgen |
elk schooljaar een lestijdenpakket dat gelijk is aan het | elk schooljaar een lestijdenpakket dat gelijk is aan het |
lestijdenpakket van het schooljaar 1996-1997. In het kader van de | lestijdenpakket van het schooljaar 1996-1997. In het kader van de |
beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering dit lestijdenpakket met | beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering dit lestijdenpakket met |
een bepaalde percentage verhogen dat voor alle instituten gelijk moet | een bepaalde percentage verhogen dat voor alle instituten gelijk moet |
zijn en 10 % niet mag overschrijden. | zijn en 10 % niet mag overschrijden. |
De overdracht van een lestijdenpakket tussen verscheidene instituten | De overdracht van een lestijdenpakket tussen verscheidene instituten |
voor voortgezette schoolopleiding is toegelaten. | voor voortgezette schoolopleiding is toegelaten. |
2. Dankzij dit lestijdenpakket kunnen de instituten voor voortgezette | 2. Dankzij dit lestijdenpakket kunnen de instituten voor voortgezette |
schoolopleiding cursussen organiseren, die ten minste door 8 | schoolopleiding cursussen organiseren, die ten minste door 8 |
leerlingen moeten worden bezocht. Indien cursussen die zich over | leerlingen moeten worden bezocht. Indien cursussen die zich over |
meerdere jaren uitstrekken minder dan 8 leerlingen tellen, moeten de | meerdere jaren uitstrekken minder dan 8 leerlingen tellen, moeten de |
verscheidene leerjaren samengevoegd worden, totdat de norm van 8 | verscheidene leerjaren samengevoegd worden, totdat de norm van 8 |
leerlingen bereikt wordt. Cursussen die ten minste één jaar duren of | leerlingen bereikt wordt. Cursussen die ten minste één jaar duren of |
eerste jaren van cursussen die zich over meerdere jaren uitstrekken, | eerste jaren van cursussen die zich over meerdere jaren uitstrekken, |
moeten ten minste 8 leerlingen tellen. | moeten ten minste 8 leerlingen tellen. |
De Regering kan bepalen dat cursussen op het technisch-industrieel | De Regering kan bepalen dat cursussen op het technisch-industrieel |
gebied van deze norm kunnen afwijken. | gebied van deze norm kunnen afwijken. |
Indien een instituut voor voortgezette schoolopleiding een cursus wil | Indien een instituut voor voortgezette schoolopleiding een cursus wil |
openen dat binnen dezelfde geografische zone al door een ander | openen dat binnen dezelfde geografische zone al door een ander |
instituut wordt aangeboden, hoeft het instituut een vergunning van de | instituut wordt aangeboden, hoeft het instituut een vergunning van de |
Regering te krijgen, ongeacht de bepalingen betreffende de schepping | Regering te krijgen, ongeacht de bepalingen betreffende de schepping |
van cursussen. | van cursussen. |
Indien hetzelfde cursus binnen dezelfde geografische zone al in meer | Indien hetzelfde cursus binnen dezelfde geografische zone al in meer |
dan één instituut voor voortgezette schoolopleiding wordt aangeboden, | dan één instituut voor voortgezette schoolopleiding wordt aangeboden, |
kan de Regering - na overleg met de betrokken instituten - beslissen | kan de Regering - na overleg met de betrokken instituten - beslissen |
het cursus in één of meerdere instituten niet meer te organiseren of | het cursus in één of meerdere instituten niet meer te organiseren of |
te subsidiëren, ongeacht de bepalingen betreffende de schepping van | te subsidiëren, ongeacht de bepalingen betreffende de schepping van |
cursussen. | cursussen. |
De in het vierde lid bedoelde beslissing is onderworpen aan de | De in het vierde lid bedoelde beslissing is onderworpen aan de |
criteria die vastgelegd werden om te vermijden dat verscheidene | criteria die vastgelegd werden om te vermijden dat verscheidene |
studiejaren samengevoegd worden met het oog op het bereiken van de | studiejaren samengevoegd worden met het oog op het bereiken van de |
normen inzake schoolbevolking, om de voorkeur te geven aan de | normen inzake schoolbevolking, om de voorkeur te geven aan de |
tewerkstelling van volledige of gedeeltelijke werkloze leraren, om het | tewerkstelling van volledige of gedeeltelijke werkloze leraren, om het |
gebruik van de meest moderne leermiddelen te bevorderen die de | gebruik van de meest moderne leermiddelen te bevorderen die de |
technische en pedagogische mogelijkheden van de nieuwe media | technische en pedagogische mogelijkheden van de nieuwe media |
toepassen, om eerder de cursussen in samenwerking met andere | toepassen, om eerder de cursussen in samenwerking met andere |
inrichtende machten van opleidingen te verkiezen, en om een | inrichtende machten van opleidingen te verkiezen, en om een |
specialisatie van de aangeboden cursussen te bereiken dankzij | specialisatie van de aangeboden cursussen te bereiken dankzij |
eensgezinde instituten. | eensgezinde instituten. |
Behoudens de bepalingen van 1 zijn de cursussen van een leerjaar die | Behoudens de bepalingen van 1 zijn de cursussen van een leerjaar die |
door ten minste 16 leerlingen bezoekt worden, aan de bepalingen van | door ten minste 16 leerlingen bezoekt worden, aan de bepalingen van |
het vierde lid niet onderworpen. | het vierde lid niet onderworpen. |
3. Cursussen omvatten 20, 40, 80, 120, 160, 200 of 240 lestijden per | 3. Cursussen omvatten 20, 40, 80, 120, 160, 200 of 240 lestijden per |
jaar. | jaar. |
4. Het koninklijk besluit n. 461 van 17 september 1986 houdende het | 4. Het koninklijk besluit n. 461 van 17 september 1986 houdende het |
rationalisatie- en programmatieplan van het onderwijs voor sociale | rationalisatie- en programmatieplan van het onderwijs voor sociale |
promotie, gewijzigd bij het decreet van 27 juni 1990, wordt opgeheven. | promotie, gewijzigd bij het decreet van 27 juni 1990, wordt opgeheven. |
Afdeling 5. - Opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand | Afdeling 5. - Opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand |
Art. 5.Artikel 2 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de |
Art. 5.Artikel 2 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de |
opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's | opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's |
wordt door de volgende bepaling aangevuld : | wordt door de volgende bepaling aangevuld : |
« De Regering kan de toepassing van dit decreet tot de beroepen | « De Regering kan de toepassing van dit decreet tot de beroepen |
uitbreiden die door haar, op advies van het instituut en van de | uitbreiden die door haar, op advies van het instituut en van de |
subregionale tewerkstellingsdienst, bepaald worden. » | subregionale tewerkstellingsdienst, bepaald worden. » |
Afdeling 6. - Organisatie van de beroepsopleiding en tewerkstelling | Afdeling 6. - Organisatie van de beroepsopleiding en tewerkstelling |
Art. 6.Artikel 4, 2, lid 1, 1° van het decreet van 19 december 1988 |
Art. 6.Artikel 4, 2, lid 1, 1° van het decreet van 19 december 1988 |
houdende organisatie van de beroepsopleiding, gewijzigd bij het | houdende organisatie van de beroepsopleiding, gewijzigd bij het |
decreet van 29 juni 1992, wordt opgeheven. | decreet van 29 juni 1992, wordt opgeheven. |
Art. 7.1. Artikel 5, lid 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het |
Art. 7.1. Artikel 5, lid 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het |
decreet van 29 juni 1992, wordt gewijzigd als volgt: | decreet van 29 juni 1992, wordt gewijzigd als volgt: |
a) in punt 2° wordt de passus « alsmede de vastlegging van hun statuut | a) in punt 2° wordt de passus « alsmede de vastlegging van hun statuut |
» geschrapt; | » geschrapt; |
b) punt 6° wordt vervangen als volgt : | b) punt 6° wordt vervangen als volgt : |
« 6° de vastlegging van het personeel dat noodzakelijk is om de | « 6° de vastlegging van het personeel dat noodzakelijk is om de |
gemeenschappelijke taken van het Gewest en de Gemeenschap uit te | gemeenschappelijke taken van het Gewest en de Gemeenschap uit te |
voeren. » | voeren. » |
2 - Hetzelfde artikel wordt met volgend lid aangevuld : | 2 - Hetzelfde artikel wordt met volgend lid aangevuld : |
« Bovendien moeten de statuten van de instelling erin voorzien dat de | « Bovendien moeten de statuten van de instelling erin voorzien dat de |
bepalingen van het statuut van het personeel die de instelling eigen | bepalingen van het statuut van het personeel die de instelling eigen |
zijn, alsmede haar personeelsformatie door de Waalse Regering worden | zijn, alsmede haar personeelsformatie door de Waalse Regering worden |
vastgelegd mits voorafgaand akkoord van de Regering van de Duitstalige | vastgelegd mits voorafgaand akkoord van de Regering van de Duitstalige |
Gemeenschap. » | Gemeenschap. » |
Art. 8.Artikel 9, lid 1 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als |
Art. 8.Artikel 9, lid 1 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als |
volgt : | volgt : |
« Het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap kan | « Het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap kan |
worden vervangen door het voorafgaand akkoord van de Regering over het | worden vervangen door het voorafgaand akkoord van de Regering over het |
besluit van de Regering van het Waalse Gewest, indien de statuten van | besluit van de Regering van het Waalse Gewest, indien de statuten van |
het organisme van openbaar nut erin voorzien. » | het organisme van openbaar nut erin voorzien. » |
Art. 9.Na artikel 7 van het decreet van 25 juni 1991 houdende |
Art. 9.Na artikel 7 van het decreet van 25 juni 1991 houdende |
ondersteuning van maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid | ondersteuning van maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid |
wordt een artikel 7bis ingevoegd dat luidt als volgt : | wordt een artikel 7bis ingevoegd dat luidt als volgt : |
« Artikel 7bis.1. De Regering van de Duitstalige Gemeenschap kan de |
« Artikel 7bis.1. De Regering van de Duitstalige Gemeenschap kan de |
erkende instellingen voor schuldbemiddeling, bedoeld in artikel 3, 2° | erkende instellingen voor schuldbemiddeling, bedoeld in artikel 3, 2° |
van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en | van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en |
de afbetaling van schulden, toelagen toekennen voor de | de afbetaling van schulden, toelagen toekennen voor de |
personeelskosten van het aangestelde administratieve en | personeelskosten van het aangestelde administratieve en |
coördinatiepersoneel, toelagen waarvan het bedrag beperkt wordt door | coördinatiepersoneel, toelagen waarvan het bedrag beperkt wordt door |
de middelen die ter beschikking van de Duitstalige Gemeenschap worden | de middelen die ter beschikking van de Duitstalige Gemeenschap worden |
gesteld door andere officiële instanties in het kader van maatregelen | gesteld door andere officiële instanties in het kader van maatregelen |
tot bevordering van de werkgelegenheid. | tot bevordering van de werkgelegenheid. |
2. Als personeelskosten waarvoor toelagen kunnen worden toegekend, | 2. Als personeelskosten waarvoor toelagen kunnen worden toegekend, |
gelden het brutobedrag van de wedde, het vakantiegeld, de | gelden het brutobedrag van de wedde, het vakantiegeld, de |
eindejaarspremie besloten in het midden van het bevoegde paritaire | eindejaarspremie besloten in het midden van het bevoegde paritaire |
Comité en de verzekering tegen ongevallen voor de aangestelde | Comité en de verzekering tegen ongevallen voor de aangestelde |
personeelsleden die een technisch-administratieve of | personeelsleden die een technisch-administratieve of |
coördinatiefunctie uitoefenen, alsmede de bijdragen die de werkgever | coördinatiefunctie uitoefenen, alsmede de bijdragen die de werkgever |
in toepassing van de wetgeving betreffende de sociale zekerheid van de | in toepassing van de wetgeving betreffende de sociale zekerheid van de |
werknemers moet betalen. | werknemers moet betalen. |
3. Om toelagen voor de personeelskosten van het administratieve en | 3. Om toelagen voor de personeelskosten van het administratieve en |
coördinatiepersoneel te mogen bekomen, moeten de door de werkgever | coördinatiepersoneel te mogen bekomen, moeten de door de werkgever |
opgestelde classificering van het administratieve en | opgestelde classificering van het administratieve en |
coördinatiepersoneel alsmede het daaruit resulterend minimaal bedrag | coördinatiepersoneel alsmede het daaruit resulterend minimaal bedrag |
van de wedden aan de richtlijnen van het bevoegde paritaire Comité | van de wedden aan de richtlijnen van het bevoegde paritaire Comité |
beantwoorden. | beantwoorden. |
4. De Regering van de Duitstalige Gemeenschap bepaalt de aard van de | 4. De Regering van de Duitstalige Gemeenschap bepaalt de aard van de |
documenten die met het oog op de toekenning van en het toezicht op de | documenten die met het oog op de toekenning van en het toezicht op de |
aanwending van de toelagen moeten worden ingediend, de termijnen om | aanwending van de toelagen moeten worden ingediend, de termijnen om |
deze documenten in te dienen, de voorwaarden voor de toekenning van | deze documenten in te dienen, de voorwaarden voor de toekenning van |
voorschotten, alsmede de voorwaarden waaronder een jaarlijkse toelage | voorschotten, alsmede de voorwaarden waaronder een jaarlijkse toelage |
voor meer dan één lid van het administratieve en coördinatiepersoneel | voor meer dan één lid van het administratieve en coördinatiepersoneel |
per vereniging mag worden toegekend. » | per vereniging mag worden toegekend. » |
HOOFDSTUK II. - Cultuur | HOOFDSTUK II. - Cultuur |
Afdeling 1. - Openbare bibliotheken | Afdeling 1. - Openbare bibliotheken |
Art. 10.Artikel 20 van het decreet van 15 juni 1994 over de openbare |
Art. 10.Artikel 20 van het decreet van 15 juni 1994 over de openbare |
bibliotheken wordt met volgend lid aangevuld: | bibliotheken wordt met volgend lid aangevuld: |
« De Regering kan dit percentage tot maximaal 75% verhogen voor de | « De Regering kan dit percentage tot maximaal 75% verhogen voor de |
categorieën II en III en tot maximaal 85 % voor de categorie I. » | categorieën II en III en tot maximaal 85 % voor de categorie I. » |
Art. 11.In artikel 22 van hetzelfde decreet wordt het getal « 70 » |
Art. 11.In artikel 22 van hetzelfde decreet wordt het getal « 70 » |
door het getal « 90 » vervangen. | door het getal « 90 » vervangen. |
Afdeling 2. - Toerisme | Afdeling 2. - Toerisme |
Art. 12.1. In artikel 4, 1° van het reglementair besluit van 16 juni |
Art. 12.1. In artikel 4, 1° van het reglementair besluit van 16 juni |
1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder verenigingen voor | 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder verenigingen voor |
vreemdelingenverkeer of voor toerisme van het Duitse taalgebied worden | vreemdelingenverkeer of voor toerisme van het Duitse taalgebied worden |
erkend en werkingstoelagen kunnen bekomen, wordt het percentage « 50 % | erkend en werkingstoelagen kunnen bekomen, wordt het percentage « 50 % |
» door het percentage « 15 % » vervangen. | » door het percentage « 15 % » vervangen. |
2. Artikel 4, 2° van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling | 2. Artikel 4, 2° van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling |
vervangen : | vervangen : |
« 2° een werkingstoelage voor de V.V.V.-kantoren, die 60% van de | « 2° een werkingstoelage voor de V.V.V.-kantoren, die 60% van de |
beschikbare middelen niet mag overschrijden; deze toelage wordt | beschikbare middelen niet mag overschrijden; deze toelage wordt |
berekend op basis van de openingsuren, van het aantal en de | berekend op basis van de openingsuren, van het aantal en de |
kwalificatie van de personeelsleden alsmede van de geleverde | kwalificatie van de personeelsleden alsmede van de geleverde |
prestaties; | prestaties; |
3° een toelage voor de organisatie en de uitvoering van toeristische | 3° een toelage voor de organisatie en de uitvoering van toeristische |
manifestaties en animaties, die 25 % van de beschikbare middelen niet | manifestaties en animaties, die 25 % van de beschikbare middelen niet |
mag overschrijden; deze toelage wordt berekend op basis van het aantal | mag overschrijden; deze toelage wordt berekend op basis van het aantal |
manifestaties en activiteiten rekening houdend met het feit dat zij in | manifestaties en activiteiten rekening houdend met het feit dat zij in |
eigen regie of in samenwerking met andere organisaties worden | eigen regie of in samenwerking met andere organisaties worden |
uitgevoerd. » | uitgevoerd. » |
Art. 13.Artikel 6, 1 van het decreet van 23 november 1992 betreffende |
Art. 13.Artikel 6, 1 van het decreet van 23 november 1992 betreffende |
de vakantiewoningen wordt aangevuld met een vierde alinea dat luidt | de vakantiewoningen wordt aangevuld met een vierde alinea dat luidt |
als volgt : | als volgt : |
« Die premie moet overeenkomstig de door de Regering vastgelegde | « Die premie moet overeenkomstig de door de Regering vastgelegde |
modaliteiten binnen de 10 jaar na de uitbetaling ervan of na de | modaliteiten binnen de 10 jaar na de uitbetaling ervan of na de |
uitbetaling van de laatste schijf ervan terugbetaald worden. Die | uitbetaling van de laatste schijf ervan terugbetaald worden. Die |
bepaling is toepasselijk op de projekten waarvoor de | bepaling is toepasselijk op de projekten waarvoor de |
subsidiëringsaanvraag na 31 maart 1997 werd ingediend. » | subsidiëringsaanvraag na 31 maart 1997 werd ingediend. » |
Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 6 februari 1987 betreffende de | Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 6 februari 1987 betreffende de |
radiodistributie- en teledistributienetten en betreffende de | radiodistributie- en teledistributienetten en betreffende de |
handelspubliciteit op radio en televisie | handelspubliciteit op radio en televisie |
Art. 14.Artikel 12, 2 van de wet van 6 februari 1987 betreffende de |
Art. 14.Artikel 12, 2 van de wet van 6 februari 1987 betreffende de |
radiodistributie- en teledistributienetten en betreffende de | radiodistributie- en teledistributienetten en betreffende de |
handelspubliciteit op radio en televisie wordt opgeheven. | handelspubliciteit op radio en televisie wordt opgeheven. |
Afdeling 4. - Oprichting van een begrotingsfonds ten einde de | Afdeling 4. - Oprichting van een begrotingsfonds ten einde de |
schepping van audiovisuele, geluids- en multimediale werken te | schepping van audiovisuele, geluids- en multimediale werken te |
bevorderen | bevorderen |
Art. 15.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een begrotingsfonds |
Art. 15.Er wordt in de Duitstalige Gemeenschap een begrotingsfonds |
opgericht ten einde de oprichting van audiovisuele, geluids- en | opgericht ten einde de oprichting van audiovisuele, geluids- en |
multimediale werken te bevorderen. | multimediale werken te bevorderen. |
Het fonds is een begrotingsfonds in de zin van artikel 45 van de | Het fonds is een begrotingsfonds in de zin van artikel 45 van de |
wetgeving op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd door het koninklijk | wetgeving op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd door het koninklijk |
besluit van 17 juli 1991. | besluit van 17 juli 1991. |
Art. 16.Het fonds kan, voor zover zij wegens hun specificiteit niet |
Art. 16.Het fonds kan, voor zover zij wegens hun specificiteit niet |
eerder onder een ander begrotingsfonds moeten worden ingeschreven, | eerder onder een ander begrotingsfonds moeten worden ingeschreven, |
over ontvangsten beschikken die voortvloeien uit : | over ontvangsten beschikken die voortvloeien uit : |
1° retributies die door de Duitstalige Gemeenschap worden geheven voor | 1° retributies die door de Duitstalige Gemeenschap worden geheven voor |
de verhuur van elk werk, van gereedschap of van infrastructuur in de | de verhuur van elk werk, van gereedschap of van infrastructuur in de |
mediasector; | mediasector; |
2° vergoedingen die de Duitstalige Gemeenschap int met toepassing van | 2° vergoedingen die de Duitstalige Gemeenschap int met toepassing van |
artikel 58, 2 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht | artikel 58, 2 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht |
en de naburige rechten; | en de naburige rechten; |
3° taksen die betaald worden zijdens de door de Duitstalige | 3° taksen die betaald worden zijdens de door de Duitstalige |
Gemeenschap erkende maatschappijen voor kabeltelevisie. | Gemeenschap erkende maatschappijen voor kabeltelevisie. |
Art. 17.De middelen van het Fonds worden gebruikt met name om |
Art. 17.De middelen van het Fonds worden gebruikt met name om |
coproducties te realiseren en de schepping van audiovisuele, geluids- | coproducties te realiseren en de schepping van audiovisuele, geluids- |
en multimediale werken te bevorderen. | en multimediale werken te bevorderen. |
Art. 18.De Regering wijst een rekenplichtige aan die jaarlijks een |
Art. 18.De Regering wijst een rekenplichtige aan die jaarlijks een |
verslag uitbrengt over de situatie van de rekeningen. | verslag uitbrengt over de situatie van de rekeningen. |
Jaarlijks in de loop van de maand mei dient de Regering een | Jaarlijks in de loop van de maand mei dient de Regering een |
activiteitsverslag bij de Raad in over de verschillende ontvangsten en | activiteitsverslag bij de Raad in over de verschillende ontvangsten en |
uitgaven van het Fonds en over de bevorderde initiatieven en de | uitgaven van het Fonds en over de bevorderde initiatieven en de |
toegepaste subsidiëringscriteria. | toegepaste subsidiëringscriteria. |
Afdeling 5. - Jeugd | Afdeling 5. - Jeugd |
Art. 19.« Artikel 3 van het reglementair besluit van 3 juli 1978 |
Art. 19.« Artikel 3 van het reglementair besluit van 3 juli 1978 |
betreffende de erkennings- en subsidiëringscriteria voor de | betreffende de erkennings- en subsidiëringscriteria voor de |
jeugdorganisaties en jeugdcentra in het Duitstalige taalgebied wordt | jeugdorganisaties en jeugdcentra in het Duitstalige taalgebied wordt |
aangevuld met een 4 dat luidt als volgt : | aangevuld met een 4 dat luidt als volgt : |
« 4. Verenigingen die aan de bijzondere voorwaarden opgenomen in 2 | « 4. Verenigingen die aan de bijzondere voorwaarden opgenomen in 2 |
niet voldoen, waarvan het doeleinde echter erin bestaat : | niet voldoen, waarvan het doeleinde echter erin bestaat : |
jongeren de toegang tot de cultuur, de opleiding en de | jongeren de toegang tot de cultuur, de opleiding en de |
vrijetijdsbesteding te vergemakkelijken, de mobiliteit van de | vrijetijdsbesteding te vergemakkelijken, de mobiliteit van de |
jongenlui te bevorderen zodat zij meer aan het Europees leven | jongenlui te bevorderen zodat zij meer aan het Europees leven |
deelnemen, hen er beter van bewust te maken dat zij een | deelnemen, hen er beter van bewust te maken dat zij een |
gemeenschappelijke Europese identiteit hebben en hen in staat te | gemeenschappelijke Europese identiteit hebben en hen in staat te |
stellen om de sociale en culturele diversiteit in Europa beter te | stellen om de sociale en culturele diversiteit in Europa beter te |
begrijpen; | begrijpen; |
of bij de jongeren belangstelling te wekken voor de culturele | of bij de jongeren belangstelling te wekken voor de culturele |
uitdrukkingsvormen en jonge kunstenaars een andere mogelijkheid aan te | uitdrukkingsvormen en jonge kunstenaars een andere mogelijkheid aan te |
bieden openbaar op te treden, | bieden openbaar op te treden, |
kunnen ook als organisaties van de Duitstalige jeugd worden erkend. » | kunnen ook als organisaties van de Duitstalige jeugd worden erkend. » |
HOOFDSTUK III. - Gezin en sociale aangelegenheden | HOOFDSTUK III. - Gezin en sociale aangelegenheden |
Afdeling 1. - Openbare centra voor maatschappelijk welzijn | Afdeling 1. - Openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
Art. 20.Artikel 56, 2 van de organieke wet van 8 juli 1976 |
Art. 20.Artikel 56, 2 van de organieke wet van 8 juli 1976 |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd |
bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen door de volgende | bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen door de volgende |
bepaling : | bepaling : |
« 2 - De raad voor maatschappelijk welzijn kan ook het personeel in | « 2 - De raad voor maatschappelijk welzijn kan ook het personeel in |
dienst nemen dat noodzakelijk is om dringende en onvoorzienbare taken | dienst nemen dat noodzakelijk is om dringende en onvoorzienbare taken |
te vervullen. Die aanwerving kan ook buiten de perken van de | te vervullen. Die aanwerving kan ook buiten de perken van de |
personeelsformatie gebeuren. » | personeelsformatie gebeuren. » |
Afdeling 2. - Jeugdbijstand | Afdeling 2. - Jeugdbijstand |
Art. 21.In artikel 19 van het decreet van 20 maart 1995 over |
Art. 21.In artikel 19 van het decreet van 20 maart 1995 over |
jeugdbijstand wordt tussen lid 1 en lid 2 volgend lid ingevoegd : | jeugdbijstand wordt tussen lid 1 en lid 2 volgend lid ingevoegd : |
« De Regering kan, in het kader van een verdrag, natuurlijke of | « De Regering kan, in het kader van een verdrag, natuurlijke of |
rechtspersonen met de opdrachten van de dienst voor jeugdbijstand | rechtspersonen met de opdrachten van de dienst voor jeugdbijstand |
belasten. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op deze | belasten. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op deze |
personen. » | personen. » |
Art. 22.In artikel 26, 1 van hetzelfde decreet wordt tussen lid 1 en |
Art. 22.In artikel 26, 1 van hetzelfde decreet wordt tussen lid 1 en |
lid 2 volgend lid ingevoegd : | lid 2 volgend lid ingevoegd : |
« De Regering kan, in het kader van een verdrag, natuurlijke of | « De Regering kan, in het kader van een verdrag, natuurlijke of |
rechtspersonen met de opdrachten van de dienst voor gerechtelijke | rechtspersonen met de opdrachten van de dienst voor gerechtelijke |
jeugdbijstand belasten. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van | jeugdbijstand belasten. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van |
toepassing op deze personen. » | toepassing op deze personen. » |
In artikel 26, 1, lid 2, dat het derde lid wordt, wordt de passus « | In artikel 26, 1, lid 2, dat het derde lid wordt, wordt de passus « |
artikel 19, lid 2 » door de passus « artikel 19, lid 3 » vervangen. | artikel 19, lid 2 » door de passus « artikel 19, lid 3 » vervangen. |
Art. 23.1. In artikel 27, 3 van hetzelfde decreet worden de woorden « |
Art. 23.1. In artikel 27, 3 van hetzelfde decreet worden de woorden « |
maximumduur van zeven dagen » door de woorden « maximumduur van | maximumduur van zeven dagen » door de woorden « maximumduur van |
vijftien dagen » en de woorden « na drie dagen » door de woorden « na | vijftien dagen » en de woorden « na drie dagen » door de woorden « na |
zeven dagen » vervangen. | zeven dagen » vervangen. |
2. In artikel 27 van hetzelfde decreet wordt een 4 ingevoegd dat luidt | 2. In artikel 27 van hetzelfde decreet wordt een 4 ingevoegd dat luidt |
als volgt : | als volgt : |
« 4. In afwijking van 1 kan de jeugdrechtbank in volgende gevallen | « 4. In afwijking van 1 kan de jeugdrechtbank in volgende gevallen |
direct door een procureur des Konings met jeugdzaken worden gelast : | direct door een procureur des Konings met jeugdzaken worden gelast : |
1° als een meerderjarige wordt verdacht een als misdrijf omschreven | 1° als een meerderjarige wordt verdacht een als misdrijf omschreven |
feit tegen een jongere te hebben gepleegd en een maatregel tot | feit tegen een jongere te hebben gepleegd en een maatregel tot |
bescherming van deze jongere noodzakelijk blijkt; | bescherming van deze jongere noodzakelijk blijkt; |
2° als de jeugdrechtbank op grond van dit decreet of van de wet van 8 | 2° als de jeugdrechtbank op grond van dit decreet of van de wet van 8 |
april 1965 betreffende de jeugdbescherming al gelast is met jeugdzaken | april 1965 betreffende de jeugdbescherming al gelast is met jeugdzaken |
en de procureur des Konings een maatregel voor een andere jongere | en de procureur des Konings een maatregel voor een andere jongere |
behorend tot hetzelfde gezin noodzakelijk acht; | behorend tot hetzelfde gezin noodzakelijk acht; |
3° als een maatregel genomen t.a.v. een jongere sinds minder dan één | 3° als een maatregel genomen t.a.v. een jongere sinds minder dan één |
jaar bij de jeugdrechtbank is beëindigd en een nieuwe maatregel voor | jaar bij de jeugdrechtbank is beëindigd en een nieuwe maatregel voor |
dezelfde jongere noodzakelijk blijkt. » | dezelfde jongere noodzakelijk blijkt. » |
Art. 24.Artikel 28 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : |
Art. 24.Artikel 28 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : |
« 13° de jongere voor ten hoogste twee jaar slechts aan één der ouders | « 13° de jongere voor ten hoogste twee jaar slechts aan één der ouders |
toevertrouwen. » | toevertrouwen. » |
Art. 25.In artikel 30, lid 2 van hetzelfde decreet worden de woorden |
Art. 25.In artikel 30, lid 2 van hetzelfde decreet worden de woorden |
« en 12°" door de woorden « 12° en 13° » vervangen. | « en 12°" door de woorden « 12° en 13° » vervangen. |
Art. 26.In hetzelfde decreet wordt een artikel 32bis ingevoegd dat |
Art. 26.In hetzelfde decreet wordt een artikel 32bis ingevoegd dat |
luidt als volgt : | luidt als volgt : |
« Artikel 32bis.Binnen de perken van de beschikbare |
« Artikel 32bis.Binnen de perken van de beschikbare |
begrotingsmiddelen en onder de door haar vastgelegde modaliteiten kan | begrotingsmiddelen en onder de door haar vastgelegde modaliteiten kan |
de Regering de financiering en de voorwaarden waaronder de in artikel | de Regering de financiering en de voorwaarden waaronder de in artikel |
32 bedoelde personen hun opdrachten vervullen, in een beheerscontract | 32 bedoelde personen hun opdrachten vervullen, in een beheerscontract |
vastleggen. » | vastleggen. » |
Art. 27.De inleidende passus van artikel 37, lid 1 van hetzelfde |
Art. 27.De inleidende passus van artikel 37, lid 1 van hetzelfde |
decreet wordt door volgende passus vervangen: | decreet wordt door volgende passus vervangen: |
« Onverminderd de toepassing van artikel 32bis stelt de Regering de | « Onverminderd de toepassing van artikel 32bis stelt de Regering de |
voorwaarden vast ». | voorwaarden vast ». |
HOOFDSTUK IV. - Kijk- en luistergeld | HOOFDSTUK IV. - Kijk- en luistergeld |
Art. 28.Overeenkomstig artikel 5bis, 5, lid 1 van de bijzondere wet |
Art. 28.Overeenkomstig artikel 5bis, 5, lid 1 van de bijzondere wet |
van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen | van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen |
en de Gewesten wordt de Regering ertoe gemachtigd om, volgens de door | en de Gewesten wordt de Regering ertoe gemachtigd om, volgens de door |
haar vastgelegde procedurevoorschriften, voor de heffing van het kijk- | haar vastgelegde procedurevoorschriften, voor de heffing van het kijk- |
en luistergeld te zorgen die de Duitstalige Gemeenschap moet laten | en luistergeld te zorgen die de Duitstalige Gemeenschap moet laten |
doorvoeren. | doorvoeren. |
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding | HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding |
Art. 29.Behoudens tegenstrijdige bepalingen treedt dit decreet in |
Art. 29.Behoudens tegenstrijdige bepalingen treedt dit decreet in |
werking op de dag waarop het bekendgemaakt wordt. | werking op de dag waarop het bekendgemaakt wordt. |
Art. 30.De Regering legt de datum vast waarop de artikels 6 en 7 in |
Art. 30.De Regering legt de datum vast waarop de artikels 6 en 7 in |
werking treden en maakt desgevallend een overeenstemming mogelijk met | werking treden en maakt desgevallend een overeenstemming mogelijk met |
de datum waarop de gelijksoortige voorschriften van het Waalse Gewest | de datum waarop de gelijksoortige voorschriften van het Waalse Gewest |
in werking treden. | in werking treden. |
Art. 31.De artikels 1 en 2 hebben uitwerking met ingang van 2 |
Art. 31.De artikels 1 en 2 hebben uitwerking met ingang van 2 |
september 1996. | september 1996. |
De artikels 3 en 4 treden in werking op de eerste schooldag van het | De artikels 3 en 4 treden in werking op de eerste schooldag van het |
schooljaar 1997-1998. | schooljaar 1997-1998. |
Artikel 28 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997. | Artikel 28 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997. |
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch | Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch |
Staatsblad bekendgemaakt wordt. | Staatsblad bekendgemaakt wordt. |
Eupen, op 20 mei 1997. | Eupen, op 20 mei 1997. |
J. MARAITE | J. MARAITE |
De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin | Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin |
en Bejaarden, Sport en Toerisme | en Bejaarden, Sport en Toerisme |
K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden | De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden |
W. SCHR[fv]SDDER | W. SCHR[fv]SDDER |
De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, | De Minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschappelijk Onderzoek, |
Monumenten en Landschappen |
Monumenten en Landschappen |