Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Decreet van 08/07/2011
← Terug naar "Decreet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen "
Decreet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen Decreet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
8 JULI 2011. - Decreet houdende diverse fiscale en financiële 8 JULI 2011. - Decreet houdende diverse fiscale en financiële
bepalingen bepalingen
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen
hetgeen volgt : decreet houdende diverse fiscale en financiële hetgeen volgt : decreet houdende diverse fiscale en financiële
bepalingen bepalingen
HOOFDSTUK 1. - Algemeen HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en

gewestaangelegenheid. gewestaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Dienst Vastgoedakten HOOFDSTUK 2. - Dienst Vastgoedakten

Art. 2.Aan artikel 94 van het decreet van 18 december 2009 houdende

Art. 2.Aan artikel 94 van het decreet van 18 december 2009 houdende

bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 wordt de volgende zin bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 wordt de volgende zin
toegevoegd : toegevoegd :
« De Vlaamse instrumenterende ambtenaren zijn eveneens bevoegd om, in « De Vlaamse instrumenterende ambtenaren zijn eveneens bevoegd om, in
naam en voor rekening van de entiteiten die zij vertegenwoordigen, in naam en voor rekening van de entiteiten die zij vertegenwoordigen, in
de authentieke akten geldig kwijting te verlenen en de de authentieke akten geldig kwijting te verlenen en de
hypotheekbewaarder te ontslaan van het nemen van een ambtelijke hypotheekbewaarder te ontslaan van het nemen van een ambtelijke
inschrijving bij de overschrijving van de akte. » inschrijving bij de overschrijving van de akte. »
HOOFDSTUK 3. - Wegwerken rechtsonzekerheid op het vlak van de start HOOFDSTUK 3. - Wegwerken rechtsonzekerheid op het vlak van de start
van de termijnberekening van de termijnberekening
Afdeling 1. - Onroerende voorheffing Afdeling 1. - Onroerende voorheffing

Art. 3.In artikel 316 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen

Art. 3.In artikel 316 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen

1992, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden « 1992, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden «
na de datum van de verzending van de aanvraag » vervangen door de na de datum van de verzending van de aanvraag » vervangen door de
woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van
de aanvraag ». de aanvraag ».

Art. 4.In artikel 346, derde lid, van hetzelfde wetboek, gewijzigd

Art. 4.In artikel 346, derde lid, van hetzelfde wetboek, gewijzigd

bij de wetten van 5 juli 1994 en 30 juni 2000 en bij het decreet van bij de wetten van 5 juli 1994 en 30 juni 2000 en bij het decreet van
30 juni 2000, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de 30 juni 2000, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de
woorden « na de verzending van dat bericht » vervangen door de woorden woorden « na de verzending van dat bericht » vervangen door de woorden
« te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van dat « te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van dat
bericht ». bericht ».

Art. 5.In artikel 351, derde lid, van hetzelfde wetboek, gewijzigd

Art. 5.In artikel 351, derde lid, van hetzelfde wetboek, gewijzigd

bij de wet van 6 juli 1994 en bij het decreet van 30 juni 2000, zoals bij de wet van 6 juli 1994 en bij het decreet van 30 juni 2000, zoals
van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden « vanaf de van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden « vanaf de
verzending van die kennisgeving » vervangen door de woorden « te verzending van die kennisgeving » vervangen door de woorden « te
rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van die rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van die
kennisgeving ». kennisgeving ».

Art. 6.In artikel 371, van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet

Art. 6.In artikel 371, van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet

van 15 maart 1999 en gewijzigd bij het decreet 21 december 2007, zoals van 15 maart 1999 en gewijzigd bij het decreet 21 december 2007, zoals
van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden « vanaf de van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de woorden « vanaf de
datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bewaartermijn datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bewaartermijn
vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum
van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier » van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier »
vervangen door de woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op vervangen door de woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op
de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn
vermeld staat, en die voorkomt op voormeld aanslagbiljet, dan wel de vermeld staat, en die voorkomt op voormeld aanslagbiljet, dan wel de
datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de
belastingen op een andere wijze dat per kohier ». belastingen op een andere wijze dat per kohier ».

Art. 7.In artikel 373 van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet van

Art. 7.In artikel 373 van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet van

15 maart 1999, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de 15 maart 1999, zoals van toepassing in het Vlaamse Gewest, worden de
woorden « met ingang van de verzendingsdatum van het aanslagbiljet dat woorden « met ingang van de verzendingsdatum van het aanslagbiljet dat
de aanvullende aanslag omvat » vervangen door de woorden « te rekenen de aanvullende aanslag omvat » vervangen door de woorden « te rekenen
van de derde werkdag volgend op de verzending van het aanslagbiljet van de derde werkdag volgend op de verzending van het aanslagbiljet
dat de aanvullende aanslag omvat ». dat de aanvullende aanslag omvat ».
Afdeling 2. - Heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen Afdeling 2. - Heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen
en/of woningen en/of woningen

Art. 8.In artikel 39, § 2, eerste lid, van het decreet van 22

Art. 8.In artikel 39, § 2, eerste lid, van het decreet van 22

december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting
1996, vervangen bij het decreet van 30 juni 2000 en gewijzigd bij de 1996, vervangen bij het decreet van 30 juni 2000 en gewijzigd bij de
decreten van 7 mei 2004 en 24 december 2004, worden de woorden « na de decreten van 7 mei 2004 en 24 december 2004, worden de woorden « na de
datum van de verzending van de aanslag » vervangen door de woorden « datum van de verzending van de aanslag » vervangen door de woorden «
te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van de te rekenen van de derde werkdag volgend op de verzending van de
aanslag ». aanslag ».
Afdeling 3. - Heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en Afdeling 3. - Heffing ter bestrijding en voorkoming van leegstand en
verwaarlozing van bedrijfsruimten verwaarlozing van bedrijfsruimten

Art. 9.In artikel 26, § 3, tweede lid, van het decreet van 19 april

Art. 9.In artikel 26, § 3, tweede lid, van het decreet van 19 april

1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand
en verwaarlozing van bedrijfsruimten, vervangen bij het decreet van 23 en verwaarlozing van bedrijfsruimten, vervangen bij het decreet van 23
juni 2006 en gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009, worden de juni 2006 en gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009, worden de
woorden « vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet » woorden « vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet »
vervangen door de woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op vervangen door de woorden « te rekenen van de derde werkdag volgend op
de datum van verzending van het aanslagbiljet ». de datum van verzending van het aanslagbiljet ».
Afdeling 4. - Planbatenheffing Afdeling 4. - Planbatenheffing

Art. 10.In artikel 2.6.16, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex

Art. 10.In artikel 2.6.16, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex

Ruimtelijke Ordening, worden de woorden « vanaf de betekening van het Ruimtelijke Ordening, worden de woorden « vanaf de betekening van het
aanslagbiljet » vervangen door de woorden « vanaf de derde werkdag aanslagbiljet » vervangen door de woorden « vanaf de derde werkdag
volgend op de betekening van het aanslagbiljet ». volgend op de betekening van het aanslagbiljet ».
HOOFDSTUK 4. - Onroerende voorheffing HOOFDSTUK 4. - Onroerende voorheffing

Art. 11.In artikel 354 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen

Art. 11.In artikel 354 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen

1992 wordt het woord « drie » telkens vervangen door het woord « vijf 1992 wordt het woord « drie » telkens vervangen door het woord « vijf
». ».
HOOFDSTUK 5. - Successierechten HOOFDSTUK 5. - Successierechten
Afdeling 1. - Prijscourant Afdeling 1. - Prijscourant

Art. 12.In artikel 21 van het Wetboek der Successierechten wordt punt

Art. 12.In artikel 21 van het Wetboek der Successierechten wordt punt

III vervangen door wat volgt : III vervangen door wat volgt :
« III. 1° Voor financiële instrumenten toegelaten tot verhandeling op « III. 1° Voor financiële instrumenten toegelaten tot verhandeling op
Belgische gereglementeerde markten als bedoeld in artikel 2, eerste Belgische gereglementeerde markten als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, 5°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de lid, 5°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de
financiële sector en de financiële diensten en Belgische multilaterale financiële sector en de financiële diensten en Belgische multilaterale
handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van
dezelfde wet, volgens de prijscourant die op last van de regering dezelfde wet, volgens de prijscourant die op last van de regering
wordt uitgegeven, voor zoveel de noteringen van de prijscourant wordt uitgegeven, voor zoveel de noteringen van de prijscourant
beantwoorden aan een gemiddelde (slot)koers genoteerd gedurende de beantwoorden aan een gemiddelde (slot)koers genoteerd gedurende de
maand waarvoor deze opgemaakt wordt. maand waarvoor deze opgemaakt wordt.
De te bezigen prijscourant is deze welke werd bekendgemaakt binnen de De te bezigen prijscourant is deze welke werd bekendgemaakt binnen de
maand die volgt op de maand van het overlijden. Evenwel, kunnen de maand die volgt op de maand van het overlijden. Evenwel, kunnen de
belanghebbenden zich beroepen op een van de drie daaropvolgende belanghebbenden zich beroepen op een van de drie daaropvolgende
prijscouranten, op voorwaarde hun keuze in hun aangifte aan te duiden. prijscouranten, op voorwaarde hun keuze in hun aangifte aan te duiden.
Slechts één prijscourant mag gekozen worden. Deze is toepasselijk op Slechts één prijscourant mag gekozen worden. Deze is toepasselijk op
al de nagelaten waarden. al de nagelaten waarden.
2° voor financiële instrumenten toegelaten tot verhandeling op 2° voor financiële instrumenten toegelaten tot verhandeling op
buitenlandse gereglementeerde markten als bedoeld in artikel 2, eerste buitenlandse gereglementeerde markten als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, 6°, van dezelfde wet, buitenlandse multilaterale lid, 6°, van dezelfde wet, buitenlandse multilaterale
handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van
dezelfde wet, en voor financiële instrumenten toegelaten tot dezelfde wet, en voor financiële instrumenten toegelaten tot
verhandeling op Belgische gereglementeerde markten als bedoeld in verhandeling op Belgische gereglementeerde markten als bedoeld in
artikel 2, eerste lid, 5°, van dezelfde wet en Belgische multilaterale artikel 2, eerste lid, 5°, van dezelfde wet en Belgische multilaterale
handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van handelsfaciliteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 4°, van
dezelfde wet welke niet zijn opgenomen in de prijscourant, volgens de dezelfde wet welke niet zijn opgenomen in de prijscourant, volgens de
gemiddelde (slot)koers gedurende de maand van het overlijden, zoals gemiddelde (slot)koers gedurende de maand van het overlijden, zoals
bepaald op basis van koersinformatie beschikbaar in de bepaald op basis van koersinformatie beschikbaar in de
gespecialiseerde geschreven pers en/of middels gespecialiseerde gespecialiseerde geschreven pers en/of middels gespecialiseerde
elektronisch raadpleegbare bronnen. De belastingplichtige kan worden elektronisch raadpleegbare bronnen. De belastingplichtige kan worden
gevraagd deze koersinformatie middels een tweede onafhankelijke bron gevraagd deze koersinformatie middels een tweede onafhankelijke bron
te staven. te staven.
Evenwel, kunnen de belanghebbenden zich beroepen op de gemiddelde Evenwel, kunnen de belanghebbenden zich beroepen op de gemiddelde
(slot)koers van de betrokken effecten van een van de drie (slot)koers van de betrokken effecten van een van de drie
daaropvolgende maanden, op voorwaarde hun keuze in hun aangifte aan te daaropvolgende maanden, op voorwaarde hun keuze in hun aangifte aan te
duiden. duiden.
De belanghebbenden mogen slechts één van de voormelde maandperioden De belanghebbenden mogen slechts één van de voormelde maandperioden
kiezen. Deze is toepasselijk op al de nagelaten waarde. » kiezen. Deze is toepasselijk op al de nagelaten waarde. »
Afdeling 2. - Serviceflats Afdeling 2. - Serviceflats

Art. 13.In artikel 55bis van het Wetboek der Successierechten, zoals

Art. 13.In artikel 55bis van het Wetboek der Successierechten, zoals

van toepassing in het Vlaamse Gewest, ingevoegd bij het decreet van 21 van toepassing in het Vlaamse Gewest, ingevoegd bij het decreet van 21
december 1994 en gewijzigd door de decreten van 22 december 1995 en 20 december 1994 en gewijzigd door de decreten van 22 december 1995 en 20
december 1996, wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt : december 1996, wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt :
« § 3. Om erkend te zijn door de Vlaamse Regering moet de in paragraaf « § 3. Om erkend te zijn door de Vlaamse Regering moet de in paragraaf
2 bedoelde vennootschap minstens voldoen aan de volgende voorwaarden : 2 bedoelde vennootschap minstens voldoen aan de volgende voorwaarden :
1° haar maatschappelijke zetel gevestigd hebben in de Europese 1° haar maatschappelijke zetel gevestigd hebben in de Europese
Economische Ruimte; Economische Ruimte;
2° zijn opgericht na de inwerkingtreding van dit decreet; 2° zijn opgericht na de inwerkingtreding van dit decreet;
3° uitsluitend tot doel hebben het financieren en realiseren van 3° uitsluitend tot doel hebben het financieren en realiseren van
projecten inzake het tot stand brengen van serviceflatgebouwen; projecten inzake het tot stand brengen van serviceflatgebouwen;
4° de ingezamelde gelden besteden aan projecten binnen de Europese 4° de ingezamelde gelden besteden aan projecten binnen de Europese
Economische Ruimte. Economische Ruimte.
De Vlaamse Regering stelt de eventuele bijkomende modaliteiten en De Vlaamse Regering stelt de eventuele bijkomende modaliteiten en
voorwaarden vast. » voorwaarden vast. »
HOOFDSTUK 6. - Speciaal onderstandsfonds HOOFDSTUK 6. - Speciaal onderstandsfonds

Art. 14.§ 1. In artikel 8 van het decreet van 20 december 1996

Art. 14.§ 1. In artikel 8 van het decreet van 20 december 1996

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997 worden houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997 worden
paragraaf 2 en paragraaf 3 opgeheven. paragraaf 2 en paragraaf 3 opgeheven.
§ 2. Hierbij wordt definitief afgezien van alle lopende en toekomstige § 2. Hierbij wordt definitief afgezien van alle lopende en toekomstige
vorderingen tot terugvordering of vorderingen tot verhaal op basis van vorderingen tot terugvordering of vorderingen tot verhaal op basis van
artikel 11 en 12 van de wet van 27 juni 1956 betreffende het speciaal artikel 11 en 12 van de wet van 27 juni 1956 betreffende het speciaal
onderstandsfonds of op basis van artikel 8, paragraaf 2 en 3, van het onderstandsfonds of op basis van artikel 8, paragraaf 2 en 3, van het
decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van
de begroting 1997. de begroting 1997.
Hierbij wordt handlichting gegeven betreffende alle hypothecaire Hierbij wordt handlichting gegeven betreffende alle hypothecaire
inschrijvingen die genomen werden op basis van artikel 12, paragraaf inschrijvingen die genomen werden op basis van artikel 12, paragraaf
2, van de wet van 27 juni 1956 betreffende het speciaal 2, van de wet van 27 juni 1956 betreffende het speciaal
onderstandsfonds of op basis van artikel 8, paragraaf 2 en 3, van het onderstandsfonds of op basis van artikel 8, paragraaf 2 en 3, van het
decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van
de begroting 1997. de begroting 1997.
§ 3. De bepalingen van paragraaf 1 en paragraaf 2 hebben geen invloed § 3. De bepalingen van paragraaf 1 en paragraaf 2 hebben geen invloed
op de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures die gevoerd op de hangende en toekomstige gerechtelijke procedures die gevoerd
worden tegen de Vlaamse Gemeenschap betreffende de rechten en worden tegen de Vlaamse Gemeenschap betreffende de rechten en
verplichtingen die voortkomen uit de wet van 27 juni 1956 betreffende verplichtingen die voortkomen uit de wet van 27 juni 1956 betreffende
het speciaal onderstandsfonds. het speciaal onderstandsfonds.
HOOFDSTUK 7. - Investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid HOOFDSTUK 7. - Investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid

Art. 15.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

Art. 15.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel
4bis ingevoegd, dat luidt als volgt : 4bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
«

Art. 4bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

«

Art. 4bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

Vastgoedakten, vermeld in artikel 94 van het decreet van 18 december Vastgoedakten, vermeld in artikel 94 van het decreet van 18 december
2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010, zijn 2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010, zijn
bevoegd om de akten te verlijden betreffende de organisatie en het bevoegd om de akten te verlijden betreffende de organisatie en het
intern bestuur van LRM, voor zover het Vlaamse Gewest rechtstreeks of intern bestuur van LRM, voor zover het Vlaamse Gewest rechtstreeks of
onrechtstreeks enige aandeelhouder is van LRM. onrechtstreeks enige aandeelhouder is van LRM.
§ 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst § 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst
Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende
de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van
LRM, waarin : LRM, waarin :
1° hetzij LRM enige aandeelhouder is; 1° hetzij LRM enige aandeelhouder is;
2° hetzij het Vlaamse Gewest en LRM de enige aandeelhouders zijn; 2° hetzij het Vlaamse Gewest en LRM de enige aandeelhouders zijn;
3° hetzij LRM en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld 3° hetzij LRM en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld
onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. » onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. »

Art. 16.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

Art. 16.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel
5bis ingevoegd, dat luidt als volgt : 5bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
«

Art. 5bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

«

Art. 5bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

Vastgoedakten zijn bevoegd om de akten te verlijden betreffende de Vastgoedakten zijn bevoegd om de akten te verlijden betreffende de
organisatie en het intern bestuur van PMV, voor zover het Vlaamse organisatie en het intern bestuur van PMV, voor zover het Vlaamse
Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks enige aandeelhouder is van PMV. Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks enige aandeelhouder is van PMV.
§ 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst § 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst
Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende
de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van
PMV, waarin : PMV, waarin :
1° hetzij PMV enige aandeelhouder is; 1° hetzij PMV enige aandeelhouder is;
2° hetzij het Vlaamse Gewest en PMV de enige aandeelhouders zijn; 2° hetzij het Vlaamse Gewest en PMV de enige aandeelhouders zijn;
3° hetzij PMV en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld 3° hetzij PMV en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld
onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. » onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. »

Art. 17.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

Art. 17.In het decreet van 7 mei 2004 betreffende de

investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid wordt een artikel
6bis ingevoegd, dat luidt als volgt : 6bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
«

Art. 6bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

«

Art. 6bis.§ 1. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst

Vastgoedakten zijn bevoegd om de akten te verlijden betreffende de Vastgoedakten zijn bevoegd om de akten te verlijden betreffende de
organisatie en het intern bestuur van VPM, voor zover het Vlaamse organisatie en het intern bestuur van VPM, voor zover het Vlaamse
Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks enige aandeelhouder is van VPM. Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks enige aandeelhouder is van VPM.
§ 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst § 2. De Vlaamse instrumenterende ambtenaren van de dienst
Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende Vastgoedakten zijn tevens bevoegd om de akten te verlijden betreffende
de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van de organisatie en het intern bestuur van de dochterondernemingen van
VPM, waarin : VPM, waarin :
1° hetzij VPM enige aandeelhouder is; 1° hetzij VPM enige aandeelhouder is;
2° hetzij het Vlaamse Gewest en VPM de enige aandeelhouders zijn; 2° hetzij het Vlaamse Gewest en VPM de enige aandeelhouders zijn;
3° hetzij VPM en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld 3° hetzij VPM en één/of meer van haar dochtervennootschappen, bedoeld
onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. » onder § 2, 1° en 2°, de enige aandeelhouders zijn. »
HOOFDSTUK 8. - BIV op zelfbouwvliegtuigen HOOFDSTUK 8. - BIV op zelfbouwvliegtuigen

Art. 18.In artikel 98, § 2, van het Wetboek van de met de

Art. 18.In artikel 98, § 2, van het Wetboek van de met de

inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt de laatste zin « inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wordt de laatste zin «
Voor de luchtvaartuigen en boten van 10 jaar en meer wordt de Voor de luchtvaartuigen en boten van 10 jaar en meer wordt de
belasting eenvormig vastgesteld op 61,50 EUR. » vervangen door de zin belasting eenvormig vastgesteld op 61,50 EUR. » vervangen door de zin
« Voor de luchtvaartuigen en boten van 10 jaar en meer, en voor « Voor de luchtvaartuigen en boten van 10 jaar en meer, en voor
zelfbouwvliegtuigen van natuurlijke personen wordt de belasting zelfbouwvliegtuigen van natuurlijke personen wordt de belasting
eenvormig vastgesteld op 61,50 EUR. ». eenvormig vastgesteld op 61,50 EUR. ».
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad
zal worden bekendgemaakt. zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 8 juli 2011. Brussel, 8 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke
Ordening en Sport, Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS Ph. MUYTERS
_______ _______
Nota Nota
Zitting 2010-2011. Zitting 2010-2011.
Stukken. - Ontwerp van decreet, 1045 - Nr. 1. - Amendementen, 1045 - Stukken. - Ontwerp van decreet, 1045 - Nr. 1. - Amendementen, 1045 -
Nrs. 2 t.e.m. 4. - Verslag, 1045 - Nr. 5. - Amendement voorgesteld na Nrs. 2 t.e.m. 4. - Verslag, 1045 - Nr. 5. - Amendement voorgesteld na
indiening van het verslag, 1045 - Nr. 6. - Tekst aangenomen door de indiening van het verslag, 1045 - Nr. 6. - Tekst aangenomen door de
plenaire vergadering, 1045 - Nr. 7. plenaire vergadering, 1045 - Nr. 7.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 29 juni 2011. Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 29 juni 2011.
^