| Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen | Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 21 JANUARI 2022. - Decreet tot invoering van een waarborg bij | 21 JANUARI 2022. - Decreet tot invoering van een waarborg bij |
| inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen (1) | inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen (1) |
| Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen | Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen |
| hetgeen volgt: | hetgeen volgt: |
| Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor | Decreet tot invoering van een waarborg bij inkomende bruiklenen voor |
| tijdelijke tentoonstellingen | tijdelijke tentoonstellingen |
| HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Art. 2.Dit decreet wordt aangehaald als: het Indemniteitsdecreet van |
Art. 2.Dit decreet wordt aangehaald als: het Indemniteitsdecreet van |
| 21 januari 2022. | 21 januari 2022. |
| Dit decreet regelt de toekenning van waarborgen voor het eerste risico | Dit decreet regelt de toekenning van waarborgen voor het eerste risico |
| op schade, geheel of gedeeltelijk verlies van inkomende bruiklenen | op schade, geheel of gedeeltelijk verlies van inkomende bruiklenen |
| voor tijdelijke tentoonstellingen. | voor tijdelijke tentoonstellingen. |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder: |
Art. 3.In dit decreet wordt verstaan onder: |
| 1° cultuurgoederen: de goederen van betekenis voor de paleontologie, | 1° cultuurgoederen: de goederen van betekenis voor de paleontologie, |
| de archeologie, de prehistorie, de geschiedenis, de | de archeologie, de prehistorie, de geschiedenis, de |
| cultuurgeschiedenis, de literatuur, de kunsten of de wetenschappen; | cultuurgeschiedenis, de literatuur, de kunsten of de wetenschappen; |
| 2° organisatie: de organisator of medeorganisator van een tijdelijke | 2° organisatie: de organisator of medeorganisator van een tijdelijke |
| tentoonstelling met inkomende bruiklenen conform de bepalingen van dit | tentoonstelling met inkomende bruiklenen conform de bepalingen van dit |
| decreet; | decreet; |
| 3° tentoonstelling: een tijdelijke tentoonstelling met cultuurgoederen | 3° tentoonstelling: een tijdelijke tentoonstelling met cultuurgoederen |
| voor een initiële duur van maximaal één jaar; | voor een initiële duur van maximaal één jaar; |
| 4° waarborg: een waarborg die de Vlaamse Gemeenschap verleent voor het | 4° waarborg: een waarborg die de Vlaamse Gemeenschap verleent voor het |
| eerste risico op schade, volledig of gedeeltelijk verlies van | eerste risico op schade, volledig of gedeeltelijk verlies van |
| inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen. | inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen. |
| HOOFDSTUK 2. - De waarborg | HOOFDSTUK 2. - De waarborg |
Art. 4.De volgende organisaties kunnen een aanvraag indienen tot |
Art. 4.De volgende organisaties kunnen een aanvraag indienen tot |
| waarborgstelling door de Vlaamse Gemeenschap voor inkomende bruiklenen | waarborgstelling door de Vlaamse Gemeenschap voor inkomende bruiklenen |
| voor tentoonstellingen: | voor tentoonstellingen: |
| 1° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die aangewezen zijn | 1° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die aangewezen zijn |
| als cultureelerfgoedinstellingen met toepassing van artikel 17 van het | als cultureelerfgoedinstellingen met toepassing van artikel 17 van het |
| Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021; | Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021; |
| 2° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die met een | 2° collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties die met een |
| kwaliteitslabel ingedeeld zijn bij het landelijke niveau met | kwaliteitslabel ingedeeld zijn bij het landelijke niveau met |
| toepassing van artikel 24 van het voormelde decreet; | toepassing van artikel 24 van het voormelde decreet; |
| 3° universiteitsarchieven en universiteitsbibliotheken met een | 3° universiteitsarchieven en universiteitsbibliotheken met een |
| kwaliteitslabel met toepassing van artikel 7 van het voormelde | kwaliteitslabel met toepassing van artikel 7 van het voormelde |
| decreet. | decreet. |
Art. 5.Een organisatie komt in aanmerking voor een waarborg als al de |
Art. 5.Een organisatie komt in aanmerking voor een waarborg als al de |
| volgende voorwaarden zijn vervuld: | volgende voorwaarden zijn vervuld: |
| 1° de tentoonstelling wordt georganiseerd in de eigen | 1° de tentoonstelling wordt georganiseerd in de eigen |
| tentoonstellingsruimtes door een organisatie als vermeld in artikel 4; | tentoonstellingsruimtes door een organisatie als vermeld in artikel 4; |
| 2° de tentoonstelling draagt in belangrijke mate bij tot twee van de | 2° de tentoonstelling draagt in belangrijke mate bij tot twee van de |
| volgende doelstellingen: | volgende doelstellingen: |
| a) de internationale uitstraling van Vlaanderen; | a) de internationale uitstraling van Vlaanderen; |
| b) de verrijking van het culturele aanbod in Vlaanderen; | b) de verrijking van het culturele aanbod in Vlaanderen; |
| c) de ontsluiting van wetenschappelijk onderzoek; | c) de ontsluiting van wetenschappelijk onderzoek; |
| d) de internationale belangstelling voor of de betekenis van het | d) de internationale belangstelling voor of de betekenis van het |
| behandelde thema of de behandelde discipline; | behandelde thema of de behandelde discipline; |
| 3° de totale waarde van de inkomende bruiklenen bedraagt minimaal | 3° de totale waarde van de inkomende bruiklenen bedraagt minimaal |
| vijftig miljoen euro. De volgende bruiklenen worden niet meegerekend | vijftig miljoen euro. De volgende bruiklenen worden niet meegerekend |
| om de totale waarde te berekenen: | om de totale waarde te berekenen: |
| a) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun | a) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun |
| inrichtende machten die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied, | inrichtende machten die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied, |
| met uitzondering van de collecties van de federale instellingen; | met uitzondering van de collecties van de federale instellingen; |
| b) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun | b) bruiklenen die eigendom zijn van erfgoedinstellingen of van hun |
| inrichtende machten die gevestigd zijn in het tweetalige gebied | inrichtende machten die gevestigd zijn in het tweetalige gebied |
| Brussel-Hoofdstad, die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd | Brussel-Hoofdstad, die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd |
| uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap; | uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap; |
| 4° de organisatie beschikt over een risicoanalyse voor de inkomende | 4° de organisatie beschikt over een risicoanalyse voor de inkomende |
| bruiklenen en voor de lokalen waar de tentoonstelling gehouden wordt. | bruiklenen en voor de lokalen waar de tentoonstelling gehouden wordt. |
| Die risicoanalyse gaat in op de veiligheid, beveiliging, | Die risicoanalyse gaat in op de veiligheid, beveiliging, |
| klimaatomstandigheden en lichtregime die op de tentoonstelling en op | klimaatomstandigheden en lichtregime die op de tentoonstelling en op |
| de inkomende bruiklenen van toepassing zijn. De organisatie geeft ook | de inkomende bruiklenen van toepassing zijn. De organisatie geeft ook |
| aan welke maatregelen ze zal nemen in opvolging van de uitgevoerde | aan welke maatregelen ze zal nemen in opvolging van de uitgevoerde |
| risicoanalyse. De Vlaamse Regering bepaalt de verdere vereisten | risicoanalyse. De Vlaamse Regering bepaalt de verdere vereisten |
| waaraan de risicoanalyse moet voldoen; | waaraan de risicoanalyse moet voldoen; |
| 5° de organisatie legt een bindend voorstel voor van een of meer | 5° de organisatie legt een bindend voorstel voor van een of meer |
| verzekeringsmaatschappijen om het residuele risico van de bruiklenen | verzekeringsmaatschappijen om het residuele risico van de bruiklenen |
| onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap te dekken. | onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap te dekken. |
| De Vlaamse Regering kan de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, | De Vlaamse Regering kan de doelstellingen, vermeld in het eerste lid, |
| 2°, nader bepalen en laat zich bij de toetsing van de doelstellingen, | 2°, nader bepalen en laat zich bij de toetsing van de doelstellingen, |
| vermeld in het eerste lid, 2°, adviseren door de Raad voor het behoud | vermeld in het eerste lid, 2°, adviseren door de Raad voor het behoud |
| van roerend cultureel erfgoed, vermeld in artikel 4 van het decreet | van roerend cultureel erfgoed, vermeld in artikel 4 van het decreet |
| van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel | van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel |
| erfgoed van uitzonderlijk belang. | erfgoed van uitzonderlijk belang. |
Art. 6.Er wordt geen waarborg verleend voor de volgende bruiklenen: |
Art. 6.Er wordt geen waarborg verleend voor de volgende bruiklenen: |
| 1° bruiklenen die in de openlucht worden tentoongesteld; | 1° bruiklenen die in de openlucht worden tentoongesteld; |
| 2° bruiklenen die eigendom zijn van organisaties als vermeld in | 2° bruiklenen die eigendom zijn van organisaties als vermeld in |
| artikel 4, of van hun inrichtende macht. | artikel 4, of van hun inrichtende macht. |
Art. 7.De toegekende waarborg dekt het eerste risico tot 50% van de |
Art. 7.De toegekende waarborg dekt het eerste risico tot 50% van de |
| totale waarde van de bruiklenen onder die waarborg, verminderd met een | totale waarde van de bruiklenen onder die waarborg, verminderd met een |
| franchise waarvan de Vlaamse Regering het bedrag bepaalt. | franchise waarvan de Vlaamse Regering het bedrag bepaalt. |
| Als door de toekenning van de waarborg aan een aanvrager het | Als door de toekenning van de waarborg aan een aanvrager het |
| maximumbedrag van het totaal aan verleende waarborgen, vermeld in | maximumbedrag van het totaal aan verleende waarborgen, vermeld in |
| artikel 10, wordt overschreden, wordt de waarborg beperkt tot de | artikel 10, wordt overschreden, wordt de waarborg beperkt tot de |
| toegestane limiet. Een verzekerings-maatschappij verzekert de waarde | toegestane limiet. Een verzekerings-maatschappij verzekert de waarde |
| van de bruiklenen die die limiet overschrijden. | van de bruiklenen die die limiet overschrijden. |
| De toegekende waarborg gaat pas in vanaf het moment dat de verzekering | De toegekende waarborg gaat pas in vanaf het moment dat de verzekering |
| ingaat die de organisatie afsloot om het residuele risico van de | ingaat die de organisatie afsloot om het residuele risico van de |
| bruiklenen onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering | bruiklenen onder waarborg van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering |
| van de franchise, te dekken. | van de franchise, te dekken. |
| De organisatie sluit voor de bruiklenen die vallen onder de | De organisatie sluit voor de bruiklenen die vallen onder de |
| waarborgregeling, voor het niet-gewaarborgde gedeelte, met | waarborgregeling, voor het niet-gewaarborgde gedeelte, met |
| uitzondering van de franchise, een verzekering af bij een | uitzondering van de franchise, een verzekering af bij een |
| verzekeringsmaatschappij. | verzekeringsmaatschappij. |
Art. 8.De waarborg dekt alle risico's met uitsluiting van de volgende |
Art. 8.De waarborg dekt alle risico's met uitsluiting van de volgende |
| risico's: | risico's: |
| 1° terrorisme; | 1° terrorisme; |
| 2° oorlog; | 2° oorlog; |
| 3° opzet of nalatigheid door de bruikleengever of zijn gemachtigde; | 3° opzet of nalatigheid door de bruikleengever of zijn gemachtigde; |
| 4° inherent of voortbestaand defect; | 4° inherent of voortbestaand defect; |
| 5° restauratie- of conservatiewerkzaamheden ondernomen met toestemming | 5° restauratie- of conservatiewerkzaamheden ondernomen met toestemming |
| van de eigenaar; | van de eigenaar; |
| 6° titelclaims van derden. | 6° titelclaims van derden. |
| In afwijking van het eerste lid worden de uitgesloten risico's | In afwijking van het eerste lid worden de uitgesloten risico's |
| opgenomen in de verzekeringspolissen afgesloten met de | opgenomen in de verzekeringspolissen afgesloten met de |
| verzekeringsmaatschappijen, vermeld in artikel 7, overeenkomstig | verzekeringsmaatschappijen, vermeld in artikel 7, overeenkomstig |
| uitgesloten van de waarborg. | uitgesloten van de waarborg. |
| Als een bruikleengever uitdrukkelijk vraagt om dekking van een of meer | Als een bruikleengever uitdrukkelijk vraagt om dekking van een of meer |
| van de uitgesloten risico's, vermeld in het eerste of het tweede lid, | van de uitgesloten risico's, vermeld in het eerste of het tweede lid, |
| kan de Vlaamse Regering op basis van een gemotiveerde vraag van de | kan de Vlaamse Regering op basis van een gemotiveerde vraag van de |
| organisatie beslissen om de dekking van de waarborg uit te breiden tot | organisatie beslissen om de dekking van de waarborg uit te breiden tot |
| een of meer van die risico's. | een of meer van die risico's. |
Art. 9.De waarborg geldt van nagel tot nagel. |
Art. 9.De waarborg geldt van nagel tot nagel. |
| In het eerste lid wordt verstaan onder van nagel tot nagel: de periode | In het eerste lid wordt verstaan onder van nagel tot nagel: de periode |
| vanaf het moment dat de bruikleen op de vaste standplaats bij de | vanaf het moment dat de bruikleen op de vaste standplaats bij de |
| bruikleengever wordt weggenomen, tot op het moment dat de bruikleen | bruikleengever wordt weggenomen, tot op het moment dat de bruikleen |
| terug op de vaste standplaats bij de bruikleengever wordt geplaatst. | terug op de vaste standplaats bij de bruikleengever wordt geplaatst. |
| De waarborg begint ten vroegste vier maanden voor de start van de | De waarborg begint ten vroegste vier maanden voor de start van de |
| tentoonstelling en vervalt uiterlijk vier maanden na het einde van de | tentoonstelling en vervalt uiterlijk vier maanden na het einde van de |
| tentoonstelling. Op gemotiveerd verzoek van de organisator kan de | tentoonstelling. Op gemotiveerd verzoek van de organisator kan de |
| Vlaamse Regering beslissen om de waarborg voor een langere periode toe | Vlaamse Regering beslissen om de waarborg voor een langere periode toe |
| te kennen of te verlengen mits de organisator kan garanderen dat het | te kennen of te verlengen mits de organisator kan garanderen dat het |
| restrisico gedekt wordt door een verzekeringsmaatschappij. De waarborg | restrisico gedekt wordt door een verzekeringsmaatschappij. De waarborg |
| wordt nooit retroactief verleend. | wordt nooit retroactief verleend. |
| De tijdsintervallen die gedekt zijn door een andere waarborgregeling | De tijdsintervallen die gedekt zijn door een andere waarborgregeling |
| of verzekering voor dezelfde risico's worden uitgesloten. | of verzekering voor dezelfde risico's worden uitgesloten. |
| Een verlenging van de waarborg door een verlenging van de | Een verlenging van de waarborg door een verlenging van de |
| tentoonstelling wordt minimaal twee maanden voorafgaand aan die | tentoonstelling wordt minimaal twee maanden voorafgaand aan die |
| verlenging aangevraagd. | verlenging aangevraagd. |
Art. 10.Het totale risico waaraan de Vlaamse Gemeenschap ten gevolge |
Art. 10.Het totale risico waaraan de Vlaamse Gemeenschap ten gevolge |
| van de krachtens dit decreet verleende waarborgen blootgesteld wordt, | van de krachtens dit decreet verleende waarborgen blootgesteld wordt, |
| mag op enig moment in de tijd nooit meer bedragen dan 600.000.000 | mag op enig moment in de tijd nooit meer bedragen dan 600.000.000 |
| euro. | euro. |
| Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari | Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari |
| gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor | gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor |
| de toepassing van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 | de toepassing van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 |
| december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot | december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot |
| vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De basis voor de | vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De basis voor de |
| indexering is het prijsindexcijfer dat van kracht is op de datum van | indexering is het prijsindexcijfer dat van kracht is op de datum van |
| de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad. | de bekendmaking van dit decreet in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 11.In het decreet van de algemene uitgavenbegroting van de |
Art. 11.In het decreet van de algemene uitgavenbegroting van de |
| Vlaamse Gemeenschap wordt het totale bedrag aan waarborgen | Vlaamse Gemeenschap wordt het totale bedrag aan waarborgen |
| ingeschreven dat in de loop van een begrotingsjaar toegekend kan | ingeschreven dat in de loop van een begrotingsjaar toegekend kan |
| worden. | worden. |
| Per begrotingsjaar wordt jaarlijks voor een totaal van maximaal | Per begrotingsjaar wordt jaarlijks voor een totaal van maximaal |
| 1.200.000.000 euro aan waarborgen verleend. | 1.200.000.000 euro aan waarborgen verleend. |
| Een waarborg wordt aangerekend op het bedrag, vermeld in artikel 10, | Een waarborg wordt aangerekend op het bedrag, vermeld in artikel 10, |
| eerste lid, voor de looptijd van de toegekende waarborg. | eerste lid, voor de looptijd van de toegekende waarborg. |
Art. 12.De aanvraag van een waarborg wordt ten vroegste twee jaar en |
Art. 12.De aanvraag van een waarborg wordt ten vroegste twee jaar en |
| uiterlijk drie maanden voor de aanvang van de tentoonstelling | uiterlijk drie maanden voor de aanvang van de tentoonstelling |
| ingediend bij de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst. | ingediend bij de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst. |
| De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens en documenten een | De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens en documenten een |
| aanvraagdossier bevat, aan welke vormelijke voorwaarden een | aanvraagdossier bevat, aan welke vormelijke voorwaarden een |
| aanvraagdossier voldoet en op welke wijze een aanvraagdossier | aanvraagdossier voldoet en op welke wijze een aanvraagdossier |
| ingediend wordt. | ingediend wordt. |
| De Vlaamse Regering beslist over de toekenning van de waarborg, in | De Vlaamse Regering beslist over de toekenning van de waarborg, in |
| volgorde van de ontvangst van de aanvragen. | volgorde van de ontvangst van de aanvragen. |
| De volgende wijzigingen vallen niet onder de toegekende waarborg | De volgende wijzigingen vallen niet onder de toegekende waarborg |
| tenzij die voorafgaand aanvaard worden door de dienst die de Vlaamse | tenzij die voorafgaand aanvaard worden door de dienst die de Vlaamse |
| Regering aanwijst: | Regering aanwijst: |
| 1° wijzigingen van de bruiklenen onder waarborg; | 1° wijzigingen van de bruiklenen onder waarborg; |
| 2° wijzigingen in de looptijd van de tentoonstelling waarvoor de | 2° wijzigingen in de looptijd van de tentoonstelling waarvoor de |
| waarborg is toegekend. | waarborg is toegekend. |
Art. 13.De organisatie waaraan een waarborg wordt toegekend, betaalt |
Art. 13.De organisatie waaraan een waarborg wordt toegekend, betaalt |
| een toetredingsbijdrage. De Vlaamse Regering bepaalt de hoogte van die | een toetredingsbijdrage. De Vlaamse Regering bepaalt de hoogte van die |
| toetredingsbijdrage. | toetredingsbijdrage. |
Art. 14.Bij schade aan bruiklenen waarop de waarborg van toepassing |
Art. 14.Bij schade aan bruiklenen waarop de waarborg van toepassing |
| is, neemt de organisatie de nodige maatregelen om verdere schade te | is, neemt de organisatie de nodige maatregelen om verdere schade te |
| beperken. | beperken. |
| Bij verlies of diefstal doet de organisatie onmiddellijk aangifte bij | Bij verlies of diefstal doet de organisatie onmiddellijk aangifte bij |
| de politie. | de politie. |
| Bij schade, verlies of diefstal brengt de organisatie onmiddellijk de | Bij schade, verlies of diefstal brengt de organisatie onmiddellijk de |
| bruikleen gever en de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, daarvan | bruikleen gever en de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, daarvan |
| op de hoogte. | op de hoogte. |
| De Vlaamse Gemeenschap verzaakt niet aan haar subrogatierecht in geval | De Vlaamse Gemeenschap verzaakt niet aan haar subrogatierecht in geval |
| van opzet of grove fout. | van opzet of grove fout. |
| De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, behandelt de schadeclaims. | De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, behandelt de schadeclaims. |
| De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen om schadeclaims te | De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen om schadeclaims te |
| behandelen. | behandelen. |
Art. 15.Bij de aanvang en de beëindiging van de bruikleen wordt een |
Art. 15.Bij de aanvang en de beëindiging van de bruikleen wordt een |
| conditiestaat van de bruiklenen opgesteld om eventuele schade die | conditiestaat van de bruiklenen opgesteld om eventuele schade die |
| tijdens de waarborgperiode veroorzaakt is, tegensprekelijk te kunnen | tijdens de waarborgperiode veroorzaakt is, tegensprekelijk te kunnen |
| vaststellen. | vaststellen. |
| HOOFDSTUK 3. - Staatssteun, vertrouwelijkheid en verwerking van | HOOFDSTUK 3. - Staatssteun, vertrouwelijkheid en verwerking van |
| persoonsgegevens | persoonsgegevens |
Art. 16.In dit artikel wordt verstaan onder Algemene |
Art. 16.In dit artikel wordt verstaan onder Algemene |
| Groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de | Groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de |
| Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond | Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond |
| van artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt | van artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt |
| verenigbaar worden verklaard. | verenigbaar worden verklaard. |
| De waarborg wordt beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107 | De waarborg wordt beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107 |
| van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie. De steun wordt | van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie. De steun wordt |
| verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de Algemene | verleend binnen de grenzen en de voorwaarden, vermeld in de Algemene |
| Groepsvrijstellingsverordening. | Groepsvrijstellingsverordening. |
| Conform de Algemene Groepsvrijstellingsverordening komen de volgende | Conform de Algemene Groepsvrijstellingsverordening komen de volgende |
| organisaties niet in aanmerking voor de waarborg: | organisaties niet in aanmerking voor de waarborg: |
| 1° organisaties ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering | 1° organisaties ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering |
| uitstaat door een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de | uitstaat door een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de |
| steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt; | steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt; |
| 2° organisaties die onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in | 2° organisaties die onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in |
| artikel 2, 18, van de voormelde verordening. | artikel 2, 18, van de voormelde verordening. |
Art. 17.Elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, betrokken is bij |
Art. 17.Elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, betrokken is bij |
| de uitvoering en de toepassing van dit decreet, is verplicht tot | de uitvoering en de toepassing van dit decreet, is verplicht tot |
| geheimhouding over de vermogensrechtelijke situatie van de inkomende | geheimhouding over de vermogensrechtelijke situatie van de inkomende |
| bruiklenen en over de bewaarplaats van de inkomende bruiklenen voor en | bruiklenen en over de bewaarplaats van de inkomende bruiklenen voor en |
| na de tentoonstelling waarvoor de waarborg is verleend. Hij is | na de tentoonstelling waarvoor de waarborg is verleend. Hij is |
| verplicht om de volstrekte vertrouwelijkheid van alle gegevens die hij | verplicht om de volstrekte vertrouwelijkheid van alle gegevens die hij |
| vaststelt of die hem toevertrouwd zijn met toepassing van dit decreet, | vaststelt of die hem toevertrouwd zijn met toepassing van dit decreet, |
| in welke vorm ook, te bewaren. | in welke vorm ook, te bewaren. |
| Overtredingen van de geheimhoudingsplicht, vermeld in het eerste lid, | Overtredingen van de geheimhoudingsplicht, vermeld in het eerste lid, |
| worden gestraft conform artikel 458 van het Strafwetboek. | worden gestraft conform artikel 458 van het Strafwetboek. |
Art. 18.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder de algemene |
Art. 18.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder de algemene |
| verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het | verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het |
| Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de | Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de |
| bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van | bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van |
| persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en | persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en |
| tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening | tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening |
| gegevensbescherming). | gegevensbescherming). |
| § 2. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, treedt op als | § 2. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, treedt op als |
| verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de | verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de |
| algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van | algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van |
| persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van dit decreet, meer | persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van dit decreet, meer |
| bepaald bij het ontvangen, beoordelen en verwerken van aanvragen tot | bepaald bij het ontvangen, beoordelen en verwerken van aanvragen tot |
| waarborg, bij de uitvoering van toegekende waarborgen, en de | waarborg, bij de uitvoering van toegekende waarborgen, en de |
| afhandeling van schadegevallen. | afhandeling van schadegevallen. |
| De volgende categorieën van personen hebben toegang tot de verwerkte | De volgende categorieën van personen hebben toegang tot de verwerkte |
| persoonsgegevens: | persoonsgegevens: |
| 1° de personeelsleden van de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst | 1° de personeelsleden van de dienst die de Vlaamse Regering aanwijst |
| ter uitvoering van het eerste lid; | ter uitvoering van het eerste lid; |
| 2° de deskundigen. | 2° de deskundigen. |
| § 3. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet | § 3. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet |
| heeft betrekking op de volgende categorieën van betrokkenen: | heeft betrekking op de volgende categorieën van betrokkenen: |
| 1° de bruikleengever en -nemer, hun personeelsleden en hun | 1° de bruikleengever en -nemer, hun personeelsleden en hun |
| aangestelden; | aangestelden; |
| 2° de deskundigen; | 2° de deskundigen; |
| 3° de dossierbehandelaars. | 3° de dossierbehandelaars. |
| § 4. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet | § 4. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit decreet |
| heeft betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens: | heeft betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens: |
| 1° de identificatiegegevens, het rijksregisternummer of het | 1° de identificatiegegevens, het rijksregisternummer of het |
| identificatienummer van de sociale zekerheid en andere | identificatienummer van de sociale zekerheid en andere |
| identificatiegegevens; | identificatiegegevens; |
| 2° de contactgegevens; | 2° de contactgegevens; |
| 3° de tewerkstellingsgegevens; | 3° de tewerkstellingsgegevens; |
| 4° de financiële gegevens; | 4° de financiële gegevens; |
| 5° de gegevens over kennis en expertise. | 5° de gegevens over kennis en expertise. |
| § 5. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, vraagt in eerste | § 5. De dienst die de Vlaamse Regering aanwijst, vraagt in eerste |
| instantie de persoonsgegevens en andere gegevens op bij de authentieke | instantie de persoonsgegevens en andere gegevens op bij de authentieke |
| gegevensbronnen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse | gegevensbronnen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse |
| Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, | Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van artikel III.66, |
| III.67 en III.68 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. Als de | III.67 en III.68 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018. Als de |
| gegevens daar niet kunnen verkregen worden kan de voormelde dienst die | gegevens daar niet kunnen verkregen worden kan de voormelde dienst die |
| gegevens verkrijgen bij de aanvrager. | gegevens verkrijgen bij de aanvrager. |
| De uitwisselingen van persoonsgegevens vinden plaats met tussenkomst | De uitwisselingen van persoonsgegevens vinden plaats met tussenkomst |
| van de bevoegde dienstenintegratoren, vermeld in artikel 3 van het | van de bevoegde dienstenintegratoren, vermeld in artikel 3 van het |
| decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een | decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een |
| Vlaamse dienstenintegrator. | Vlaamse dienstenintegrator. |
| § 6. De maximale bewaartermijnen voor persoonsgegevens die op basis | § 6. De maximale bewaartermijnen voor persoonsgegevens die op basis |
| van dit decreet conform artikel 5, lid 1, e), van de algemene | van dit decreet conform artikel 5, lid 1, e), van de algemene |
| verordening gegevensbescherming worden bewaard, worden vastgelegd in | verordening gegevensbescherming worden bewaard, worden vastgelegd in |
| beheersregels als vermeld in artikel III.81, § 2, van het | beheersregels als vermeld in artikel III.81, § 2, van het |
| Bestuursdecreet van 7 december 2018. Bij het bepalen van die | Bestuursdecreet van 7 december 2018. Bij het bepalen van die |
| bewaartermijnen wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische | bewaartermijnen wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische |
| waarde van de dossiers. | waarde van de dossiers. |
| § 7. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking | § 7. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking |
| tot de categoriën van betrokkenen, de categoriën van persoonsgegevens, | tot de categoriën van betrokkenen, de categoriën van persoonsgegevens, |
| de categoriën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, | de categoriën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, |
| de beveiliging van die gegevens, en de passende waarborgen voor de | de beveiliging van die gegevens, en de passende waarborgen voor de |
| rechten en de vrijheden van de betrokkenen. | rechten en de vrijheden van de betrokkenen. |
| HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding | HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding |
Art. 19.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van |
Art. 19.De Vlaamse Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van |
| dit decreet. | dit decreet. |
| Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
| zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
| Brussel, 21 januari 2022. | Brussel, 21 januari 2022. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van | De minister-president van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van |
| Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, | Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, |
| J. JAMBON | J. JAMBON |
| De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend | De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend |
| Erfgoed, | Erfgoed, |
| M. DIEPENDAELE | M. DIEPENDAELE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Zitting 2021-2022 | (1) Zitting 2021-2022 |
| Documenten: - Ontwerp van decreet : 1003 - Nr. 1 | Documenten: - Ontwerp van decreet : 1003 - Nr. 1 |
| - Verslag : 1003 - Nr. 2 | - Verslag : 1003 - Nr. 2 |
| - Amendement na indiening van het verslag : 1003 - Nr. 3 | - Amendement na indiening van het verslag : 1003 - Nr. 3 |
| - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1003 - Nr. 4 | - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1003 - Nr. 4 |
| Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 19 januari | Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 19 januari |
| 2022. | 2022. |