Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus | Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
10 DECEMBER 2009. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het | 10 DECEMBER 2009. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het |
decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus | decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus |
en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus | en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus |
De Regering van de Duitstalige gemeenschap, | De Regering van de Duitstalige gemeenschap, |
Gelet op het decreet van 9 februari 2004 tot instemming met het | Gelet op het decreet van 9 februari 2004 tot instemming met het |
Verdrag nr. 181 inzake particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling | Verdrag nr. 181 inzake particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling |
aangenomen te Genève op 19 juni 1997 door de Algemene Conferentie van | aangenomen te Genève op 19 juni 1997 door de Algemene Conferentie van |
de Internationale Arbeidsorganisatie, artikel 2; | de Internationale Arbeidsorganisatie, artikel 2; |
Gelet op het decreet van 3 mei 2004 tot bevordering van de | Gelet op het decreet van 3 mei 2004 tot bevordering van de |
evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in | evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in |
adviesorganen; | adviesorganen; |
Gelet op het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de | Gelet op het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de |
uitzendbureaus en de controle op de particuliere | uitzendbureaus en de controle op de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus, artikel 5, 4° en 5°, artikel 6, lid 2, | arbeidsbemiddelingsbureaus, artikel 5, 4° en 5°, artikel 6, lid 2, |
artikel 7, lid 2, artikel 11, § 1, 11°, 13° en 16°, artikel 11, § 3, | artikel 7, lid 2, artikel 11, § 1, 11°, 13° en 16°, artikel 11, § 3, |
artikel 12, § 1, 7°, 21°, 22 en 25, artikel 12, § 3, artikel 13, § 1, | artikel 12, § 1, 7°, 21°, 22 en 25, artikel 12, § 3, artikel 13, § 1, |
lid 2, artikel 14, lid 1, artikel 15, § 1, lid 2, artikel 16, lid 4; | lid 2, artikel 14, lid 1, artikel 15, § 1, lid 2, artikel 16, lid 4; |
Gelet op het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie | Gelet op het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie |
van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en | van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en |
raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap; | raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap; |
Gelet op het decreet van het Waalse Gewest van 5 februari 1998 | Gelet op het decreet van het Waalse Gewest van 5 februari 1998 |
houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving | houdende toezicht en controle op de naleving van de wetgeving |
betreffende het tewerkstellingsbeleid, gewijzigd bij de decreten van | betreffende het tewerkstellingsbeleid, gewijzigd bij de decreten van |
de Duitstalige Gemeenschap van 17 januari 2000, 17 mei 2004, 25 juni | de Duitstalige Gemeenschap van 17 januari 2000, 17 mei 2004, 25 juni |
2007 en 11 mei 2009; | 2007 en 11 mei 2009; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
september 2009; | september 2009; |
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 |
december 2009; | december 2009; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning | Overwegende dat het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning |
van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere | van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus ten laatste op 1 januari 2010 in werking | arbeidsbemiddelingsbureaus ten laatste op 1 januari 2010 in werking |
zal treden en dat belangrijke bepalingen, zoals o.a. de | zal treden en dat belangrijke bepalingen, zoals o.a. de |
erkenningprocedure en de controle, door voorliggend besluit worden | erkenningprocedure en de controle, door voorliggend besluit worden |
geregeld; dat voorliggend besluit daarom - om redenen van de | geregeld; dat voorliggend besluit daarom - om redenen van de |
rechtszekerheid - samen met het decreet op 1 januari 2010 in werking | rechtszekerheid - samen met het decreet op 1 januari 2010 in werking |
moet treden; | moet treden; |
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs, Opleiding en | Op de voordracht van de Minister van Onderwijs, Opleiding en |
Werkgelegenheid; | Werkgelegenheid; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen | HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : |
1° particulier arbeidsbemiddelingsbureau : de persoon bedoeld in | 1° particulier arbeidsbemiddelingsbureau : de persoon bedoeld in |
artikel 2, 12°, van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de | artikel 2, 12°, van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de |
erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere | erkenning van de uitzendbureaus en de controle op de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus; | arbeidsbemiddelingsbureaus; |
2° uitzendbureau : de persoon bedoeld in artikel 2, 11°, van het | 2° uitzendbureau : de persoon bedoeld in artikel 2, 11°, van het |
decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus | decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus |
en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus; | en de controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus; |
3° decreet : het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van | 3° decreet : het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van |
de uitzendbureaus en de controle op de particuliere | de uitzendbureaus en de controle op de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus; | arbeidsbemiddelingsbureaus; |
4° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; | 4° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; |
5° Minister : de Minister bevoegd inzake Werkgelegenheid; | 5° Minister : de Minister bevoegd inzake Werkgelegenheid; |
6° bestuur : de inzake Werkgelegenheid bevoegde Afdeling van het | 6° bestuur : de inzake Werkgelegenheid bevoegde Afdeling van het |
Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; | Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap; |
7° platform : het "Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling" | 7° platform : het "Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling" |
bedoeld in artikel 16 van het decreet; | bedoeld in artikel 16 van het decreet; |
8° Dienst voor arbeidsbemiddeling : de Dienst voor arbeidsbemiddeling | 8° Dienst voor arbeidsbemiddeling : de Dienst voor arbeidsbemiddeling |
van de Duitstalige Gemeenschap, ingericht bij het decreet van 17 | van de Duitstalige Gemeenschap, ingericht bij het decreet van 17 |
januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in | januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in |
de Duitstalige Gemeenschap; | de Duitstalige Gemeenschap; |
9° bouwsector : alle bedrijven die onder het paritair comité 124 | 9° bouwsector : alle bedrijven die onder het paritair comité 124 |
(Bouw) ressorteren. | (Bouw) ressorteren. |
HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure voor de uitzendbureaus | HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure voor de uitzendbureaus |
Art. 2.Het uitzendbureau richt een erkenningaanvraag aan het bestuur |
Art. 2.Het uitzendbureau richt een erkenningaanvraag aan het bestuur |
aan de hand van een formulier dat door het bestuur ter beschikking | aan de hand van een formulier dat door het bestuur ter beschikking |
wordt gesteld. De aanvraag mag ook elektronisch worden ingediend, | wordt gesteld. De aanvraag mag ook elektronisch worden ingediend, |
zodra de technische en organisatorische voorwaarden het mogelijk | zodra de technische en organisatorische voorwaarden het mogelijk |
maken. In dit geval bepaalt de Minister vanaf welk ogenblik een | maken. In dit geval bepaalt de Minister vanaf welk ogenblik een |
aanvraag elektronisch rechtsgeldig kan worden ingediend. | aanvraag elektronisch rechtsgeldig kan worden ingediend. |
Art. 3.§ 1 - De door het uitzendbureau ingediende aanvraag om |
Art. 3.§ 1 - De door het uitzendbureau ingediende aanvraag om |
erkenning gaat vergezeld van volgende stukken : | erkenning gaat vergezeld van volgende stukken : |
1° een afschrift van de gecoördineerde statuten van de vennootschap of | 1° een afschrift van de gecoördineerde statuten van de vennootschap of |
de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad of het | de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad of het |
ontwerp van de oprichtingsakte als het uitzendbureau in oprichting is; | ontwerp van de oprichtingsakte als het uitzendbureau in oprichting is; |
2° de naamlijst van de bestuurders en vennoten, het organigram van de | 2° de naamlijst van de bestuurders en vennoten, het organigram van de |
sociale organen alsmede, desgevallend, een lijst met de | sociale organen alsmede, desgevallend, een lijst met de |
meeraandeelhouders van de vennootschap; | meeraandeelhouders van de vennootschap; |
3° een attest op erewoord getekend door drie personen die bevoegd zijn | 3° een attest op erewoord getekend door drie personen die bevoegd zijn |
om het uitzendbureau te verbinden, waaruit blijkt dat het voldoet aan | om het uitzendbureau te verbinden, waaruit blijkt dat het voldoet aan |
de voorwaarden van artikel 5, 2° en 3°, van het decreet; | de voorwaarden van artikel 5, 2° en 3°, van het decreet; |
4° een afschrift van de laatste jaarrekeningen of van het financiële | 4° een afschrift van de laatste jaarrekeningen of van het financiële |
plan als het uitzendbureau in oprichting is; | plan als het uitzendbureau in oprichting is; |
5° het bewijs dat de vennootschap beschikt over een volgestort | 5° het bewijs dat de vennootschap beschikt over een volgestort |
kapitaal overeenkomstig de juridische vorm ervan; | kapitaal overeenkomstig de juridische vorm ervan; |
6° een attest van de belastingontvanger waaruit blijkt dat het | 6° een attest van de belastingontvanger waaruit blijkt dat het |
uitzendbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige | uitzendbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen achterstallige |
belastingen verschuldigd is of in aanmerking komt voor een behoorlijk | belastingen verschuldigd is of in aanmerking komt voor een behoorlijk |
nageleefd aanzuiveringplan; | nageleefd aanzuiveringplan; |
7° een attest van het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid waaruit | 7° een attest van het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid waaruit |
blijkt dat het uitzendbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen | blijkt dat het uitzendbureau bij de indiening van zijn aanvraag geen |
achterstallige bedragen verschuldigd is aan die instelling of in | achterstallige bedragen verschuldigd is aan die instelling of in |
aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringplan; | aanmerking komt voor een behoorlijk nageleefd aanzuiveringplan; |
8° het bewijs dat de garantie bij het bestaanszekerheidfonds van de | 8° het bewijs dat de garantie bij het bestaanszekerheidfonds van de |
uitzendkrachten werd gestort en dat hem geen achterstallig bedrag | uitzendkrachten werd gestort en dat hem geen achterstallig bedrag |
verschuldigd is; | verschuldigd is; |
9° het model van overeenkomst voor elke uitzendbemiddeling; | 9° het model van overeenkomst voor elke uitzendbemiddeling; |
10° een afschrift van het document waarin de rechten van de werknemer | 10° een afschrift van het document waarin de rechten van de werknemer |
en de werkgever vermeld staan, met de verplichte gegevens bedoeld in | en de werkgever vermeld staan, met de verplichte gegevens bedoeld in |
bijlage 1 bij dit besluit; | bijlage 1 bij dit besluit; |
11° desgevallend het adres in de Duitstalige Gemeenschap waar | 11° desgevallend het adres in de Duitstalige Gemeenschap waar |
documenten en bewijsstukken die niet of slechts met moeite per post | documenten en bewijsstukken die niet of slechts met moeite per post |
kunnen worden gezonden, ter inzage van het bestuur worden gelegd; | kunnen worden gezonden, ter inzage van het bestuur worden gelegd; |
12° een afschrift van het arbeidsreglement; | 12° een afschrift van het arbeidsreglement; |
13° als het uitzendbureau om de erkenning in de bouwsector verzoekt, | 13° als het uitzendbureau om de erkenning in de bouwsector verzoekt, |
het bewijs dat het opgericht is in de vorm van een handelsvennootschap | het bewijs dat het opgericht is in de vorm van een handelsvennootschap |
waarvan het doel uitsluitend erin bestaat uitzendkrachten naar | waarvan het doel uitsluitend erin bestaat uitzendkrachten naar |
bedrijven uit de bouwsector te bemiddelen. | bedrijven uit de bouwsector te bemiddelen. |
Het bestuur kan ervan afstand doen dat sommige stukken bedoeld in het | Het bestuur kan ervan afstand doen dat sommige stukken bedoeld in het |
eerste lid worden ingediend, op voorwaarde dat ze al op een andere | eerste lid worden ingediend, op voorwaarde dat ze al op een andere |
manier in het bezit zijn van dit bestuur. | manier in het bezit zijn van dit bestuur. |
§ 2 - Bij een tijdelijke erkenning van twee jaar hoeven de documenten | § 2 - Bij een tijdelijke erkenning van twee jaar hoeven de documenten |
bedoeld onder § 1, 1°, 2°, 9 tot 12° niet meer bij de | bedoeld onder § 1, 1°, 2°, 9 tot 12° niet meer bij de |
verlengingsaanvraag worden gevoegd die het uitzendbureau bij het | verlengingsaanvraag worden gevoegd die het uitzendbureau bij het |
bestuur indient, behalve op uitdrukkelijk verzoek van het bestuur of | bestuur indient, behalve op uitdrukkelijk verzoek van het bestuur of |
bij wijziging sinds de erkenning. | bij wijziging sinds de erkenning. |
§ 3 - De Minister kan de in § 1 opgenomen lijst met documenten en | § 3 - De Minister kan de in § 1 opgenomen lijst met documenten en |
bewijsstukken verkorten zodra het juridisch en technisch mogelijk is | bewijsstukken verkorten zodra het juridisch en technisch mogelijk is |
de betrokken inlichtingen rechtstreeks van de bevoegde instanties te | de betrokken inlichtingen rechtstreeks van de bevoegde instanties te |
krijgen. | krijgen. |
Art. 4.In afwijking van artikel 3 moet een in artikel 6, 1° of 2°, |
Art. 4.In afwijking van artikel 3 moet een in artikel 6, 1° of 2°, |
van het decreet bedoeld uitzendbureau bij zijn aanvraag om erkenning | van het decreet bedoeld uitzendbureau bij zijn aanvraag om erkenning |
of om hernieuwing van de erkenning, indien het gaat om een tijdelijke | of om hernieuwing van de erkenning, indien het gaat om een tijdelijke |
erkenning van twee jaar, stukken voegen waaruit blijkt dat het | erkenning van twee jaar, stukken voegen waaruit blijkt dat het |
uitzendbureau aan voorwaarden voldoet die gelijkwaardig zijn aan die | uitzendbureau aan voorwaarden voldoet die gelijkwaardig zijn aan die |
bepaald bij het decreet of dit besluit. | bepaald bij het decreet of dit besluit. |
De Minister beslist over de gelijkwaardigheid. | De Minister beslist over de gelijkwaardigheid. |
Art. 5.Bij zijn aanvraag om erkenning m oet een uitzendbureau bedoeld |
Art. 5.Bij zijn aanvraag om erkenning m oet een uitzendbureau bedoeld |
in artikel 6, 3°, van het decreet, naast de stukken bedoeld in artikel | in artikel 6, 3°, van het decreet, naast de stukken bedoeld in artikel |
3, ook het bewijs voegen dat het in zijn land van herkomst | 3, ook het bewijs voegen dat het in zijn land van herkomst |
daadwerkelijk als uitzendbureau fungeert. | daadwerkelijk als uitzendbureau fungeert. |
Art. 6.Binnen veertien dagen bekrachtigt het bestuur de ontvangst van |
Art. 6.Binnen veertien dagen bekrachtigt het bestuur de ontvangst van |
de erkenningaanvraag. Als het dossier onvolledig is, wijst het bestuur | de erkenningaanvraag. Als het dossier onvolledig is, wijst het bestuur |
het uitzendbureau daarop in hetzelfde schrijven. | het uitzendbureau daarop in hetzelfde schrijven. |
Het uitzendbureau dient de ontbrekende documenten, bewijsstukken en | Het uitzendbureau dient de ontbrekende documenten, bewijsstukken en |
gegevens bij het bestuur in, binnen veertien dagen en op dezelfde | gegevens bij het bestuur in, binnen veertien dagen en op dezelfde |
wijze als de aanvraag. | wijze als de aanvraag. |
Art. 7.De aanvraag wordt door het bestuur onderzocht. |
Art. 7.De aanvraag wordt door het bestuur onderzocht. |
Binnen dertig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag zendt het | Binnen dertig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag zendt het |
bestuur het aanvraagdossier aan de Minister. | bestuur het aanvraagdossier aan de Minister. |
Alle beslissingen van de Minister worden door het bestuur per | Alle beslissingen van de Minister worden door het bestuur per |
aangetekende brief aan de aanvrager betekend en bij wijze van | aangetekende brief aan de aanvrager betekend en bij wijze van |
uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. | uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. |
De beslissing van de Minister vermeldt de duur waarvoor de erkenning | De beslissing van de Minister vermeldt de duur waarvoor de erkenning |
wordt verleend. | wordt verleend. |
Art. 8.Bij een erkenning van twee jaar kan het erom verzoekend |
Art. 8.Bij een erkenning van twee jaar kan het erom verzoekend |
uitzendbureau, na afloop van deze termijn, door de Minister voor een | uitzendbureau, na afloop van deze termijn, door de Minister voor een |
onbepaalde termijn worden erkend. Zijn erkenning blijft dan geldig | onbepaalde termijn worden erkend. Zijn erkenning blijft dan geldig |
totdat de Minister een beslissing neemt over de verlengingsaanvraag. | totdat de Minister een beslissing neemt over de verlengingsaanvraag. |
Het uitzendbureau moet zijn verlengingsaanvraag ten minste drie | Het uitzendbureau moet zijn verlengingsaanvraag ten minste drie |
maanden vóór het verstrijken van de tweejarige erkenning bij het | maanden vóór het verstrijken van de tweejarige erkenning bij het |
bestuur indienen. | bestuur indienen. |
HOOFDSTUK III. - Plichten van de particuliere | HOOFDSTUK III. - Plichten van de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus en van de uitzendbureaus | arbeidsbemiddelingsbureaus en van de uitzendbureaus |
Afdeling 1. - Plichten van de uitzendbureaus | Afdeling 1. - Plichten van de uitzendbureaus |
Art. 9.§ 1 - Het activiteitenverslag bedoeld in artikel 12, § 1, 7°, |
Art. 9.§ 1 - Het activiteitenverslag bedoeld in artikel 12, § 1, 7°, |
en § 3, van het decreet bevat informatie over de activiteiten van het | en § 3, van het decreet bevat informatie over de activiteiten van het |
afgelopen kalenderjaar m.b.t. de uitzendbemiddeling. | afgelopen kalenderjaar m.b.t. de uitzendbemiddeling. |
Het wordt uiterlijk op 30 juni per aangetekende brief aan het bestuur | Het wordt uiterlijk op 30 juni per aangetekende brief aan het bestuur |
toegestuurd. | toegestuurd. |
Uiterlijk op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop | Uiterlijk op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop |
het activiteitenverslag betrekking heeft, zendt het bestuur het | het activiteitenverslag betrekking heeft, zendt het bestuur het |
formulier voor het activiteitenverslag aan het uitzendbureau toe. | formulier voor het activiteitenverslag aan het uitzendbureau toe. |
§ 2 - Het activiteitenverslag bevat volgende gegevens : | § 2 - Het activiteitenverslag bevat volgende gegevens : |
1° het aantal uitzendkrachten met wie een overeenkomst is gesloten in | 1° het aantal uitzendkrachten met wie een overeenkomst is gesloten in |
het Duitse taalgebied, onderverdeeld volgens de sector, het | het Duitse taalgebied, onderverdeeld volgens de sector, het |
opleidingsniveau, het sociaal statuut, het geslacht en de leeftijd; | opleidingsniveau, het sociaal statuut, het geslacht en de leeftijd; |
2° het aantal werkgevers die in het Duitse taalgebied van deze | 2° het aantal werkgevers die in het Duitse taalgebied van deze |
diensten gebruik hebben gemaakt; | diensten gebruik hebben gemaakt; |
3° het aantal uren verricht gedurende het bedoelde jaar in het Duitse | 3° het aantal uren verricht gedurende het bedoelde jaar in het Duitse |
taalgebied; | taalgebied; |
4° het aantal arbeidsongevallen die zich in de loop van het bedoelde | 4° het aantal arbeidsongevallen die zich in de loop van het bedoelde |
jaar in het Duitse taalgebied en in het hele land hebben voorgedaan, | jaar in het Duitse taalgebied en in het hele land hebben voorgedaan, |
met opgave van de graad van ernst en frequentie; | met opgave van de graad van ernst en frequentie; |
5° het aantal werkgevers die in het Duitse taalgebied uitzendkrachten | 5° het aantal werkgevers die in het Duitse taalgebied uitzendkrachten |
tewerkgesteld hebben gedurende een aantal uren dat hoger ligt dan | tewerkgesteld hebben gedurende een aantal uren dat hoger ligt dan |
vijfentwintig percent van het totaalaantal uren gepresteerd door alle | vijfentwintig percent van het totaalaantal uren gepresteerd door alle |
uitzendkrachten van eenzelfde uitzendbureau. | uitzendkrachten van eenzelfde uitzendbureau. |
§ 3 - Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de Minister schriftelijk | § 3 - Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de Minister schriftelijk |
binnen veertien dagen alle inlichtingen toe te zenden die betrekking | binnen veertien dagen alle inlichtingen toe te zenden die betrekking |
hebben tot wijzigingen van zijn juridische vorm, de samenstelling van | hebben tot wijzigingen van zijn juridische vorm, de samenstelling van |
zijn sociale organen, zijn wettelijke vertegenwoordigers en de | zijn sociale organen, zijn wettelijke vertegenwoordigers en de |
samenstelling van zijn kapitaal. | samenstelling van zijn kapitaal. |
Art. 10.De schriftelijke arbeidsovereenkomst die het uitzendbureau |
Art. 10.De schriftelijke arbeidsovereenkomst die het uitzendbureau |
overeenkomstig artikel 12, § 1, 21°, van het decreet met de | overeenkomstig artikel 12, § 1, 21°, van het decreet met de |
uitzendkracht moet afsluiten, bevat de volgende verplichte gegevens : | uitzendkracht moet afsluiten, bevat de volgende verplichte gegevens : |
1° de naam en de aard van de functie en de desbetreffende vereisten; | 1° de naam en de aard van de functie en de desbetreffende vereisten; |
2° het activiteitendomein van de werkgever die uitzendkrachten | 2° het activiteitendomein van de werkgever die uitzendkrachten |
tewerkstelt; | tewerkstelt; |
3° de plaats waar de functie moet worden uitgeoefend, behalve als ze | 3° de plaats waar de functie moet worden uitgeoefend, behalve als ze |
onmogelijk op voorhand kan worden bepaald of als het gaat om functies | onmogelijk op voorhand kan worden bepaald of als het gaat om functies |
die niet gebonden zijn aan een welbepaalde plaats; | die niet gebonden zijn aan een welbepaalde plaats; |
4° de naam en de personalia van de contactpersoon bij het | 4° de naam en de personalia van de contactpersoon bij het |
uitzendbureau; | uitzendbureau; |
5° de bijzondere arbeidsvoorwaarden en begeleidingsomstandigheden als | 5° de bijzondere arbeidsvoorwaarden en begeleidingsomstandigheden als |
ze bestaan; | ze bestaan; |
6° de aard en de vermoedelijke duur van de bemiddelingsprocedure; | 6° de aard en de vermoedelijke duur van de bemiddelingsprocedure; |
7° in voorkomend geval de vereiste psychologische of medische tests; | 7° in voorkomend geval de vereiste psychologische of medische tests; |
8° de plaats waar de klachten wegens overtreding van de bepalingen van | 8° de plaats waar de klachten wegens overtreding van de bepalingen van |
het decreet en van het besluit moeten worden ingediend. | het decreet en van het besluit moeten worden ingediend. |
Pas na afsluiting van de arbeidsovereenkomst mag het uitzendbureau om | Pas na afsluiting van de arbeidsovereenkomst mag het uitzendbureau om |
de overlegging van afschriften - voor eensluidend verklaard of van een | de overlegging van afschriften - voor eensluidend verklaard of van een |
zegel voorzien - van diploma's, getuigschriften, attesten en andere | zegel voorzien - van diploma's, getuigschriften, attesten en andere |
stukken vragen. | stukken vragen. |
Art. 11.Het document dat het uitzendbure au, overeenkomstig artikel |
Art. 11.Het document dat het uitzendbure au, overeenkomstig artikel |
12, § 1, 22°, van het decreet, vóór elke uitzendbemiddeling aan de | 12, § 1, 22°, van het decreet, vóór elke uitzendbemiddeling aan de |
uitzendkracht moet verstrekken en waarin de rechten en plichten van de | uitzendkracht moet verstrekken en waarin de rechten en plichten van de |
partijen vastliggen, bevat de plichtgegevens opgenomen in de bijlage | partijen vastliggen, bevat de plichtgegevens opgenomen in de bijlage |
bij dit besluit. | bij dit besluit. |
Art. 12.De persoonlijkheidstests en psychologische tests die het |
Art. 12.De persoonlijkheidstests en psychologische tests die het |
uitzendbureau laat uitvoeren, mogen slechts onder het gezag van | uitzendbureau laat uitvoeren, mogen slechts onder het gezag van |
personen worden uitgevoerd die een diploma in de psychologie hebben | personen worden uitgevoerd die een diploma in de psychologie hebben |
overereenkomstig artikel 1, 1°, van de wet van 8 november 1993 tot | overereenkomstig artikel 1, 1°, van de wet van 8 november 1993 tot |
bescherming van de titel van psycholoog. | bescherming van de titel van psycholoog. |
Afdeling 2. - Plichten van de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus | Afdeling 2. - Plichten van de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus |
Art. 13.§ 1 - Het particulier arbeidsbemiddelingsbureau mag geen |
Art. 13.§ 1 - Het particulier arbeidsbemiddelingsbureau mag geen |
vergoeding van de werknemer verkrijgen of eisen. | vergoeding van de werknemer verkrijgen of eisen. |
§ 2 - In afwijking van de § 1 mag het arbeidsbemiddelingsbureau voor | § 2 - In afwijking van de § 1 mag het arbeidsbemiddelingsbureau voor |
schouwspelartiesten en sportbeoefenaars een vergoeding van de | schouwspelartiesten en sportbeoefenaars een vergoeding van de |
werknemer verkrijgen onder de volgende voorwaarden : | werknemer verkrijgen onder de volgende voorwaarden : |
1° de vergoeding ligt vast in een schriftelijke overeenkomst, vooraf | 1° de vergoeding ligt vast in een schriftelijke overeenkomst, vooraf |
gesloten tussen het arbeidsbemiddelingsbureau en de werknemer; | gesloten tussen het arbeidsbemiddelingsbureau en de werknemer; |
2° de werknemer ontvangt een afschrift van de overeenkomst; | 2° de werknemer ontvangt een afschrift van de overeenkomst; |
3° de vergoeding wordt berekend op grond van een percentage van het | 3° de vergoeding wordt berekend op grond van een percentage van het |
brutoloon van de werknemer of van een vastgelegd forfaitair bedrag; | brutoloon van de werknemer of van een vastgelegd forfaitair bedrag; |
4° wat de bemiddeling van schouwspelartiesten betreft, mag de | 4° wat de bemiddeling van schouwspelartiesten betreft, mag de |
vergoeding niet hoger zijn dan vijfentwintig percent van de | vergoeding niet hoger zijn dan vijfentwintig percent van de |
maandelijkse bezoldiging die de schouwspelartiest voor zijn prestatie | maandelijkse bezoldiging die de schouwspelartiest voor zijn prestatie |
zal ontvangen; | zal ontvangen; |
5° wat de bemiddeling van sportbeoefenaars betreft, mag de vergoeding | 5° wat de bemiddeling van sportbeoefenaars betreft, mag de vergoeding |
niet hoger liggen dan zeven percent van het jaarlijkse bruto-inkomen | niet hoger liggen dan zeven percent van het jaarlijkse bruto-inkomen |
van de sportbeoefenaar; | van de sportbeoefenaar; |
6° de schriftelijke overeenkomst moet een verbrekingsclausule | 6° de schriftelijke overeenkomst moet een verbrekingsclausule |
bevatten. | bevatten. |
Art. 14.Het particulier arbeidsbemiddelingsbureau mag niet de plaats |
Art. 14.Het particulier arbeidsbemiddelingsbureau mag niet de plaats |
van de werkgever innemen om over de aanstelling of de afkondiging van | van de werkgever innemen om over de aanstelling of de afkondiging van |
de werknemer te beslissen noch daaromtrent onderhandelingen voeren. | de werknemer te beslissen noch daaromtrent onderhandelingen voeren. |
In afwijking van het eerste lid mag het particulier | In afwijking van het eerste lid mag het particulier |
arbeidsbemiddelingsbureau dat bemiddeling voor schouwspelartiesten en | arbeidsbemiddelingsbureau dat bemiddeling voor schouwspelartiesten en |
sportbeoefenaars verricht, wel in plaats van de werkgever | sportbeoefenaars verricht, wel in plaats van de werkgever |
onderhandelen, op voorwaarde dat dit vastligt in een schriftelijke | onderhandelen, op voorwaarde dat dit vastligt in een schriftelijke |
overeenkomst, vooraf gesloten tussen het particulier | overeenkomst, vooraf gesloten tussen het particulier |
arbeidsbemiddelingsbureau en de werkgever. | arbeidsbemiddelingsbureau en de werkgever. |
Art. 15.Het schriftelijk dienstencontract dat het particulier |
Art. 15.Het schriftelijk dienstencontract dat het particulier |
arbeidsbemiddelingsbureau overeenkomstig artikel 11, § 1, 13°, van het | arbeidsbemiddelingsbureau overeenkomstig artikel 11, § 1, 13°, van het |
decreet met de werknemer, werkgever of leerling moet afsluiten, bevat | decreet met de werknemer, werkgever of leerling moet afsluiten, bevat |
de volgende verplichte gegevens : | de volgende verplichte gegevens : |
1° de naam en de aard van de beoogde functie en de desbetreffende | 1° de naam en de aard van de beoogde functie en de desbetreffende |
vereisten; | vereisten; |
2° het activiteitendomein waarin de werknemer wenst tewerkgesteld te | 2° het activiteitendomein waarin de werknemer wenst tewerkgesteld te |
worden; | worden; |
3° de plaats waar de functie moet worden uitgeoefend, behalve als ze | 3° de plaats waar de functie moet worden uitgeoefend, behalve als ze |
onmogelijk op voorhand kan worden bepaald of als het gaat om functies | onmogelijk op voorhand kan worden bepaald of als het gaat om functies |
die niet gebonden zijn aan een welbepaalde plaats; | die niet gebonden zijn aan een welbepaalde plaats; |
4° de naam en de personalia van de contactpersoon bij het particulier | 4° de naam en de personalia van de contactpersoon bij het particulier |
arbeidsbemiddelingsbureau; | arbeidsbemiddelingsbureau; |
5° de bijzondere arbeidsvoorwaarden en begeleidingsomstandigheden als | 5° de bijzondere arbeidsvoorwaarden en begeleidingsomstandigheden als |
ze bestaan; | ze bestaan; |
6° de aard en de vermoedelijke duur van de bemiddelingsprocedure; | 6° de aard en de vermoedelijke duur van de bemiddelingsprocedure; |
7° in voorkomend geval de vereiste psychologische of medische tests; | 7° in voorkomend geval de vereiste psychologische of medische tests; |
8° de plaats waar de klachten wegens overtreding van de bepalingen van | 8° de plaats waar de klachten wegens overtreding van de bepalingen van |
het decreet en van het besluiten moeten worden ingediend. | het decreet en van het besluiten moeten worden ingediend. |
HOOFDSTUK IV. - Waarschuwing en ingebrekestelling alsmede opschorting | HOOFDSTUK IV. - Waarschuwing en ingebrekestelling alsmede opschorting |
en intrekking van de erkenning als uitzendbureau | en intrekking van de erkenning als uitzendbureau |
Art. 16.§ 1 - Als het uitzendbureau de bepalingen van het decreet of |
Art. 16.§ 1 - Als het uitzendbureau de bepalingen van het decreet of |
van het besluit overtreedt, spreekt de beambte aangewezen met | van het besluit overtreedt, spreekt de beambte aangewezen met |
toepassing van artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 5 | toepassing van artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 5 |
februari 1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de | februari 1998 houdende toezicht en controle op de naleving van de |
wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid, hierna "sociaal | wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid, hierna "sociaal |
inspecteur" genoemd, een waarschuwing uit en nodigt het uitzendbureau | inspecteur" genoemd, een waarschuwing uit en nodigt het uitzendbureau |
per aangetekende brief schriftelijk uit, om in de toekomst met zulke | per aangetekende brief schriftelijk uit, om in de toekomst met zulke |
overtredingen op te houden en zich binnen dertig dagen in regel te | overtredingen op te houden en zich binnen dertig dagen in regel te |
stellen. | stellen. |
Indien het uitzendbureau de door de sociaal inspecteur opgelegde | Indien het uitzendbureau de door de sociaal inspecteur opgelegde |
verplichtingen binnen deze termijn niet naleeft, spreekt de Minister | verplichtingen binnen deze termijn niet naleeft, spreekt de Minister |
de opschorting of de intrekking van de erkenning uit en zendt de | de opschorting of de intrekking van de erkenning uit en zendt de |
beslissing tot opschorting of intrekking aan het uitzendbureau per | beslissing tot opschorting of intrekking aan het uitzendbureau per |
aangetekende brief toe. | aangetekende brief toe. |
Onverminderd de rechterlijke beroepen kan het betrokken uitzendbureau | Onverminderd de rechterlijke beroepen kan het betrokken uitzendbureau |
binnen dertig dagen, per aangetekende brief, bij de Minister een | binnen dertig dagen, per aangetekende brief, bij de Minister een |
beroep tegen deze beslissing indienen. Dit beroep moet met redenen | beroep tegen deze beslissing indienen. Dit beroep moet met redenen |
omkleed worden en mag van alle nuttige documenten en bewijsstukken | omkleed worden en mag van alle nuttige documenten en bewijsstukken |
vergezeld gaan. | vergezeld gaan. |
Bij beroep neemt de Minister zijn beslissing binnen de dertig dagen na | Bij beroep neemt de Minister zijn beslissing binnen de dertig dagen na |
de betekening van het beroep. | de betekening van het beroep. |
De opschorting of intrekking van de erkenning door de Minister wordt | De opschorting of intrekking van de erkenning door de Minister wordt |
door het bestuur per aangetekende brief aan het uitzendbureau betekend | door het bestuur per aangetekende brief aan het uitzendbureau betekend |
en bij wijze van uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. | en bij wijze van uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. |
§ 2 - Bij een tijdelijke of definitieve stopzetting van de | § 2 - Bij een tijdelijke of definitieve stopzetting van de |
uitzendbemiddeling door het uitzendbureau, dient het bureau de | uitzendbemiddeling door het uitzendbureau, dient het bureau de |
Minister hierover, per aangetekende brief, onmiddellijk te informeren. | Minister hierover, per aangetekende brief, onmiddellijk te informeren. |
De erkenning wordt door de Minister opgeschort of ingetrokken. | De erkenning wordt door de Minister opgeschort of ingetrokken. |
HOOFDSTUK V. - Waarschuwing en ingebrekestelling van de particuliere | HOOFDSTUK V. - Waarschuwing en ingebrekestelling van de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus | arbeidsbemiddelingsbureaus |
en verbod van de betrokken dienstverleningen | en verbod van de betrokken dienstverleningen |
Art. 17.Als het particulier arbeidsbemiddelingsbureau de bepalingen |
Art. 17.Als het particulier arbeidsbemiddelingsbureau de bepalingen |
van het decreet of van het besluit overtreedt, spreekt de beambte | van het decreet of van het besluit overtreedt, spreekt de beambte |
aangewezen met toepassing van artikel 1van het decreet van het Waalse | aangewezen met toepassing van artikel 1van het decreet van het Waalse |
Gewest van 5 februari 1998 houdende toezicht en controle op de | Gewest van 5 februari 1998 houdende toezicht en controle op de |
naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid, | naleving van de wetgeving betreffende het tewerkstellingsbeleid, |
hierna "sociaal inspecteur" genoemd, een waarschuwing uit en nodigt | hierna "sociaal inspecteur" genoemd, een waarschuwing uit en nodigt |
het bureau per aangetekende brief schriftelijk uit, om in de toekomst | het bureau per aangetekende brief schriftelijk uit, om in de toekomst |
met zulke overtredingen op te houden en zich binnen dertig dagen in | met zulke overtredingen op te houden en zich binnen dertig dagen in |
regel te stellen. | regel te stellen. |
Indien het particulier arbeidsbemiddelingsbureau de door de sociaal | Indien het particulier arbeidsbemiddelingsbureau de door de sociaal |
inspecteur opgelegde verplichtingen binnen deze termijn niet naleeft, | inspecteur opgelegde verplichtingen binnen deze termijn niet naleeft, |
spreekt de Minister het bemiddelingsverbod uit en zendt de beslissing | spreekt de Minister het bemiddelingsverbod uit en zendt de beslissing |
aan het particulier arbeidsbemiddelingsbureau per aangetekende brief | aan het particulier arbeidsbemiddelingsbureau per aangetekende brief |
toe. | toe. |
Onverminderd de rechterlijke beroepen kan het betrokken bureau binnen | Onverminderd de rechterlijke beroepen kan het betrokken bureau binnen |
30 dagen, per aangetekende brief, bij de Minister een beroep tegen | 30 dagen, per aangetekende brief, bij de Minister een beroep tegen |
deze beslissing indienen. Dit beroep moet met redenen omkleed worden | deze beslissing indienen. Dit beroep moet met redenen omkleed worden |
en mag van alle nuttige documenten en bewijsstukken vergezeld gaan. | en mag van alle nuttige documenten en bewijsstukken vergezeld gaan. |
Bij beroep neemt de Minister zijn beslissing binnen de dertig dagen na | Bij beroep neemt de Minister zijn beslissing binnen de dertig dagen na |
de betekening van het beroep. | de betekening van het beroep. |
Het bemiddelingsverbod wordt door het bestuur per aangetekende brief | Het bemiddelingsverbod wordt door het bestuur per aangetekende brief |
aan het particulier arbeidsbemiddelingsbureau betekend en bij wijze | aan het particulier arbeidsbemiddelingsbureau betekend en bij wijze |
van uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. | van uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. |
HOOFDSTUK VI. - Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling | HOOFDSTUK VI. - Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling |
Art. 18.De leden van het Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling |
Art. 18.De leden van het Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling |
worden voor vijf jaar door de Minister aangewezen. Hun mandaat is | worden voor vijf jaar door de Minister aangewezen. Hun mandaat is |
verlengbaar. | verlengbaar. |
Wordt een mandaat in het platform vacant, dan wijst de Minister binnen | Wordt een mandaat in het platform vacant, dan wijst de Minister binnen |
drie maanden een nieuw lid aan dat het mandaat van zijn voorganger | drie maanden een nieuw lid aan dat het mandaat van zijn voorganger |
voltooit. | voltooit. |
De beslissingen van het platform worden met eenparigheid van stemmen | De beslissingen van het platform worden met eenparigheid van stemmen |
genomen. Wordt geen eenparigheid bereikt, dan beslist de Minister. | genomen. Wordt geen eenparigheid bereikt, dan beslist de Minister. |
Het platform kan deskundigen uitnodigen, om punctueel aan zijn | Het platform kan deskundigen uitnodigen, om punctueel aan zijn |
vergaderingen met raadgevende stem deel te nemen. | vergaderingen met raadgevende stem deel te nemen. |
De leden van het platform alsmede de deskundigen hebben recht op | De leden van het platform alsmede de deskundigen hebben recht op |
aanwezigheidsgeld en reiskostenvergoeding overeenkomstig de door de | aanwezigheidsgeld en reiskostenvergoeding overeenkomstig de door de |
Regering bepaalde regels. | Regering bepaalde regels. |
Het platform keurt een huishoudelijk reglement goed waarin de | Het platform keurt een huishoudelijk reglement goed waarin de |
werkwijze vastgelegd wordt. Het huishoudelijk reglement wordt de | werkwijze vastgelegd wordt. Het huishoudelijk reglement wordt de |
Minister ter goedkeuring voorgelegd. | Minister ter goedkeuring voorgelegd. |
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 19.In de bijlage bij het besluit van de Regering van 12 juli |
Art. 19.In de bijlage bij het besluit van de Regering van 12 juli |
2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen | 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen |
in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap | in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap |
wordt de lijst met de instellingen vermeld onder 3° aangevuld met "het | wordt de lijst met de instellingen vermeld onder 3° aangevuld met "het |
Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling". | Platform voor arbeids- en uitzendbemiddeling". |
Art. 20 - De in dit besluit bepaalde termijnen worden in kalenderdagen | Art. 20 - De in dit besluit bepaalde termijnen worden in kalenderdagen |
berekend. De termijn loopt vanaf de dag na de handeling. De vervaldag | berekend. De termijn loopt vanaf de dag na de handeling. De vervaldag |
wordt meegerekend in de termijn. Als die dag echter een zaterdag, | wordt meegerekend in de termijn. Als die dag echter een zaterdag, |
zondag of feestdag is, valt de vervaldag op de eerst volgende werkdag. | zondag of feestdag is, valt de vervaldag op de eerst volgende werkdag. |
In de zin van dit besluit worden de volgende dagen gelijkgesteld met | In de zin van dit besluit worden de volgende dagen gelijkgesteld met |
een feestdag : 1 januari, Altweiberdonnerstag (oude wijven donderdag), | een feestdag : 1 januari, Altweiberdonnerstag (oude wijven donderdag), |
Rozenmaandag, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 | Rozenmaandag, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 |
juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, alsook | juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, alsook |
de bij decreet of bij besluit van de Regering vastgestelde dagen. | de bij decreet of bij besluit van de Regering vastgestelde dagen. |
Art. 20.Het decreet van 9 februari 2004 tot instemming met het |
Art. 20.Het decreet van 9 februari 2004 tot instemming met het |
Verdrag nr. 181 inzake particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling, | Verdrag nr. 181 inzake particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling, |
het decreet en voorliggend besluit treden in werking op 1 januari | het decreet en voorliggend besluit treden in werking op 1 januari |
2010. | 2010. |
Art. 21.De minister bevoegd voor Werkgelegenheid is belast met de |
Art. 21.De minister bevoegd voor Werkgelegenheid is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Eupen, 10 december 2009. | Eupen, 10 december 2009. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, | De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, |
K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, | De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, |
O. PAASCH | O. PAASCH |
Bijlage | Bijlage |
Verplichte gegevens opgenomen in het document bedoeld in artikel 12, § | Verplichte gegevens opgenomen in het document bedoeld in artikel 12, § |
1, 22° van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de | 1, 22° van het decreet van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de |
uitzendbureaus en de controle op de particuliere | uitzendbureaus en de controle op de particuliere |
arbeidsbemiddelingsbureaus, dat het uitzendbureau vóór elke | arbeidsbemiddelingsbureaus, dat het uitzendbureau vóór elke |
uitzendbemiddeling aan de uitzendkracht moet verstrekken en waarin de | uitzendbemiddeling aan de uitzendkracht moet verstrekken en waarin de |
rechten en plichten van de partijen vastliggen : | rechten en plichten van de partijen vastliggen : |
1° Het uitzendbureau mag geen vergoeding van de uitzendkracht | 1° Het uitzendbureau mag geen vergoeding van de uitzendkracht |
ontvangen of eisen. | ontvangen of eisen. |
2° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, alle belanghebbenden op een | 2° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, alle belanghebbenden op een |
objectieve, respectvolle en niet-discriminerende wijze te behandelen | objectieve, respectvolle en niet-discriminerende wijze te behandelen |
en mag geen discriminerende werkaanbiedingen opstellen of bekendmaken. | en mag geen discriminerende werkaanbiedingen opstellen of bekendmaken. |
3° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de persoonlijke levenssfeer | 3° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de persoonlijke levenssfeer |
van de uitzendkracht te eerbiedigen en persoonsgebonden gegevens | van de uitzendkracht te eerbiedigen en persoonsgebonden gegevens |
uitsluitend met de toestemming van de uitzendkracht en binnen de | uitsluitend met de toestemming van de uitzendkracht en binnen de |
perken van de inschakeling in het beroepsproces in te winnen en te | perken van de inschakeling in het beroepsproces in te winnen en te |
gebruiken. | gebruiken. |
Het uitzendbureau mag inlichtingen over de uitzendkracht slechts in | Het uitzendbureau mag inlichtingen over de uitzendkracht slechts in |
het kader van de uitzendbemiddeling inwinnen en gebruiken. Het | het kader van de uitzendbemiddeling inwinnen en gebruiken. Het |
uitzendbureau verplicht er zich toe, de persoonsgebonden gegevens | uitzendbureau verplicht er zich toe, de persoonsgebonden gegevens |
slechts zo lang te bewaren als de kandidaat het wenst of zolang de | slechts zo lang te bewaren als de kandidaat het wenst of zolang de |
uitvoering van de opdracht het vereist. | uitvoering van de opdracht het vereist. |
Het uitzendbureau moet de uitzendkracht inzage in de opgeslagen, hem | Het uitzendbureau moet de uitzendkracht inzage in de opgeslagen, hem |
betreffende gegevens verlenen en hem op verzoek, na het einde van de | betreffende gegevens verlenen en hem op verzoek, na het einde van de |
opdracht, alle inlichtingen over zijn dossier verstrekken. | opdracht, alle inlichtingen over zijn dossier verstrekken. |
4° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de uitzendkracht tijdig | 4° Het uitzendbureau is ertoe verplicht, de uitzendkracht tijdig |
volledige inlichtingen te verstrekken over de uitzendbemiddeling en de | volledige inlichtingen te verstrekken over de uitzendbemiddeling en de |
werking ervan. | werking ervan. |
5° De persoonlijkheidstests en psychologische tests die het | 5° De persoonlijkheidstests en psychologische tests die het |
uitzendbureau laat uitvoeren, mogen slechts onder het gezag van een | uitzendbureau laat uitvoeren, mogen slechts onder het gezag van een |
psycholoog worden uitgevoerd. | psycholoog worden uitgevoerd. |
6° Het uitzendbureau mag slechts medische gegevens inwinnen om te | 6° Het uitzendbureau mag slechts medische gegevens inwinnen om te |
kunnen nagaan of de uitzendkracht al dan niet in staat is om een | kunnen nagaan of de uitzendkracht al dan niet in staat is om een |
bepaalde functie uit te oefenen of om aan de gezondheids- en | bepaalde functie uit te oefenen of om aan de gezondheids- en |
veiligheidsvereisten te voldoen. Het mag geen genetische tests | veiligheidsvereisten te voldoen. Het mag geen genetische tests |
uitvoeren of laten uitvoeren. | uitvoeren of laten uitvoeren. |
7° Mits inachtneming van de beroepsethiek kan de uitzendkracht, op | 7° Mits inachtneming van de beroepsethiek kan de uitzendkracht, op |
verzoek, mondelinge inlichtingen over de resultaten van de interviews, | verzoek, mondelinge inlichtingen over de resultaten van de interviews, |
tests en praktische proeven krijgen. | tests en praktische proeven krijgen. |
8° Het uitzendbureau is ertoe verplicht de werkzoekende die onder de | 8° Het uitzendbureau is ertoe verplicht de werkzoekende die onder de |
werkloosheidscontrole valt en erom verzoekt een attest te verstrekken | werkloosheidscontrole valt en erom verzoekt een attest te verstrekken |
waarin datum en uur van diens bezoek aan het uitzendbureau worden | waarin datum en uur van diens bezoek aan het uitzendbureau worden |
vermeld. | vermeld. |
9° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling voor fictieve | 9° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling voor fictieve |
vacatures aanbieden. | vacatures aanbieden. |
10° Het uitzendbureau mag geen activiteit uitoefenen die leidt tot een | 10° Het uitzendbureau mag geen activiteit uitoefenen die leidt tot een |
tewerkstelling die strijdig is met de openbare orde of duidelijk een | tewerkstelling die strijdig is met de openbare orde of duidelijk een |
inbreuk inhoudt op de sociale en fiscale wetgeving. | inbreuk inhoudt op de sociale en fiscale wetgeving. |
11° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling uitvoeren om | 11° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling uitvoeren om |
werknemers te vervangen in een bedrijf in geval van staking, lock-out | werknemers te vervangen in een bedrijf in geval van staking, lock-out |
of schorsing van een arbeidscontract zoals bedoeld in de artikelen 50 | of schorsing van een arbeidscontract zoals bedoeld in de artikelen 50 |
en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
12° Mits naleving van de wetgeving betreffende de tewerkstelling van | 12° Mits naleving van de wetgeving betreffende de tewerkstelling van |
de buitenlandse werknemers mag het uitzendbureau voor buitenlandse | de buitenlandse werknemers mag het uitzendbureau voor buitenlandse |
uitzendkrachten bemiddelen. | uitzendkrachten bemiddelen. |
13° Het uitzendbureau mag aan de uitzendkracht geen | 13° Het uitzendbureau mag aan de uitzendkracht geen |
exclusiviteitclausule opleggen. | exclusiviteitclausule opleggen. |
14° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling uitvoeren waarvoor | 14° Het uitzendbureau mag geen uitzendbemiddeling uitvoeren waarvoor |
het niet erkend is. | het niet erkend is. |
15° Het uitzendbureau moet in alle advertenties en in elk document met | 15° Het uitzendbureau moet in alle advertenties en in elk document met |
betrekking tot een uitzendarbeidsbemiddeling de erkenning door de | betrekking tot een uitzendarbeidsbemiddeling de erkenning door de |
Duitstalige Gemeenschap als uitzendbureau vermelden door het | Duitstalige Gemeenschap als uitzendbureau vermelden door het |
erkenningsnummer van de Duitstalige Gemeenschap aan te geven. | erkenningsnummer van de Duitstalige Gemeenschap aan te geven. |
16° Het uitzendbureau is ertoe verplicht het document met de inhoud | 16° Het uitzendbureau is ertoe verplicht het document met de inhoud |
van deze bijlage in extenso in de voor het publiek toegankelijke | van deze bijlage in extenso in de voor het publiek toegankelijke |
lokalen aan te plakken, op de plaats waar het in optimale | lokalen aan te plakken, op de plaats waar het in optimale |
omstandigheden kan worden gelezen. | omstandigheden kan worden gelezen. |
17° Het uitzendbureau dat zijn advertenties via geschreven pres, radio | 17° Het uitzendbureau dat zijn advertenties via geschreven pres, radio |
en elektronische media bekendmaakt, moet erbij dit document ook | en elektronische media bekendmaakt, moet erbij dit document ook |
bekendmaken of de plaats opgeven waar het ter inzage beschikbaar | bekendmaken of de plaats opgeven waar het ter inzage beschikbaar |
gesteld wordt. Op verzoek zal het uitzendbureau een afschrift van dit | gesteld wordt. Op verzoek zal het uitzendbureau een afschrift van dit |
document gratis toezenden. | document gratis toezenden. |
18° Alle klachten kunnen per brief, per telefoon of elektronisch op | 18° Alle klachten kunnen per brief, per telefoon of elektronisch op |
volgend adres worden ingediend : | volgend adres worden ingediend : |
Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft | Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft |
Fachbereich Beschäftigung | Fachbereich Beschäftigung |
Gospertstrasse 1 | Gospertstrasse 1 |
4700 EUPEN | 4700 EUPEN |
Tel. : 087- 59 63 00 | Tel. : 087- 59 63 00 |
Fax : 087-55 64 75 | Fax : 087-55 64 75 |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering |
471/EX/VII/B/II van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet | 471/EX/VII/B/II van 10 december 2009 tot uitvoering van het decreet |
van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de | van 11 mei 2009 betreffende de erkenning van de uitzendbureaus en de |
controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus | controle op de particuliere arbeidsbemiddelingsbureaus |
Eupen, 10 december 2009. | Eupen, 10 december 2009. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : |
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, | De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, |
K.-H. LAMBERTZ | K.-H. LAMBERTZ |
De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, | De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, |
O. PAASCH | O. PAASCH |