Decreet houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg | Decreet houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
20 JUNI 2008. - Decreet houdende het statuut van de Universiteit | 20 JUNI 2008. - Decreet houdende het statuut van de Universiteit |
Hasselt en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg | Hasselt en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg |
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen | Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen |
hetgeen volgt: | hetgeen volgt: |
Decreet houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en de Hoge | Decreet houdende het statuut van de Universiteit Hasselt en de Hoge |
Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg | Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg |
TITEL I. - Inleidende bepalingen | TITEL I. - Inleidende bepalingen |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: |
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: |
1° Universiteitendecreet: decreet van 12 juni 1991 betreffende de | 1° Universiteitendecreet: decreet van 12 juni 1991 betreffende de |
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap; | universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap; |
2° zelfstandig academisch personeel: de personeelsleden, bedoeld in | 2° zelfstandig academisch personeel: de personeelsleden, bedoeld in |
artikelen 64 en 65 van het Universiteitendecreet; | artikelen 64 en 65 van het Universiteitendecreet; |
3° assisterend academisch personeel: benevens de personeelsleden, | 3° assisterend academisch personeel: benevens de personeelsleden, |
bedoeld in artikel 64 en artikelen 66 tot en met 69, van het | bedoeld in artikel 64 en artikelen 66 tot en met 69, van het |
Universiteitendecreet, ook alle bursalen en wetenschappelijke | Universiteitendecreet, ook alle bursalen en wetenschappelijke |
medewerkers, id est bijzonder academisch personeel, ongeacht de aard | medewerkers, id est bijzonder academisch personeel, ongeacht de aard |
van de aanstelling of de herkomst van de bezoldiging; | van de aanstelling of de herkomst van de bezoldiging; |
4° administratief en technisch personeel: benevens de personeelsleden, | 4° administratief en technisch personeel: benevens de personeelsleden, |
bedoeld in artikel 107 en volgende van het Universiteitendecreet, ook | bedoeld in artikel 107 en volgende van het Universiteitendecreet, ook |
de beleidsondersteunende, administratieve en technische medewerkers | de beleidsondersteunende, administratieve en technische medewerkers |
die niet ten laste van de werkingsuitkeringen bezoldigd worden; | die niet ten laste van de werkingsuitkeringen bezoldigd worden; |
5° schools: de onderwijsorganisatorische entiteiten van de | 5° schools: de onderwijsorganisatorische entiteiten van de |
transnationale Universiteit Limburg. | transnationale Universiteit Limburg. |
TITEL II. - De Universiteit Hasselt | TITEL II. - De Universiteit Hasselt |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Art. 3.De Universiteit Hasselt is een universitaire instelling met |
Art. 3.De Universiteit Hasselt is een universitaire instelling met |
rechtspersoonlijkheid. | rechtspersoonlijkheid. |
De Universiteit Hasselt heeft haar bestuurszetel in het administratief | De Universiteit Hasselt heeft haar bestuurszetel in het administratief |
arrondissement Hasselt. | arrondissement Hasselt. |
Art. 4.Onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening met |
Art. 4.Onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening met |
een brede maatschappelijke doelstelling in de Universiteit Hasselt | een brede maatschappelijke doelstelling in de Universiteit Hasselt |
hebben de academische vrijheid ten grondslag. | hebben de academische vrijheid ten grondslag. |
HOOFDSTUK II. - De bestuurs- en beheersorganen en de bestuurs- en | HOOFDSTUK II. - De bestuurs- en beheersorganen en de bestuurs- en |
beheersambten | beheersambten |
Afdeling 1. - Algemene bepaling | Afdeling 1. - Algemene bepaling |
Art. 5.De bestuurs- en beheersorganen en de bestuurs- en |
Art. 5.De bestuurs- en beheersorganen en de bestuurs- en |
beheersambten van de Universiteit Hasselt zijn: | beheersambten van de Universiteit Hasselt zijn: |
1° de raad van bestuur; | 1° de raad van bestuur; |
2° het bestuurscollege; | 2° het bestuurscollege; |
3° de voorzitter en de ondervoorzitter; | 3° de voorzitter en de ondervoorzitter; |
4° de rector en de beide vicerectoren; | 4° de rector en de beide vicerectoren; |
5° de beheerder. | 5° de beheerder. |
Afdeling 2. - De raad van bestuur | Afdeling 2. - De raad van bestuur |
Onderafdeling 1. - Samenstelling | Onderafdeling 1. - Samenstelling |
Art. 6.De raad van bestuur is samengesteld uit: |
Art. 6.De raad van bestuur is samengesteld uit: |
1° de voorzitter en de ondervoorzitter, aangesteld overeenkomstig | 1° de voorzitter en de ondervoorzitter, aangesteld overeenkomstig |
artikel 26, § 1; | artikel 26, § 1; |
2° de rector en de twee vicerectoren, aangesteld overeenkomstig | 2° de rector en de twee vicerectoren, aangesteld overeenkomstig |
artikel 23, § 2 en § 3; | artikel 23, § 2 en § 3; |
3° zes personen aangesteld door de provincieraad van Limburg volgens | 3° zes personen aangesteld door de provincieraad van Limburg volgens |
het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging. Die personen mogen | het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging. Die personen mogen |
geen lid zijn van het federale parlement, het Vlaams Parlement of het | geen lid zijn van het federale parlement, het Vlaams Parlement of het |
Europees Parlement. Maximaal de helft mag lid zijn van de | Europees Parlement. Maximaal de helft mag lid zijn van de |
provincieraad; | provincieraad; |
4° drie vertegenwoordigers van de sociale sector en drie | 4° drie vertegenwoordigers van de sociale sector en drie |
vertegenwoordigers van de economische sector; | vertegenwoordigers van de economische sector; |
5° een lid van het zelfstandig academisch personeel; | 5° een lid van het zelfstandig academisch personeel; |
6° een lid van het assisterend academisch personeel; | 6° een lid van het assisterend academisch personeel; |
7° een lid van het administratief en technisch personeel; | 7° een lid van het administratief en technisch personeel; |
8° drie studenten; | 8° drie studenten; |
9° vier decanen of vicedecanen van: | 9° vier decanen of vicedecanen van: |
a) de faculteiten van de Universiteit Hasselt; | a) de faculteiten van de Universiteit Hasselt; |
b) de schools van de transnationale Universiteit Limburg, indien de | b) de schools van de transnationale Universiteit Limburg, indien de |
decanen of vicedecanen ervan als personeelslid aan de Universiteit | decanen of vicedecanen ervan als personeelslid aan de Universiteit |
Hasselt zijn benoemd. | Hasselt zijn benoemd. |
De beheerder, de regeringscommissaris en de Inspecteur van Financiën | De beheerder, de regeringscommissaris en de Inspecteur van Financiën |
wonen de vergadering met raadgevende stem bij. | wonen de vergadering met raadgevende stem bij. |
Art. 7.De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 4°, worden als |
Art. 7.De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 4°, worden als |
volgt aangesteld: | volgt aangesteld: |
1° de zetelende voorzitter neemt het initiatief om drie | 1° de zetelende voorzitter neemt het initiatief om drie |
vertegenwoordigers van de sociale sector en drie vertegenwoordigers | vertegenwoordigers van de sociale sector en drie vertegenwoordigers |
van de economische sector te laten voordragen; | van de economische sector te laten voordragen; |
2° de voorgedragen vertegenwoordigers worden vervolgens aangesteld | 2° de voorgedragen vertegenwoordigers worden vervolgens aangesteld |
door de zetelende raad van bestuur, uiterlijk in de maand september | door de zetelende raad van bestuur, uiterlijk in de maand september |
van het academiejaar waarin de zetelende leden van de sociale en | van het academiejaar waarin de zetelende leden van de sociale en |
economische sectoren hun mandaat beëindigen. | economische sectoren hun mandaat beëindigen. |
De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 5°, 6° en 7°, worden bij | De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 5°, 6° en 7°, worden bij |
geheime stemming verkozen door respectievelijk de algemene vergadering | geheime stemming verkozen door respectievelijk de algemene vergadering |
van het zelfstandig academisch personeel, de algemene vergadering van | van het zelfstandig academisch personeel, de algemene vergadering van |
het assisterend academisch personeel en de algemene vergadering van | het assisterend academisch personeel en de algemene vergadering van |
het administratief en technisch personeel. Voor de verkiezing van die | het administratief en technisch personeel. Voor de verkiezing van die |
leden beschikken de kiezers telkens over één stem. De kandidaten die | leden beschikken de kiezers telkens over één stem. De kandidaten die |
het hoogste aantal stemmen behalen, zijn gekozen. | het hoogste aantal stemmen behalen, zijn gekozen. |
De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 8°, worden aangesteld met | De leden, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 8°, worden aangesteld met |
inachtneming van artikel II.61 van het decreet van 19 maart 2004 | inachtneming van artikel II.61 van het decreet van 19 maart 2004 |
betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie | betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie |
in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het | in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het |
hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de | hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de |
begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in | begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in |
Vlaanderen. | Vlaanderen. |
Art. 8.De mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° en 4°, zijn |
Art. 8.De mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° en 4°, zijn |
onverenigbaar met een dienstbetrekking aan de Universiteit Hasselt. | onverenigbaar met een dienstbetrekking aan de Universiteit Hasselt. |
Art. 9.De duur van de mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3°, |
Art. 9.De duur van de mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3°, |
4°, 5°, 6° en 7°, is vier jaar. De mandaten zijn verlengbaar. | 4°, 5°, 6° en 7°, is vier jaar. De mandaten zijn verlengbaar. |
De duur van de mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 8°, is één | De duur van de mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 8°, is één |
jaar. De mandaten zijn verlengbaar. | jaar. De mandaten zijn verlengbaar. |
De mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 8°, lopen | De mandaten, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 8°, lopen |
tot en met 30 september van het academiejaar waarin het mandaat van de | tot en met 30 september van het academiejaar waarin het mandaat van de |
in dienst zijnde rector verstrijkt. | in dienst zijnde rector verstrijkt. |
Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat, bedoeld in | Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat, bedoeld in |
artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 9°, wordt dat mandaat voor de | artikel 6, eerste lid, 3° tot en met 9°, wordt dat mandaat voor de |
resterende duur ervan ingevuld door een vervanger. | resterende duur ervan ingevuld door een vervanger. |
Art. 10.Alle stemgerechtigde leden in de raad van bestuur hebben |
Art. 10.Alle stemgerechtigde leden in de raad van bestuur hebben |
gelijke rechten en plichten. | gelijke rechten en plichten. |
De studenten oefenen hun bevoegdheden als lid van de raad van bestuur | De studenten oefenen hun bevoegdheden als lid van de raad van bestuur |
uit, rekening houdend met de bepalingen van artikel II.51, § 2, eerste | uit, rekening houdend met de bepalingen van artikel II.51, § 2, eerste |
lid, 1°, juncto artikel II.93, § 2, van het decreet van 19 maart 2004 | lid, 1°, juncto artikel II.93, § 2, van het decreet van 19 maart 2004 |
betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie | betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie |
in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het | in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het |
hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de | hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de |
begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in | begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in |
Vlaanderen. | Vlaanderen. |
Onderafdeling 2. - Bevoegdheid | Onderafdeling 2. - Bevoegdheid |
Art. 11.De raad van bestuur is het hoogste bestuurs- en beheersorgaan |
Art. 11.De raad van bestuur is het hoogste bestuurs- en beheersorgaan |
en heeft uit dien hoofde de volheid van handeling- en | en heeft uit dien hoofde de volheid van handeling- en |
bestuursbevoegdheid. | bestuursbevoegdheid. |
De raad van bestuur bepaalt ook de academische en administratieve | De raad van bestuur bepaalt ook de academische en administratieve |
organisatie van de universiteit. | organisatie van de universiteit. |
Art. 12.De raad van bestuur is belast met: |
Art. 12.De raad van bestuur is belast met: |
1° de oprichting en de inrichting van de faculteiten, de | 1° de oprichting en de inrichting van de faculteiten, de |
departementen, de schools, de diensten, de onderzoeksinstituten, de | departementen, de schools, de diensten, de onderzoeksinstituten, de |
leerstoelen en alle andere academische organen en organisatie-eenheden | leerstoelen en alle andere academische organen en organisatie-eenheden |
die de raad noodzakelijk acht; | die de raad noodzakelijk acht; |
2° het bepalen van het bestuursreglement, de reglementen voor de | 2° het bepalen van het bestuursreglement, de reglementen voor de |
verkiezing van de rector, de vicerectoren en de leden van de andere | verkiezing van de rector, de vicerectoren en de leden van de andere |
academische organen, het onderwijs- en het examenreglement, met | academische organen, het onderwijs- en het examenreglement, met |
inbegrip van onderwijsprogramma's, de rechtspositieregeling van de | inbegrip van onderwijsprogramma's, de rechtspositieregeling van de |
student, het personeelsreglement, het tuchtreglement en alle andere | student, het personeelsreglement, het tuchtreglement en alle andere |
reglementen; | reglementen; |
3° de goedkeuring van de algemene richtlijnen voor de organisatie, | 3° de goedkeuring van de algemene richtlijnen voor de organisatie, |
coördinatie en kwaliteitsbewaking van het academisch onderwijs, het | coördinatie en kwaliteitsbewaking van het academisch onderwijs, het |
wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke en maatschappelijke | wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke en maatschappelijke |
dienstverlening van de Universiteit Hasselt; | dienstverlening van de Universiteit Hasselt; |
4° het goedkeuren en eventueel aanpassen van het vijfjaarlijks | 4° het goedkeuren en eventueel aanpassen van het vijfjaarlijks |
investerings- en financieringsplan; | investerings- en financieringsplan; |
5° het jaarlijks vastleggen en goedkeuren van de begroting, de | 5° het jaarlijks vastleggen en goedkeuren van de begroting, de |
jaarrekening en het jaarverslag van de universiteit; | jaarrekening en het jaarverslag van de universiteit; |
6° het bepalen van de personeelsformatie; | 6° het bepalen van de personeelsformatie; |
7° de aanstelling van de voorzitter, ondervoorzitter, rector, | 7° de aanstelling van de voorzitter, ondervoorzitter, rector, |
vicerectoren; | vicerectoren; |
8° de aanstelling en de evaluatie van de beheerder. | 8° de aanstelling en de evaluatie van de beheerder. |
Die bevoegdheden kunnen niet aan enig ander orgaan worden opgedragen. | Die bevoegdheden kunnen niet aan enig ander orgaan worden opgedragen. |
Art. 13.§ 1. De raad van bestuur is belast met: |
Art. 13.§ 1. De raad van bestuur is belast met: |
1° het goedkeuren van vacatures en de beslissing tot de | 1° het goedkeuren van vacatures en de beslissing tot de |
vacantverklaring van openstaande ambten; | vacantverklaring van openstaande ambten; |
2° de benoeming, aanstelling, bevordering, mutatie of overheveling van | 2° de benoeming, aanstelling, bevordering, mutatie of overheveling van |
de personeelsleden; | de personeelsleden; |
3° het opstellen van het reglement van orde; | 3° het opstellen van het reglement van orde; |
4° het beschikken over de financiën en de roerende en onroerende | 4° het beschikken over de financiën en de roerende en onroerende |
goederen van de Universiteit Hasselt; | goederen van de Universiteit Hasselt; |
5° het sluiten van overeenkomsten en het verrichten van andere | 5° het sluiten van overeenkomsten en het verrichten van andere |
rechtshandelingen; | rechtshandelingen; |
6° het handhaven van de academische orde, en het eventueel nemen van | 6° het handhaven van de academische orde, en het eventueel nemen van |
tuchtmaatregelen, overeenkomstig het vigerend tuchtreglement; | tuchtmaatregelen, overeenkomstig het vigerend tuchtreglement; |
7° het goedkeuren van de participatie van de Universiteit Hasselt in | 7° het goedkeuren van de participatie van de Universiteit Hasselt in |
spin-offbedrijven en andere rechtspersonen; | spin-offbedrijven en andere rechtspersonen; |
8° alle andere bij of krachtens dit decreet of andere decreten aan de | 8° alle andere bij of krachtens dit decreet of andere decreten aan de |
raad van bestuur opgedragen bevoegdheden. | raad van bestuur opgedragen bevoegdheden. |
§ 2. De in § 1 bedoelde bevoegdheden kunnen op herroepbare wijze via | § 2. De in § 1 bedoelde bevoegdheden kunnen op herroepbare wijze via |
een delegatiebesluit worden opgedragen aan: | een delegatiebesluit worden opgedragen aan: |
1° het bestuurscollege; | 1° het bestuurscollege; |
2° de leden van de raad van bestuur; | 2° de leden van de raad van bestuur; |
3° de leden van het administratief personeel; | 3° de leden van het administratief personeel; |
4° een in artikel 35 bedoeld orgaan. | 4° een in artikel 35 bedoeld orgaan. |
De in het eerste lid bedoelde personen of organen brengen aan de raad | De in het eerste lid bedoelde personen of organen brengen aan de raad |
van bestuur verslag uit over genomen beslissingen. | van bestuur verslag uit over genomen beslissingen. |
Onderafdeling 3. - Werkingsregelen | Onderafdeling 3. - Werkingsregelen |
Art. 14.De raad van bestuur vergadert rechtsgeldig indien meer dan de |
Art. 14.De raad van bestuur vergadert rechtsgeldig indien meer dan de |
helft van de leden aanwezig is. Indien minder dan de helft van de | helft van de leden aanwezig is. Indien minder dan de helft van de |
leden aanwezig is, roept de voorzitter tot een nieuwe vergadering op. | leden aanwezig is, roept de voorzitter tot een nieuwe vergadering op. |
Nadat opnieuw tot een vergadering is opgeroepen, waarbij opnieuw | Nadat opnieuw tot een vergadering is opgeroepen, waarbij opnieuw |
minder dan de helft van de leden aanwezig is, wordt die vergadering | minder dan de helft van de leden aanwezig is, wordt die vergadering |
gehouden, ongeacht het aantal aanwezige leden. | gehouden, ongeacht het aantal aanwezige leden. |
Art. 15.De leden van de raad van bestuur onthouden zich van |
Art. 15.De leden van de raad van bestuur onthouden zich van |
meestemmen over zaken of personen die hen, hun echtgenoten, personen | meestemmen over zaken of personen die hen, hun echtgenoten, personen |
met wie zij samenwonen, of hun bloed- of aanverwanten tot de derde | met wie zij samenwonen, of hun bloed- of aanverwanten tot de derde |
graad persoonlijk aangaan. | graad persoonlijk aangaan. |
Art. 16.Over personen wordt steeds bij gesloten en ongetekende |
Art. 16.Over personen wordt steeds bij gesloten en ongetekende |
stembriefjes gestemd; over zaken mondeling en bij hoofdelijke | stembriefjes gestemd; over zaken mondeling en bij hoofdelijke |
oproeping. | oproeping. |
Indien bij het nemen van een besluit over een zaak geen der leden de | Indien bij het nemen van een besluit over een zaak geen der leden de |
stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. | stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. |
Art. 17.Ieder aanwezig stemgerechtigd lid kan één stem uitbrengen. |
Art. 17.Ieder aanwezig stemgerechtigd lid kan één stem uitbrengen. |
Voor het nemen van een beslissing of voor het geven van een advies is | Voor het nemen van een beslissing of voor het geven van een advies is |
een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist. | een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist. |
Blanco stemmen, ongeldige stemmen of onthoudingen worden geacht niet | Blanco stemmen, ongeldige stemmen of onthoudingen worden geacht niet |
te zijn uitgebracht. | te zijn uitgebracht. |
Art. 18.De beslissingen van de raad van bestuur zijn openbaar. |
Art. 18.De beslissingen van de raad van bestuur zijn openbaar. |
In afwijking van het eerste lid kan de raad van bestuur in een bij | In afwijking van het eerste lid kan de raad van bestuur in een bij |
tweederdemeerderheid genomen gemotiveerd besluit bepalen dat een | tweederdemeerderheid genomen gemotiveerd besluit bepalen dat een |
beslissing geheim wordt gehouden. | beslissing geheim wordt gehouden. |
Art. 19.De raad van bestuur stelt een huishoudelijk reglement op |
Art. 19.De raad van bestuur stelt een huishoudelijk reglement op |
waarin de raad zijn werkingsregelen vaststelt. | waarin de raad zijn werkingsregelen vaststelt. |
Afdeling 3. - Het bestuurscollege | Afdeling 3. - Het bestuurscollege |
Onderafdeling 1. - Samenstelling | Onderafdeling 1. - Samenstelling |
Art. 20.Het bestuurscollege bestaat uit: |
Art. 20.Het bestuurscollege bestaat uit: |
1° de voorzitter en de ondervoorzitter, aangesteld overeenkomstig | 1° de voorzitter en de ondervoorzitter, aangesteld overeenkomstig |
artikel 26, § 1; | artikel 26, § 1; |
2° de rector en de vicerectoren, aangesteld overeenkomstig artikel 23, | 2° de rector en de vicerectoren, aangesteld overeenkomstig artikel 23, |
§ 2 en § 3; | § 2 en § 3; |
3° één student, aangesteld overeenkomstig artikel 7, derde lid. | 3° één student, aangesteld overeenkomstig artikel 7, derde lid. |
De voorzitter van de raad van bestuur is tevens voorzitter van het | De voorzitter van de raad van bestuur is tevens voorzitter van het |
bestuurscollege. | bestuurscollege. |
De beheerder, de regeringscommissaris en de Inspecteur van Financiën | De beheerder, de regeringscommissaris en de Inspecteur van Financiën |
wonen de vergaderingen met raadgevende stem bij. | wonen de vergaderingen met raadgevende stem bij. |
Onderafdeling 2. - Bevoegdheid | Onderafdeling 2. - Bevoegdheid |
Art. 21.§ 1. Het bestuurscollege is, binnen de grenzen van het door |
Art. 21.§ 1. Het bestuurscollege is, binnen de grenzen van het door |
de raad van bestuur volgens artikel 13, § 2, vastgelegde | de raad van bestuur volgens artikel 13, § 2, vastgelegde |
delegatiebesluit, belast met het dagelijks bestuur en beheer van de | delegatiebesluit, belast met het dagelijks bestuur en beheer van de |
Universiteit Hasselt op administratief, technisch, financieel en | Universiteit Hasselt op administratief, technisch, financieel en |
personeelsvlak. | personeelsvlak. |
Het bestuurscollege draagt ook zorg voor de voorbereiding, de | Het bestuurscollege draagt ook zorg voor de voorbereiding, de |
bekendmaking en de uitvoering van de besluiten van de raad van | bekendmaking en de uitvoering van de besluiten van de raad van |
bestuur. | bestuur. |
§ 2. In spoedeisende omstandigheden neemt het bestuurscollege met | § 2. In spoedeisende omstandigheden neemt het bestuurscollege met |
betrekking tot materies die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur | betrekking tot materies die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur |
behoren, alle nodige maatregelen om de belangen van de instelling te | behoren, alle nodige maatregelen om de belangen van de instelling te |
vrijwaren. | vrijwaren. |
De genomen beslissingen worden op de eerstvolgende vergadering aan de | De genomen beslissingen worden op de eerstvolgende vergadering aan de |
raad van bestuur voorgelegd, die ze kan herroepen of wijzigen voor | raad van bestuur voorgelegd, die ze kan herroepen of wijzigen voor |
zover aan de beslissingen nog geen uitvoering is gegeven. | zover aan de beslissingen nog geen uitvoering is gegeven. |
§ 3. Het bestuurscollege is aan de raad van bestuur verantwoording | § 3. Het bestuurscollege is aan de raad van bestuur verantwoording |
verschuldigd. Het bestuurscollege verschaft de raad van bestuur | verschuldigd. Het bestuurscollege verschaft de raad van bestuur |
informatie over de beslissingen die het genomen heeft. Het verstrekt | informatie over de beslissingen die het genomen heeft. Het verstrekt |
de raad van bestuur op zijn verzoek alle inlichtingen over de | de raad van bestuur op zijn verzoek alle inlichtingen over de |
handelingen die het heeft verricht. | handelingen die het heeft verricht. |
Onderafdeling 3. - Werkingsregelen | Onderafdeling 3. - Werkingsregelen |
Art. 22.Het bestuurscollege stelt een huishoudelijk reglement op |
Art. 22.Het bestuurscollege stelt een huishoudelijk reglement op |
waarin het zijn werkingsregelen vaststelt. | waarin het zijn werkingsregelen vaststelt. |
Afdeling 4. - De rector en de vicerectoren | Afdeling 4. - De rector en de vicerectoren |
Onderafdeling 1. - Aanstelling | Onderafdeling 1. - Aanstelling |
Art. 23.§ 1. De rector en de vicerectoren worden voor een termijn van |
Art. 23.§ 1. De rector en de vicerectoren worden voor een termijn van |
vier jaar aangesteld door de raad van bestuur. De kandidaten moeten | vier jaar aangesteld door de raad van bestuur. De kandidaten moeten |
voltijds verbonden zijn aan de Universiteit Hasselt en gewoon | voltijds verbonden zijn aan de Universiteit Hasselt en gewoon |
hoogleraar zijn. | hoogleraar zijn. |
§ 2. De rector wordt in de loop van de maand mei van het academiejaar | § 2. De rector wordt in de loop van de maand mei van het academiejaar |
waarin het mandaat van de in dienst zijnde rector verstrijkt, | waarin het mandaat van de in dienst zijnde rector verstrijkt, |
voorgedragen door de algemene vergadering van de faculteitsraden, | voorgedragen door de algemene vergadering van de faculteitsraden, |
overeenkomstig artikel 36. | overeenkomstig artikel 36. |
De rector wordt aangesteld door de zetelende raad van bestuur. | De rector wordt aangesteld door de zetelende raad van bestuur. |
Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet | Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet |
een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid | een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid |
vereist is. | vereist is. |
§ 3. De volgens § 2 aangestelde rector draagt uiterlijk in de loop van | § 3. De volgens § 2 aangestelde rector draagt uiterlijk in de loop van |
de maand juli die voorafgaat aan het verstrijken van het mandaat van | de maand juli die voorafgaat aan het verstrijken van het mandaat van |
de in dienst zijnde vicerectoren, de kandidaat-vicerectoren, alsmede | de in dienst zijnde vicerectoren, de kandidaat-vicerectoren, alsmede |
hun respectieve bevoegdheidsdomeinen, ter stemming voor aan de | hun respectieve bevoegdheidsdomeinen, ter stemming voor aan de |
algemene vergadering van de faculteitsraden, overeenkomstig artikel | algemene vergadering van de faculteitsraden, overeenkomstig artikel |
36. | 36. |
De rector draagt de kandidaat-vicerectoren ter aanstelling voor aan de | De rector draagt de kandidaat-vicerectoren ter aanstelling voor aan de |
zetelende raad van bestuur. | zetelende raad van bestuur. |
Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet | Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet |
een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid | een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid |
vereist is. | vereist is. |
§ 4. Het mandaat van rector en vicerector loopt tot en met 30 | § 4. Het mandaat van rector en vicerector loopt tot en met 30 |
september van het academiejaar waarin het mandaat van de in dienst | september van het academiejaar waarin het mandaat van de in dienst |
zijnde rector verstrijkt. | zijnde rector verstrijkt. |
§ 5. Het mandaat van rector en vicerector is tweemaal verlengbaar. | § 5. Het mandaat van rector en vicerector is tweemaal verlengbaar. |
§ 6. Het mandaat van rector of vicerector is onverenigbaar met het | § 6. Het mandaat van rector of vicerector is onverenigbaar met het |
(vice)voorzitterschap van een faculteit, depa rtement of school, of | (vice)voorzitterschap van een faculteit, depa rtement of school, of |
het directeurschap van een onderzoeksinstituut. | het directeurschap van een onderzoeksinstituut. |
§ 7. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van rector of | § 7. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van rector of |
vicerector, wordt dat mandaat voor de resterende duur ervan ingevuld | vicerector, wordt dat mandaat voor de resterende duur ervan ingevuld |
door een vervanger. | door een vervanger. |
§ 8. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van rector | § 8. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van rector |
wordt de raad van bestuur belast met de onmiddellijke organisatie van | wordt de raad van bestuur belast met de onmiddellijke organisatie van |
de verkiezing van de rector. | de verkiezing van de rector. |
Onderafdeling 2. - Bevoegdheid | Onderafdeling 2. - Bevoegdheid |
Art. 24.§ 1. De rector heeft de academische leiding en |
Art. 24.§ 1. De rector heeft de academische leiding en |
vertegenwoordigt de universitaire gemeenschap van de Universiteit | vertegenwoordigt de universitaire gemeenschap van de Universiteit |
Hasselt voor academische aangelegenheden. De universitaire gemeenschap | Hasselt voor academische aangelegenheden. De universitaire gemeenschap |
bestaat uit de volgende geledingen: | bestaat uit de volgende geledingen: |
1° het zelfstandig academisch personeel; | 1° het zelfstandig academisch personeel; |
2° het assisterend academisch personeel; | 2° het assisterend academisch personeel; |
3° het administratief en technisch personeel; | 3° het administratief en technisch personeel; |
4° de studenten, ingeschreven in een onderwijsprogramma van de | 4° de studenten, ingeschreven in een onderwijsprogramma van de |
Universiteit Hasselt en de studenten van de campus Hasselt-Diepenbeek | Universiteit Hasselt en de studenten van de campus Hasselt-Diepenbeek |
van de transnationale Universiteit Limburg. | van de transnationale Universiteit Limburg. |
De rector ondertekent mede de diploma's en reikt de erediploma's uit. | De rector ondertekent mede de diploma's en reikt de erediploma's uit. |
§ 2. De vicerectoren staan de rector bij en vervangen hem wanneer hij | § 2. De vicerectoren staan de rector bij en vervangen hem wanneer hij |
niet beschikbaar is. | niet beschikbaar is. |
Onderafdeling 3. - Statuut | Onderafdeling 3. - Statuut |
Art. 25.De rector en de vicerectoren hebben recht op een vergoeding, |
Art. 25.De rector en de vicerectoren hebben recht op een vergoeding, |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 van het | overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 van het |
Universiteitendecreet. | Universiteitendecreet. |
Afdeling 5. - De voorzitter en ondervoorzitter | Afdeling 5. - De voorzitter en ondervoorzitter |
Onderafdeling 1. - Aanstelling | Onderafdeling 1. - Aanstelling |
Art. 26.§ 1. De voorzitter en de ondervoorzitter worden tijdens de |
Art. 26.§ 1. De voorzitter en de ondervoorzitter worden tijdens de |
eerste vergadering van het begin van het nieuwe academiejaar, namelijk | eerste vergadering van het begin van het nieuwe academiejaar, namelijk |
in oktober, voor een termijn van vier jaar aangesteld door de nieuw | in oktober, voor een termijn van vier jaar aangesteld door de nieuw |
verkozen raad van bestuur. De vergadering wordt voorgezeten door het | verkozen raad van bestuur. De vergadering wordt voorgezeten door het |
oudste aanwezige lid. | oudste aanwezige lid. |
Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet | Bij bezwaar door een derde van de leden van de raad van bestuur moet |
een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid | een tweede stemronde plaatsgrijpen waarbij een tweederdemeerderheid |
vereist is. | vereist is. |
§ 2. Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter loopt tot en met 30 | § 2. Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter loopt tot en met 30 |
september van het academiejaar waarin het mandaat van de in dienst | september van het academiejaar waarin het mandaat van de in dienst |
zijnde rector verstrijkt. | zijnde rector verstrijkt. |
Zolang er geen nieuwe voorzitter en ondervoorzitter verkozen zijn | Zolang er geen nieuwe voorzitter en ondervoorzitter verkozen zijn |
volgens § 1, blijven de uit dienst tredende voorzitter en | volgens § 1, blijven de uit dienst tredende voorzitter en |
ondervoorzitter hun mandaat ad interim waarnemen. | ondervoorzitter hun mandaat ad interim waarnemen. |
§ 3. Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter is eenmaal | § 3. Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter is eenmaal |
verlengbaar. | verlengbaar. |
§ 4. De mandaten van voorzitter en ondervoorzitter zijn onverenigbaar | § 4. De mandaten van voorzitter en ondervoorzitter zijn onverenigbaar |
met een dienstbetrekking bij de Universiteit Hasselt. | met een dienstbetrekking bij de Universiteit Hasselt. |
§ 5. De voorzitter of de ondervoorzitter kunnen worden aangesteld | § 5. De voorzitter of de ondervoorzitter kunnen worden aangesteld |
onder de in artikel 6, eerste lid, 3° of 4°, bedoelde leden. In | onder de in artikel 6, eerste lid, 3° of 4°, bedoelde leden. In |
voorkomend geval is artikel 9, vierde lid, van toepassing voor het | voorkomend geval is artikel 9, vierde lid, van toepassing voor het |
aldus vrijgekomen mandaat. | aldus vrijgekomen mandaat. |
§ 6. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van | § 6. Bij vroegtijdige beëindiging van een lopend mandaat van |
voorzitter of ondervoorzitter wordt dat mandaat voor de resterende | voorzitter of ondervoorzitter wordt dat mandaat voor de resterende |
duur ervan ingevuld door een vervanger. | duur ervan ingevuld door een vervanger. |
Onderafdeling 2. - Bevoegdheid | Onderafdeling 2. - Bevoegdheid |
Art. 27.§ 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van |
Art. 27.§ 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad van |
bestuur en van het bestuurscollege. | bestuur en van het bestuurscollege. |
De voorzitter zorgt voor de uitvoering van de beslissingen, genomen | De voorzitter zorgt voor de uitvoering van de beslissingen, genomen |
door voormelde universiteitsbesturen. | door voormelde universiteitsbesturen. |
De voorzitter vertegenwoordigt de Universiteit Hasselt in en buiten | De voorzitter vertegenwoordigt de Universiteit Hasselt in en buiten |
rechte. | rechte. |
De voorzitter heeft de algemene leiding van de Universiteit Hasselt, | De voorzitter heeft de algemene leiding van de Universiteit Hasselt, |
inzonderheid het administratief, budgettair en financieel beheer. | inzonderheid het administratief, budgettair en financieel beheer. |
§ 2. De ondervoorzitter staat de voorzitter bij en vervangt hem | § 2. De ondervoorzitter staat de voorzitter bij en vervangt hem |
wanneer hij niet beschikbaar is. | wanneer hij niet beschikbaar is. |
Onderafdeling 3. - Statuut | Onderafdeling 3. - Statuut |
Art. 28.De raad van bestuur bepaalt het salaris en de omvang en |
Art. 28.De raad van bestuur bepaalt het salaris en de omvang en |
inhoud van de functie van de voorzitter en de ondervoorzitter. Het | inhoud van de functie van de voorzitter en de ondervoorzitter. Het |
salaris wordt vastgesteld in de salarisschaal van de rang van gewoon | salaris wordt vastgesteld in de salarisschaal van de rang van gewoon |
hoogleraar, overeenkomstig de bezoldigingsvoorschriften die van | hoogleraar, overeenkomstig de bezoldigingsvoorschriften die van |
toepassing zijn op de leden van het zelfstandig academisch personeel | toepassing zijn op de leden van het zelfstandig academisch personeel |
van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. | van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 29.De voorzitter en de ondervoorzitter hebben recht op een |
Art. 29.De voorzitter en de ondervoorzitter hebben recht op een |
vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 van het | vergoeding, overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 van het |
Universiteitendecreet. | Universiteitendecreet. |
Afdeling 6. - Vertegenwoordiging in de transnationale Universiteit | Afdeling 6. - Vertegenwoordiging in de transnationale Universiteit |
Limburg | Limburg |
Art. 30.De rector of een van de vicerectoren en de voorzitter of de |
Art. 30.De rector of een van de vicerectoren en de voorzitter of de |
ondervoorzitter zijn de Vlaamse leden van het college van bestuur van | ondervoorzitter zijn de Vlaamse leden van het college van bestuur van |
de transnationale Universiteit Limburg. | de transnationale Universiteit Limburg. |
Art. 31.De Vlaamse Regering wijst de Vlaamse leden van de raad van |
Art. 31.De Vlaamse Regering wijst de Vlaamse leden van de raad van |
toezicht van de transnationale Universiteit Limburg aan, waarvan | toezicht van de transnationale Universiteit Limburg aan, waarvan |
minstens een lid onder de in artikel 6, eerste lid, 3° en 4°, bedoelde | minstens een lid onder de in artikel 6, eerste lid, 3° en 4°, bedoelde |
leden. | leden. |
Afdeling 7. - De beheerder | Afdeling 7. - De beheerder |
Onderafdeling 1. - Aanstelling | Onderafdeling 1. - Aanstelling |
Art. 32.§ 1. In de personeelsformatie ten laste van de |
Art. 32.§ 1. In de personeelsformatie ten laste van de |
werkingsuitkeringen is een betrekking van beheerder opgenomen. | werkingsuitkeringen is een betrekking van beheerder opgenomen. |
§ 2. Een nieuwe beheerder wordt aangesteld door de raad van bestuur na | § 2. Een nieuwe beheerder wordt aangesteld door de raad van bestuur na |
een openbare oproep in het Belgisch Staatsblad. | een openbare oproep in het Belgisch Staatsblad. |
De vacature vermeldt ten minste de functie-inhoud, de functie-eisen en | De vacature vermeldt ten minste de functie-inhoud, de functie-eisen en |
de selectieprocedure. De beheerder moet houder zijn van een | de selectieprocedure. De beheerder moet houder zijn van een |
masterdiploma. | masterdiploma. |
§ 3. De rechten en plichten van de beheerder, die deze functie als | § 3. De rechten en plichten van de beheerder, die deze functie als |
mandaat opneemt, worden vastgelegd in een overeenkomst met de raad van | mandaat opneemt, worden vastgelegd in een overeenkomst met de raad van |
bestuur. | bestuur. |
§ 4. Het mandaat van beheerder wordt voor een termijn van zes jaar | § 4. Het mandaat van beheerder wordt voor een termijn van zes jaar |
bepaald en is verlengbaar. | bepaald en is verlengbaar. |
Onderafdeling 2. - Bevoegdheid | Onderafdeling 2. - Bevoegdheid |
Art. 33.De beheerder coördineert de dagelijkse werking van de |
Art. 33.De beheerder coördineert de dagelijkse werking van de |
administratieve, financiële en technische diensten en is | administratieve, financiële en technische diensten en is |
verantwoordelijk voor het administratief en technische personeel | verantwoordelijk voor het administratief en technische personeel |
(ATP-geleding). | (ATP-geleding). |
De beheerder is tevens belast met het opstellen van de werkdocumenten | De beheerder is tevens belast met het opstellen van de werkdocumenten |
en notulen van de raad van bestuur en van het bestuurscollege. | en notulen van de raad van bestuur en van het bestuurscollege. |
Onderafdeling 3. - Statuut | Onderafdeling 3. - Statuut |
Art. 34.De raad van bestuur stelt het salaris van de beheerder vast |
Art. 34.De raad van bestuur stelt het salaris van de beheerder vast |
in de salarisschaal van het zelfstandig academisch personeel. De raad | in de salarisschaal van het zelfstandig academisch personeel. De raad |
van bestuur kan hem een vergoeding toekennen, overeenkomstig artikel | van bestuur kan hem een vergoeding toekennen, overeenkomstig artikel |
100 van het Universiteitendecreet. | 100 van het Universiteitendecreet. |
Personeelsleden van een universiteit of hogeschool die bezoldigd | Personeelsleden van een universiteit of hogeschool die bezoldigd |
worden op de werkingsuitkeringen of ambtenaren van de Vlaamse | worden op de werkingsuitkeringen of ambtenaren van de Vlaamse |
Gemeenschap die het mandaat van beheerder opnemen, krijgen voor de | Gemeenschap die het mandaat van beheerder opnemen, krijgen voor de |
duur van het mandaat een verlof voor de uitoefening van een mandaat | duur van het mandaat een verlof voor de uitoefening van een mandaat |
waarvan het algemeen belang erkend wordt. Het verlof wordt | waarvan het algemeen belang erkend wordt. Het verlof wordt |
gelijkgesteld met dienstanciënniteit. Het wordt niet bezoldigd. | gelijkgesteld met dienstanciënniteit. Het wordt niet bezoldigd. |
HOOFDSTUK III. - Academische entiteiten | HOOFDSTUK III. - Academische entiteiten |
Art. 35.De raad van bestuur kan de faculteiten, de departementen, de |
Art. 35.De raad van bestuur kan de faculteiten, de departementen, de |
schools, de diensten, de onderzoeksinstituten, de leerstoelen en alle | schools, de diensten, de onderzoeksinstituten, de leerstoelen en alle |
andere academische organen en organisatie-eenheden oprichten en | andere academische organen en organisatie-eenheden oprichten en |
inrichten die de raad noodzakelijk acht. | inrichten die de raad noodzakelijk acht. |
De raad van bestuur bepaalt de benaming, de samenstelling, de werking | De raad van bestuur bepaalt de benaming, de samenstelling, de werking |
en de bevoegdheden van die organen. | en de bevoegdheden van die organen. |
De raad van bestuur stelt tevens vast tot welke van de voornoemde | De raad van bestuur stelt tevens vast tot welke van de voornoemde |
organen de opdrachten van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke | organen de opdrachten van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke |
dienstverlening en het daaraan verbonden wetenschappelijk en | dienstverlening en het daaraan verbonden wetenschappelijk en |
administratief beheer behoren. | administratief beheer behoren. |
Art. 36.De algemene vergadering van de faculteitsraden bestaat uit de |
Art. 36.De algemene vergadering van de faculteitsraden bestaat uit de |
leden van de faculteitsraden. | leden van de faculteitsraden. |
De algemene vergadering van de faculteitsraden stelt haar | De algemene vergadering van de faculteitsraden stelt haar |
huishoudelijk reglement op, dat aan de goedkeuring van de raad van | huishoudelijk reglement op, dat aan de goedkeuring van de raad van |
bestuur wordt onderworpen. | bestuur wordt onderworpen. |
De algemene vergadering van de faculteitsraden heeft inzonderheid tot | De algemene vergadering van de faculteitsraden heeft inzonderheid tot |
taak het voordragen van de kandidaten voor het ambt van rector. Voor | taak het voordragen van de kandidaten voor het ambt van rector. Voor |
die voordracht beschikken de leden van de algemene vergadering over | die voordracht beschikken de leden van de algemene vergadering over |
één stem. De voorgedragen lijst met kandidaten voor het mandaat van | één stem. De voorgedragen lijst met kandidaten voor het mandaat van |
rector bevat ten minste één en ten hoogste drie gerangschikte | rector bevat ten minste één en ten hoogste drie gerangschikte |
kandidaten. | kandidaten. |
De beslissingen van de algemene vergadering van de faculteitsraden | De beslissingen van de algemene vergadering van de faculteitsraden |
zijn met redenen omkleed. | zijn met redenen omkleed. |
De bepalingen van artikelen 14 tot en met 18 zijn van overeenkomstige | De bepalingen van artikelen 14 tot en met 18 zijn van overeenkomstige |
toepassing op de algemene vergadering van de faculteitsraden. | toepassing op de algemene vergadering van de faculteitsraden. |
TITEL III. - De Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg | TITEL III. - De Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in Limburg |
Art. 37.De gouverneur of de gedeputeerde voor onderwijs stelt in |
Art. 37.De gouverneur of de gedeputeerde voor onderwijs stelt in |
overleg met de respectieve raden van bestuur van de Limburgse | overleg met de respectieve raden van bestuur van de Limburgse |
hogeronderwijsinstellingen een adviserende Hoge Raad voor het Hoger | hogeronderwijsinstellingen een adviserende Hoge Raad voor het Hoger |
Onderwijs in Limburg samen. | Onderwijs in Limburg samen. |
De Hoge Raad heeft tot taak de ontwikkeling van het hoger onderwijs in | De Hoge Raad heeft tot taak de ontwikkeling van het hoger onderwijs in |
Limburg in al zijn facetten te bevorderen, in het bijzonder het | Limburg in al zijn facetten te bevorderen, in het bijzonder het |
wetenschappelijk onderzoek, de maatschappelijke dienstverlening en de | wetenschappelijk onderzoek, de maatschappelijke dienstverlening en de |
participatie aan het hoger onderwijs. | participatie aan het hoger onderwijs. |
De Hoge Raad is samengesteld uit zeven vertegenwoordigers uit sociale, | De Hoge Raad is samengesteld uit zeven vertegenwoordigers uit sociale, |
economische en culturele kringen, vijf vertegenwoordigers van de | economische en culturele kringen, vijf vertegenwoordigers van de |
instellingen van het hoger onderwijs, de gouverneur en de gedeputeerde | instellingen van het hoger onderwijs, de gouverneur en de gedeputeerde |
voor onderwijs en per erkende politieke fractie heeft één | voor onderwijs en per erkende politieke fractie heeft één |
volksvertegenwoordiger uit het Vlaams Parlement die verkozen is in de | volksvertegenwoordiger uit het Vlaams Parlement die verkozen is in de |
provincie Limburg, zitting in deze Hoge Raad. | provincie Limburg, zitting in deze Hoge Raad. |
De Hoge Raad wordt voorgezeten door de gouverneur of de gedeputeerde | De Hoge Raad wordt voorgezeten door de gouverneur of de gedeputeerde |
voor onderwijs. De Hoge Raad stelt het huishoudelijk reglement op | voor onderwijs. De Hoge Raad stelt het huishoudelijk reglement op |
waarin de nadere regels betreffende de samenstelling, de interne | waarin de nadere regels betreffende de samenstelling, de interne |
werking, de aanvaarding en het ontslag van nieuwe leden vastliggen. | werking, de aanvaarding en het ontslag van nieuwe leden vastliggen. |
TITEL IV. - Slotbepalingen | TITEL IV. - Slotbepalingen |
Art. 38.Het decreet van 7 mei 2004 betreffende het Limburgs |
Art. 38.Het decreet van 7 mei 2004 betreffende het Limburgs |
Universitair Centrum en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in | Universitair Centrum en de Hoge Raad voor het Hoger Onderwijs in |
Limburg, zoals gewijzigd bij decreet van 16 juni 2006, wordt | Limburg, zoals gewijzigd bij decreet van 16 juni 2006, wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 39.Indien er voor de datum van de inwerkingtreding van dit |
Art. 39.Indien er voor de datum van de inwerkingtreding van dit |
decreet reeds verkiezingen voor rector en vicerector hebben | decreet reeds verkiezingen voor rector en vicerector hebben |
plaatsgevonden volgens de bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 | plaatsgevonden volgens de bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 |
bedoeld in artikel 38, dan blijft de aldus verkozen rector in functie. | bedoeld in artikel 38, dan blijft de aldus verkozen rector in functie. |
In voorkomend geval stelt de verkozen vicerector zijn mandaat ter | In voorkomend geval stelt de verkozen vicerector zijn mandaat ter |
beschikking en worden twee vicerectoren conform de bepalingen van | beschikking en worden twee vicerectoren conform de bepalingen van |
artikel 23, § 3, aangesteld. Beide vicerectoren worden vervolgens lid | artikel 23, § 3, aangesteld. Beide vicerectoren worden vervolgens lid |
van de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 2°, en | van de raad van bestuur, overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 2°, en |
tegelijkertijd wordt het aantal decanen of vicedecanen conform artikel | tegelijkertijd wordt het aantal decanen of vicedecanen conform artikel |
6, eerste lid, 9°, teruggebracht van vijf naar vier. | 6, eerste lid, 9°, teruggebracht van vijf naar vier. |
Na de inwerkingtreding van dit decreet wordt het zetelende | Na de inwerkingtreding van dit decreet wordt het zetelende |
bestuurscollege uitgebreid met één student-lid, overeenkomstig artikel | bestuurscollege uitgebreid met één student-lid, overeenkomstig artikel |
20, eerste lid, 4°. | 20, eerste lid, 4°. |
Art. 40.Dit decreet treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 40.Dit decreet treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
ervan in het Belgisch Staatsblad. | ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
zal worden bekendgemaakt. | zal worden bekendgemaakt. |
Brussel, 20 juni 2008. | Brussel, 20 juni 2008. |
De Minister-President van de Vlaamse Regering, | De Minister-President van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
Zitting 2007-2008 : | Zitting 2007-2008 : |
Stukken : | Stukken : |
- Voorstel van decreet : 1609 - Nr. 1 | - Voorstel van decreet : 1609 - Nr. 1 |
- Amendementen : 1609 - Nr. 2 | - Amendementen : 1609 - Nr. 2 |
- Verslag : 1609 - Nr. 3 | - Verslag : 1609 - Nr. 3 |
- Amendementen : 1609 - Nr. 4 | - Amendementen : 1609 - Nr. 4 |
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1609 - Nr. 5 | Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1609 - Nr. 5 |
Handelingen : bespreking en aanneming : vergadering van 11 juni 2008. | Handelingen : bespreking en aanneming : vergadering van 11 juni 2008. |