Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Decreet van 04/04/2003
← Terug naar "Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen "
Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
4 APRIL 2003. - Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een 4 APRIL 2003. - Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een
Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22
december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking
tot de Universiteit Antwerpen tot de Universiteit Antwerpen
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen
hetgeen volgt : hetgeen volgt :
Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een Universiteit Decreet houdende bepalingen tot de oprichting van een Universiteit
Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 december 1995
houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de
Universiteit Antwerpen. Universiteit Antwerpen.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Artikel 26 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de

Art. 2.Artikel 26 van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de

universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, wordt vervangen door wat universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, wordt vervangen door wat
volgt : volgt :
«

Artikel 26.De Universiteit Antwerpen kan in het administratieve

«

Artikel 26.De Universiteit Antwerpen kan in het administratieve

arrondissement Antwerpen academische opleidingen aanbieden en de arrondissement Antwerpen academische opleidingen aanbieden en de
daarop betrekking hebbende academische graden verlenen in de volgende daarop betrekking hebbende academische graden verlenen in de volgende
studiegebieden of delen van studiegebieden : studiegebieden of delen van studiegebieden :
1° Wijsbegeerte, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen 1° Wijsbegeerte, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen
worden verleend; worden verleend;
2° Taal- en Letterkunde, waarvoor de graden van kandidaat en 2° Taal- en Letterkunde, waarvoor de graden van kandidaat en
licentiaat kunnen worden verleend; licentiaat kunnen worden verleend;
3° Geschiedenis, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen 3° Geschiedenis, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen
worden verleend; worden verleend;
4° Rechten, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen 4° Rechten, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat kunnen
worden verleend; worden verleend;
5° Onderwijskunde, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat 5° Onderwijskunde, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat
kunnen worden verleend; kunnen worden verleend;
6° Toegepaste Economische Wetenschappen, waarvoor de graden van 6° Toegepaste Economische Wetenschappen, waarvoor de graden van
kandidaat, licentiaat, kandidaat-handelsingenieur en handelsingenieur kandidaat, licentiaat, kandidaat-handelsingenieur en handelsingenieur
kunnen worden verleend; kunnen worden verleend;
7° Politieke en Sociale Wetenschappen, waarvoor de graden van 7° Politieke en Sociale Wetenschappen, waarvoor de graden van
kandidaat en licentiaat kunnen worden verleend; kandidaat en licentiaat kunnen worden verleend;
8° Wetenschappen, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat 8° Wetenschappen, waarvoor de graden van kandidaat en licentiaat
kunnen worden verleend; kunnen worden verleend;
9° Toegepaste Biologische Wetenschappen, waarvoor de graden van 9° Toegepaste Biologische Wetenschappen, waarvoor de graden van
kandidaat-bio-ingenieur en bio-ingenieur kunnen worden verleend op kandidaat-bio-ingenieur en bio-ingenieur kunnen worden verleend op
voorwaarde dat omtrent de organisatie van het onderwijs in de voorwaarde dat omtrent de organisatie van het onderwijs in de
opleiding bio-ingenieur en bijhorend onderzoek een opleiding bio-ingenieur en bijhorend onderzoek een
samenwerkingsakkoord is gesloten met een andere universiteit die in samenwerkingsakkoord is gesloten met een andere universiteit die in
dit studiegebied onderwijsbevoegdheid heeft. Het samenwerkingsakkoord dit studiegebied onderwijsbevoegdheid heeft. Het samenwerkingsakkoord
vernoemt uitdrukkelijk de kwalificatie die aan de graad wordt vernoemt uitdrukkelijk de kwalificatie die aan de graad wordt
toegevoegd; toegevoegd;
10° Geneeskunde, waarvoor de graden van kandidaat-arts, arts en 10° Geneeskunde, waarvoor de graden van kandidaat-arts, arts en
huisarts kunnen worden verleend; huisarts kunnen worden verleend;
11° Diergeneeskunde, waarvoor de graad van kandidaat-dierenarts kan 11° Diergeneeskunde, waarvoor de graad van kandidaat-dierenarts kan
worden verleend; worden verleend;
12° Farmaceutische Wetenschappen, waarvoor de graden van 12° Farmaceutische Wetenschappen, waarvoor de graden van
kandidaat-apotheker en apotheker kunnen worden verleend. ». kandidaat-apotheker en apotheker kunnen worden verleend. ».

Art. 3.Artikel 29 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de

Art. 3.Artikel 29 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de

herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen wordt vervangen herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen wordt vervangen
door wat volgt : door wat volgt :
«

Artikel 29.De Universiteit Antwerpen kan in het administratief

«

Artikel 29.De Universiteit Antwerpen kan in het administratief

arrondissement Antwerpen academische opleidingen aanbieden en de arrondissement Antwerpen academische opleidingen aanbieden en de
daarop betrekking hebbende graden verlenen in of over de volgende daarop betrekking hebbende graden verlenen in of over de volgende
studiegebieden of delen van studiegebieden : studiegebieden of delen van studiegebieden :
1° Wijsbegeerte, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen 1° Wijsbegeerte, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen
worden verleend; worden verleend;
2° Taal- en Letterkunde, waarvoor de graden van bachelor en master 2° Taal- en Letterkunde, waarvoor de graden van bachelor en master
kunnen worden verleend; kunnen worden verleend;
3° Geschiedenis, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen 3° Geschiedenis, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen
worden verleend; worden verleend;
4° Rechten, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen worden 4° Rechten, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen worden
verleend; verleend;
5° Onderwijskunde, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen 5° Onderwijskunde, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen
worden verleend; worden verleend;
6° Toegepaste Economische Wetenschappen, waarvoor de graden van 6° Toegepaste Economische Wetenschappen, waarvoor de graden van
bachelor en master kunnen worden verleend; bachelor en master kunnen worden verleend;
7° Politieke en Sociale Wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor 7° Politieke en Sociale Wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor
en master kunnen worden verleend; en master kunnen worden verleend;
8° Wetenschappen, waarvoor de graden van ba-chelor en master kunnen 8° Wetenschappen, waarvoor de graden van ba-chelor en master kunnen
worden verleend; worden verleend;
9° Toegepaste Biologische Wetenschappen, waarvoor de graden van 9° Toegepaste Biologische Wetenschappen, waarvoor de graden van
bachelor en master kunnen worden verleend op voorwaarde dat omtrent de bachelor en master kunnen worden verleend op voorwaarde dat omtrent de
organisatie van het onderwijs in de mastersopleiding en bijhorend organisatie van het onderwijs in de mastersopleiding en bijhorend
onderzoek een samenwerkingsakkoord is gesloten met een andere onderzoek een samenwerkingsakkoord is gesloten met een andere
universiteit die in dit studiegebied onderwijsbevoegdheid heeft. Het universiteit die in dit studiegebied onderwijsbevoegdheid heeft. Het
samenwerkingsakkoord vernoemt uitdrukkelijk de kwalificatie die aan de samenwerkingsakkoord vernoemt uitdrukkelijk de kwalificatie die aan de
graad wordt toegevoegd; graad wordt toegevoegd;
10° Geneeskunde, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen 10° Geneeskunde, waarvoor de graden van bachelor en master kunnen
worden verleend; worden verleend;
11° Diergeneeskunde, waarvoor de graad van bachelor kan worden 11° Diergeneeskunde, waarvoor de graad van bachelor kan worden
verleend; verleend;
12° Farmaceutische wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor en 12° Farmaceutische wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor en
master kunnen worden verleend; master kunnen worden verleend;
13° Biomedische wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor en 13° Biomedische wetenschappen, waarvoor de graden van bachelor en
master kunnen worden verleend. » master kunnen worden verleend. »

Art. 4.In artikel 2 van het decreet van 22 december 1995 houdende

Art. 4.In artikel 2 van het decreet van 22 december 1995 houdende

wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit
Antwerpen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : Antwerpen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid het woord "confederale" schrappen; 1° in het eerste lid het woord "confederale" schrappen;
2° het tweede lid schrappen. 2° het tweede lid schrappen.

Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt

Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt

: :
«

Artikel 3.Dit decreet heeft tevens betrekking op :

«

Artikel 3.Dit decreet heeft tevens betrekking op :

- het Universitair Centrum Antwerpen, hierna het RUCA te noemen; - het Universitair Centrum Antwerpen, hierna het RUCA te noemen;
- de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, hierna de - de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen, hierna de
UFSIA te noemen; UFSIA te noemen;
- de Universitaire Instelling Antwerpen, hierna de UIA te noemen; - de Universitaire Instelling Antwerpen, hierna de UIA te noemen;
- de confederale Universiteit Antwerpen, hierna de UA te noemen. » - de confederale Universiteit Antwerpen, hierna de UA te noemen. »

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat

luidt als volgt : luidt als volgt :
«

Artikel 3bis.Het doel van de Universiteit Antwerpen is, in een

«

Artikel 3bis.Het doel van de Universiteit Antwerpen is, in een

pluralistisch perspectief en met de academische vrijheid en de pluralistisch perspectief en met de academische vrijheid en de
bestuurlijke autonomie als grondslag, academisch onderwijs te bestuurlijke autonomie als grondslag, academisch onderwijs te
verstrekken en wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening te verstrekken en wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening te
verrichten. » verrichten. »
HOOFDSTUK II. - Bestuursstructuur en bevoegdheden van de HOOFDSTUK II. - Bestuursstructuur en bevoegdheden van de
bestuursorganen bestuursorganen

Art. 7.In titel 2 van hetzelfde decreet worden hoofdstuk II,

Art. 7.In titel 2 van hetzelfde decreet worden hoofdstuk II,

bestaande uit de artikelen 4 tot 15, hoofdstuk III, bestaande uit de bestaande uit de artikelen 4 tot 15, hoofdstuk III, bestaande uit de
artikelen 16 tot 19 en hoofdstuk IV, bestaande uit de artikelen 20 tot artikelen 16 tot 19 en hoofdstuk IV, bestaande uit de artikelen 20 tot
23, vervangen door wat volgt : 23, vervangen door wat volgt :
"HOOFDSTUK II. - De bestuursstructuur "HOOFDSTUK II. - De bestuursstructuur
Afdeling 1. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 4.De bestuursorganen van de universiteit zijn de Raad van

Artikel 4.De bestuursorganen van de universiteit zijn de Raad van

Bestuur en het Bestuurscollege. Bestuur en het Bestuurscollege.

Artikel 5.§ 1. De Raad van Bestuur beslist over de indeling in

Artikel 5.§ 1. De Raad van Bestuur beslist over de indeling in

faculteiten en daarmee gelijkgestelde organen, in scholen, instituten faculteiten en daarmee gelijkgestelde organen, in scholen, instituten
en andere academische entiteiten. en andere academische entiteiten.
De academische leiding van de faculteiten en daarmee gelijkgestelde De academische leiding van de faculteiten en daarmee gelijkgestelde
organen berust bij een decaan. De wijze van aanstelling van de decaan organen berust bij een decaan. De wijze van aanstelling van de decaan
wordt geregeld in een reglement met betrekking tot de academische wordt geregeld in een reglement met betrekking tot de academische
structuur. structuur.
§ 2. De academische bestuursstructuur omvat ten minste : § 2. De academische bestuursstructuur omvat ten minste :
1° een College van Decanen; 1° een College van Decanen;
2° een Onderwijsraad; 2° een Onderwijsraad;
3° een Onderzoeksraad; 3° een Onderzoeksraad;
4° een Raad voor Wetenschappelijke en Maatschappelijke 4° een Raad voor Wetenschappelijke en Maatschappelijke
Dienstverlening. Dienstverlening.
De nadere regels met betrekking tot de academische bestuursstructuur De nadere regels met betrekking tot de academische bestuursstructuur
worden door de Raad van Bestuur vastgelegd in een reglement. worden door de Raad van Bestuur vastgelegd in een reglement.

Artikel 6.De leden van de bestuursorganen treden bij hun handelingen

Artikel 6.De leden van de bestuursorganen treden bij hun handelingen

als lid van het betrokken bestuursorgaan enkel op in het algemeen als lid van het betrokken bestuursorgaan enkel op in het algemeen
belang. belang.
Afdeling 2. - De Raad van Bestuur Afdeling 2. - De Raad van Bestuur

Artikel 7.§ 1. De Raad van Bestuur bestaat uit :

Artikel 7.§ 1. De Raad van Bestuur bestaat uit :

1° de ambtshalve leden, met name de rector, de voorzitter van de 1° de ambtshalve leden, met name de rector, de voorzitter van de
Onderzoeksraad, de voorzitter van de Onderwijsraad en de voorzitter Onderzoeksraad, de voorzitter van de Onderwijsraad en de voorzitter
van de Raad voor Wetenschappelijke en Maatschappelijke van de Raad voor Wetenschappelijke en Maatschappelijke
Dienstverlening; Dienstverlening;
2° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het 2° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het
wetenschapsgebied humane wetenschappen, gekozen uit en door de leden wetenschapsgebied humane wetenschappen, gekozen uit en door de leden
van het zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied; van het zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied;
3° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het 3° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het
wetenschapsgebied wetenschappen, gekozen uit en door de leden van het wetenschapsgebied wetenschappen, gekozen uit en door de leden van het
zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied; zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied;
4° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het 4° een lid van het zelfstandig academisch personeel uit het
wetenschapsgebied geneeskunde en farmaceutische, biomedische en wetenschapsgebied geneeskunde en farmaceutische, biomedische en
diergeneeskundige wetenschappen, gekozen uit en door de leden van het diergeneeskundige wetenschappen, gekozen uit en door de leden van het
zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied; zelfstandig academisch personeel van dat wetenschapsgebied;
5° drie leden van het zelfstandig academisch personeel, gekozen uit en 5° drie leden van het zelfstandig academisch personeel, gekozen uit en
door de leden van het zelfstandig academisch personeel; door de leden van het zelfstandig academisch personeel;
6° drie leden van het assisterend en bijzonder academisch personeel, 6° drie leden van het assisterend en bijzonder academisch personeel,
gekozen uit en door de leden van het assisterend en bijzonder gekozen uit en door de leden van het assisterend en bijzonder
academisch personeel; academisch personeel;
7° drie leden van het administratief en technisch personeel, gekozen 7° drie leden van het administratief en technisch personeel, gekozen
uit en door de leden van het administratief en technisch personeel; uit en door de leden van het administratief en technisch personeel;
8° drie studenten, gekozen uit en door de studenten; 8° drie studenten, gekozen uit en door de studenten;
9° drie leden waarvan telkens één lid aangewezen wordt door de 9° drie leden waarvan telkens één lid aangewezen wordt door de
minister, bevoegd voor Onderwijs, door de gouverneur van de provincie minister, bevoegd voor Onderwijs, door de gouverneur van de provincie
Antwerpen en door de provinciaal van de Sociëteit van Jezus; Antwerpen en door de provinciaal van de Sociëteit van Jezus;
10° drie leden uit de openbare, politieke, sociaal-economische, 10° drie leden uit de openbare, politieke, sociaal-economische,
levensbeschouwelijke en culturele milieus, gecoöpteerd door de leden levensbeschouwelijke en culturele milieus, gecoöpteerd door de leden
van de Raad van Bestuur, bedoeld in 1° tot 9°, rekening houdend met van de Raad van Bestuur, bedoeld in 1° tot 9°, rekening houdend met
het profiel van de universiteit. het profiel van de universiteit.
§ 2. De leden, bedoeld in § 1, 2° tot en met 7°, worden, na § 2. De leden, bedoeld in § 1, 2° tot en met 7°, worden, na
verkiezingen binnen de betreffende personeelsgeleding aangewezen voor verkiezingen binnen de betreffende personeelsgeleding aangewezen voor
een periode van vier jaar. Die periode is slechts eenmaal een periode van vier jaar. Die periode is slechts eenmaal
hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van vier jaar. hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van vier jaar.
De studenten worden, na verkiezingen bij de studenten, aangewezen voor De studenten worden, na verkiezingen bij de studenten, aangewezen voor
een periode van twee jaar. Die periode is slechts éénmaal een periode van twee jaar. Die periode is slechts éénmaal
hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van twee jaar. hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van twee jaar.
§ 3. De leden, bedoeld in § 1, 9° en 10° worden aangewezen voor een § 3. De leden, bedoeld in § 1, 9° en 10° worden aangewezen voor een
periode van vier jaar. Die periode is slechts éénmaal hernieuwbaar, periode van vier jaar. Die periode is slechts éénmaal hernieuwbaar,
tenzij na een onderbreking van vier jaar. tenzij na een onderbreking van vier jaar.
§ 4. De nadere regelingen betreffende de verkiezing door de § 4. De nadere regelingen betreffende de verkiezing door de
geledingen, de verkiesbaarheid, het kiesrecht en de verkiezingen geledingen, de verkiesbaarheid, het kiesrecht en de verkiezingen
worden door de Raad van Bestuur in een reglement opgenomen. worden door de Raad van Bestuur in een reglement opgenomen.
Het lidmaatschap van de Raad van Bestuur is niet verenigbaar met het Het lidmaatschap van de Raad van Bestuur is niet verenigbaar met het
mandaat van decaan, algemeen beheerder en beheerder. mandaat van decaan, algemeen beheerder en beheerder.
§ 5. Indien een geleding nalaat leden aan te wijzen, werkt de Raad van § 5. Indien een geleding nalaat leden aan te wijzen, werkt de Raad van
Bestuur verder met de andere leden. Bestuur verder met de andere leden.
§ 6. De Raad van Bestuur verkiest uit zijn leden een voorzitter. Het § 6. De Raad van Bestuur verkiest uit zijn leden een voorzitter. Het
mandaat van voorzitter is niet verenigbaar met het mandaat van rector, mandaat van voorzitter is niet verenigbaar met het mandaat van rector,
voorzitter van de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad of de Raad voor voorzitter van de Onderwijsraad, de Onderzoeksraad of de Raad voor
Wetenschappelijke en Maatschappelijke Dienstverlening, of lidmaatschap Wetenschappelijke en Maatschappelijke Dienstverlening, of lidmaatschap
van het Bestuurscollege. Het mandaat duurt vier jaar en is eenmaal van het Bestuurscollege. Het mandaat duurt vier jaar en is eenmaal
hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van vier jaar. hernieuwbaar, tenzij na een onderbreking van vier jaar.
§ 7. De Raad van Bestuur kan bepalen wie, buiten de leden, de zitting § 7. De Raad van Bestuur kan bepalen wie, buiten de leden, de zitting
van de Raad van Bestuur bijwoont. van de Raad van Bestuur bijwoont.
Afdeling 3. - Het Bestuurscollege Afdeling 3. - Het Bestuurscollege

Artikel 8.§ 1. Het Bestuurscollege bestaat uit :

Artikel 8.§ 1. Het Bestuurscollege bestaat uit :

1° de rector, die voorzitter is; 1° de rector, die voorzitter is;
2° de voorzitter van de Onderwijsraad, de voorzitter van de 2° de voorzitter van de Onderwijsraad, de voorzitter van de
Onderzoeksraad en de voorzitter van de Raad voor Wetenschappelijke en Onderzoeksraad en de voorzitter van de Raad voor Wetenschappelijke en
Maatschappelijke Dienstverlening; Maatschappelijke Dienstverlening;
3° de algemeen beheerder; 3° de algemeen beheerder;
4° telkens één lid behorende tot de leden bedoeld in artikel 7, § 1, 4° telkens één lid behorende tot de leden bedoeld in artikel 7, § 1,
5° tot en met 8°. Die leden worden aangewezen door de Raad van Bestuur 5° tot en met 8°. Die leden worden aangewezen door de Raad van Bestuur
uit zijn leden. uit zijn leden.
De beheerders zijn lid van het Bestuurscollege met raadgevende stem. De beheerders zijn lid van het Bestuurscollege met raadgevende stem.
§ 2. Nadere regels omtrent de aanwijzing van de leden vermeld in § 1, § 2. Nadere regels omtrent de aanwijzing van de leden vermeld in § 1,
4°, worden door de Raad van Bestuur vastgelegd. 4°, worden door de Raad van Bestuur vastgelegd.
Afdeling 4. - De rector Afdeling 4. - De rector

Artikel 9.§ 1. De rector wordt door de Raad van Bestuur benoemd voor

Artikel 9.§ 1. De rector wordt door de Raad van Bestuur benoemd voor

een termijn van 4 jaar uit een lijst voorgedragen door een kiescollege een termijn van 4 jaar uit een lijst voorgedragen door een kiescollege
waarvan de samenstelling bepaald wordt door de Raad van Bestuur. In waarvan de samenstelling bepaald wordt door de Raad van Bestuur. In
dat kiescollege zijn de geledingen van het zelfstandig academisch dat kiescollege zijn de geledingen van het zelfstandig academisch
personeel, het assisterend en bijzonder academisch personeel, het personeel, het assisterend en bijzonder academisch personeel, het
administratief en technisch personeel, en de studenten administratief en technisch personeel, en de studenten
vertegenwoordigd. De rector wordt gekozen uit de gewoon hoogleraren. vertegenwoordigd. De rector wordt gekozen uit de gewoon hoogleraren.
De verkiezing vindt plaats tijdens het academiejaar dat voorafgaat aan De verkiezing vindt plaats tijdens het academiejaar dat voorafgaat aan
het verstrijken van het mandaat van de in dienst zijnde rector. het verstrijken van het mandaat van de in dienst zijnde rector.
De lijst met kandidaten voor het mandaat van rector bevat ten minste De lijst met kandidaten voor het mandaat van rector bevat ten minste
één en ten hoogste drie gerangschikte kandidaten. De verdere procedure één en ten hoogste drie gerangschikte kandidaten. De verdere procedure
wordt bepaald door de Raad van Bestuur. wordt bepaald door de Raad van Bestuur.
De kandidaten mogen de leeftijdsgrens voor opruststelling niet De kandidaten mogen de leeftijdsgrens voor opruststelling niet
bereiken tijdens de duur van hun mandaat. Het mandaat van rector kan bereiken tijdens de duur van hun mandaat. Het mandaat van rector kan
eenmaal hernieuwd worden. eenmaal hernieuwd worden.
§ 2. De rector heeft de academische leiding van de universiteit en § 2. De rector heeft de academische leiding van de universiteit en
vertegenwoordigt de universiteit op academisch vlak. vertegenwoordigt de universiteit op academisch vlak.
Afdeling 5. - De algemeen beheerder en de beheerders Afdeling 5. - De algemeen beheerder en de beheerders

Artikel 10.In de personeelsformatie ten laste van de

Artikel 10.In de personeelsformatie ten laste van de

werkingsuitkeringen worden een betrekking van algemeen beheerder en werkingsuitkeringen worden een betrekking van algemeen beheerder en
twee betrekkingen van beheerder opgenomen. Met de algemeen beheerder twee betrekkingen van beheerder opgenomen. Met de algemeen beheerder
en de beheerders wordt een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en de beheerders wordt een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur
gesloten. De opdracht van de algemeen beheerder en de beheerders wordt gesloten. De opdracht van de algemeen beheerder en de beheerders wordt
vastgelegd voor onbeperkt hernieuwbare termijnen van zes jaar. Aan de vastgelegd voor onbeperkt hernieuwbare termijnen van zes jaar. Aan de
betrekkingen is de weddenschaal van gewoon hoogleraar verbonden. betrekkingen is de weddenschaal van gewoon hoogleraar verbonden.
De Raad van Bestuur kan hun een vergoeding toekennen overeenkomstig De Raad van Bestuur kan hun een vergoeding toekennen overeenkomstig
artikel 100 van het universiteitsdecreet. artikel 100 van het universiteitsdecreet.

Artikel 11.De algemeen beheerder wordt door de Raad van Bestuur bij

Artikel 11.De algemeen beheerder wordt door de Raad van Bestuur bij

geheime stemming, op voordracht van het Bestuurscollege, aangesteld. geheime stemming, op voordracht van het Bestuurscollege, aangesteld.
Hij moet houder zijn van een doctoraat op proefschrift en bij uitstek Hij moet houder zijn van een doctoraat op proefschrift en bij uitstek
over een academisch profiel beschikken. over een academisch profiel beschikken.

Artikel 12.De beheerders worden door de Raad van Bestuur bij geheime

Artikel 12.De beheerders worden door de Raad van Bestuur bij geheime

stemming, op voordracht van het Bestuurscollege, aangesteld. De stemming, op voordracht van het Bestuurscollege, aangesteld. De
beheerders moeten houder zijn van een diploma van de tweede cyclus van beheerders moeten houder zijn van een diploma van de tweede cyclus van
een academische opleiding. een academische opleiding.

Artikel 13.Indien de algemeen beheerder of een beheerder vóór hun

Artikel 13.Indien de algemeen beheerder of een beheerder vóór hun

eerste aanstelling behoren tot het voltijds ZAP of ATP van een in eerste aanstelling behoren tot het voltijds ZAP of ATP van een in
artikel 3 genoemde instelling, kan het universiteitsbestuur, in artikel 3 genoemde instelling, kan het universiteitsbestuur, in
afwijking van de bepalingen uit deze afdeling, beslissen om geen afwijking van de bepalingen uit deze afdeling, beslissen om geen
arbeidsovereenkomst te sluiten maar om, voor onbeperkt hernieuwbare arbeidsovereenkomst te sluiten maar om, voor onbeperkt hernieuwbare
termijnen van zes jaar, de opdracht van de betrokkene te wijzigen. termijnen van zes jaar, de opdracht van de betrokkene te wijzigen.
HOOFDSTUK III. - De bevoegdheden van de bestuursorganen HOOFDSTUK III. - De bevoegdheden van de bestuursorganen
Afdeling 1. - De Raad van Bestuur Afdeling 1. - De Raad van Bestuur

Artikel 14.§ 1. De Raad van Bestuur oefent de volgende bevoegdheden

Artikel 14.§ 1. De Raad van Bestuur oefent de volgende bevoegdheden

uit : uit :
1° het vastleggen van richtlijnen voor de inrichting, de oriëntatie, 1° het vastleggen van richtlijnen voor de inrichting, de oriëntatie,
de organisatie, de coördinatie en de kwaliteitsbewaking van het de organisatie, de coördinatie en de kwaliteitsbewaking van het
academisch onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de academisch onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de
wetenschappelijke dienstverlening, en het bewaken van de krachtlijnen wetenschappelijke dienstverlening, en het bewaken van de krachtlijnen
van de onderwijsregelingen; van de onderwijsregelingen;
2° het vastleggen van de academische bestuursstructuren conform 2° het vastleggen van de academische bestuursstructuren conform
artikel 5 van dit decreet; artikel 5 van dit decreet;
3° het bepalen van het bestuursreglement, het examenreglement, het 3° het bepalen van het bestuursreglement, het examenreglement, het
tuchtreglement en de reglementen voor de verkiezing van de rector, de tuchtreglement en de reglementen voor de verkiezing van de rector, de
voorzitters, de faculteitsraden en decanen, en het reglement houdende voorzitters, de faculteitsraden en decanen, en het reglement houdende
de academische structuur; de academische structuur;
4° het jaarlijks vastleggen en goedkeuren van de begroting, de 4° het jaarlijks vastleggen en goedkeuren van de begroting, de
jaarrekening en het jaarverslag van de universiteit, alsmede het jaarrekening en het jaarverslag van de universiteit, alsmede het
vastleggen van de principes van toewijzing van de middelen; vastleggen van de principes van toewijzing van de middelen;
5° het bepalen van de personeelsformatie; 5° het bepalen van de personeelsformatie;
6° de aanstelling en de benoeming van de rector, de voorzitters, de 6° de aanstelling en de benoeming van de rector, de voorzitters, de
algemeen beheerder, de beheerders en de decanen; algemeen beheerder, de beheerders en de decanen;
7° de benoeming, de eerste aanstelling en de bevorderingen van de 7° de benoeming, de eerste aanstelling en de bevorderingen van de
leden van het zelfstandig academisch personeel en het hoger leden van het zelfstandig academisch personeel en het hoger
kaderpersoneel; kaderpersoneel;
8° het opstellen van het vergaderreglement, rekening houdend met § 2 8° het opstellen van het vergaderreglement, rekening houdend met § 2
van dit artikel; van dit artikel;
9° het toezicht op de uitvoering van het handvest houdende de 9° het toezicht op de uitvoering van het handvest houdende de
oprichting van de Universiteit Antwerpen; oprichting van de Universiteit Antwerpen;
10° alle andere bij of krachtens dit decreet of andere decreten 10° alle andere bij of krachtens dit decreet of andere decreten
specifiek voor de Raad van Bestuur voorbehouden bevoegdheden. specifiek voor de Raad van Bestuur voorbehouden bevoegdheden.
§ 2. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen bij gewone § 2. De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen bij gewone
meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen, ongeldige en meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen, ongeldige en
blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. De Raad van blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. De Raad van
Bestuur kan alleen geldig vergaderen als ten minste de helft van de Bestuur kan alleen geldig vergaderen als ten minste de helft van de
leden aanwezig is. Afwezige leden kunnen zich laten vertegenwoordigen leden aanwezig is. Afwezige leden kunnen zich laten vertegenwoordigen
door een ander lid, dat ten hoogste over één volmacht kan beschikken. door een ander lid, dat ten hoogste over één volmacht kan beschikken.
Indien na een eerste samenroeping het quorum niet wordt bereikt, kan Indien na een eerste samenroeping het quorum niet wordt bereikt, kan
de Raad geldig vergaderen na een tweede schriftelijke samenroeping met de Raad geldig vergaderen na een tweede schriftelijke samenroeping met
dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezigen. dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezigen.
Afdeling 2. - Het Bestuurscollege Afdeling 2. - Het Bestuurscollege

Artikel 15.§ 1. Het Bestuurscollege is bevoegd voor alle zaken van de

Artikel 15.§ 1. Het Bestuurscollege is bevoegd voor alle zaken van de

universiteit die bij dit decreet niet aan de Raad van Bestuur zijn universiteit die bij dit decreet niet aan de Raad van Bestuur zijn
opgedragen. Het Bestuurscollege is onder meer belast met : opgedragen. Het Bestuurscollege is onder meer belast met :
1° het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van de Raad van 1° het voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van de Raad van
Bestuur; Bestuur;
2° het beschikken over de financiën en de roerende en onroerende 2° het beschikken over de financiën en de roerende en onroerende
goederen van de universiteit, binnen de perken van de goederen van de universiteit, binnen de perken van de
begrotingskredieten en het door de Raad van Bestuur opgestelde begrotingskredieten en het door de Raad van Bestuur opgestelde
beleids- of financieringsplan; beleids- of financieringsplan;
3° het sluiten van overeenkomsten en het verrichten van andere 3° het sluiten van overeenkomsten en het verrichten van andere
rechtshandelingen; rechtshandelingen;
4° het handhaven van de academische orde, en het desgevallend nemen 4° het handhaven van de academische orde, en het desgevallend nemen
van tuchtmaatregelen overeenkomstig het vigerende tuchtreglement; van tuchtmaatregelen overeenkomstig het vigerende tuchtreglement;
5° het vaststellen van vacatures en de beslissing tot de 5° het vaststellen van vacatures en de beslissing tot de
vacantverklaring van openstaande ambten; vacantverklaring van openstaande ambten;
6° de benoeming of aanstelling van het assisterend en bijzonder 6° de benoeming of aanstelling van het assisterend en bijzonder
academisch personeel en het administratief en technisch personeel, academisch personeel en het administratief en technisch personeel,
ander dan bedoeld in artikel 14, § 1, 7°; ander dan bedoeld in artikel 14, § 1, 7°;
7° de hoge leiding van de administratieve diensten; 7° de hoge leiding van de administratieve diensten;
8° het opstellen van zijn vergaderreglement; 8° het opstellen van zijn vergaderreglement;
9° het treffen van een regeling van de vervanging van de rector voor 9° het treffen van een regeling van de vervanging van de rector voor
het geval dat hij verhinderd of afwezig is. het geval dat hij verhinderd of afwezig is.
§ 2. Het Bestuurscollege kan een gedeelte van zijn bevoegdheden § 2. Het Bestuurscollege kan een gedeelte van zijn bevoegdheden
delegeren aan andere organen of personen. Omtrent de uitoefening van delegeren aan andere organen of personen. Omtrent de uitoefening van
deze bevoegdheden wordt aan het Bestuurscollege verslag uitgebracht. deze bevoegdheden wordt aan het Bestuurscollege verslag uitgebracht.
§ 3. Het Bestuurscollege is aan de Raad van Bestuur verantwoording § 3. Het Bestuurscollege is aan de Raad van Bestuur verantwoording
verschuldigd. verschuldigd.
Het Bestuurscollege verschaft de Raad van Bestuur informatie over de Het Bestuurscollege verschaft de Raad van Bestuur informatie over de
beslissingen die het heeft genomen. Het verstrekt de Raad op zijn beslissingen die het heeft genomen. Het verstrekt de Raad op zijn
verzoek alle inlichtingen over de handelingen die het heeft verricht. verzoek alle inlichtingen over de handelingen die het heeft verricht.
In het bestuursreglement, bedoeld in artikel 14, § 1, 3°, worden In het bestuursreglement, bedoeld in artikel 14, § 1, 3°, worden
omtrent de in dit artikel bedoelde aangelegenheden nadere regelen omtrent de in dit artikel bedoelde aangelegenheden nadere regelen
opgenomen. opgenomen.
Afdeling 3. - Het College van Beheer Afdeling 3. - Het College van Beheer

Artikel 16.§ 1. De algemeen beheerder en de beheerders vormen een

Artikel 16.§ 1. De algemeen beheerder en de beheerders vormen een

College van Beheer dat, onder het toezicht van het Bestuurscollege, College van Beheer dat, onder het toezicht van het Bestuurscollege,
belast is met de coördinatie en de uitvoering van het dagelijks beheer belast is met de coördinatie en de uitvoering van het dagelijks beheer
van de universiteit op administratief, technisch, financieel en van de universiteit op administratief, technisch, financieel en
sociaal vlak. sociaal vlak.
Het Bestuurscollege delegeert daartoe specifieke bevoegdheden op Het Bestuurscollege delegeert daartoe specifieke bevoegdheden op
administratief, technisch, financieel en sociaal vlak aan het College administratief, technisch, financieel en sociaal vlak aan het College
van Beheer, dat op zijn beurt bepaalde van die bevoegdheden kan van Beheer, dat op zijn beurt bepaalde van die bevoegdheden kan
subdelegeren aan de algemeen beheerder en/of de beheerders. subdelegeren aan de algemeen beheerder en/of de beheerders.
§ 2. Het College van Beheer kan worden uitgebreid met deskundigen, § 2. Het College van Beheer kan worden uitgebreid met deskundigen,
benoemd door de Raad van Bestuur, op voordracht van het benoemd door de Raad van Bestuur, op voordracht van het
Bestuurscollege. Bestuurscollege.
§ 3. Het College van Beheer vergadert onder het voorzitterschap van de § 3. Het College van Beheer vergadert onder het voorzitterschap van de
algemeen beheerder. algemeen beheerder.
HOOFDSTUK IV. - Het College van Decanen HOOFDSTUK IV. - Het College van Decanen

Artikel 17.De decanen vormen een college, dat wordt voorgezeten door

Artikel 17.De decanen vormen een college, dat wordt voorgezeten door

de rector. Het College van Decanen adviseert, op verzoek of op eigen de rector. Het College van Decanen adviseert, op verzoek of op eigen
initiatief, het universiteitsbestuur over alle strategische initiatief, het universiteitsbestuur over alle strategische
academische aangelegenheden. academische aangelegenheden.
HOOFDSTUK IVbis. - De Hoge Raad HOOFDSTUK IVbis. - De Hoge Raad

Artikel 18.Door de Raad van Bestuur wordt een Hoge Raad van de

Artikel 18.Door de Raad van Bestuur wordt een Hoge Raad van de

Universiteit Antwerpen opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers Universiteit Antwerpen opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers
van openbare instanties, politieke, sociaal-economische, religieuze, van openbare instanties, politieke, sociaal-economische, religieuze,
levensbeschouwelijke en culturele milieus om aan de Universiteit levensbeschouwelijke en culturele milieus om aan de Universiteit
Antwerpen advies te verstrekken over de algemene oriëntering, het Antwerpen advies te verstrekken over de algemene oriëntering, het
pluralistische karakter, de uitbreiding en de ontwikkeling van de pluralistische karakter, de uitbreiding en de ontwikkeling van de
universiteit en over de inbedding ervan in de bredere samenleving. universiteit en over de inbedding ervan in de bredere samenleving.
De Raad van Bestuur legt de nadere regels vast met betrekking tot de De Raad van Bestuur legt de nadere regels vast met betrekking tot de
samenstelling van de Hoge Raad, de wijze van aanstelling van de leden samenstelling van de Hoge Raad, de wijze van aanstelling van de leden
en de duur van hun mandaat. » en de duur van hun mandaat. »
HOOFDSTUK III. - Aanvullende bepalingen HOOFDSTUK III. - Aanvullende bepalingen

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een Hoofdstuk IVter , bestaande uit

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een Hoofdstuk IVter , bestaande uit

de artikelen 19 en 20 en een Hoofdstuk IVquater, bestaande uit de de artikelen 19 en 20 en een Hoofdstuk IVquater, bestaande uit de
artikelen 21 en 22, ingevoegd, die luiden als volgt : artikelen 21 en 22, ingevoegd, die luiden als volgt :
"HOOFDSTUK IVter. - Statuut van het personeel "HOOFDSTUK IVter. - Statuut van het personeel

Artikel 19.§ 1. De personeelsleden die op de datum van de

Artikel 19.§ 1. De personeelsleden die op de datum van de

inwerkingtreding van het decreet van 4 april 2003 houdende bepalingen inwerkingtreding van het decreet van 4 april 2003 houdende bepalingen
tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van tot de oprichting van een Universiteit Antwerpen en tot wijziging van
het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van diverse het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van diverse
decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen, in dienst zijn decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen, in dienst zijn
van het RUCA, de UFSIA en de UIA, treden op die datum in dienst van de van het RUCA, de UFSIA en de UIA, treden op die datum in dienst van de
Universiteit Antwerpen. Zij behouden daarbij alle rechten en Universiteit Antwerpen. Zij behouden daarbij alle rechten en
verplichtingen die zij genoten bij hun instelling van oorsprong en het verplichtingen die zij genoten bij hun instelling van oorsprong en het
arbeidsrechtelijk en sociaalrechtelijk statuut dat daarbij op hen van arbeidsrechtelijk en sociaalrechtelijk statuut dat daarbij op hen van
toepassing was. De ziektedagen, geregistreerd sedert 1 januari 1994 in toepassing was. De ziektedagen, geregistreerd sedert 1 januari 1994 in
de instelling van herkomst, worden meegerekend voor het bepalen van de instelling van herkomst, worden meegerekend voor het bepalen van
het totale aantal opgenomen ziektedagen. het totale aantal opgenomen ziektedagen.
Voor de personeelsleden die na de inwerkingtreding van het decreet van Voor de personeelsleden die na de inwerkingtreding van het decreet van
4 april 2003 houdende bepalingen tot de oprichting van een 4 april 2003 houdende bepalingen tot de oprichting van een
Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22 Universiteit Antwerpen en tot wijziging van het decreet van 22
december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking december 1995 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking
tot de Universiteit Antwerpen, nieuw in dienst treden binnen een tot de Universiteit Antwerpen, nieuw in dienst treden binnen een
bepaalde categorie, stelt de Raad van Bestuur binnen de zes maanden bepaalde categorie, stelt de Raad van Bestuur binnen de zes maanden
alle regelingen vast ter uitvoering van hoofdstuk IV en V van het alle regelingen vast ter uitvoering van hoofdstuk IV en V van het
decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse
Gemeenschap. Daarbij geldt dat de personeelsleden die ten laste van Gemeenschap. Daarbij geldt dat de personeelsleden die ten laste van
afdeling I van de begroting worden bezoldigd, hetzelfde afdeling I van de begroting worden bezoldigd, hetzelfde
administratieve en sociaalrechtelijke statuut zullen genieten als dat administratieve en sociaalrechtelijke statuut zullen genieten als dat
wat geldt voor de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de wat geldt voor de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de
personeelsleden ten laste van de andere afdelingen van de begroting personeelsleden ten laste van de andere afdelingen van de begroting
werkt het universiteitsbestuur een rechtspositieregeling uit. Die werkt het universiteitsbestuur een rechtspositieregeling uit. Die
regelingen worden vastgelegd in een reglement houdende statuut van het regelingen worden vastgelegd in een reglement houdende statuut van het
personeel. De secundaire arbeidsvoorwaarden worden geregeld in een personeel. De secundaire arbeidsvoorwaarden worden geregeld in een
collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst. collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst.
De personeelsleden van het RUCA, de UFSIA en de UIA, bedoeld in het De personeelsleden van het RUCA, de UFSIA en de UIA, bedoeld in het
eerste lid, die ten laste van afdeling I van de begroting werden eerste lid, die ten laste van afdeling I van de begroting werden
bezoldigd, krijgen de mogelijkheid om binnen de vierentwintig maanden bezoldigd, krijgen de mogelijkheid om binnen de vierentwintig maanden
na de inwerkingtreding van de regelingen, bedoeld in het vorige lid, na de inwerkingtreding van de regelingen, bedoeld in het vorige lid,
toe te treden tot die regelingen. Zoniet behouden zij uitdovend de toe te treden tot die regelingen. Zoniet behouden zij uitdovend de
regelingen die op hen van toepassing waren bij hun instelling van regelingen die op hen van toepassing waren bij hun instelling van
oorsprong. De personeelsleden, bedoeld in het eerste lid, die oorsprong. De personeelsleden, bedoeld in het eerste lid, die
bezoldigd zijn ten laste van de andere afdelingen van de begroting, bezoldigd zijn ten laste van de andere afdelingen van de begroting,
krijgen eveneens de mogelijkheid om binnen de vierentwintig maanden na krijgen eveneens de mogelijkheid om binnen de vierentwintig maanden na
de inwerkingtreding van de rechtspositieregeling, bedoeld in het de inwerkingtreding van de rechtspositieregeling, bedoeld in het
vorige lid, toe te treden tot die regeling. Zoniet behouden zij vorige lid, toe te treden tot die regeling. Zoniet behouden zij
uitdovend de regelingen die op hen van toepassing waren bij hun uitdovend de regelingen die op hen van toepassing waren bij hun
instelling van oorsprong. instelling van oorsprong.
§ 2. De secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen kunnen worden § 2. De secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen kunnen worden
geharmoniseerd in een collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst zoals geharmoniseerd in een collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst zoals
bepaald in artikel 20, zonder dat daarbij het totale evenwicht van bepaald in artikel 20, zonder dat daarbij het totale evenwicht van
rechten en plichten van de personeelsleden en de universiteit mag rechten en plichten van de personeelsleden en de universiteit mag
worden verbroken. worden verbroken.

Artikel 20.De Raad van Bestuur kan de secundaire

Artikel 20.De Raad van Bestuur kan de secundaire

arbeidsvoorwaardenregelingen vastleggen in een collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen vastleggen in een collectieve
arbeidsvoorwaardenovereenkomst op instellingsniveau. arbeidsvoorwaardenovereenkomst op instellingsniveau.
HOOFDSTUK IVquater. - Infrastructuur en financiën HOOFDSTUK IVquater. - Infrastructuur en financiën

Artikel 21.Alle roerende en onroerende goederen, activa en passiva,

Artikel 21.Alle roerende en onroerende goederen, activa en passiva,

rechten en verplichtingen, met inbegrip van alle rechten en rechten en verplichtingen, met inbegrip van alle rechten en
verplichtingen van het vermogen, van de UA, het RUCA, de UIA en, op verplichtingen van het vermogen, van de UA, het RUCA, de UIA en, op
voorwaarde van een beslissing tot overdracht door de algemene voorwaarde van een beslissing tot overdracht door de algemene
vergadering, van de UFSIA, worden van rechtswege en om niet en zonder vergadering, van de UFSIA, worden van rechtswege en om niet en zonder
kosten van welke aard overgedragen aan de Universiteit Antwerpen. De kosten van welke aard overgedragen aan de Universiteit Antwerpen. De
overdracht van goederen geschiedt in de staat waarin die zich overdracht van goederen geschiedt in de staat waarin die zich
bevinden. De Universiteit Antwerpen treedt in de rechten en bevinden. De Universiteit Antwerpen treedt in de rechten en
verplichtingen die krachtens de activiteiten van voornoemde verplichtingen die krachtens de activiteiten van voornoemde
instellingen zijn ontstaan. In de overdracht zijn begrepen alle instellingen zijn ontstaan. In de overdracht zijn begrepen alle
rechten en verplichtingen verbonden aan hangende en toekomstige rechten en verplichtingen verbonden aan hangende en toekomstige
procedures. procedures.
De Vlaamse regering kan beslissen om lasten uit het verleden, die De Vlaamse regering kan beslissen om lasten uit het verleden, die
voortvloeien uit verplichtingen die dateren van vóór de datum van de voortvloeien uit verplichtingen die dateren van vóór de datum van de
inwerkingtreding van het bijzonder decreet van 26 juni 1991 inwerkingtreding van het bijzonder decreet van 26 juni 1991
betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum
Antwerpen, over te nemen. Antwerpen, over te nemen.

Artikel 22.De Universiteit Antwerpen kan, overeenkomstig de wetgeving

Artikel 22.De Universiteit Antwerpen kan, overeenkomstig de wetgeving

betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en na machtiging van betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en na machtiging van
de Vlaamse regering, overgaan tot onteigening van onroerende goederen de Vlaamse regering, overgaan tot onteigening van onroerende goederen
die rechtstreeks of onrechtstreeks vereist zijn voor het onderwijs, die rechtstreeks of onrechtstreeks vereist zijn voor het onderwijs,
het onderzoek, de wetenschappelijke dienstverlening en de het onderzoek, de wetenschappelijke dienstverlening en de
administratie van de universiteit. ». administratie van de universiteit. ».
HOOFDSTUK IV. - Het Universitaire Ziekenhuis HOOFDSTUK IV. - Het Universitaire Ziekenhuis

Art. 9.Het Universitaire Ziekenhuis Antwerpen, verder UZA te noemen,

Art. 9.Het Universitaire Ziekenhuis Antwerpen, verder UZA te noemen,

is het universitaire ziekenhuis van de Universiteit Antwerpen. Het UZA is het universitaire ziekenhuis van de Universiteit Antwerpen. Het UZA
wordt uitgebaat door een aparte rechtspersoon die uitsluitend de wordt uitgebaat door een aparte rechtspersoon die uitsluitend de
uitbating van het universitaire ziekenhuis en uitbating van het universitaire ziekenhuis en
gezondheidsvoorzieningen, medisch-sociale inrichtingen of gezondheidsvoorzieningen, medisch-sociale inrichtingen of
welzijnsvoorzieningen als statutair doel heeft. welzijnsvoorzieningen als statutair doel heeft.
De samenstelling van het bestuursorgaan van het UZA wordt vastgelegd De samenstelling van het bestuursorgaan van het UZA wordt vastgelegd
door de Raad van Bestuur van de UA. door de Raad van Bestuur van de UA.
De Raad van Bestuur van de UA keurt de beheersovereenkomst met het UZA De Raad van Bestuur van de UA keurt de beheersovereenkomst met het UZA
goed. goed.
HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen HOOFDSTUK V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 10.De UA is de algemene rechtsopvolger van het RUCA, de UFSIA en

Art. 10.De UA is de algemene rechtsopvolger van het RUCA, de UFSIA en

de UIA. de UIA.

Art. 11.De beheerders die bij de inwerkingtreding van dit decreet in

Art. 11.De beheerders die bij de inwerkingtreding van dit decreet in

functie waren bij het RUCA en bij de UIA, respectievelijk op grond van functie waren bij het RUCA en bij de UIA, respectievelijk op grond van
de bepalingen van afdeling 6 van het bijzonder decreet van 26 juni de bepalingen van afdeling 6 van het bijzonder decreet van 26 juni
1991 betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum 1991 betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum
Antwerpen, zoals gewijzigd, en van afdeling 3 van de wet van 7 april Antwerpen, zoals gewijzigd, en van afdeling 3 van de wet van 7 april
1971 houdende oprichting en de werking van de Universitaire Instelling 1971 houdende oprichting en de werking van de Universitaire Instelling
Antwerpen, zoals gewijzigd, treden bij wijze van overgangsmaatregel Antwerpen, zoals gewijzigd, treden bij wijze van overgangsmaatregel
bij de inwerkingtreding van dit decreet in dienst van de UA als bij de inwerkingtreding van dit decreet in dienst van de UA als
beheerder of als algemeen beheerder. De nadere regelingen worden beheerder of als algemeen beheerder. De nadere regelingen worden
geregeld door de Raad van Bestuur. geregeld door de Raad van Bestuur.

Art. 12.In Hoofdstuk V van het decreet van 22 december 1995 houdende

Art. 12.In Hoofdstuk V van het decreet van 22 december 1995 houdende

wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit wijziging van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit
Antwerpen wordt artikel 24 opgeheven. Antwerpen wordt artikel 24 opgeheven.

Art. 13.In hetzelfde decreet worden artikelen 28, 29 en 30 opgeheven.

Art. 13.In hetzelfde decreet worden artikelen 28, 29 en 30 opgeheven.

Art. 14.De wet van 7 april 1971 houdende oprichting en de werking van

Art. 14.De wet van 7 april 1971 houdende oprichting en de werking van

de Universitaire Instelling Antwerpen, zoals gewijzigd, wordt de Universitaire Instelling Antwerpen, zoals gewijzigd, wordt
opgeheven. opgeheven.

Art. 15.Bij de inwerkingtreding van dit decreet worden, in afwijking

Art. 15.Bij de inwerkingtreding van dit decreet worden, in afwijking

van artikel 7 van het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging van artikel 7 van het decreet van 22 december 1995 houdende wijziging
van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen, de van diverse decreten met betrekking tot de Universiteit Antwerpen, de
leden van de Raad van Bestuur, bedoeld in artikel 7, § 1, 5°, 6°, 7° leden van de Raad van Bestuur, bedoeld in artikel 7, § 1, 5°, 6°, 7°
en 8°, van hetzelfde decreet aangewezen als volgt : per constituerende en 8°, van hetzelfde decreet aangewezen als volgt : per constituerende
instelling en per geleding wordt telkens één lid vooraf aangewezen instelling en per geleding wordt telkens één lid vooraf aangewezen
door respectievelijk het RUCA, de UFSIA en de UIA, op voordracht van door respectievelijk het RUCA, de UFSIA en de UIA, op voordracht van
de betrokken geleding. Wanneer een mandaat voortijdig beëindigd wordt, de betrokken geleding. Wanneer een mandaat voortijdig beëindigd wordt,
wordt de regeling van artikel 7 van kracht. wordt de regeling van artikel 7 van kracht.

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 oktober 2003. Totdat de

Art. 16.Dit decreet treedt in werking op 1 oktober 2003. Totdat de

bestuursorganen zijn samengesteld volgens de bepalingen van dit bestuursorganen zijn samengesteld volgens de bepalingen van dit
decreet, worden de organen, opgenomen in het decreet van 22 december decreet, worden de organen, opgenomen in het decreet van 22 december
1995, belast met de overeenstemmende bevoegdheden. 1995, belast met de overeenstemmende bevoegdheden.
Vanaf het ogenblik van de installatie van de bestuursorganen en Vanaf het ogenblik van de installatie van de bestuursorganen en
uiterlijk tot 30 september 2004, oefent de Rector-Voorzitter het uiterlijk tot 30 september 2004, oefent de Rector-Voorzitter het
mandaat van rector van de UA uit. mandaat van rector van de UA uit.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad
zal worden bekendgemaakt. zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 4 april 2003. Brussel, 4 april 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN M. VANDERPOORTEN
_______ _______
Nota Nota
Zitting 2002-2003 Zitting 2002-2003
Stukken Stukken
Ontwerp van decreet : 1322 - Nr. Ontwerp van decreet : 1322 - Nr.
Amendementen : 1322 - Nr. 2 Amendementen : 1322 - Nr. 2
Verslag : 1322 - Nr. 3 Verslag : 1322 - Nr. 3
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1322 - Nr. 4 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1322 - Nr. 4
Handelingen Handelingen
Bespreking en aanneming : vergaderingen van 2 april 2003. Bespreking en aanneming : vergaderingen van 2 april 2003.
^