| Decreet betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en veerkracht | Decreet betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en veerkracht |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
| 30 SEPTEMBER 2021. - Decreet betreffende het investeringsplan voor | 30 SEPTEMBER 2021. - Decreet betreffende het investeringsplan voor |
| schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en | schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en |
| veerkracht | veerkracht |
| Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, | Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, |
| regering, bekrachtigen hetgeen volgt: | regering, bekrachtigen hetgeen volgt: |
| HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: |
| 1.Verordening (EU) 2021/241: Verordening (EU) 2021/241 van het | 1.Verordening (EU) 2021/241: Verordening (EU) 2021/241 van het |
| Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van | Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van |
| een faciliteit voor herstel en veerkracht; | een faciliteit voor herstel en veerkracht; |
| 2. Verordening (EU) 2020/852: Verordening (EU) 2020/852 van het | 2. Verordening (EU) 2020/852: Verordening (EU) 2020/852 van het |
| Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de | Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de |
| totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame | totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame |
| beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088; | beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088; |
| 3. decreet van 5 februari 1990: het decreet van 5 februari 1990 | 3. decreet van 5 februari 1990: het decreet van 5 februari 1990 |
| betreffende de schoolgebouwen voor niet-universitair onderwijs | betreffende de schoolgebouwen voor niet-universitair onderwijs |
| georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; | georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; |
| 4. totale investering: het geraamde bedrag van de werken op het | 4. totale investering: het geraamde bedrag van de werken op het |
| ogenblik van de indiening van het dossier in de oproep tot het | ogenblik van de indiening van het dossier in de oproep tot het |
| indienen van projecten, vermeerderd met de algemene kosten, zoals | indienen van projecten, vermeerderd met de algemene kosten, zoals |
| vastgesteld door de regering, en met de belasting over de toegevoegde | vastgesteld door de regering, en met de belasting over de toegevoegde |
| waarde; | waarde; |
| 5. de Administratie: de Algemene Dienst voor Gesubsidieerde | 5. de Administratie: de Algemene Dienst voor Gesubsidieerde |
| Schoolinfrastructuur van de Algemene Directie Infrastructuur van de | Schoolinfrastructuur van de Algemene Directie Infrastructuur van de |
| Franse Gemeenschap; | Franse Gemeenschap; |
| 6. werkpool: groep werken, ingedeeld volgens typologie, die een | 6. werkpool: groep werken, ingedeeld volgens typologie, die een |
| indeling van de projecten mogelijk maakt; | indeling van de projecten mogelijk maakt; |
| 7. aanvrager: elke inrichtende macht die onder het toepassingsgebied | 7. aanvrager: elke inrichtende macht die onder het toepassingsgebied |
| van deze regeling valt en een aanvraag indient voor financiering in | van deze regeling valt en een aanvraag indient voor financiering in |
| het kader van dit decreet; | het kader van dit decreet; |
| 8. investeringsplan: het buitengewone financieringsplan dat | 8. investeringsplan: het buitengewone financieringsplan dat |
| voortvloeit uit de mechanismen waarin dit decreet voorziet; | voortvloeit uit de mechanismen waarin dit decreet voorziet; |
| 9. schoolgebouw: elk schoolgebouw voor gewoon en gespecialiseerd | 9. schoolgebouw: elk schoolgebouw voor gewoon en gespecialiseerd |
| basisonderwijs, gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en | basisonderwijs, gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en |
| secundair onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met | secundair onderwijs voor sociale promotie, voor kunstonderwijs met |
| beperkt leerplan, voor hoger onderwijs buiten de universiteiten, voor | beperkt leerplan, voor hoger onderwijs buiten de universiteiten, voor |
| onderwijs voor sociale promotie, of een gebouw waarin | onderwijs voor sociale promotie, of een gebouw waarin |
| psycho-medisch-sociale centra of internaten en opvangtehuizen voor | psycho-medisch-sociale centra of internaten en opvangtehuizen voor |
| gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, secundair onderwijs en hoger | gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, secundair onderwijs en hoger |
| onderwijs zijn ondergebracht, georganiseerd of gesubsidieerd door de | onderwijs zijn ondergebracht, georganiseerd of gesubsidieerd door de |
| Franse Gemeenschap; | Franse Gemeenschap; |
| 10. werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en | 10. werkdagen: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en |
| wettelijke feestdagen; | wettelijke feestdagen; |
| 11. de begunstigden: de Franse Gemeenschap, de inrichtende machten en | 11. de begunstigden: de Franse Gemeenschap, de inrichtende machten en |
| de psycho-medisch-sociale centra. | de psycho-medisch-sociale centra. |
Art. 2.Dit decreet is van toepassing op de Franse Gemeenschap voor |
Art. 2.Dit decreet is van toepassing op de Franse Gemeenschap voor |
| wat betreft de directe investeringen in gebouwen waarvan zij eigenaar | wat betreft de directe investeringen in gebouwen waarvan zij eigenaar |
| en/of mede-eigenaar is, alsook op elke inrichtende macht die enig type | en/of mede-eigenaar is, alsook op elke inrichtende macht die enig type |
| van onderwijs organiseert met uitzondering van het universitair | van onderwijs organiseert met uitzondering van het universitair |
| onderwijs en op de psycho-medisch-sociale centra. | onderwijs en op de psycho-medisch-sociale centra. |
| HOOFDSTUK II. - De oproep tot het indienen van projecten en de | HOOFDSTUK II. - De oproep tot het indienen van projecten en de |
| inaanmerkingneming van projecten | inaanmerkingneming van projecten |
| Deel I. - De oproep tot het indienen van projecten | Deel I. - De oproep tot het indienen van projecten |
Art. 3.§ 1. De regering maakt een oproep tot het indienen van |
Art. 3.§ 1. De regering maakt een oproep tot het indienen van |
| projecten voor alle inrichtende machten bekend met het oog op de | projecten voor alle inrichtende machten bekend met het oog op de |
| toekenning van de middelen bedoeld in artikel 5, § 1. | toekenning van de middelen bedoeld in artikel 5, § 1. |
| Deze oproep tot het indienen van projecten wordt geformaliseerd in een | Deze oproep tot het indienen van projecten wordt geformaliseerd in een |
| rondzendbrief en bevat | rondzendbrief en bevat |
| 1. een herinnering aan de criteria om in aanmerking te komen voor de | 1. een herinnering aan de criteria om in aanmerking te komen voor de |
| werken; | werken; |
| 2. een herinnering van de criteria voor het bepalen van de prioriteit | 2. een herinnering van de criteria voor het bepalen van de prioriteit |
| van werken binnen een pool; | van werken binnen een pool; |
| 3. de lijst van documenten die vereist zijn om na te gaan of aan de | 3. de lijst van documenten die vereist zijn om na te gaan of aan de |
| criteria voor de inaanmerkingneming is voldaan en voor indeling; | criteria voor de inaanmerkingneming is voldaan en voor indeling; |
| 4. de verplichting voor de aanvrager om een retroplanning van het | 4. de verplichting voor de aanvrager om een retroplanning van het |
| project bij te voegen waaruit blijkt dat de in artikel 4, 5° bedoelde | project bij te voegen waaruit blijkt dat de in artikel 4, 5° bedoelde |
| termijn zal worden nageleefd. Indien deze retroplanning tijdens de | termijn zal worden nageleefd. Indien deze retroplanning tijdens de |
| uitvoering van het project niet wordt nageleefd, loopt de begunstigde | uitvoering van het project niet wordt nageleefd, loopt de begunstigde |
| het risico zijn toegezegde financiering te verliezen; | het risico zijn toegezegde financiering te verliezen; |
| 5. de praktische nadere regels voor het indienen van projecten. | 5. de praktische nadere regels voor het indienen van projecten. |
| Volledige aanvraagdossiers worden binnen drie maanden na toezending | Volledige aanvraagdossiers worden binnen drie maanden na toezending |
| van de in lid 2 bedoelde rondzendbrief ingediend. | van de in lid 2 bedoelde rondzendbrief ingediend. |
| § 2. De regering kan een tweede projectoproep lanceren indien het | § 2. De regering kan een tweede projectoproep lanceren indien het |
| bedrag bedoeld in artikel 5, § 1, bij de eerste projectoproep niet | bedrag bedoeld in artikel 5, § 1, bij de eerste projectoproep niet |
| volledig kan worden opgebruikt wegens een gebrek aan in aanmerking | volledig kan worden opgebruikt wegens een gebrek aan in aanmerking |
| komende aanvragen. | komende aanvragen. |
| Deel II. - Projecten die in aanmerking komen | Deel II. - Projecten die in aanmerking komen |
Art. 4.Projecten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen, |
Art. 4.Projecten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen, |
| komen in aanmerking voor de in artikel 3 bedoelde oproep tot het | komen in aanmerking voor de in artikel 3 bedoelde oproep tot het |
| indienen van projecten indien: | indienen van projecten indien: |
| 1. zij gericht zijn op schoolgebouwen | 1. zij gericht zijn op schoolgebouwen |
| 2. het betrokken schoolgebouw eigendom is van de aanvrager of deze | 2. het betrokken schoolgebouw eigendom is van de aanvrager of deze |
| heeft er een eigen zakelijk recht op of heeft het overgedragen aan een | heeft er een eigen zakelijk recht op of heeft het overgedragen aan een |
| openbare of patrimoniale beheervennootschap van schoolgebouwen, | openbare of patrimoniale beheervennootschap van schoolgebouwen, |
| waardoor deze er over kan beschikken, en is bestemd om gedurende ten | waardoor deze er over kan beschikken, en is bestemd om gedurende ten |
| minste 30 jaar vanaf de datum van de toekenning van de vaste | minste 30 jaar vanaf de datum van de toekenning van de vaste |
| financieringsovereenkomst voor schooldoeleinden te worden gebruikt; | financieringsovereenkomst voor schooldoeleinden te worden gebruikt; |
| 3. de aanvrager zich ertoe verbindt de in artikel 34 van Verordening | 3. de aanvrager zich ertoe verbindt de in artikel 34 van Verordening |
| (EU) nr. 2021/241 bedoelde bekendmaking te organiseren; | (EU) nr. 2021/241 bedoelde bekendmaking te organiseren; |
| 4. de "bekendmaking" of raadpleging voor het contract voor werken voor | 4. de "bekendmaking" of raadpleging voor het contract voor werken voor |
| de betrokken diensten na 1 februari 2020 plaatsvindt; | de betrokken diensten na 1 februari 2020 plaatsvindt; |
| 5. het dossier niet kan worden afgesloten op de datum van indiening | 5. het dossier niet kan worden afgesloten op de datum van indiening |
| van de projecten. De afsluiting van het dossier wordt vastgesteld bij | van de projecten. De afsluiting van het dossier wordt vastgesteld bij |
| de voorlopige aanvaarding van het dossier; | de voorlopige aanvaarding van het dossier; |
| 6. de voorlopige oplevering van de werken waarop de uitzonderlijke | 6. de voorlopige oplevering van de werken waarop de uitzonderlijke |
| financiering betrekking heeft, uiterlijk aan het einde van het tweede | financiering betrekking heeft, uiterlijk aan het einde van het tweede |
| kwartaal van 2026 plaats moet vinden; | kwartaal van 2026 plaats moet vinden; |
| 7. de uitgevoerde werken aan de materiële en financiële normen voldoen | 7. de uitgevoerde werken aan de materiële en financiële normen voldoen |
| die zijn vastgesteld in artikel 2 van het decreet van 5 februari 1990; | die zijn vastgesteld in artikel 2 van het decreet van 5 februari 1990; |
| 8. de uitgevoerde werken aan de specifieke voorwaarden voldoen die | 8. de uitgevoerde werken aan de specifieke voorwaarden voldoen die |
| voor elk soort werk zijn vastgesteld in de artikelen 14 tot en met 17 | voor elk soort werk zijn vastgesteld in de artikelen 14 tot en met 17 |
| van dit decreet; | van dit decreet; |
| 9. noch de renovatiewerken noch de activiteiten die in de betrokken | 9. noch de renovatiewerken noch de activiteiten die in de betrokken |
| infrastructuur worden uitgevoerd, aanzienlijke milieuschade kunnen | infrastructuur worden uitgevoerd, aanzienlijke milieuschade kunnen |
| veroorzaken in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852; | veroorzaken in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852; |
| 10. de aanvragers zich ertoe verbinden in te gaan op elk verzoek van | 10. de aanvragers zich ertoe verbinden in te gaan op elk verzoek van |
| de Franse Gemeenschap, de Europese Commissie of elk controleorgaan dat | de Franse Gemeenschap, de Europese Commissie of elk controleorgaan dat |
| betrokken is bij de toepassing van het plan voor herstel- en | betrokken is bij de toepassing van het plan voor herstel- en |
| veerkracht, als bedoeld in Verordening (EU) 2021/241, teneinde het | veerkracht, als bedoeld in Verordening (EU) 2021/241, teneinde het |
| gebruik van de ontvangen financiële steun te kunnen monitoren en de | gebruik van de ontvangen financiële steun te kunnen monitoren en de |
| nodige informatie aan de Commissie te kunnen meedelen. | nodige informatie aan de Commissie te kunnen meedelen. |
| HOOFDSTUK III. - Enveloppe gewijd aan het investeringsplan en nadere | HOOFDSTUK III. - Enveloppe gewijd aan het investeringsplan en nadere |
| regels voor de indeling van projecten en overdrachten tussen | regels voor de indeling van projecten en overdrachten tussen |
| enveloppes | enveloppes |
| Deel I. - Enveloppe voor het investeringsplan | Deel I. - Enveloppe voor het investeringsplan |
Art. 5.§ 1. Binnen de limiet van het bedrag dat is voorzien voor |
Art. 5.§ 1. Binnen de limiet van het bedrag dat is voorzien voor |
| schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en | schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en |
| veerkracht bedoeld in Verordening (EU) 2021/241, verhoogd met 10 | veerkracht bedoeld in Verordening (EU) 2021/241, verhoogd met 10 |
| procent en vermeerderd met de bedragen die nodig zijn voor de dekking | procent en vermeerderd met de bedragen die nodig zijn voor de dekking |
| van de belasting over de toegevoegde waarde, kent de regering een | van de belasting over de toegevoegde waarde, kent de regering een |
| uitzonderlijke financiering toe. | uitzonderlijke financiering toe. |
| De in lid 1 bedoelde verhoging met 10 procent mag evenwel niet meer | De in lid 1 bedoelde verhoging met 10 procent mag evenwel niet meer |
| bedragen dan 25.000.000 euro. | bedragen dan 25.000.000 euro. |
| § 2. De verdeling van het in § 1 bedoelde bedrag onder de | § 2. De verdeling van het in § 1 bedoelde bedrag onder de |
| rechthebbenden geschiedt met inachtneming van het geheel van de | rechthebbenden geschiedt met inachtneming van het geheel van de |
| volgende voorwaarden: | volgende voorwaarden: |
| a) de in de artikelen 6 tot en met 17 van dit decreet genoemde | a) de in de artikelen 6 tot en met 17 van dit decreet genoemde |
| voorwaarden; | voorwaarden; |
| b) de theoretische verdeelsleutel voor het in § 1 bedoelde bedrag, die | b) de theoretische verdeelsleutel voor het in § 1 bedoelde bedrag, die |
| als volgt wordt gedefinieerd: | als volgt wordt gedefinieerd: |
| 1. 41,15 procent voor investeringen in schoolgebouwen die eigendom of | 1. 41,15 procent voor investeringen in schoolgebouwen die eigendom of |
| mede-eigendom zijn van de Franse Gemeenschap; | mede-eigendom zijn van de Franse Gemeenschap; |
| 2. 34,12 procent voor de financiering van werken in verband met | 2. 34,12 procent voor de financiering van werken in verband met |
| schoolgebouwen voor gesubsidieerd officieel onderwijs; | schoolgebouwen voor gesubsidieerd officieel onderwijs; |
| 3. 24,73 procent voor de financiering van werken in verband met | 3. 24,73 procent voor de financiering van werken in verband met |
| schoolgebouwen voor gesubsidieerd vrij onderwijs. | schoolgebouwen voor gesubsidieerd vrij onderwijs. |
Art. 6.De bedragen die voortvloeien uit de verdeelsleutel bedoeld in |
Art. 6.De bedragen die voortvloeien uit de verdeelsleutel bedoeld in |
| artikel 5, § 2, b), vormen enveloppen die kunnen stijgen of dalen, met | artikel 5, § 2, b), vormen enveloppen die kunnen stijgen of dalen, met |
| een maximumdaling van 15 procent. | een maximumdaling van 15 procent. |
| Deel II. - Nadere regels voor de indeling van in aanmerking komende | Deel II. - Nadere regels voor de indeling van in aanmerking komende |
| projecten | projecten |
Art. 7.§ 1 De projecten die in aanmerking komen voor financiering als |
Art. 7.§ 1 De projecten die in aanmerking komen voor financiering als |
| bedoeld in artikel 4 worden ingedeeld naar werktypologie, | bedoeld in artikel 4 worden ingedeeld naar werktypologie, |
| overeenstemmend met vier "werkpools": | overeenstemmend met vier "werkpools": |
| a) Sloop/verbouwing van bestaande gebouwen; | a) Sloop/verbouwing van bestaande gebouwen; |
| b) Gemiddelde minimumrenovatie; | b) Gemiddelde minimumrenovatie; |
| c) Lichte renovaties; | c) Lichte renovaties; |
| d) Eenmalige acties. | d) Eenmalige acties. |
| § 2 Deze vier pools zijn ingedeeld in de volgende volgorde van | § 2 Deze vier pools zijn ingedeeld in de volgende volgorde van |
| prioriteit: | prioriteit: |
| 1. eerste pool: afbraak/verbouwing van bestaande gebouwen | 1. eerste pool: afbraak/verbouwing van bestaande gebouwen |
| 2. tweede pool: minimaal middelgrote renovaties | 2. tweede pool: minimaal middelgrote renovaties |
| 3. derde pool: lichte renovaties | 3. derde pool: lichte renovaties |
| 4. vierde pool: eenmalige interventies. | 4. vierde pool: eenmalige interventies. |
| Deel III. - Nadere regels voor de overdracht tussen enveloppen | Deel III. - Nadere regels voor de overdracht tussen enveloppen |
Art. 8.Overdrachten tussen de in artikel 6 bedoelde financiële |
Art. 8.Overdrachten tussen de in artikel 6 bedoelde financiële |
| middelen kunnen slechts plaatsvinden nadat alle projecten aan een pool | middelen kunnen slechts plaatsvinden nadat alle projecten aan een pool |
| zijn toegewezen, in de volgorde van prioriteit als omschreven in | zijn toegewezen, in de volgorde van prioriteit als omschreven in |
| artikel 7, § 2. | artikel 7, § 2. |
Art. 9.§ 1. Binnen dezelfde werkpool, en voordat een pool met lagere |
Art. 9.§ 1. Binnen dezelfde werkpool, en voordat een pool met lagere |
| prioriteit wordt onderzocht, kan elke enveloppe worden aangevuld door | prioriteit wordt onderzocht, kan elke enveloppe worden aangevuld door |
| uit de andere enveloppen te putten, mits de eerste enveloppe | uit de andere enveloppen te putten, mits de eerste enveloppe |
| onvoldoende middelen heeft om alle dossiers in de gegeven pool te | onvoldoende middelen heeft om alle dossiers in de gegeven pool te |
| bestrijken en een of meer van de andere enveloppen een positief saldo | bestrijken en een of meer van de andere enveloppen een positief saldo |
| heeft na toewijzing aan dezelfde pool. | heeft na toewijzing aan dezelfde pool. |
| § 2. Indien twee enveloppen na de verdeling van een bepaalde pool een | § 2. Indien twee enveloppen na de verdeling van een bepaalde pool een |
| negatief saldo vertonen, wordt, indien nodig, van de laatste enveloppe | negatief saldo vertonen, wordt, indien nodig, van de laatste enveloppe |
| een bedrag afgetrokken dat evenredig is met de oorspronkelijke | een bedrag afgetrokken dat evenredig is met de oorspronkelijke |
| theoretische verdeling. Omgekeerd zullen, indien slechts één enveloppe | theoretische verdeling. Omgekeerd zullen, indien slechts één enveloppe |
| een negatief saldo vertoont, de twee andere enveloppen eveneens worden | een negatief saldo vertoont, de twee andere enveloppen eveneens worden |
| afgetrokken in verhouding tot de oorspronkelijke theoretische | afgetrokken in verhouding tot de oorspronkelijke theoretische |
| toewijzing. | toewijzing. |
| § 3. Indien elke enveloppe een positief saldo heeft na de toewijzing | § 3. Indien elke enveloppe een positief saldo heeft na de toewijzing |
| van een pool, gaat de prioriteitsbepaling verder naar de volgende pool | van een pool, gaat de prioriteitsbepaling verder naar de volgende pool |
| door het saldo van elke enveloppe voor die pool te nemen. | door het saldo van elke enveloppe voor die pool te nemen. |
| § 4. Indien bij de toewijzing van een bepaalde pool een negatief saldo | § 4. Indien bij de toewijzing van een bepaalde pool een negatief saldo |
| ontstaat en geen toewijzing binnen een van de andere pools mogelijk | ontstaat en geen toewijzing binnen een van de andere pools mogelijk |
| is, worden de aan deze pool toegewezen dossiers, indien nodig, binnen | is, worden de aan deze pool toegewezen dossiers, indien nodig, binnen |
| deze pool voor deze pool geprioriteerd volgens de in de artikelen 12 | deze pool voor deze pool geprioriteerd volgens de in de artikelen 12 |
| tot en met 17 van dit decreet omschreven prioriterings- en | tot en met 17 van dit decreet omschreven prioriterings- en |
| indelingscriteria. | indelingscriteria. |
Art. 10.In afwijking van artikel 6 kan, indien een groep begunstigden |
Art. 10.In afwijking van artikel 6 kan, indien een groep begunstigden |
| in een van de enveloppes niet voldoende dossiers indient om 85% van | in een van de enveloppes niet voldoende dossiers indient om 85% van |
| zijn enveloppe op te gebruiken, het volledige beschikbare saldo worden | zijn enveloppe op te gebruiken, het volledige beschikbare saldo worden |
| herverdeeld over de andere enveloppes, volgens hetzelfde mechanisme | herverdeeld over de andere enveloppes, volgens hetzelfde mechanisme |
| als dat beschreven in de artikelen 6 tot en met 9. | als dat beschreven in de artikelen 6 tot en met 9. |
Art. 11.In afwijking van de artikelen 9 en 10 is het effect van de |
Art. 11.In afwijking van de artikelen 9 en 10 is het effect van de |
| communicerende vaten niet van toepassing tussen de in artikel 7, onder | communicerende vaten niet van toepassing tussen de in artikel 7, onder |
| a) en b), bedoelde werkpools. | a) en b), bedoelde werkpools. |
Art. 12.§ 1. In geval van uitsluiting van een dossier na validatie |
Art. 12.§ 1. In geval van uitsluiting van een dossier na validatie |
| door de regering van de lijst van geselecteerde dossiers, wordt het | door de regering van de lijst van geselecteerde dossiers, wordt het |
| effect van communicerende vaten dat dit dossier zou kunnen hebben | effect van communicerende vaten dat dit dossier zou kunnen hebben |
| gehad bij toepassing van de artikelen 9 en 10, zo nodig | gehad bij toepassing van de artikelen 9 en 10, zo nodig |
| geneutraliseerd overeenkomstig de volgende procedures: | geneutraliseerd overeenkomstig de volgende procedures: |
| 1. het na de uitsluiting ervan vrijgekomen bedrag wordt teruggestort | 1. het na de uitsluiting ervan vrijgekomen bedrag wordt teruggestort |
| in de enveloppe die aanvankelijk in mindering was gebracht indien dit | in de enveloppe die aanvankelijk in mindering was gebracht indien dit |
| specifieke dossier de activering van het effect van communicerende | specifieke dossier de activering van het effect van communicerende |
| vaten mogelijk heeft gemaakt; | vaten mogelijk heeft gemaakt; |
| 2. het na uitsluiting vrijgekomen bedrag weer ten goede komt aan de | 2. het na uitsluiting vrijgekomen bedrag weer ten goede komt aan de |
| enveloppe waaraan het was toegewezen, indien het effect van | enveloppe waaraan het was toegewezen, indien het effect van |
| communicerende vaten ook zou zijn toegepast zonder dit dossier in de | communicerende vaten ook zou zijn toegepast zonder dit dossier in de |
| oorspronkelijke indeling. | oorspronkelijke indeling. |
| Tot uitsluiting van een dossier als bedoeld in § 1 kan door de | Tot uitsluiting van een dossier als bedoeld in § 1 kan door de |
| regering worden besloten in geval van terugtrekking van het project | regering worden besloten in geval van terugtrekking van het project |
| door de begunstigde of in geval van niet-naleving van de voorwaarden | door de begunstigde of in geval van niet-naleving van de voorwaarden |
| voor de inaanmerkingneming als bedoeld in artikel 4. | voor de inaanmerkingneming als bedoeld in artikel 4. |
| § 2 Indien de enveloppe waartoe het uitgesloten dossier behoort, niet | § 2 Indien de enveloppe waartoe het uitgesloten dossier behoort, niet |
| meer voldoende dossiers bevat om de ter beschikking gestelde enveloppe | meer voldoende dossiers bevat om de ter beschikking gestelde enveloppe |
| te verbruiken, wordt deze verdeeld over de enveloppen met nog hangende | te verbruiken, wordt deze verdeeld over de enveloppen met nog hangende |
| dossiers in verhouding tot de oorspronkelijke verdeling van de | dossiers in verhouding tot de oorspronkelijke verdeling van de |
| enveloppen. | enveloppen. |
| § 3. Het in § 1 van dit artikel beschreven systeem is slechts van | § 3. Het in § 1 van dit artikel beschreven systeem is slechts van |
| toepassing indien de uitsluiting van het dossier in kwestie tot gevolg | toepassing indien de uitsluiting van het dossier in kwestie tot gevolg |
| heeft dat het gecumuleerde bedrag van alle dossiers waarvoor een | heeft dat het gecumuleerde bedrag van alle dossiers waarvoor een |
| principeakkoord is bereikt, minder dan 100 % bedraagt van het | principeakkoord is bereikt, minder dan 100 % bedraagt van het |
| totaalbedrag dat bestemd is voor het door dit decreet geregelde | totaalbedrag dat bestemd is voor het door dit decreet geregelde |
| systeem. | systeem. |
| HOOFDSTUK IV. - Definities, criteria voor de toekenning van | HOOFDSTUK IV. - Definities, criteria voor de toekenning van |
| prioriteiten aan soorten werken en financieringspercentages | prioriteiten aan soorten werken en financieringspercentages |
| Deel I. - Definities en criteria voor het bepalen van de prioriteit | Deel I. - Definities en criteria voor het bepalen van de prioriteit |
| van de soorten werken | van de soorten werken |
Art. 13.Voor de in artikel 7 bedoelde typologie werken geldt een |
Art. 13.Voor de in artikel 7 bedoelde typologie werken geldt een |
| definitie, de criteria voor de inaanmerkingneming en | definitie, de criteria voor de inaanmerkingneming en |
| prioriteringscriteria die specifiek zijn voor elke werkpool. | prioriteringscriteria die specifiek zijn voor elke werkpool. |
Art. 14.§ 1. Onder sloop/verbouwing in de zin van artikel 7, § 1, |
Art. 14.§ 1. Onder sloop/verbouwing in de zin van artikel 7, § 1, |
| onder a), wordt verstaan: | onder a), wordt verstaan: |
| 1. de sloop van ten minste 75 % van de | 1. de sloop van ten minste 75 % van de |
| warmteverliesenveloppe/oppervlakte en de verbouwing van een of meer | warmteverliesenveloppe/oppervlakte en de verbouwing van een of meer |
| verwarmde schoolgebouwen die te oud zijn geworden om te worden | verwarmde schoolgebouwen die te oud zijn geworden om te worden |
| gerenoveerd en/of: | gerenoveerd en/of: |
| 2. de bouw van een of meer schoolgebouwen ter vervanging van het | 2. de bouw van een of meer schoolgebouwen ter vervanging van het |
| gebruik van andere gebouwen die te oud of ongeschikt voor | gebruik van andere gebouwen die te oud of ongeschikt voor |
| schoolgebruik zijn geworden. | schoolgebruik zijn geworden. |
| § 2 De uitgevoerde werken moeten een primaire energiebesparing van ten | § 2 De uitgevoerde werken moeten een primaire energiebesparing van ten |
| minste 50 procent opleveren en mogen niet leiden tot een toename van | minste 50 procent opleveren en mogen niet leiden tot een toename van |
| de bebouwde oppervlakte met meer dan 10 procent, anders komt deze | de bebouwde oppervlakte met meer dan 10 procent, anders komt deze |
| overschrijding niet voor financiering in aanmerking. | overschrijding niet voor financiering in aanmerking. |
| Deze projecten moeten worden gerechtvaardigd door een | Deze projecten moeten worden gerechtvaardigd door een |
| intentieverklaring waarin de dringende noodzaak van sloop/verbouwing | intentieverklaring waarin de dringende noodzaak van sloop/verbouwing |
| of nieuwbouw wordt aangegeven. | of nieuwbouw wordt aangegeven. |
| § 3 Voor deze typologie werken worden, in geval van ontoereikende | § 3 Voor deze typologie werken worden, in geval van ontoereikende |
| kredieten binnen eenzelfde enveloppe na toepassing van de eventuele | kredieten binnen eenzelfde enveloppe na toepassing van de eventuele |
| inhoudingen bedoeld in de artikelen 6 tot 11, de dossiers zo nodig | inhoudingen bedoeld in de artikelen 6 tot 11, de dossiers zo nodig |
| geprioriteerd op basis van de weging bepaald in bijlage 1 bij dit | geprioriteerd op basis van de weging bepaald in bijlage 1 bij dit |
| decreet en van de volgende criteria: | decreet en van de volgende criteria: |
| 1. bereiken van de QZEN-norm ("BEN-norm") min 20 procent; | 1. bereiken van de QZEN-norm ("BEN-norm") min 20 procent; |
| 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit | 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit |
| van de betrokken infrastructuur; | van de betrokken infrastructuur; |
| 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; | 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; |
| 4. werken voor het verwijderen van asbesthoudende onderdelen; | 4. werken voor het verwijderen van asbesthoudende onderdelen; |
| 5. werken aan een stabiliteitsprobleem; | 5. werken aan een stabiliteitsprobleem; |
| 6. werken aan een hygiëneprobleem; | 6. werken aan een hygiëneprobleem; |
| 7. werken aan een veiligheidsprobleem; | 7. werken aan een veiligheidsprobleem; |
| 8. rationalisering van de oppervlakten ten opzichte van de vroeger | 8. rationalisering van de oppervlakten ten opzichte van de vroeger |
| ingenomen oppervlakten en/of integratie van het delen van ruimten; | ingenomen oppervlakten en/of integratie van het delen van ruimten; |
| 9. in voorkomend geval, aanpassing van de betrokken infrastructuur aan | 9. in voorkomend geval, aanpassing van de betrokken infrastructuur aan |
| de organisatie van de gemeenschappelijke kern en/of het traject voor | de organisatie van de gemeenschappelijke kern en/of het traject voor |
| culturele en kunstzinnige vorming als bedoeld in de onderwijswet; | culturele en kunstzinnige vorming als bedoeld in de onderwijswet; |
| 10. dossier met netoverschrijdend infrastructuursamenwerking. | 10. dossier met netoverschrijdend infrastructuursamenwerking. |
| Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de | Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de |
| volgende criteria, in volgorde van prioriteit: | volgende criteria, in volgorde van prioriteit: |
| 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van | 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van |
| indiening; | indiening; |
| 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; | 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; |
| 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische | 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische |
| spanning; | spanning; |
| 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste | 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste |
| demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende | demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende |
| jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende | jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende |
| jaren voor 50 procent van de index. | jaren voor 50 procent van de index. |
Art. 15.§ 1. Onder "gemiddelde minimumrenovatie" in de zin van |
Art. 15.§ 1. Onder "gemiddelde minimumrenovatie" in de zin van |
| artikel 7, paragraaf 1, onder b), wordt verstaan renovatiewerken aan | artikel 7, paragraaf 1, onder b), wordt verstaan renovatiewerken aan |
| een of meer schoolgebouwen om het primaire energieverbruik met ten | een of meer schoolgebouwen om het primaire energieverbruik met ten |
| minste 30 procent te verminderen. | minste 30 procent te verminderen. |
| De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing | De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing |
| of gelijkgesteld met nieuwbouw krachtens de toepasselijke regionale | of gelijkgesteld met nieuwbouw krachtens de toepasselijke regionale |
| wetgeving inzake de energieprestaties van gebouwen en moeten | wetgeving inzake de energieprestaties van gebouwen en moeten |
| betrekking hebben op ten minste 25 procent van de gebouwenveloppe. | betrekking hebben op ten minste 25 procent van de gebouwenveloppe. |
| Bij de werken moet het tijdschema voor de renovatie in acht worden | Bij de werken moet het tijdschema voor de renovatie in acht worden |
| genomen dat is vastgesteld met het "OCRE"-instrument dat via het | genomen dat is vastgesteld met het "OCRE"-instrument dat via het |
| applicatieplatform beschikbaar is, zodat rekening kan worden gehouden | applicatieplatform beschikbaar is, zodat rekening kan worden gehouden |
| met toekomstige behoeften en de infrastructuur globaal wordt | met toekomstige behoeften en de infrastructuur globaal wordt |
| aangepakt. | aangepakt. |
| De werken mogen niet leiden tot een toename van de bebouwde | De werken mogen niet leiden tot een toename van de bebouwde |
| oppervlakte. | oppervlakte. |
| § 4 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van | § 4 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van |
| de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 | de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 |
| onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de | onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de |
| projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als | projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als |
| omschreven in bijlage 2 bij dit decreet en de volgende criteria: | omschreven in bijlage 2 bij dit decreet en de volgende criteria: |
| 1. energieprestatie; | 1. energieprestatie; |
| 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit | 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit |
| van de bedoelde infrastructuur; | van de bedoelde infrastructuur; |
| 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; | 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; |
| 4. werken die de verwijdering mogelijk maken van onderdelen die asbest | 4. werken die de verwijdering mogelijk maken van onderdelen die asbest |
| bevatten; | bevatten; |
| 5. werken om een stabiliteitsprobleem op te lossen; | 5. werken om een stabiliteitsprobleem op te lossen; |
| 6. werken aan een hygiëneprobleem; | 6. werken aan een hygiëneprobleem; |
| 7. werken aan een veiligheidsprobleem; | 7. werken aan een veiligheidsprobleem; |
| 8. rationalisering van de oppervlakten ten opzichte van de vroeger | 8. rationalisering van de oppervlakten ten opzichte van de vroeger |
| ingenomen oppervlakten en/of integratie van het delen van ruimten; | ingenomen oppervlakten en/of integratie van het delen van ruimten; |
| 9. aanpassing van de infrastructuur voor personen met beperkte | 9. aanpassing van de infrastructuur voor personen met beperkte |
| mobiliteit; | mobiliteit; |
| 10. in voorkomend geval, aanpassing van de betrokken infrastructuur | 10. in voorkomend geval, aanpassing van de betrokken infrastructuur |
| aan de organisatie van de gemeenschappelijke kern en/of het traject | aan de organisatie van de gemeenschappelijke kern en/of het traject |
| voor culturele en kunstopvoeding als bedoeld in het onderwijswetboek; | voor culturele en kunstopvoeding als bedoeld in het onderwijswetboek; |
| 11. dossiers met integratie van overschrijdend | 11. dossiers met integratie van overschrijdend |
| infrastructuursamenwerking. | infrastructuursamenwerking. |
| Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de | Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de |
| volgende criteria, in volgorde van prioriteit: | volgende criteria, in volgorde van prioriteit: |
| 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van | 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van |
| indiening; | indiening; |
| 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; | 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; |
| 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische | 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische |
| spanning; | spanning; |
| 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste | 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste |
| demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende | demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende |
| jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende | jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende |
| jaren voor 50 procent van de index. | jaren voor 50 procent van de index. |
Art. 16.§ 1. Onder "lichte renovaties" in de zin van artikel 7, § 1, |
Art. 16.§ 1. Onder "lichte renovaties" in de zin van artikel 7, § 1, |
| onder c), wordt verstaan renovaties van een of meer schoolgebouwen met | onder c), wordt verstaan renovaties van een of meer schoolgebouwen met |
| een primaire energiebesparing van ten minste 15 procent en minder dan | een primaire energiebesparing van ten minste 15 procent en minder dan |
| 30 procent. | 30 procent. |
| De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing | De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing |
| of gelijkgesteld met nieuwbouw in de zin van de toepasselijke | of gelijkgesteld met nieuwbouw in de zin van de toepasselijke |
| regionale wetgeving inzake de energieprestaties van gebouwen. | regionale wetgeving inzake de energieprestaties van gebouwen. |
| De uitgevoerde werken mogen geen enkele wijziging van de bebouwde | De uitgevoerde werken mogen geen enkele wijziging van de bebouwde |
| oppervlakte tot gevolg hebben en moeten in overeenstemming zijn met | oppervlakte tot gevolg hebben en moeten in overeenstemming zijn met |
| het tijdschema voor de renovatie dat is vastgesteld met het instrument | het tijdschema voor de renovatie dat is vastgesteld met het instrument |
| "OCRE", dat beschikbaar is via het platform voor de indiening van | "OCRE", dat beschikbaar is via het platform voor de indiening van |
| aanvragen, zodat wordt gegarandeerd dat rekening wordt gehouden met | aanvragen, zodat wordt gegarandeerd dat rekening wordt gehouden met |
| toekomstige behoeften en dat de infrastructuur globaal wordt | toekomstige behoeften en dat de infrastructuur globaal wordt |
| aangepakt. | aangepakt. |
| Ten minste moet een tweederde deel van de totale investering verband | Ten minste moet een tweederde deel van de totale investering verband |
| houden met energietransitie. | houden met energietransitie. |
| § 2 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van | § 2 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van |
| de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 | de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 |
| onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de | onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de |
| projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als | projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als |
| bepaald in bijlage 3 bij dit decreet en de volgende criteria: | bepaald in bijlage 3 bij dit decreet en de volgende criteria: |
| 1. energieprestatie; | 1. energieprestatie; |
| 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit | 2. integratie in het dossier van de verbetering van de connectiviteit |
| van de bedoelde infrastructuur; | van de bedoelde infrastructuur; |
| 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; | 3. aanpassing van de infrastructuur aan inclusief onderwijs; |
| 4. werken die de verwijdering van asbesthoudende onderdelen mogelijk | 4. werken die de verwijdering van asbesthoudende onderdelen mogelijk |
| maken; | maken; |
| 5. werken aan een stabiliteitsprobleem; | 5. werken aan een stabiliteitsprobleem; |
| 6. werken aan een hygiëneprobleem; | 6. werken aan een hygiëneprobleem; |
| 7. werken aan een veiligheidsprobleem; | 7. werken aan een veiligheidsprobleem; |
| 8. aanpassing van de infrastructuur voor personen met beperkte | 8. aanpassing van de infrastructuur voor personen met beperkte |
| mobiliteit. | mobiliteit. |
| Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de | Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de |
| volgende criteria, in volgorde van prioriteit: | volgende criteria, in volgorde van prioriteit: |
| 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van | 1. het dossier met de meest gevorderde staat op het tijdstip van |
| indiening; | indiening; |
| 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; | 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index; |
| 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische | 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische |
| spanning; | spanning; |
| 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste | 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste |
| demografische groei heeft gekend. De gewogen index wordt bepaald op | demografische groei heeft gekend. De gewogen index wordt bepaald op |
| basis van de laatste drie bekende jaren voor 50 procent van de index | basis van de laatste drie bekende jaren voor 50 procent van de index |
| en over de laatste zes bekende jaren voor 50 procent van de index. | en over de laatste zes bekende jaren voor 50 procent van de index. |
Art. 17.§ 1. Onder "eenmalige interventies" in de zin van artikel 7, |
Art. 17.§ 1. Onder "eenmalige interventies" in de zin van artikel 7, |
| § 1, onder d), worden werken verstaan die gericht zijn op een | § 1, onder d), worden werken verstaan die gericht zijn op een |
| onderdeel dat de energieprestaties van het gebouw beïnvloedt en een | onderdeel dat de energieprestaties van het gebouw beïnvloedt en een |
| primaire energiebesparing van minder dan 15% opleveren. | primaire energiebesparing van minder dan 15% opleveren. |
| De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing | De uitgevoerde werken mogen niet worden beschouwd als bouw, verbouwing |
| of gelijkgesteld met nieuwbouw in de zin van de regionale wetgeving | of gelijkgesteld met nieuwbouw in de zin van de regionale wetgeving |
| die van toepassing is op de energieprestaties van gebouwen en mogen | die van toepassing is op de energieprestaties van gebouwen en mogen |
| geen wijziging van de bebouwde oppervlakte tot gevolg hebben. | geen wijziging van de bebouwde oppervlakte tot gevolg hebben. |
| De uitgevoerde werken moeten in overeenstemming zijn met de | De uitgevoerde werken moeten in overeenstemming zijn met de |
| chronologie van de renovatie die is vastgesteld met het | chronologie van de renovatie die is vastgesteld met het |
| "CRE"-instrument dat beschikbaar is via het platform voor de indiening | "CRE"-instrument dat beschikbaar is via het platform voor de indiening |
| van aanvragen, zodat wordt gegarandeerd dat rekening wordt gehouden | van aanvragen, zodat wordt gegarandeerd dat rekening wordt gehouden |
| met toekomstige behoeften en dat de infrastructuur globaal wordt | met toekomstige behoeften en dat de infrastructuur globaal wordt |
| benaderd. | benaderd. |
| § 2 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van | § 2 Voor deze typologie werken geldt dat, indien er na toepassing van |
| de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 | de eventuele inhoudingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 |
| onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de | onvoldoende kredieten binnen dezelfde enveloppe beschikbaar zijn, de |
| projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als | projecten zo nodig worden geprioriteerd op basis van de weging als |
| bepaald in bijlage 4 bij dit besluit en de volgende criteria | bepaald in bijlage 4 bij dit besluit en de volgende criteria |
| 1. energieprestatie; | 1. energieprestatie; |
| 2. werken die de verwijdering mogelijk maken van onderdelen die asbest | 2. werken die de verwijdering mogelijk maken van onderdelen die asbest |
| bevatten | bevatten |
| 3. werken aan een stabiliteitsprobleem | 3. werken aan een stabiliteitsprobleem |
| 4. werken naar aanleiding van een hygiënisch probleem | 4. werken naar aanleiding van een hygiënisch probleem |
| 5. werkt aan een veiligheidsprobleem. | 5. werkt aan een veiligheidsprobleem. |
| Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de | Bij gelijke stand worden de projecten gerangschikt aan de hand van de |
| volgende criteria, in volgorde van prioriteit: | volgende criteria, in volgorde van prioriteit: |
| 1. het dossier dat het verst gevorderd is op het ogenblik van de | 1. het dossier dat het verst gevorderd is op het ogenblik van de |
| indiening; | indiening; |
| 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index | 2. het dossier met de laagste sociaaleconomische index |
| 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische | 3. het dossier dat zich bevindt in een gebied met demografische |
| spanning | spanning |
| 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste | 4. het dossier dat betrekking heeft op de vestiging die de grootste |
| demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende | demografische groei heeft gekend, gewogen over de laatste drie bekende |
| jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende | jaren voor 50 procent van de index en over de laatste zes bekende |
| jaren voor 50 procent van de index. | jaren voor 50 procent van de index. |
Art. 18.De regering beslist over de definitieve verdeling van de |
Art. 18.De regering beslist over de definitieve verdeling van de |
| enveloppen bedoeld in artikel 5, § 2, b), van dit decreet, alsook over | enveloppen bedoeld in artikel 5, § 2, b), van dit decreet, alsook over |
| de lijst van de geselecteerde dossiers, volgens de nadere regels van | de lijst van de geselecteerde dossiers, volgens de nadere regels van |
| de artikelen 6 tot 17 en 19. | de artikelen 6 tot 17 en 19. |
| Deel II. - Financieringsratio | Deel II. - Financieringsratio |
Art. 19.§ 1. De financiële tegemoetkoming ten laste van het |
Art. 19.§ 1. De financiële tegemoetkoming ten laste van het |
| investeringsplan dat door dit decreet wordt geregeld voor projecten | investeringsplan dat door dit decreet wordt geregeld voor projecten |
| die binnen de enveloppe vallen voor directe investeringen in gebouwen | die binnen de enveloppe vallen voor directe investeringen in gebouwen |
| die eigendom en/of mede-eigendom zijn van de Franse Gemeenschap, | die eigendom en/of mede-eigendom zijn van de Franse Gemeenschap, |
| bedraagt 82,5 procent van het totale bedrag van de investering. | bedraagt 82,5 procent van het totale bedrag van de investering. |
| § 2. De financiële tussenkomst ten laste van het investeringsplan | § 2. De financiële tussenkomst ten laste van het investeringsplan |
| geregeld door dit decreet voor de projecten binnen de enveloppes | geregeld door dit decreet voor de projecten binnen de enveloppes |
| toegekend aan de schoolgebouwen van de netten gesubsidieerd door de | toegekend aan de schoolgebouwen van de netten gesubsidieerd door de |
| Franse Gemeenschap is als volgt: | Franse Gemeenschap is als volgt: |
| 1) de enveloppe voor schoolgebouwen in het gesubsidieerd officieel net | 1) de enveloppe voor schoolgebouwen in het gesubsidieerd officieel net |
| bedraagt: | bedraagt: |
| a) 60 procent van het totale bedrag van de investering voor de in | a) 60 procent van het totale bedrag van de investering voor de in |
| artikel 7, § 1, bedoelde dossiers in de pools a) en b); | artikel 7, § 1, bedoelde dossiers in de pools a) en b); |
| b) 50 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers | b) 50 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers |
| in pool c) als bedoeld in artikel 7, § 1; | in pool c) als bedoeld in artikel 7, § 1; |
| c) 35 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers | c) 35 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers |
| in de in artikel 7, § 1, bedoelde pool d); | in de in artikel 7, § 1, bedoelde pool d); |
| 2) de enveloppe voor schoolgebouwen in het gesubsidieerd vrij net | 2) de enveloppe voor schoolgebouwen in het gesubsidieerd vrij net |
| bedraagt: | bedraagt: |
| a) 65 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers | a) 65 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers |
| waarbij de inrichtende machten van het leerplichtonderwijs en de | waarbij de inrichtende machten van het leerplichtonderwijs en de |
| psycho-medisch-sociale centra betrokken zijn, met een maximale | psycho-medisch-sociale centra betrokken zijn, met een maximale |
| subsidie per project van 2 miljoen euro; | subsidie per project van 2 miljoen euro; |
| b) 35 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers | b) 35 procent van het totale bedrag van de investering voor dossiers |
| waarbij de inrichtende machten van het hoger onderwijs betrokken zijn, | waarbij de inrichtende machten van het hoger onderwijs betrokken zijn, |
| met een maximale subsidie per project van twee miljoen euro. | met een maximale subsidie per project van twee miljoen euro. |
| § 3. Op voorstel van de federaties van inrichtende machten en | § 3. Op voorstel van de federaties van inrichtende machten en |
| Wallonie-Bruxelles Enseignement kan de regering in de oproep tot het | Wallonie-Bruxelles Enseignement kan de regering in de oproep tot het |
| indienen van projecten sub-enveloppes per onderwijsniveau vastleggen | indienen van projecten sub-enveloppes per onderwijsniveau vastleggen |
| binnen de in artikel 6 bedoelde enveloppes. | binnen de in artikel 6 bedoelde enveloppes. |
Art. 20.Voor de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde |
Art. 20.Voor de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde |
| onderwijsnetten kan het saldo van de investering dat niet door dit | onderwijsnetten kan het saldo van de investering dat niet door dit |
| decreet wordt gedekt, een leningswaarborg genieten van het | decreet wordt gedekt, een leningswaarborg genieten van het |
| garantiefonds voor schoolgebouwen bedoeld in hoofdstuk IV van het | garantiefonds voor schoolgebouwen bedoeld in hoofdstuk IV van het |
| decreet van 5 februari 1990. | decreet van 5 februari 1990. |
| Voor de toekenning van deze specifieke waarborg zijn de paragrafen 7 | Voor de toekenning van deze specifieke waarborg zijn de paragrafen 7 |
| en 8 van artikel 9 van het decreet van 5 februari 1990 niet van | en 8 van artikel 9 van het decreet van 5 februari 1990 niet van |
| toepassing. | toepassing. |
| Het in lid 1 bedoelde Waarborgfonds neemt alle rente op de | Het in lid 1 bedoelde Waarborgfonds neemt alle rente op de |
| gegarandeerde leningen voor zijn rekening. | gegarandeerde leningen voor zijn rekening. |
| De leningen moeten door de inrichtende macht worden aangegaan in het | De leningen moeten door de inrichtende macht worden aangegaan in het |
| kader van de door de Franse Gemeenschap gesloten financiële markt met | kader van de door de Franse Gemeenschap gesloten financiële markt met |
| het oog op de dekking van het in dit artikel voorziene stelsel. | het oog op de dekking van het in dit artikel voorziene stelsel. |
| HOOFDSTUK V. - Vereffening van de globale enveloppe | HOOFDSTUK V. - Vereffening van de globale enveloppe |
Art. 21.Een principeakkoord met een plafond van het bedrag van de |
Art. 21.Een principeakkoord met een plafond van het bedrag van de |
| totale investering, vermenigvuldigd met het subsidiepercentage, wordt | totale investering, vermenigvuldigd met het subsidiepercentage, wordt |
| aan de begunstigde toegekend na validering door de regering van de | aan de begunstigde toegekend na validering door de regering van de |
| lijst van de geselecteerde dossiers bedoeld in artikel 18. | lijst van de geselecteerde dossiers bedoeld in artikel 18. |
| Dit principeakkoord is afhankelijk van de verwezenlijking van de | Dit principeakkoord is afhankelijk van de verwezenlijking van de |
| tussentijdse tijdsdoelstellingen die in de planning van het dossier | tussentijdse tijdsdoelstellingen die in de planning van het dossier |
| zijn vastgesteld en waartoe de begunstigde zich bij de indiening van | zijn vastgesteld en waartoe de begunstigde zich bij de indiening van |
| zijn dossier heeft verbonden. | zijn dossier heeft verbonden. |
Art. 22.Een vaste financieringsovereenkomst wordt gesloten in het |
Art. 22.Een vaste financieringsovereenkomst wordt gesloten in het |
| stadium van de gunning van de opdracht voor de uitvoering van werken | stadium van de gunning van de opdracht voor de uitvoering van werken |
| of, voor een dossier dat dit stadium reeds heeft bereikt in het kader | of, voor een dossier dat dit stadium reeds heeft bereikt in het kader |
| van de oproep tot het indienen van projecten, na validering van de | van de oproep tot het indienen van projecten, na validering van de |
| lijst van door de regering geselecteerde dossiers. | lijst van door de regering geselecteerde dossiers. |
Art. 23.De vereffening van de financiering zal geschieden in het |
Art. 23.De vereffening van de financiering zal geschieden in het |
| tempo van de vordering van de werken en de daarop betrekking hebbende | tempo van de vordering van de werken en de daarop betrekking hebbende |
| facturen. De begunstigde kan bij de Franse Gemeenschap een aanvraag | facturen. De begunstigde kan bij de Franse Gemeenschap een aanvraag |
| tot terugbetaling indienen bij elke fase van de vooruitgang. | tot terugbetaling indienen bij elke fase van de vooruitgang. |
| De Franse Gemeenschap bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen de | De Franse Gemeenschap bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen de |
| 3 werkdagen na ontvangst en vereffent de bedragen binnen de 30 | 3 werkdagen na ontvangst en vereffent de bedragen binnen de 30 |
| werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag. | werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag. |
| HOOFDSTUK VI. - Sancties | HOOFDSTUK VI. - Sancties |
Art. 24.§ 1. Bij niet-verwezenlijking van de |
Art. 24.§ 1. Bij niet-verwezenlijking van de |
| energiebesparingsstreefcijfers voor elke typologie werk of van de | energiebesparingsstreefcijfers voor elke typologie werk of van de |
| termijn bedoeld in artikel 4, punt 6, van dit decreet, waardoor de | termijn bedoeld in artikel 4, punt 6, van dit decreet, waardoor de |
| Europese financiering wordt geweigerd, trekt de regering de vaste | Europese financiering wordt geweigerd, trekt de regering de vaste |
| overeenkomst in en eist zij de volledige terugbetaling van de | overeenkomst in en eist zij de volledige terugbetaling van de |
| financiering. | financiering. |
| De financieringen of gedeelten van financieringen die reeds aan de | De financieringen of gedeelten van financieringen die reeds aan de |
| begunstigde werden betaald, zullen van rechtswege verschuldigd zijn | begunstigde werden betaald, zullen van rechtswege verschuldigd zijn |
| aan de Franse Gemeenschap. | aan de Franse Gemeenschap. |
| § 2. Indien het gesubsidieerde gebouw gedurende de in artikel 4, 2°, | § 2. Indien het gesubsidieerde gebouw gedurende de in artikel 4, 2°, |
| bepaalde minimumperiode van 30 jaar niet om schooldoeleinden wordt | bepaalde minimumperiode van 30 jaar niet om schooldoeleinden wordt |
| gebruikt, betaalt de inrichtende macht de ontvangen subsidie terug | gebruikt, betaalt de inrichtende macht de ontvangen subsidie terug |
| naar rata van het aantal resterende jaren tussen het jaar van de vaste | naar rata van het aantal resterende jaren tussen het jaar van de vaste |
| subsidieovereenkomst en het jaar waarin de periode van 30 jaar | subsidieovereenkomst en het jaar waarin de periode van 30 jaar |
| verstrijkt. | verstrijkt. |
Art. 25.Indien een van de tussentijdse tijdsdoelstellingen van het |
Art. 25.Indien een van de tussentijdse tijdsdoelstellingen van het |
| principeakkoord niet wordt gehaald, zodat de in artikel 4, punt 6, | principeakkoord niet wordt gehaald, zodat de in artikel 4, punt 6, |
| genoemde termijn onhaalbaar wordt, komt het akkoord te vervallen. | genoemde termijn onhaalbaar wordt, komt het akkoord te vervallen. |
| HOOFDSTUK VII. - Maatschappijen voor vermogensbeheer | HOOFDSTUK VII. - Maatschappijen voor vermogensbeheer |
Art. 26.§ 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie van meer dan |
Art. 26.§ 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie van meer dan |
| 383.805 euro geïndexeerd op basis van het algemene indexcijfer van de | 383.805 euro geïndexeerd op basis van het algemene indexcijfer van de |
| consumptieprijzen van januari 2021, in het kader van dit stelsel, moet | consumptieprijzen van januari 2021, in het kader van dit stelsel, moet |
| een inrichtende macht voor gesubsidieerd vrij onderwijs, met | een inrichtende macht voor gesubsidieerd vrij onderwijs, met |
| uitzondering van inrichtende machten die een instelling voor hoger | uitzondering van inrichtende machten die een instelling voor hoger |
| onderwijs inrichten, zonder tegenprestatie, het werkelijke recht van | onderwijs inrichten, zonder tegenprestatie, het werkelijke recht van |
| de schoolgebouwen die dit stelsel zullen genieten, overdragen of laten | de schoolgebouwen die dit stelsel zullen genieten, overdragen of laten |
| overdragen door de eigenaar indien deze niet zelf de eigenaar is, aan | overdragen door de eigenaar indien deze niet zelf de eigenaar is, aan |
| een maatschappij voor vermogensbeheer, opgericht in de vorm van een | een maatschappij voor vermogensbeheer, opgericht in de vorm van een |
| VZW, gemeen aan alle eigenaars van scholen van dezelfde aard, hetzij | VZW, gemeen aan alle eigenaars van scholen van dezelfde aard, hetzij |
| enig voor de Gemeenschap, hetzij opgericht in het tweetalig gebied | enig voor de Gemeenschap, hetzij opgericht in het tweetalig gebied |
| Brussel-Hoofdstad en in elke provincie van het Waalse Gewest, en dit | Brussel-Hoofdstad en in elke provincie van het Waalse Gewest, en dit |
| voor een periode van minstens 30 jaar vanaf de datum van de toekenning | voor een periode van minstens 30 jaar vanaf de datum van de toekenning |
| van de subsidie. | van de subsidie. |
| Elke maatschappij voor vermogensbeheer heeft uitsluitend tot doel de | Elke maatschappij voor vermogensbeheer heeft uitsluitend tot doel de |
| overgedragen activa aan het onderwijs toe te wijzen en vestigt haar | overgedragen activa aan het onderwijs toe te wijzen en vestigt haar |
| zetel in haar territoriale bevoegdheid. De maatschappij voor | zetel in haar territoriale bevoegdheid. De maatschappij voor |
| vermogensbeheer mag alleen gebouwen vervreemden die door de | vermogensbeheer mag alleen gebouwen vervreemden die door de |
| inrichtende macht buiten gebruik zijn gesteld voor onderwijsdoeleinden | inrichtende macht buiten gebruik zijn gesteld voor onderwijsdoeleinden |
| en moet de opbrengst van de verkoop gebruiken voor het onderhoud, de | en moet de opbrengst van de verkoop gebruiken voor het onderhoud, de |
| aankoop of de bouw van activa om onderwijsdoeleinden. | aankoop of de bouw van activa om onderwijsdoeleinden. |
| Elk van deze maatschappijen is onderworpen aan het toezicht van een | Elk van deze maatschappijen is onderworpen aan het toezicht van een |
| door de regering benoemde regeringscommissaris. De commissaris heeft | door de regering benoemde regeringscommissaris. De commissaris heeft |
| tot opdracht na te gaan of de door de onderneming beheerde gebouwen om | tot opdracht na te gaan of de door de onderneming beheerde gebouwen om |
| onderwijsdoeleinden worden gebruikt. Elke vervreemding van een gebouw | onderwijsdoeleinden worden gebruikt. Elke vervreemding van een gebouw |
| waarvoor in het kader van de huidige regeling een subsidie is | waarvoor in het kader van de huidige regeling een subsidie is |
| ontvangen, is afhankelijk van zijn instemming. | ontvangen, is afhankelijk van zijn instemming. |
| In geval van ontbinding wordt hun vermogen kosteloos overgedragen aan | In geval van ontbinding wordt hun vermogen kosteloos overgedragen aan |
| een andere vennootschap van dezelfde aard die voldoet aan de in dit | een andere vennootschap van dezelfde aard die voldoet aan de in dit |
| artikel omschreven voorwaarden. | artikel omschreven voorwaarden. |
| De regeringscommissaris heeft een vetorecht tegen beslissingen die in | De regeringscommissaris heeft een vetorecht tegen beslissingen die in |
| strijd met de voor deze VZW's geldende wettelijke bepalingen zijn | strijd met de voor deze VZW's geldende wettelijke bepalingen zijn |
| genomen over de toewijzing van de overgedragen gebouwen aan het | genomen over de toewijzing van de overgedragen gebouwen aan het |
| onderwijs. | onderwijs. |
| § 2. Wanneer wettelijke bepalingen die onder het gezag van de federale | § 2. Wanneer wettelijke bepalingen die onder het gezag van de federale |
| regering vallen of decreten die onder het gezag van de regionale | regering vallen of decreten die onder het gezag van de regionale |
| regering vallen, de in § 1 van dit artikel bedoelde eigenaar verbieden | regering vallen, de in § 1 van dit artikel bedoelde eigenaar verbieden |
| een deel van de bedoelde goederen te vervreemden of deze vervreemding | een deel van de bedoelde goederen te vervreemden of deze vervreemding |
| afhankelijk stellen van de toestemming van de overheid, en indien het | afhankelijk stellen van de toestemming van de overheid, en indien het |
| bovendien onmogelijk blijkt om een wijziging van voornoemde wettelijke | bovendien onmogelijk blijkt om een wijziging van voornoemde wettelijke |
| of decretale bepalingen of een toelating van de overheid te bekomen, | of decretale bepalingen of een toelating van de overheid te bekomen, |
| kan de regering, op voorstel van de betrokken maatschappij voor | kan de regering, op voorstel van de betrokken maatschappij voor |
| vermogensbeheer, de toepassing van dit stelsel toestaan, mits het | vermogensbeheer, de toepassing van dit stelsel toestaan, mits het |
| sluiten van een erfpachtovereenkomst van de langste wettelijk | sluiten van een erfpachtovereenkomst van de langste wettelijk |
| toegelaten duur met de maatschappij voor vermogensbeheer. | toegelaten duur met de maatschappij voor vermogensbeheer. |
| HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingsbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingsbepalingen |
Art. 27.Artikel 5, § 2, van het decreet van 5 februari 1990 wordt als |
Art. 27.Artikel 5, § 2, van het decreet van 5 februari 1990 wordt als |
| volgt aangevuld: | volgt aangevuld: |
| "24° vanaf 2021, de overdracht van de middelen die zijn vastgelegd in | "24° vanaf 2021, de overdracht van de middelen die zijn vastgelegd in |
| het fonds voor schoolgebouwen van de Franse Gemeenschap aan de | het fonds voor schoolgebouwen van de Franse Gemeenschap aan de |
| Administratieve Dienst met autonome boekhouding "Cel voor noodgevallen | Administratieve Dienst met autonome boekhouding "Cel voor noodgevallen |
| en herschikking" in het kader van de uitvoering van het Europees plan | en herschikking" in het kader van de uitvoering van het Europees plan |
| voor herstel en veerkracht". | voor herstel en veerkracht". |
Art. 28.Artikel 9, § 4, van het decreet van 5 februari 1990 wordt als |
Art. 28.Artikel 9, § 4, van het decreet van 5 februari 1990 wordt als |
| volgt aangevuld: | volgt aangevuld: |
| "8° het verlenen van een waarborg voor de terugbetaling van het | "8° het verlenen van een waarborg voor de terugbetaling van het |
| vermogen, de interesten en de bijkomende kosten van de leningen die | vermogen, de interesten en de bijkomende kosten van de leningen die |
| zijn aangegaan om de financiering te vervolledigen die is toegekend | zijn aangegaan om de financiering te vervolledigen die is toegekend |
| bij het decreet van 30 september 2021 betreffende het investeringsplan | bij het decreet van 30 september 2021 betreffende het investeringsplan |
| voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en | voor schoolgebouwen in het kader van het Europees plan voor herstel en |
| veerkracht; | veerkracht; |
| 9° voor de leningen bedoeld in 8°, de toekenning van een rentesubsidie | 9° voor de leningen bedoeld in 8°, de toekenning van een rentesubsidie |
| die gelijk is aan de totale rente die voor de leningen moet worden | die gelijk is aan de totale rente die voor de leningen moet worden |
| betaald. De subsidie wordt rechtstreeks aan de financiële instelling | betaald. De subsidie wordt rechtstreeks aan de financiële instelling |
| betaald". | betaald". |
Art. 29.In artikel 10, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet worden |
Art. 29.In artikel 10, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet worden |
| de woorden "en de subsidies toegekend bij het decreet van 30 september | de woorden "en de subsidies toegekend bij het decreet van 30 september |
| 2021 betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader | 2021 betreffende het investeringsplan voor schoolgebouwen in het kader |
| van het Europees plan voor herstel en veerkracht" ingevoegd tussen de | van het Europees plan voor herstel en veerkracht" ingevoegd tussen de |
| woorden "bedoeld in artikel 9, § 4, 4° en 6°, " en de woorden "en | woorden "bedoeld in artikel 9, § 4, 4° en 6°, " en de woorden "en |
| onder voorbehoud van de bepalingen van het decreet van 24 juni 1996". | onder voorbehoud van de bepalingen van het decreet van 24 juni 1996". |
| HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen |
Art. 30.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2021. |
Art. 30.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2021. |
| Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
| zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
| Brussel, 30 september 2021. | Brussel, 30 september 2021. |
| De Minister-President, | De Minister-President, |
| P.-Y. JEHOLET | P.-Y. JEHOLET |
| De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke | De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke |
| kansen en het toezicht op « Wallonie-Bruxelles Enseignement", | kansen en het toezicht op « Wallonie-Bruxelles Enseignement", |
| F. DAERDEN | F. DAERDEN |
| De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en | De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en |
| Vrouwenrechten, | Vrouwenrechten, |
| B. LINARD | B. LINARD |
| De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, |
| Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, | Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, |
| Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, | Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, |
| V. GLATIGNY | V. GLATIGNY |
| De Minister van Onderwijs, | De Minister van Onderwijs, |
| C. DESIR | C. DESIR |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| Zitting 2021-2022 | Zitting 2021-2022 |
| Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 277-1 - | Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 277-1 - |
| Amendement(en) in de commissie, nr. 277-2 - Verslag van de commissie, | Amendement(en) in de commissie, nr. 277-2 - Verslag van de commissie, |
| nr. 277-3 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire zitting, nr. 277-4 | nr. 277-3 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire zitting, nr. 277-4 |
| Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 29 | Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 29 |
| september 2021. | september 2021. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |