Decreet tot oprichting van de dienst van de ombudsman van de Franse Gemeenschap | Decreet tot oprichting van de dienst van de ombudsman van de Franse Gemeenschap |
---|---|
MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
20 JUNI 2002. - Decreet tot oprichting van de dienst van de ombudsman | 20 JUNI 2002. - Decreet tot oprichting van de dienst van de ombudsman |
van de Franse Gemeenschap (1) | van de Franse Gemeenschap (1) |
De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, | De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, |
bekrachtigen wat volgt : | bekrachtigen wat volgt : |
HOOFDSTUK I. - Dienst van de ombudsman van de Franse Gemeenschap | HOOFDSTUK I. - Dienst van de ombudsman van de Franse Gemeenschap |
Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder "administratieve |
Artikel 1.In dit decreet verstaat men onder "administratieve |
diensten", de diensten van de Franse Gemeenschapsregering, de | diensten", de diensten van de Franse Gemeenschapsregering, de |
instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap, | instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap, |
de R.T.B.F. en de onderwijsinrichtingen die door de Franse Gemeenschap | de R.T.B.F. en de onderwijsinrichtingen die door de Franse Gemeenschap |
worden ingericht. | worden ingericht. |
Art. 2.Er wordt een dienst van de ombudsman opgericht in de schoot |
Art. 2.Er wordt een dienst van de ombudsman opgericht in de schoot |
van de Raad van de Franse Gemeenschap. Deze dienst wordt geleid door | van de Raad van de Franse Gemeenschap. Deze dienst wordt geleid door |
de ombudsman van de Franse Gemeenschap. Hij wordt in zijn ambt | de ombudsman van de Franse Gemeenschap. Hij wordt in zijn ambt |
bijgestaan door de adjunct-ombudsman. | bijgestaan door de adjunct-ombudsman. |
Het gebruik in dit decreet van mannelijke namen voor de titels van | Het gebruik in dit decreet van mannelijke namen voor de titels van |
ombudsman en adjunct-ombudsman zijn sekseneutraal en dit voor de | ombudsman en adjunct-ombudsman zijn sekseneutraal en dit voor de |
leesbaarheid van de tekst, niettegenstaande de bepalingen van het | leesbaarheid van de tekst, niettegenstaande de bepalingen van het |
decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen | decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen |
van beroep, ambt, graad of titel. | van beroep, ambt, graad of titel. |
Art. 3.De ombudsman ontvangt, onder de voorwaarden gesteld in dit |
Art. 3.De ombudsman ontvangt, onder de voorwaarden gesteld in dit |
decreet, bezwaarschriften aangaande de werking van de administratieve | decreet, bezwaarschriften aangaande de werking van de administratieve |
diensten in hun betrekkingen met de burger. De ombudsman mag geen | diensten in hun betrekkingen met de burger. De ombudsman mag geen |
bezwaarschriften in ontvangst nemen voor de administratieve diensten | bezwaarschriften in ontvangst nemen voor de administratieve diensten |
die bij wet of decreet reeds een eigen ombudsman hebben of voor | die bij wet of decreet reeds een eigen ombudsman hebben of voor |
aangelegenheden waarvoor reeds een gelijkaardige instelling bestaat. | aangelegenheden waarvoor reeds een gelijkaardige instelling bestaat. |
Ieder document komend van de administratieve diensten en dat bestemd | Ieder document komend van de administratieve diensten en dat bestemd |
is voor het publiek, vermeldt hierin het bestaan van de ombudsdienst. | is voor het publiek, vermeldt hierin het bestaan van de ombudsdienst. |
HOOFDSTUK II. - Organisatie van de ombudsdienst | HOOFDSTUK II. - Organisatie van de ombudsdienst |
Art. 4.De ombudsman en de adjunct-ombudsman worden benoemd door de |
Art. 4.De ombudsman en de adjunct-ombudsman worden benoemd door de |
Raad van de Franse Gemeenschap na een openbare oproep tot kandidaten | Raad van de Franse Gemeenschap na een openbare oproep tot kandidaten |
en een selectieprocedure waarvan laatstgenoemde het reglement bepaalt. | en een selectieprocedure waarvan laatstgenoemde het reglement bepaalt. |
De ombudsman en de adjunct-ombudsman worden benoemd voor een periode | De ombudsman en de adjunct-ombudsman worden benoemd voor een periode |
van zes jaar die eenmaal hernieuwd kan worden volgens dezelfde | van zes jaar die eenmaal hernieuwd kan worden volgens dezelfde |
procedure. | procedure. |
Elkeen die het ambt van ombudsman of adjunct-ombudsman gedurende | Elkeen die het ambt van ombudsman of adjunct-ombudsman gedurende |
minstens drie jaar heeft uitgeoefend, wordt in het raam van de | minstens drie jaar heeft uitgeoefend, wordt in het raam van de |
vernieuwingsprocedure beschouwd als zijnde iemand die een mandaat | vernieuwingsprocedure beschouwd als zijnde iemand die een mandaat |
heeft vervuld. | heeft vervuld. |
Zij leggen, in handen van de Voorzitter van de Raad van de Franse | Zij leggen, in handen van de Voorzitter van de Raad van de Franse |
Gemeenschap, de volgende eed af : "Ik zweer in alle eer en | Gemeenschap, de volgende eed af : "Ik zweer in alle eer en |
onpartijdigheid me te kwijten van alle plichten die mijn opdracht | onpartijdigheid me te kwijten van alle plichten die mijn opdracht |
inhoudt". | inhoudt". |
Art. 5.Om te kunnen worden benoemd, moeten de ombudsman en de |
Art. 5.Om te kunnen worden benoemd, moeten de ombudsman en de |
adjunct-ombudsman : | adjunct-ombudsman : |
1° Belg zijn of ingezetene van een Lidstaat van de Europese Unie; | 1° Belg zijn of ingezetene van een Lidstaat van de Europese Unie; |
2° van onberispelijk gedrag zijn en zijn politieke en burgerrechten | 2° van onberispelijk gedrag zijn en zijn politieke en burgerrechten |
genieten; | genieten; |
3° houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs; | 3° houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs; |
4° een relevante ervaring van minstens vijf jaar in overheidsdienst of | 4° een relevante ervaring van minstens vijf jaar in overheidsdienst of |
in de privé-sector kunnen voorleggen. | in de privé-sector kunnen voorleggen. |
Art. 6.§ 1. Tijdens hun mandaat mogen de ombudsman en de |
Art. 6.§ 1. Tijdens hun mandaat mogen de ombudsman en de |
adjunct-ombudsman geen houder zijn van de volgende ambten of mandaten | adjunct-ombudsman geen houder zijn van de volgende ambten of mandaten |
: | : |
1° het ambt van magistraat, notaris of gerechtsdeurwaarder; | 1° het ambt van magistraat, notaris of gerechtsdeurwaarder; |
2° het beroep van advocaat; | 2° het beroep van advocaat; |
3° het ambt van minister van een erkende eredienst of de afgevaardigde | 3° het ambt van minister van een erkende eredienst of de afgevaardigde |
van een door de wet erkende organisatie die morele bijstand verleent | van een door de wet erkende organisatie die morele bijstand verleent |
volgens een niet-confessionele filosofische overtuiging; | volgens een niet-confessionele filosofische overtuiging; |
4° personeelslid van de strijdkrachten. | 4° personeelslid van de strijdkrachten. |
§ 2. Daarenboven is het ambt van ombudsman of van adjunct-ombudsman | § 2. Daarenboven is het ambt van ombudsman of van adjunct-ombudsman |
onverenigbaar met : | onverenigbaar met : |
1° een publiek mandaat toegekend door een verkiezing; bovendien mag | 1° een publiek mandaat toegekend door een verkiezing; bovendien mag |
hij geen kandidaat zijn voor een dergelijk mandaat binnen de vier jaar | hij geen kandidaat zijn voor een dergelijk mandaat binnen de vier jaar |
die volgen op zijn uittreding uit het ambt; | die volgen op zijn uittreding uit het ambt; |
2° een bezoldigde betrekking in de overheidsdiensten van de | 2° een bezoldigde betrekking in de overheidsdiensten van de |
gemeenschap of een overheidsmandaat verleend door de Franse | gemeenschap of een overheidsmandaat verleend door de Franse |
Gemeenschap; | Gemeenschap; |
3° ieder ambt dat de goede uitoefening van zijn opdracht in het | 3° ieder ambt dat de goede uitoefening van zijn opdracht in het |
gedrang kan brengen of zijn onafhankelijkheid, zijn onpartijdigheid of | gedrang kan brengen of zijn onafhankelijkheid, zijn onpartijdigheid of |
de waardigheid van het ambt kan schaden. | de waardigheid van het ambt kan schaden. |
§ 3. De houder van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat die | § 3. De houder van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat die |
akkoord gaat met zijn benoeming als ombudsman of adjunct-ombudsman | akkoord gaat met zijn benoeming als ombudsman of adjunct-ombudsman |
wordt van rechtswege van zijn mandaat als verkozene ontheven. | wordt van rechtswege van zijn mandaat als verkozene ontheven. |
§ 4. Artikelen 1, 6, 10, 11 en 12 van de wet van 18 september 1986 tot | § 4. Artikelen 1, 6, 10, 11 en 12 van de wet van 18 september 1986 tot |
instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de | instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de |
overheidsdiensten zijn, middels de nodige aanpassingen, van toepassing | overheidsdiensten zijn, middels de nodige aanpassingen, van toepassing |
op de ombudsman en de adjunct-ombudsman. | op de ombudsman en de adjunct-ombudsman. |
Art. 7.§ 1. De verhindering wijst op de toestand waarin de ombudsman |
Art. 7.§ 1. De verhindering wijst op de toestand waarin de ombudsman |
in de onmogelijkheid verkeert om zijn ambt uit te oefenen en die wordt | in de onmogelijkheid verkeert om zijn ambt uit te oefenen en die wordt |
vastgesteld bij beslissing van de Raad van de Franse Gemeenschap. | vastgesteld bij beslissing van de Raad van de Franse Gemeenschap. |
§ 2. In geval van verhindering vervangt de adjunct-ombudsman de | § 2. In geval van verhindering vervangt de adjunct-ombudsman de |
ombudsman bij de uitoefening van diens ambt. Hij heeft dezelfde | ombudsman bij de uitoefening van diens ambt. Hij heeft dezelfde |
rechten en plichten als de ombudsman. | rechten en plichten als de ombudsman. |
Art. 8.§ 1. De Raad van de Franse Gemeenschap maakt een einde aan het |
Art. 8.§ 1. De Raad van de Franse Gemeenschap maakt een einde aan het |
ambt van de ombudsman of de adjunct-ombudsman : | ambt van de ombudsman of de adjunct-ombudsman : |
1° op diens verzoek; | 1° op diens verzoek; |
2° wanneer hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; | 2° wanneer hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt; |
3° wanneer zijn gezondheidstoestand een ernstige en onomkeerbare | 3° wanneer zijn gezondheidstoestand een ernstige en onomkeerbare |
bedreiging vormt voor de uitoefening van zijn ambt. | bedreiging vormt voor de uitoefening van zijn ambt. |
Onverminderd het nemen van beschermende administratieve maatregelen | Onverminderd het nemen van beschermende administratieve maatregelen |
zoals de tijdelijke schorsingen uit het ambt en van het loon, kan de | zoals de tijdelijke schorsingen uit het ambt en van het loon, kan de |
Raad van de Franse Gemeenschap de ombudsman en de adjunct-ombudsman | Raad van de Franse Gemeenschap de ombudsman en de adjunct-ombudsman |
afzetten : | afzetten : |
1° als hij een van de in artikel 6, §§ 1 en 2, bedoelde ambten of | 1° als hij een van de in artikel 6, §§ 1 en 2, bedoelde ambten of |
mandaten aanvaardt; | mandaten aanvaardt; |
2° om zwaarwichtige redenen of in geval van een ongunstige evaluatie, | 2° om zwaarwichtige redenen of in geval van een ongunstige evaluatie, |
halverwege het mandaat, door de Raad van de Franse Gemeenschap. | halverwege het mandaat, door de Raad van de Franse Gemeenschap. |
§ 2. Wanneer de ombudsman van zijn ambt wordt ontheven in alle | § 2. Wanneer de ombudsman van zijn ambt wordt ontheven in alle |
gevallen beschreven onder de vorige paragraaf of bij diens overlijden, | gevallen beschreven onder de vorige paragraaf of bij diens overlijden, |
vervangt de adjunct-ombudsman hem onder de voorwaarden bedoeld in | vervangt de adjunct-ombudsman hem onder de voorwaarden bedoeld in |
artikel 7, § 2. | artikel 7, § 2. |
§ 3. Wanneer de adjunct-ombudsman van zijn ambt wordt ontheven in alle | § 3. Wanneer de adjunct-ombudsman van zijn ambt wordt ontheven in alle |
gevallen beschreven onder § 1 of in geval van diens overlijden, | gevallen beschreven onder § 1 of in geval van diens overlijden, |
benoemt de Raad van de Franse Gemeenschap een adjunct-ombudsman ad | benoemt de Raad van de Franse Gemeenschap een adjunct-ombudsman ad |
interim onder de personeelsleden van de dienst van de ombudsman, | interim onder de personeelsleden van de dienst van de ombudsman, |
bedoeld in artikel 12, § 2, die voldoen aan de in artikel 5 gestelde | bedoeld in artikel 12, § 2, die voldoen aan de in artikel 5 gestelde |
voorwaarden. | voorwaarden. |
§ 4. De benoeming van de nieuwe ombudsman of van de nieuwe | § 4. De benoeming van de nieuwe ombudsman of van de nieuwe |
adjunct-ombudsman om het aanvankelijk mandaat te beëindigen, dient zo | adjunct-ombudsman om het aanvankelijk mandaat te beëindigen, dient zo |
vlug mogelijk te gebeuren en uiterlijk zes maand na de openstelling | vlug mogelijk te gebeuren en uiterlijk zes maand na de openstelling |
van het ambt. | van het ambt. |
Art. 9.De evaluatie van de ombudsman en van de adjunct-ombudsman |
Art. 9.De evaluatie van de ombudsman en van de adjunct-ombudsman |
geschiedt door de Raad van de Franse Gemeenschap volgens de wijzen | geschiedt door de Raad van de Franse Gemeenschap volgens de wijzen |
bepaald in het in artikel 4, eerste lid, bedoeld reglement. | bepaald in het in artikel 4, eerste lid, bedoeld reglement. |
Deze evaluatie bestaat uit het verhoor van respectievelijk de | Deze evaluatie bestaat uit het verhoor van respectievelijk de |
ombudsman en de adjunct-ombudsman. | ombudsman en de adjunct-ombudsman. |
Art. 10.De regels omtrent het geldelijk statuut van de raadgevers en |
Art. 10.De regels omtrent het geldelijk statuut van de raadgevers en |
de eerste auditeurs-directeurs bij het Rekenhof, vervat in de wet van | de eerste auditeurs-directeurs bij het Rekenhof, vervat in de wet van |
21 maart 1964 betreffende de wedden van de leden van het Rekenhof zijn | 21 maart 1964 betreffende de wedden van de leden van het Rekenhof zijn |
van toepassing op respectievelijk de ombudsman en de | van toepassing op respectievelijk de ombudsman en de |
adjunct-ombudsman. | adjunct-ombudsman. |
Art. 11.De ombudsman krijgt, binnen de perken van zijn bevoegdheden, |
Art. 11.De ombudsman krijgt, binnen de perken van zijn bevoegdheden, |
geen enkel bevel van eender welke autoriteit. | geen enkel bevel van eender welke autoriteit. |
Hierdoor kan hij niet uit zijn ambt worden gezet wegens meningen die | Hierdoor kan hij niet uit zijn ambt worden gezet wegens meningen die |
hij verkondigt of daden die hij stelt in het raam van zijn ambt. | hij verkondigt of daden die hij stelt in het raam van zijn ambt. |
Art. 12.§ 1. De nodige kredieten voor de werking van de dienst van de |
Art. 12.§ 1. De nodige kredieten voor de werking van de dienst van de |
ombudsman staan ingeschreven op de uitgavenbegroting. | ombudsman staan ingeschreven op de uitgavenbegroting. |
De ombudsman legt zijn uitgaven ter controle voor aan het Rekenhof. | De ombudsman legt zijn uitgaven ter controle voor aan het Rekenhof. |
§ 2. De Raad van de Franse Gemeenschap benoemt en ontslaat, op | § 2. De Raad van de Franse Gemeenschap benoemt en ontslaat, op |
voordracht van de ombudsman, de personeelsleden die de ombudsman | voordracht van de ombudsman, de personeelsleden die de ombudsman |
bijstaan in het uitoefenen van zijn taak. De ombudsman heeft de | bijstaan in het uitoefenen van zijn taak. De ombudsman heeft de |
leiding over zijn personeel. | leiding over zijn personeel. |
Het statuut en de formatie van het personeel wordt vastgelegd door de | Het statuut en de formatie van het personeel wordt vastgelegd door de |
Raad van de Franse Gemeenschap op voordracht van de ombudsman. Hij kan | Raad van de Franse Gemeenschap op voordracht van de ombudsman. Hij kan |
zich laten bijstaan door deskundigen. | zich laten bijstaan door deskundigen. |
Art. 13.Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de |
Art. 13.Artikel 458 van het Strafwetboek is van toepassing op de |
ombudsman, op diens personeel en op de deskundigen die hem bijstaan. | ombudsman, op diens personeel en op de deskundigen die hem bijstaan. |
HOOFDSTUK III. - Aanhangigmaking bij de dienst van de ombudsman | HOOFDSTUK III. - Aanhangigmaking bij de dienst van de ombudsman |
Art. 14.De ombudsman stelt een huishoudelijk reglement op met daarin |
Art. 14.De ombudsman stelt een huishoudelijk reglement op met daarin |
de werkingswijzen voor de dienst die hij leidt. Dit reglement moet | de werkingswijzen voor de dienst die hij leidt. Dit reglement moet |
worden goedgekeurd door de Raad van de Franse Gemeenschap en | worden goedgekeurd door de Raad van de Franse Gemeenschap en |
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . | gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . |
Art. 15.§ 1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die, in een zaak die |
Art. 15.§ 1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die, in een zaak die |
hem aanbelangt, van oordeel is dat in een artikel 1 bedoelde | hem aanbelangt, van oordeel is dat in een artikel 1 bedoelde |
administratieve dienst niet gehandeld heeft overeenkomstig de opdracht | administratieve dienst niet gehandeld heeft overeenkomstig de opdracht |
van openbare dienstverlening waarvoor deze instaat, kan gratis, | van openbare dienstverlening waarvoor deze instaat, kan gratis, |
schriftelijk of ter plaatse, een individueel bezwaarschrift indienen | schriftelijk of ter plaatse, een individueel bezwaarschrift indienen |
bij de ombudsman. | bij de ombudsman. |
§ 2. Het bezwaarschrift wordt voorafgegaan door de interne | § 2. Het bezwaarschrift wordt voorafgegaan door de interne |
administratieve beroepen alsook door alle noodzakelijke stappen bij de | administratieve beroepen alsook door alle noodzakelijke stappen bij de |
betrokken diensten om voldoening te krijgen. | betrokken diensten om voldoening te krijgen. |
HOOFDSTUK IV. - Onderzoeksprocedure van de bezwaarschriften | HOOFDSTUK IV. - Onderzoeksprocedure van de bezwaarschriften |
Art. 16.§ 1. Een bezwaarschrift is onontvankelijk als : |
Art. 16.§ 1. Een bezwaarschrift is onontvankelijk als : |
1° de identiteit van de reclamant ongekend is; | 1° de identiteit van de reclamant ongekend is; |
2° zij niet valt onder de bevoegdheden van de dienst van de ombudsman | 2° zij niet valt onder de bevoegdheden van de dienst van de ombudsman |
zoals bedoeld in artikel 3 van dit decreet; | zoals bedoeld in artikel 3 van dit decreet; |
3° zij handelt over een geschil tussen de administratieve diensten | 3° zij handelt over een geschil tussen de administratieve diensten |
bedoeld in artikel 1 en hun ambtenaren tijdens actieve dienst; | bedoeld in artikel 1 en hun ambtenaren tijdens actieve dienst; |
4° de voorziene interne administratieve beroepen niet werden aangewend | 4° de voorziene interne administratieve beroepen niet werden aangewend |
of wanneer de reclamant duidelijk geen enkele stap heeft ondernomen | of wanneer de reclamant duidelijk geen enkele stap heeft ondernomen |
bij de administratieve dienst om voldoening te krijgen. | bij de administratieve dienst om voldoening te krijgen. |
Deze bepaling is evenwel niet van toepassing als het bezwaarschrift | Deze bepaling is evenwel niet van toepassing als het bezwaarschrift |
gaat over de manier waarop het beroep wordt behandeld; | gaat over de manier waarop het beroep wordt behandeld; |
5° zij betrekking heeft op feiten waarvan het laatste relevant feit | 5° zij betrekking heeft op feiten waarvan het laatste relevant feit |
dateert van meer dan een jaar vóór de indiening van het | dateert van meer dan een jaar vóór de indiening van het |
bezwaarschrift. | bezwaarschrift. |
Wanneer een administratief of rechterlijk beroep uitgeoefend werd, | Wanneer een administratief of rechterlijk beroep uitgeoefend werd, |
wordt de duur van deze procedure evenwel niet in aanmerking genomen | wordt de duur van deze procedure evenwel niet in aanmerking genomen |
voor de toepassing van deze bepaling; | voor de toepassing van deze bepaling; |
§ 2. De ombudsman kan weigeren om een klacht te behandelen wanneer : | § 2. De ombudsman kan weigeren om een klacht te behandelen wanneer : |
1° deze duidelijk ongegrond is; | 1° deze duidelijk ongegrond is; |
2° zij betrekking heeft op feiten waarvoor een strafrechterlijke | 2° zij betrekking heeft op feiten waarvoor een strafrechterlijke |
procedure lopende is. | procedure lopende is. |
§ 3. Wanneer een bezwaarschrift betrekking heeft op een | § 3. Wanneer een bezwaarschrift betrekking heeft op een |
administratieve dienst die een eigen ombudsman heeft, stuurt de | administratieve dienst die een eigen ombudsman heeft, stuurt de |
ombudsman dit naar laatstgenoemde binnen de maand na de indiening | ombudsman dit naar laatstgenoemde binnen de maand na de indiening |
ervan. | ervan. |
§ 4. In de gevallen bedoeld in §§ 1, 2 en 3, stelt de ombudsman, | § 4. In de gevallen bedoeld in §§ 1, 2 en 3, stelt de ombudsman, |
binnen de termijn bedoeld in vorige paragraaf, de reclamant | binnen de termijn bedoeld in vorige paragraaf, de reclamant |
schriftelijk in kennis van zijn beslissing om zijn klacht al dan niet | schriftelijk in kennis van zijn beslissing om zijn klacht al dan niet |
te behandelen. De weigering om een klacht te behandelen wordt met | te behandelen. De weigering om een klacht te behandelen wordt met |
redenen omkleed. | redenen omkleed. |
De ombudsman brengt de betrokken administratieve dienst op de hoogte | De ombudsman brengt de betrokken administratieve dienst op de hoogte |
van de klacht die hij zal onderzoeken. | van de klacht die hij zal onderzoeken. |
Art. 17.Het onderzoek van een klacht wordt opgeschort wanneer er een |
Art. 17.Het onderzoek van een klacht wordt opgeschort wanneer er een |
strafrechtelijke procedure loopt. | strafrechtelijke procedure loopt. |
Art. 18.§ 1. De ombudsman stelt alles in het werk om de standpunten |
Art. 18.§ 1. De ombudsman stelt alles in het werk om de standpunten |
van de reclamant en van de betrokken diensten in overeenstemming te | van de reclamant en van de betrokken diensten in overeenstemming te |
brengen. | brengen. |
§ 2. De ombudsman kan de administratieve diensten die hij verzoeken | § 2. De ombudsman kan de administratieve diensten die hij verzoeken |
stelt, dwingende termijnen opleggen binnen dewelke deze een antwoord | stelt, dwingende termijnen opleggen binnen dewelke deze een antwoord |
moeten geven. | moeten geven. |
§ 3. Wanneer een klacht hem gegrond lijkt, maakt de ombudsman alle | § 3. Wanneer een klacht hem gegrond lijkt, maakt de ombudsman alle |
aanbevelingen om de hem aangebrachte problemen op te lossen. | aanbevelingen om de hem aangebrachte problemen op te lossen. |
§ 4. Desgevallend doet de ombudsman voorstellen om de werking van de | § 4. Desgevallend doet de ombudsman voorstellen om de werking van de |
betrokken administratieve dienst te verbeteren. Hij brengt de | betrokken administratieve dienst te verbeteren. Hij brengt de |
verantwoordelijke minister hiervan op de hoogte. | verantwoordelijke minister hiervan op de hoogte. |
§ 5. Wanneer de ombudsman, bij een door hem te behandelen klacht, van | § 5. Wanneer de ombudsman, bij een door hem te behandelen klacht, van |
oordeel is dat de wets-, decretale of reglementaire bepalingen leiden | oordeel is dat de wets-, decretale of reglementaire bepalingen leiden |
tot een groot onrecht, kan hij de in opspraak gebrachte | tot een groot onrecht, kan hij de in opspraak gebrachte |
administratieve dienst iedere oplossing aanbevelen om de situatie van | administratieve dienst iedere oplossing aanbevelen om de situatie van |
de verzoeker op een billijke wijze te regelen, kan hij de bevoegde | de verzoeker op een billijke wijze te regelen, kan hij de bevoegde |
overheid voorstellen alle maatregelen te nemen waarvan zij meent dat | overheid voorstellen alle maatregelen te nemen waarvan zij meent dat |
ze deze kan verhelpen en wijzigingen suggereren die hem opportuun | ze deze kan verhelpen en wijzigingen suggereren die hem opportuun |
lijken om aan te brengen aan de wet-, decretale en reglementaire | lijken om aan te brengen aan de wet-, decretale en reglementaire |
teksten. Hij brengt de verantwoordelijke minister hiervan op de | teksten. Hij brengt de verantwoordelijke minister hiervan op de |
hoogte. | hoogte. |
§ 6. De ombudsman kan de gegrondheid van een rechterlijke beslissing | § 6. De ombudsman kan de gegrondheid van een rechterlijke beslissing |
niet in twijfel trekken, maar kan wel aanbevelingen doen aan de in | niet in twijfel trekken, maar kan wel aanbevelingen doen aan de in |
opspraak gebrachte administratieve dienst. | opspraak gebrachte administratieve dienst. |
Daarenboven kan hij, bij het niet-uitvoeren van een gerechtelijke | Daarenboven kan hij, bij het niet-uitvoeren van een gerechtelijke |
uitspraak geveld in kracht van gewijsde, de betrokken administratieve | uitspraak geveld in kracht van gewijsde, de betrokken administratieve |
dienst gelasten zich hiernaar te richten binnen een door hem gestelde | dienst gelasten zich hiernaar te richten binnen een door hem gestelde |
termijn. Als dit bevel geen gevolg krijgt, zal het niet uitvoeren van | termijn. Als dit bevel geen gevolg krijgt, zal het niet uitvoeren van |
de gerechtelijke beslissing worden opgetekend in een bijzonder | de gerechtelijke beslissing worden opgetekend in een bijzonder |
verslag, opgemaakt onder de voorwaarden gesteld in artikel 21, en | verslag, opgemaakt onder de voorwaarden gesteld in artikel 21, en |
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . | gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . |
§ 7. De ombudsman wordt op de hoogte gehouden van het vervolg van zijn | § 7. De ombudsman wordt op de hoogte gehouden van het vervolg van zijn |
tussenkomsten. | tussenkomsten. |
De administratieve dienst richt een met redenen omkleed antwoord naar | De administratieve dienst richt een met redenen omkleed antwoord naar |
de ombudsman als deze van oordeel is geen rekening te moeten houden | de ombudsman als deze van oordeel is geen rekening te moeten houden |
met een aanbeveling die hij gedaan heeft. | met een aanbeveling die hij gedaan heeft. |
Wanneer geen afdoend antwoord werd gegeven binnen de opgelegde | Wanneer geen afdoend antwoord werd gegeven binnen de opgelegde |
termijn, kan hij zijn aanbevelingen openbaar maken. De ombudsman | termijn, kan hij zijn aanbevelingen openbaar maken. De ombudsman |
publiceert, op verzoek van de in opspraak gebrachte administratieve | publiceert, op verzoek van de in opspraak gebrachte administratieve |
dienst, het antwoord dat hem door deze dienst wordt bezorgd en, | dienst, het antwoord dat hem door deze dienst wordt bezorgd en, |
desgevallend, de beslissing die vervolgens wordt genomen door de | desgevallend, de beslissing die vervolgens wordt genomen door de |
ombudsman en dit, onder de voorwaarden gesteld in artikel 21. | ombudsman en dit, onder de voorwaarden gesteld in artikel 21. |
§ 8. De reclamant wordt regelmatig op de hoogte gehouden van gevolg | § 8. De reclamant wordt regelmatig op de hoogte gehouden van gevolg |
dat aan zijn klacht wordt gegeven. | dat aan zijn klacht wordt gegeven. |
Art. 19.§ 1. De ombudsman kan iedere vaststelling ter plekke doen, |
Art. 19.§ 1. De ombudsman kan iedere vaststelling ter plekke doen, |
alle documenten en inlichtingen die hij nodig acht laten toekomen en | alle documenten en inlichtingen die hij nodig acht laten toekomen en |
alle betrokkene personen horen. | alle betrokkene personen horen. |
§ 2. De personeelsleden van de in artikel 1 bedoelde administratieve | § 2. De personeelsleden van de in artikel 1 bedoelde administratieve |
diensten, die uit hoofde van hun staat of beroep kennis hebben van | diensten, die uit hoofde van hun staat of beroep kennis hebben van |
informatie die hen wordt toevertrouwd, zijn gehouden aan de | informatie die hen wordt toevertrouwd, zijn gehouden aan de |
zwijgplicht in het raam van het onderzoek dat wordt gevoerd door de | zwijgplicht in het raam van het onderzoek dat wordt gevoerd door de |
ombudsman, op schriftelijk verzoek van deze laatste. | ombudsman, op schriftelijk verzoek van deze laatste. |
§ 3. Teneinde de eerbiediging van de bepalingen inzake de bescherming | § 3. Teneinde de eerbiediging van de bepalingen inzake de bescherming |
van de private levenssfeer te garanderen, ziet de ombudsman erop toe | van de private levenssfeer te garanderen, ziet de ombudsman erop toe |
dat geen enkele vermelding, die kan leiden tot de identificatie van | dat geen enkele vermelding, die kan leiden tot de identificatie van |
personen wiens naam hem aldus werd onthuld, wordt gedaan in de | personen wiens naam hem aldus werd onthuld, wordt gedaan in de |
documenten die onder zijn gezag worden gepubliceerd. | documenten die onder zijn gezag worden gepubliceerd. |
Art. 20.Als, bij de uitoefening van zijn ambt, de ombudsman een |
Art. 20.Als, bij de uitoefening van zijn ambt, de ombudsman een |
overtreding vaststelt, stelt hij de procureur des Konings hiervan in | overtreding vaststelt, stelt hij de procureur des Konings hiervan in |
kennis, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek voor strafvordering. | kennis, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek voor strafvordering. |
Als, bij de uitoefening van zijn ambt, hij een ernstige tekortkoming | Als, bij de uitoefening van zijn ambt, hij een ernstige tekortkoming |
vaststelt, stelt hij de bevoegde administratieve dienst hiervan in | vaststelt, stelt hij de bevoegde administratieve dienst hiervan in |
kennis. | kennis. |
HOOFDSTUK V. - Verslag van de ombudsman | HOOFDSTUK V. - Verslag van de ombudsman |
Art. 21.De ombudsman bezorgt de Raad van de Franse Gemeenschap een |
Art. 21.De ombudsman bezorgt de Raad van de Franse Gemeenschap een |
jaarverslag van zijn activiteiten. Daarenboven mag hij tussentijdse | jaarverslag van zijn activiteiten. Daarenboven mag hij tussentijdse |
verslagen opstellen als hij dit nuttig acht. Deze verslagen bevatten | verslagen opstellen als hij dit nuttig acht. Deze verslagen bevatten |
de aanbevelingen omtrent de te nemen maatregelen die de ombudsman | de aanbevelingen omtrent de te nemen maatregelen die de ombudsman |
nuttig acht en maken gewag van de eventuele moeilijkheden die hij | nuttig acht en maken gewag van de eventuele moeilijkheden die hij |
ondervindt bij het uitoefenen van zijn ambt. | ondervindt bij het uitoefenen van zijn ambt. |
De identiteit van de reclamanten en van de personeelsleden van de | De identiteit van de reclamanten en van de personeelsleden van de |
administratieve diensten mag er niet in worden vermeld. | administratieve diensten mag er niet in worden vermeld. |
De verslagen worden openbaar gemaakt door de Raad van de Franse | De verslagen worden openbaar gemaakt door de Raad van de Franse |
Gemeenschap. | Gemeenschap. |
HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling | HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling |
Art. 22.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het |
Art. 22.Dit decreet treedt in werking op de dag dat het in het |
Belgisch Staatsblad verschijnt. | Belgisch Staatsblad verschijnt. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
moet verschijnen. | moet verschijnen. |
Brussel, 20 juni 2002. | Brussel, 20 juni 2002. |
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, | De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, |
H. HASQUIN | H. HASQUIN |
De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en | De Minister van Cultuur, Begroting, Openbaar Ambt, Jeugdzaken en |
Sport, | Sport, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Kinderwelzijn, | De Minister van Kinderwelzijn, |
belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen | belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de opdrachten toegewezen |
aan de « O.N.E. », | aan de « O.N.E. », |
J.-M. NOLLET | J.-M. NOLLET |
De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, | De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, |
P. HAZETTE | P. HAZETTE |
De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en |
Wetenschappelijk Onderzoek, | Wetenschappelijk Onderzoek, |
Mevr. F. DUPUIS | Mevr. F. DUPUIS |
De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, | De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, |
R. MILLER | R. MILLER |
De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, | De Minister van Jeugdbijstand en Gezondheid, |
Mevr. N. MARECHAL. | Mevr. N. MARECHAL. |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Zitting 2001-2002. | (1) Zitting 2001-2002. |
Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 249-1. - | Documenten van de Raad. - Ontwerpdecreet, nr. 249-1. - |
Commissieamendementen, nr. 249-2. - Verslag, nr. 249-3. | Commissieamendementen, nr. 249-2. - Verslag, nr. 249-3. |
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 18 juni | Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 18 juni |
2002. | 2002. |