Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Mededeling van --
← Terug naar "Raad voor de mededinging Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening van geldboeten Mededeling van de Raad voor de Mededinging van 19 december 2011 - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve I. Preambule 1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de wet tot bescherming v(...)"
Raad voor de mededinging Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening van geldboeten Mededeling van de Raad voor de Mededinging van 19 december 2011 - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve I. Preambule 1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de wet tot bescherming v(...) Raad voor de mededinging Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening van geldboeten Mededeling van de Raad voor de Mededinging van 19 december 2011 - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve I. Preambule 1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de wet tot bescherming v(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
Raad voor de mededinging Raad voor de mededinging
Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende de berekening
van geldboeten van geldboeten
Mededeling van de Raad voor de Mededinging van 19 december 2011 - Mededeling van de Raad voor de Mededinging van 19 december 2011 -
Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve
mededingingspraktijken die uit hoofde van artikel 63 van de wet op de mededingingspraktijken die uit hoofde van artikel 63 van de wet op de
bescherming van de economische mededinging worden opgelegd. bescherming van de economische mededinging worden opgelegd.
I. Preambule I. Preambule
1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de wet tot 1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de wet tot
bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15
september 2006 (1) (hierna : « WBEM ») een administratief september 2006 (1) (hierna : « WBEM ») een administratief
rechtscollege dat de bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen inzake rechtscollege dat de bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen inzake
restrictieve mededingingspraktijken. Krachtens artikel 63 WBEM kan de restrictieve mededingingspraktijken. Krachtens artikel 63 WBEM kan de
Raad voor de Mededinging voor dergelijke inbreuken geldboeten Raad voor de Mededinging voor dergelijke inbreuken geldboeten
opleggen. opleggen.
2. Artikel 11, § 3 WBEM verleent aan de Raad voor de Mededinging de 2. Artikel 11, § 3 WBEM verleent aan de Raad voor de Mededinging de
bevoegdheid om mededelingen vast te stellen met betrekking tot de bevoegdheid om mededelingen vast te stellen met betrekking tot de
toepassing van de WBEM. Deze Mededeling komt tot stand na consultatie toepassing van de WBEM. Deze Mededeling komt tot stand na consultatie
van de Algemene Directie Mededinging en de Europese Commissie, en na van de Algemene Directie Mededinging en de Europese Commissie, en na
een publieke consultatie, van dewelke de resultaten zijn een publieke consultatie, van dewelke de resultaten zijn
bekendgemaakt. bekendgemaakt.
3. De Raad voor de Mededinging heeft beslist om de onderhavige 3. De Raad voor de Mededinging heeft beslist om de onderhavige
Mededeling vast te stellen om inzichtelijk te maken welke de Mededeling vast te stellen om inzichtelijk te maken welke de
berekeningswijze is die gehanteerd wordt bij het opleggen van berekeningswijze is die gehanteerd wordt bij het opleggen van
geldboeten. (2) geldboeten. (2)
4. Het opleggen van geldboeten voor inbreuken op de Belgische en 4. Het opleggen van geldboeten voor inbreuken op de Belgische en
Europese mededingingsregels draagt bij aan de verwezenlijking van de Europese mededingingsregels draagt bij aan de verwezenlijking van de
regulerende taak die de wetgever aan de Belgische regulerende taak die de wetgever aan de Belgische
mededingingsautoriteit heeft toevertrouwd : de handhaving in het mededingingsautoriteit heeft toevertrouwd : de handhaving in het
algemeen belang van de wet tot bescherming van de economische algemeen belang van de wet tot bescherming van de economische
mededinging in België. Het bestrijden van kartelvorming en misbruik mededinging in België. Het bestrijden van kartelvorming en misbruik
van machtspositie moet ervoor zorgen dat ondernemingen onder gelijke van machtspositie moet ervoor zorgen dat ondernemingen onder gelijke
voorwaarden kunnen concurreren op de markt, hetgeen kwalitatieve voorwaarden kunnen concurreren op de markt, hetgeen kwalitatieve
producten en diensten, optimale prijzen en innovatie verzekert, en het producten en diensten, optimale prijzen en innovatie verzekert, en het
welzijn van de consumenten bevordert. welzijn van de consumenten bevordert.
II. Inleiding en doelstellingen II. Inleiding en doelstellingen
5. De onderhavige Mededeling beoogt meer transparantie en meer 5. De onderhavige Mededeling beoogt meer transparantie en meer
rechtszekerheid te bieden aan de ondernemingen en rechtszekerheid te bieden aan de ondernemingen en
ondernemingsverenigingen die het onderwerp uitmaken van een onderzoek ondernemingsverenigingen die het onderwerp uitmaken van een onderzoek
of van een gemotiveerd verslag van de auditeur waarin wordt gevraagd of van een gemotiveerd verslag van de auditeur waarin wordt gevraagd
aan de Raad (3) om een inbreuk vast te stellen. De voornaamste aan de Raad (3) om een inbreuk vast te stellen. De voornaamste
algemene factoren bij de berekening van geldboeten zijn de ernst en de algemene factoren bij de berekening van geldboeten zijn de ernst en de
duur van de inbreuk. Daarnaast wordt in elk individueel geval rekening duur van de inbreuk. Daarnaast wordt in elk individueel geval rekening
gehouden met de specifieke kenmerken van de markt, de onderneming en gehouden met de specifieke kenmerken van de markt, de onderneming en
de inbreuk. de inbreuk.
6. Tegelijkertijd houdt de Mededeling rekening met de eigenheid van 6. Tegelijkertijd houdt de Mededeling rekening met de eigenheid van
het bestraffen van inbreuken op het mededingingsrecht. Deze eigenheid het bestraffen van inbreuken op het mededingingsrecht. Deze eigenheid
vereist onder meer dat de specifieke boete die wordt opgelegd voor een vereist onder meer dat de specifieke boete die wordt opgelegd voor een
inbreuk op het kartelverbod of voor een misbruik van machtspositie inbreuk op het kartelverbod of voor een misbruik van machtspositie
niet in detail van tevoren kan worden ingeschat door ondernemingen, in niet in detail van tevoren kan worden ingeschat door ondernemingen, in
die mate dat ze de financiële gevolgen van een inbreuk zouden kunnen die mate dat ze de financiële gevolgen van een inbreuk zouden kunnen
berekenen. berekenen.
7. Tevens vergt een effectieve handhaving van de mededingingsregels 7. Tevens vergt een effectieve handhaving van de mededingingsregels
dat de geldboeten die worden opgelegd een voldoende afschrikwekkend dat de geldboeten die worden opgelegd een voldoende afschrikwekkend
karakter hebben. Geldboeten hebben in dit kader een sanctionerend karakter hebben. Geldboeten hebben in dit kader een sanctionerend
karakter naar de onderneming of ondernemingsvereniging die een inbreuk karakter naar de onderneming of ondernemingsvereniging die een inbreuk
maakt toe, maar ook een afschrikwekkend en preventief karakter naar de maakt toe, maar ook een afschrikwekkend en preventief karakter naar de
betreffende onderneming of ondernemingsvereniging toe, en naar de betreffende onderneming of ondernemingsvereniging toe, en naar de
markt meer in het algemeen. De Raad zal zich bij elke stap in de markt meer in het algemeen. De Raad zal zich bij elke stap in de
berekening van de geldboete laten leiden door de noodzaak om een berekening van de geldboete laten leiden door de noodzaak om een
voldoende afschrikwekkend effect te verzekeren. voldoende afschrikwekkend effect te verzekeren.
Voldoende afschrikwekkende geldboeten zijn eveneens een Voldoende afschrikwekkende geldboeten zijn eveneens een
basisvoorwaarde voor een effectief clementieprogramma. (4) Bij het basisvoorwaarde voor een effectief clementieprogramma. (4) Bij het
uitblijven van zulke afschrikwekkende geldboeten zullen overtreders er uitblijven van zulke afschrikwekkende geldboeten zullen overtreders er
immers niet toe aangezet worden een clementieverzoek in te dienen. immers niet toe aangezet worden een clementieverzoek in te dienen.
8. Deze Mededeling stelt zowel de betrokken ondernemingen en 8. Deze Mededeling stelt zowel de betrokken ondernemingen en
ondernemingsverenigingen als het Auditoraat beter in staat om in het ondernemingsverenigingen als het Auditoraat beter in staat om in het
debat op tegenspraak voor de kamer van de Raad die een zaak behandelt, debat op tegenspraak voor de kamer van de Raad die een zaak behandelt,
hun standpunt te geven en gehoord te worden aangaande de factoren die hun standpunt te geven en gehoord te worden aangaande de factoren die
in een individuele zaak bij de berekening van een geldboete door de in een individuele zaak bij de berekening van een geldboete door de
Raad een rol moeten spelen. Raad een rol moeten spelen.
9. Wanneer een gemotiveerd verslag wordt ingediend bij de Raad waarin 9. Wanneer een gemotiveerd verslag wordt ingediend bij de Raad waarin
de auditeur voorstelt om een geldboete op te leggen, wordt in het de auditeur voorstelt om een geldboete op te leggen, wordt in het
verslag aangegeven welke de factoren zijn die volgens hem relevant verslag aangegeven welke de factoren zijn die volgens hem relevant
zijn voor de berekening van de geldboete. De huidige richtsnoeren zijn voor de berekening van de geldboete. De huidige richtsnoeren
dienen hiervoor als leidraad. Deze werkwijze laat toe dat de betrokken dienen hiervoor als leidraad. Deze werkwijze laat toe dat de betrokken
onderneming of ondernemersvereniging in het debat voor de kamer hierop onderneming of ondernemersvereniging in het debat voor de kamer hierop
kan antwoorden. De eigenlijke boeteberekening volgt uit het oordeel kan antwoorden. De eigenlijke boeteberekening volgt uit het oordeel
van de Raad aangaande het al dan niet bestaan van een inbreuk. van de Raad aangaande het al dan niet bestaan van een inbreuk.
10. De berekening van een geldboete in de zin van artikel 63, eerste 10. De berekening van een geldboete in de zin van artikel 63, eerste
lid van de WBEM is niet te vatten in een rekenkundige formule. De Raad lid van de WBEM is niet te vatten in een rekenkundige formule. De Raad
zal deze Mededeling als referentiekader gebruiken en acht zich erdoor zal deze Mededeling als referentiekader gebruiken en acht zich erdoor
gebonden bij het berekenen en opleggen van geldboeten, binnen het gebonden bij het berekenen en opleggen van geldboeten, binnen het
geldende wettelijke kader en steeds rekening houdend met de eigen geldende wettelijke kader en steeds rekening houdend met de eigen
feitelijke, economische en juridische kenmerken van elke individuele feitelijke, economische en juridische kenmerken van elke individuele
zaak die hij behandelt. In de beslissingen van de Raad waarin een zaak die hij behandelt. In de beslissingen van de Raad waarin een
boete wordt opgelegd wordt de hierna beschreven methode ook in de boete wordt opgelegd wordt de hierna beschreven methode ook in de
motivering weergegeven. motivering weergegeven.
III. Wettelijk kader III. Wettelijk kader
11. De bevoegdheid voor het opleggen van geldboeten berust binnen de 11. De bevoegdheid voor het opleggen van geldboeten berust binnen de
Belgische mededingingsautoriteit (5) op exclusieve wijze bij de Raad Belgische mededingingsautoriteit (5) op exclusieve wijze bij de Raad
in strikte zin. (6) De wetgever heeft in dit verband een ruime in strikte zin. (6) De wetgever heeft in dit verband een ruime
beoordelingsmarge gegeven aan de Raad. De wet voorziet slechts in een beoordelingsmarge gegeven aan de Raad. De wet voorziet slechts in een
maximum dat in individuele gevallen niet mag worden overschreden. (7) maximum dat in individuele gevallen niet mag worden overschreden. (7)
12. De Raad is bevoegd zowel voor het beteugelen van inbreuken op de 12. De Raad is bevoegd zowel voor het beteugelen van inbreuken op de
verbodsbepalingen neergelegd in de artikelen 2 en 3 WBEM, als voor verbodsbepalingen neergelegd in de artikelen 2 en 3 WBEM, als voor
inbreuken op basis van de rechtstreeks werkende verbodsbepalingen inbreuken op basis van de rechtstreeks werkende verbodsbepalingen
neergelegd in de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de neergelegd in de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie (hierna : « VWEU »). werking van de Europese Unie (hierna : « VWEU »).
13. Artikel 63 WBEM bepaalt dat, wanneer wordt vastgesteld dat een 13. Artikel 63 WBEM bepaalt dat, wanneer wordt vastgesteld dat een
restrictieve mededingingspraktijk bestaat, aan elk van de betrokken restrictieve mededingingspraktijk bestaat, aan elk van de betrokken
ondernemingen en ondernemingsverenigingen, een geldboete kan worden ondernemingen en ondernemingsverenigingen, een geldboete kan worden
opgelegd tot maximum 10 % van hun omzet.(8) opgelegd tot maximum 10 % van hun omzet.(8)
Geldboeten kunnen worden opgelegd in beslissingen waarin wordt Geldboeten kunnen worden opgelegd in beslissingen waarin wordt
vastgesteld dat er sprake is van een inbreuk op het kartelverbod of vastgesteld dat er sprake is van een inbreuk op het kartelverbod of
het verbod op het misbruik van machtspositie (artikel 52, 1° WBEM) of het verbod op het misbruik van machtspositie (artikel 52, 1° WBEM) of
ingeval een dergelijke inbreuk wordt vastgesteld wanneer het voordeel ingeval een dergelijke inbreuk wordt vastgesteld wanneer het voordeel
van een nationale of Europese groepsvrijstelling vervalt (artikel 52, van een nationale of Europese groepsvrijstelling vervalt (artikel 52,
3° en 4° WBEM) of in het kader van de heropening van een procedure na 3° en 4° WBEM) of in het kader van de heropening van een procedure na
een beslissing met toezeggingen (artikel 53, § 2 WBEM). De onderhavige een beslissing met toezeggingen (artikel 53, § 2 WBEM). De onderhavige
Mededeling zal door de Raad in alle genoemde gevallen gehanteerd Mededeling zal door de Raad in alle genoemde gevallen gehanteerd
worden. worden.
14. Wat betreft de handhaving van de Europese mededingingsregels 14. Wat betreft de handhaving van de Europese mededingingsregels
neergelegd in de artikelen 101 en 102 VWEU geldt dat de sancties die neergelegd in de artikelen 101 en 102 VWEU geldt dat de sancties die
door de nationale autoriteit worden opgelegd, effectief en ontradend door de nationale autoriteit worden opgelegd, effectief en ontradend
moeten zijn. Deze algemene beginselen zijn bindend voor de Raad bij moeten zijn. Deze algemene beginselen zijn bindend voor de Raad bij
het invullen van zijn boetebeleid en bij het uitvoeren van de concrete het invullen van zijn boetebeleid en bij het uitvoeren van de concrete
boeteberekening in individuele gevallen. boeteberekening in individuele gevallen.
15. Voor het overige gelden de nationale bepalingen wat betreft het 15. Voor het overige gelden de nationale bepalingen wat betreft het
opleggen en het berekenen van geldboeten door de Raad. Bij het opleggen en het berekenen van geldboeten door de Raad. Bij het
opstellen van deze Mededeling heeft de Raad ook rekening gehouden met opstellen van deze Mededeling heeft de Raad ook rekening gehouden met
de praktijk en ervaringen van de Commissie op Europees niveau en van de praktijk en ervaringen van de Commissie op Europees niveau en van
de andere nationale autoriteiten in de Lidstaten van de Europese Unie, de andere nationale autoriteiten in de Lidstaten van de Europese Unie,
alsook met de werkzaamheden van ECA (European Competition alsook met de werkzaamheden van ECA (European Competition
Authorities), de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Authorities), de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling) en ICN (International Competition Network). Ontwikkeling) en ICN (International Competition Network).
16. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe WBEM, zijn de kamers van 16. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe WBEM, zijn de kamers van
de Raad ervan uitgegaan dat de vorige boeterichtsnoeren niet meer van de Raad ervan uitgegaan dat de vorige boeterichtsnoeren niet meer van
toepassing waren behoudens in die gevallen waarin uitdrukkelijk toepassing waren behoudens in die gevallen waarin uitdrukkelijk
bepaald was dat het anders moest zijn om redenen van overgangsrecht. bepaald was dat het anders moest zijn om redenen van overgangsrecht.
(9) (9)
IV. Methode voor de berekening van de geldboete IV. Methode voor de berekening van de geldboete
IV.A. Inleiding IV.A. Inleiding
17. Voor de berekening van geldboeten in de zin van artikel 63 WBEM 17. Voor de berekening van geldboeten in de zin van artikel 63 WBEM
(zie hiervoor onder randnummer 13) zal de Raad de volgende methode (zie hiervoor onder randnummer 13) zal de Raad de volgende methode
hanteren. Eerst wordt een berekeningsbasis aangeduid (hierna in IV.B). hanteren. Eerst wordt een berekeningsbasis aangeduid (hierna in IV.B).
Vervolgens wordt op die berekeningsbasis die zo nauw mogelijk aansluit Vervolgens wordt op die berekeningsbasis die zo nauw mogelijk aansluit
bij de inbreuk in kwestie, een percentage toegepast dat bepaald wordt bij de inbreuk in kwestie, een percentage toegepast dat bepaald wordt
door de ernst van de inbreuk (hierna in IV.C). Ten slotte wordt de door de ernst van de inbreuk (hierna in IV.C). Ten slotte wordt de
factor van de duur van de inbreuk in rekening gebracht (hierna in factor van de duur van de inbreuk in rekening gebracht (hierna in
IV.D). IV.D).
18. De ernst en de duur van de inbreuk bepalen zo samen het 18. De ernst en de duur van de inbreuk bepalen zo samen het
basisbedrag van de geldboete. Hiermee is de praktijk van de Raad in basisbedrag van de geldboete. Hiermee is de praktijk van de Raad in
overeenstemming met zijn eigen beslissingspraktijk tot nu toe, en met overeenstemming met zijn eigen beslissingspraktijk tot nu toe, en met
het grote merendeel van de jurisdicties waarin ernst en duur bepalend het grote merendeel van de jurisdicties waarin ernst en duur bepalend
zijn voor de boeteberekening. zijn voor de boeteberekening.
19. In een volgende stap kan het basisbedrag verder aangepast worden 19. In een volgende stap kan het basisbedrag verder aangepast worden
aan meer specifieke omstandigheden voor elke onderneming. Deze aan meer specifieke omstandigheden voor elke onderneming. Deze
aanpassing kan gemotiveerd worden door de aanwezigheid van concrete aanpassing kan gemotiveerd worden door de aanwezigheid van concrete
verzachtende of verzwarende omstandigheden (hierna in V.), of door, verzachtende of verzwarende omstandigheden (hierna in V.), of door,
onder meer, overwegingen van proportionaliteit of billijkheid onder meer, overwegingen van proportionaliteit of billijkheid
(behandeld in het afsluitend gedeelte VI.). (behandeld in het afsluitend gedeelte VI.).
IV.B. De berekeningsbasis IV.B. De berekeningsbasis
20. In lijn met de gangbare praktijk in de handhaving van het 20. In lijn met de gangbare praktijk in de handhaving van het
mededingingsrecht, moet de voorkeur van de Raad uitgaan naar een mededingingsrecht, moet de voorkeur van de Raad uitgaan naar een
berekeningsbasis voor de geldboete die zoveel mogelijk in relatie berekeningsbasis voor de geldboete die zoveel mogelijk in relatie
staat met de gepleegde inbreuk(en). staat met de gepleegde inbreuk(en).
21. De berekeningsbasis zal in beginsel worden gevormd door de 21. De berekeningsbasis zal in beginsel worden gevormd door de
betrokken omzet, namelijk de totale waarde van de verkoop van de betrokken omzet, namelijk de totale waarde van de verkoop van de
betrokken producten of diensten door de betrokken onderneming diein betrokken producten of diensten door de betrokken onderneming diein
verband staat met de vastgestelde inbreuk(en). Normaliter zal het verband staat met de vastgestelde inbreuk(en). Normaliter zal het
laatste volledige jaar van de vastgestelde inbreuk het referentiepunt laatste volledige jaar van de vastgestelde inbreuk het referentiepunt
zijn, maar dit kan verschillen naargelang de beschikbare gegevens. De zijn, maar dit kan verschillen naargelang de beschikbare gegevens. De
Raad kan ook van schattingen uitgaan, bijvoorbeeld omdat de nodige Raad kan ook van schattingen uitgaan, bijvoorbeeld omdat de nodige
gegevens over de verkoop niet beschikbaar worden gesteld, gegevens over de verkoop niet beschikbaar worden gesteld,
onbetrouwbaar zijn of onvoldoende toelaten om het aandeel van de onbetrouwbaar zijn of onvoldoende toelaten om het aandeel van de
onderneming in de inbreuk tot uiting te brengen. In een dergelijk onderneming in de inbreuk tot uiting te brengen. In een dergelijk
geval kan een percentage van de volledige omzet als uitgangspunt geval kan een percentage van de volledige omzet als uitgangspunt
dienen, ook wanneer deze minder rechtstreeks in verband staat met de dienen, ook wanneer deze minder rechtstreeks in verband staat met de
inbreuk. inbreuk.
Indien een onderneming de restrictieve mededingingspraktijk niet ten Indien een onderneming de restrictieve mededingingspraktijk niet ten
uitvoer heeft gelegd of deze is gestaakt door het begin van het uitvoer heeft gelegd of deze is gestaakt door het begin van het
mededingingsonderzoek, kan rekening worden gehouden met de omzet die mededingingsonderzoek, kan rekening worden gehouden met de omzet die
de onderneming had kunnen behalen met de betrokken producten of de onderneming had kunnen behalen met de betrokken producten of
diensten die in verband staan met de vastgestelde inbreuk(en). Daarbij diensten die in verband staan met de vastgestelde inbreuk(en). Daarbij
kan onder meer rekening worden gehouden met verkopen van de betrokken kan onder meer rekening worden gehouden met verkopen van de betrokken
producten of diensten of gelijkaardige producten of diensten, in producten of diensten of gelijkaardige producten of diensten, in
vroegere periodes. vroegere periodes.
22. Wanneer een inbreuk wordt toegerekend aan een 22. Wanneer een inbreuk wordt toegerekend aan een
ondernemingsvereniging en deze heeft betrekking op de activiteiten van ondernemingsvereniging en deze heeft betrekking op de activiteiten van
haar leden, dan kan de Raad uitgaan van de totale omzet van de leden haar leden, dan kan de Raad uitgaan van de totale omzet van de leden
van de vereniging en de berekeningsbasis vervolgens bepalen volgens de van de vereniging en de berekeningsbasis vervolgens bepalen volgens de
methode beschreven in randnummer 21. methode beschreven in randnummer 21.
IV.C. De ernst van de inbreuk IV.C. De ernst van de inbreuk
23. De graad van ernst van een inbreuk heeft te maken met de mate 23. De graad van ernst van een inbreuk heeft te maken met de mate
waarin de mededinging en de mededingingsstructuur worden aangetast of waarin de mededinging en de mededingingsstructuur worden aangetast of
potentieel kunnen worden aangetast, maar ook met de mate waarin de potentieel kunnen worden aangetast, maar ook met de mate waarin de
afnemers en/of consumenten benadeeld worden of kunnen benadeeld afnemers en/of consumenten benadeeld worden of kunnen benadeeld
worden. worden.
24. De volgende inbreuken kunnen onder meer naar hun aard als ernstig 24. De volgende inbreuken kunnen onder meer naar hun aard als ernstig
of zeer ernstig beschouwd worden : of zeer ernstig beschouwd worden :
- Overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen - Overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen
twee of meer concurrerende ondernemingen en/of twee of meer concurrerende ondernemingen en/of
ondernemingsverenigingen, met desgevallend één of meer andere ondernemingsverenigingen, met desgevallend één of meer andere
niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, en niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, en
besluiten van ondernemingsverenigingen, met als doel het concurrerend besluiten van ondernemingsverenigingen, met als doel het concurrerend
handelen van ondernemingen op de markt te coördineren en/of de handelen van ondernemingen op de markt te coördineren en/of de
relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken
zoals het afspreken van aan- en verkoopprijzen, de toewijzing van zoals het afspreken van aan- en verkoopprijzen, de toewijzing van
productie- of verkoopquota, de verdeling van markten, het beperken van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten, het beperken van
importen of exporten en/of mededingingsverstorende maatregelen tegen importen of exporten en/of mededingingsverstorende maatregelen tegen
andere concurrenten. andere concurrenten.
- Verticale overeenkomsten die hardcore concurrentiebeperkingen - Verticale overeenkomsten die hardcore concurrentiebeperkingen
bevatten. (10) bevatten. (10)
25. Verder zijn alle vormen van misbruik van machtspositie die leiden 25. Verder zijn alle vormen van misbruik van machtspositie die leiden
tot uitsluiting van daadwerkelijke of potentiële concurrenten of tot tot uitsluiting van daadwerkelijke of potentiële concurrenten of tot
ernstige benadeling van afnemers of consumenten als ernstig of, ernstige benadeling van afnemers of consumenten als ernstig of,
afhankelijk van de omvang van de marktmacht van de onderneming, als afhankelijk van de omvang van de marktmacht van de onderneming, als
zeer ernstig te beschouwen. zeer ernstig te beschouwen.
26. De beoordeling van de ernst van de inbreuk heeft te maken met de 26. De beoordeling van de ernst van de inbreuk heeft te maken met de
intrinsieke kenmerken en de juridische kwalificatie van de intrinsieke kenmerken en de juridische kwalificatie van de
restrictieve mededingingspraktijk in de beslissing van de Raad restrictieve mededingingspraktijk in de beslissing van de Raad
(hiervoor in randnummers 24 en 25 : de aard van de inbreuk in strikte (hiervoor in randnummers 24 en 25 : de aard van de inbreuk in strikte
zin) (11) maar ook met de economische context waarbinnen de inbreuk is zin) (11) maar ook met de economische context waarbinnen de inbreuk is
gepleegd. Deze laatste omvat zowel de omvang en het belang van de gepleegd. Deze laatste omvat zowel de omvang en het belang van de
betrokken ondernemingen op de markt, het belang van de betrokken betrokken ondernemingen op de markt, het belang van de betrokken
producten en diensten, en de omvang van de relevante markt. producten en diensten, en de omvang van de relevante markt.
In het algemeen kan, waar mogelijk, rekening gehouden worden met de In het algemeen kan, waar mogelijk, rekening gehouden worden met de
impact van het inbreukmakend gedrag op de relevante markt en op de impact van het inbreukmakend gedrag op de relevante markt en op de
economie meer in het algemeen. Als de Raad beschikt over gegevens economie meer in het algemeen. Als de Raad beschikt over gegevens
hieromtrent, kan ook rekening worden gehouden met de onwettige winst hieromtrent, kan ook rekening worden gehouden met de onwettige winst
die een onderneming uit verboden restrictieve mededingingspraktijken die een onderneming uit verboden restrictieve mededingingspraktijken
heeft behaald. heeft behaald.
27. Voor ernstige en zeer ernstige inbreuken zal de Raad over het 27. Voor ernstige en zeer ernstige inbreuken zal de Raad over het
algemeen een percentage in aanmerking nemen tussen de 15 % en 30 %. algemeen een percentage in aanmerking nemen tussen de 15 % en 30 %.
Voor andere inbreuken zal het percentage dan kunnen gaan tot 15 %. Voor andere inbreuken zal het percentage dan kunnen gaan tot 15 %.
28. Bij het bepalen van het hiervoor genoemde percentage, waakt de 28. Bij het bepalen van het hiervoor genoemde percentage, waakt de
Raad erover dat er ook voldoende afschrikwekkend effect uitgaat van Raad erover dat er ook voldoende afschrikwekkend effect uitgaat van
deze component van de geldboete. deze component van de geldboete.
29. Op basis van de genoemde overwegingen bepaalt de Raad welk 29. Op basis van de genoemde overwegingen bepaalt de Raad welk
percentage (X) van de berekeningsbasis zal worden aangehouden voor elk percentage (X) van de berekeningsbasis zal worden aangehouden voor elk
van de betrokken ondernemingen. De Raad gaat uit van een maximaal van de betrokken ondernemingen. De Raad gaat uit van een maximaal
percentage van 30 %. Het aldus bekomen bedrag is de factor ernst. percentage van 30 %. Het aldus bekomen bedrag is de factor ernst.
IV.D. De duur van de inbreuk IV.D. De duur van de inbreuk
30. Het is vervolgens van belang om met de duur van de inbreuk(en) 30. Het is vervolgens van belang om met de duur van de inbreuk(en)
rekening te houden wanneer de geldboete wordt berekend. De duur staat rekening te houden wanneer de geldboete wordt berekend. De duur staat
in rechtstreeks verband met de ernst van de inbreuk en wordt in rechtstreeks verband met de ernst van de inbreuk en wordt
afgebakend in de beslissing van de Raad. Er moet van worden uitgegaan afgebakend in de beslissing van de Raad. Er moet van worden uitgegaan
dat de impact op de relevante markt en op de economie zal toenemen dat de impact op de relevante markt en op de economie zal toenemen
wanneer de inbreuk langer duurt. Inbreuken van lange duur kunnen ook wanneer de inbreuk langer duurt. Inbreuken van lange duur kunnen ook
op duurzame wijze schade berokkenen aan de belangen van de consument. op duurzame wijze schade berokkenen aan de belangen van de consument.
31. De duur van de inbreuk wordt voor elke betrokken onderneming of 31. De duur van de inbreuk wordt voor elke betrokken onderneming of
ondernemingsvereniging als volgt uitgedrukt in de berekening. ondernemingsvereniging als volgt uitgedrukt in de berekening.
Per jaar wordt een bedrag in aanmerking genomen dat gelijk is aan een Per jaar wordt een bedrag in aanmerking genomen dat gelijk is aan een
percentage van het bedrag waarvan sprake hiervoor in randnummer 29, percentage van het bedrag waarvan sprake hiervoor in randnummer 29,
dit is het bedrag voor de factor ernst. Dat percentage kan gaan van 10 dit is het bedrag voor de factor ernst. Dat percentage kan gaan van 10
tot 30 % per jaar, afhankelijk van het geval. Voor inbreuken met een tot 30 % per jaar, afhankelijk van het geval. Voor inbreuken met een
duur van minder dan één jaar, wordt de duur afgerond tot een jaar. duur van minder dan één jaar, wordt de duur afgerond tot een jaar.
Voor inbreuken van langer dan één jaar, wordt elk begonnen kwartaal Voor inbreuken van langer dan één jaar, wordt elk begonnen kwartaal
als kwartaal in aanmerking genomen. als kwartaal in aanmerking genomen.
Het aldus bekomen bedrag voor de factor duur wordt opgeteld bij het Het aldus bekomen bedrag voor de factor duur wordt opgeteld bij het
bedrag voor de factor ernst. bedrag voor de factor ernst.
32. Het basisbedrag dat derhalve wordt bekomen is : 32. Het basisbedrag dat derhalve wordt bekomen is :
de factor ernst (X % van de berekeningsbasis)+ de factor duur (Y % van de factor ernst (X % van de berekeningsbasis)+ de factor duur (Y % van
de factor ernst vermenigvuldigd met het aantal jaar) = basisbedrag. de factor ernst vermenigvuldigd met het aantal jaar) = basisbedrag.
De berekening van het basisbedrag kan geïllustreerd worden met het De berekening van het basisbedrag kan geïllustreerd worden met het
volgende voorbeeld. volgende voorbeeld.
Stel dat de berekeningsbasis 100.000 euro bedraagt, het percentage Stel dat de berekeningsbasis 100.000 euro bedraagt, het percentage
voor de ernst 20 %, het percentage voor de duur 30 % en de duur van de voor de ernst 20 %, het percentage voor de duur 30 % en de duur van de
inbreuk die door de Raad wordt weerhouden is 5 jaar. inbreuk die door de Raad wordt weerhouden is 5 jaar.
De factor ernst bedraagt dan : 100.000 x 20 % = 20.000 euro De factor ernst bedraagt dan : 100.000 x 20 % = 20.000 euro
De factor duur bedraagt dan : (20.000 x 30 % = 6.000) x 5 jaar = De factor duur bedraagt dan : (20.000 x 30 % = 6.000) x 5 jaar =
30.000 euro 30.000 euro
Het basisbedrag voor de berekening van de geldboete wordt dan Het basisbedrag voor de berekening van de geldboete wordt dan
samengesteld als volgt : factor ernst (20.000 euro) + factor duur samengesteld als volgt : factor ernst (20.000 euro) + factor duur
(30.000 euro) = 50.000 euro. (30.000 euro) = 50.000 euro.
V. Aanpassing van het basisbedrag wegens het bestaan van individuele V. Aanpassing van het basisbedrag wegens het bestaan van individuele
omstandigheden die een invloed kunnen hebben op de hoogte van de omstandigheden die een invloed kunnen hebben op de hoogte van de
geldboete geldboete
V.A. Verzwarende omstandigheden V.A. Verzwarende omstandigheden
33. Het basisbedrag kan verhoogd worden wegens verzwarende 33. Het basisbedrag kan verhoogd worden wegens verzwarende
omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming
of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de
vermeerdering uitdrukken in de vorm van een percentage van het vermeerdering uitdrukken in de vorm van een percentage van het
basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens
de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt
dan opgeteld bij het basisbedrag. dan opgeteld bij het basisbedrag.
34. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden : 34. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden :
- Het feit dat reeds eerder eenzelfde of een gelijkaardige inbreuk - Het feit dat reeds eerder eenzelfde of een gelijkaardige inbreuk
door dezelfde onderneming of ondernemingsvereniging werd gepleegd. door dezelfde onderneming of ondernemingsvereniging werd gepleegd.
- Het doelbewust en opzettelijk overtreden van de mededingingsregels - Het doelbewust en opzettelijk overtreden van de mededingingsregels
in het specifieke geval dat de Raad beoordeeld heeft. in het specifieke geval dat de Raad beoordeeld heeft.
- Het gebrek aan medewerking, het niet naleven van termijnen tijdens - Het gebrek aan medewerking, het niet naleven van termijnen tijdens
het onderzoekof zelfs pogingen om het verloop van het onderzoek te het onderzoekof zelfs pogingen om het verloop van het onderzoek te
dwarsbomen. dwarsbomen.
- Het feit dat de betrokken onderneming een leidinggevende rol speelde - Het feit dat de betrokken onderneming een leidinggevende rol speelde
of anderen tot een inbreuk heeft aangezet. of anderen tot een inbreuk heeft aangezet.
- Het nemen van retorsiemaatregelen tegen andere ondernemingen om hen - Het nemen van retorsiemaatregelen tegen andere ondernemingen om hen
de inbreukmakende besluiten of praktijken te doen naleven. de inbreukmakende besluiten of praktijken te doen naleven.
V.B. Verzachtende omstandigheden V.B. Verzachtende omstandigheden
35. Het basisbedrag kan verlaagd worden wegens verzachtende 35. Het basisbedrag kan verlaagd worden wegens verzachtende
omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming
of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de
vermindering uitdrukken in de vorm van een percentage van het vermindering uitdrukken in de vorm van een percentage van het
basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens
de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt
dan afgetrokken van het basisbedrag. dan afgetrokken van het basisbedrag.
36. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden : 36. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden :
- Het feit dat de betrokken onderneming een louter passieve rol - Het feit dat de betrokken onderneming een louter passieve rol
vervulde bij de inbreukmakende praktijken of op zeer beperkte wijze vervulde bij de inbreukmakende praktijken of op zeer beperkte wijze
deelnam aan de inbreuk of door een leidinggevende onderneming tot de deelnam aan de inbreuk of door een leidinggevende onderneming tot de
inbreuk werd aangezet. inbreuk werd aangezet.
- Het feit dat de inbreukmakende praktijken niet daadwerkelijk zijn - Het feit dat de inbreukmakende praktijken niet daadwerkelijk zijn
toegepast of het feit dat de betrokken onderneming op vrijwillige toegepast of het feit dat de betrokken onderneming op vrijwillige
basis de deelneming aan de inbreukmakende praktijken heeft beëindigd basis de deelneming aan de inbreukmakende praktijken heeft beëindigd
vooraleer de procedure bij de Raad aanhangig werd gemaakt. vooraleer de procedure bij de Raad aanhangig werd gemaakt.
- Het feit dat de inbreukmakende praktijken uit onachtzaamheid zouden - Het feit dat de inbreukmakende praktijken uit onachtzaamheid zouden
zijn begaan. zijn begaan.
- Daadwerkelijke en efficiënte medewerking van de onderneming of - Daadwerkelijke en efficiënte medewerking van de onderneming of
ondernemingsvereniging, anders dan deze waartoe zij wettelijk gehouden ondernemingsvereniging, anders dan deze waartoe zij wettelijk gehouden
is of waartoe zij verplicht is in het kader van de clementieregeling. is of waartoe zij verplicht is in het kader van de clementieregeling.
- Het feit dat de inbreuk wordt erkend tijdens het onderzoek of - Het feit dat de inbreuk wordt erkend tijdens het onderzoek of
tijdens de schriftelijke procedure voor de kamer van de Raad. tijdens de schriftelijke procedure voor de kamer van de Raad.
- Het feit dat de inbreuk aangemoedigd zou zijn door de overheid. - Het feit dat de inbreuk aangemoedigd zou zijn door de overheid.
VI. Algemene opmerkingen VI. Algemene opmerkingen
37. Het eindresultaat van de berekening mag in geen geval het 37. Het eindresultaat van de berekening mag in geen geval het
wettelijke maximum overschrijden dat vervat is in artikel 63 WBEM. wettelijke maximum overschrijden dat vervat is in artikel 63 WBEM.
Voor de toetsing aan het wettelijke maximum gebruikt de Raad de meest Voor de toetsing aan het wettelijke maximum gebruikt de Raad de meest
recente beschikbare, betrouwbare cijfers over de omzet van de recente beschikbare, betrouwbare cijfers over de omzet van de
onderneming. (12) onderneming. (12)
38. Wanneer er sprake is van ondernemingen die deel uitmaken van 38. Wanneer er sprake is van ondernemingen die deel uitmaken van
dezelfde groep, wordt bij de boeteberekening nagestreefd dat de dezelfde groep, wordt bij de boeteberekening nagestreefd dat de
geldboete wordt opgelegd aan de entiteit aan wie de inbreuk kan worden geldboete wordt opgelegd aan de entiteit aan wie de inbreuk kan worden
toegerekend. De Raad kan een moederonderneming die een economische toegerekend. De Raad kan een moederonderneming die een economische
eenheid vormt met een dochteronderneming, aansprakelijk achten voor de eenheid vormt met een dochteronderneming, aansprakelijk achten voor de
inbreuk van die dochteronderneming indien deze laatste niet inbreuk van die dochteronderneming indien deze laatste niet
zelfstandig haar marktgedrag bepaalt. zelfstandig haar marktgedrag bepaalt.
39. Overeenkomstig het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid, 39. Overeenkomstig het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid,
moet de entiteit aan wie een inbreuk kan worden toegerekend, moet de entiteit aan wie een inbreuk kan worden toegerekend,
aansprakelijk worden gesteld voor de geldboete. Echter, wanneer die aansprakelijk worden gesteld voor de geldboete. Echter, wanneer die
entiteit (onderneming of ondernemingsvereniging) rechtens niet meer entiteit (onderneming of ondernemingsvereniging) rechtens niet meer
bestaat en haar activiteiten worden door een andere entiteit bestaat en haar activiteiten worden door een andere entiteit
verdergezet, vereist de effectieve handhaving van de verdergezet, vereist de effectieve handhaving van de
mededingingsregels dat de Raad een andere onderneming aansprakelijk mededingingsregels dat de Raad een andere onderneming aansprakelijk
kan stellen voor de inbreuk en voor de betaling van de geldboete. In kan stellen voor de inbreuk en voor de betaling van de geldboete. In
dat geval moet vaststaan dat deze onderneming de activiteiten heeft dat geval moet vaststaan dat deze onderneming de activiteiten heeft
verdergezet waar de beslissing van de Raad betrekking op heeft. verdergezet waar de beslissing van de Raad betrekking op heeft.
40. Wanneer aan een ondernemingsvereniging een geldboete wordt 40. Wanneer aan een ondernemingsvereniging een geldboete wordt
opgelegd en de vereniging toont aan insolvabel te zijn, kan deze opgelegd en de vereniging toont aan insolvabel te zijn, kan deze
verplicht zijn zich te richten tot haar leden om bijdragen te vragen verplicht zijn zich te richten tot haar leden om bijdragen te vragen
die haar in staat stellen de boete te betalen. die haar in staat stellen de boete te betalen.
41. De omstandigheden vermeld onder V., die tot verhoging of verlaging 41. De omstandigheden vermeld onder V., die tot verhoging of verlaging
van een geldboete aanleiding kunnen geven, zijn niet op exhaustieve van een geldboete aanleiding kunnen geven, zijn niet op exhaustieve
wijze weergegeven. Het komt de Raad in elk geval toe om rekening te wijze weergegeven. Het komt de Raad in elk geval toe om rekening te
houden met de specifieke feitelijke en juridische context waarbinnen houden met de specifieke feitelijke en juridische context waarbinnen
een onderneming of ondernemingsvereniging een inbreuk heeft gepleegd, een onderneming of ondernemingsvereniging een inbreuk heeft gepleegd,
en met de wijze waarop de onderneming of ondernemingsvereniging zich en met de wijze waarop de onderneming of ondernemingsvereniging zich
heeft gedragen in de periode nadat zij bekend was met het bestaan van heeft gedragen in de periode nadat zij bekend was met het bestaan van
een onderzoek naar een mogelijke inbreuk op de regels inzake een onderzoek naar een mogelijke inbreuk op de regels inzake
restrictieve mededingingspraktijken. restrictieve mededingingspraktijken.
In dat verband is het ook mogelijk dat de Raad rekening houdt met In dat verband is het ook mogelijk dat de Raad rekening houdt met
initiatieven die de onderneming of ondernemingsvereniging zelf genomen initiatieven die de onderneming of ondernemingsvereniging zelf genomen
heeft om concurrentiebeperkend gedrag te vermijden, en om mogelijke heeft om concurrentiebeperkend gedrag te vermijden, en om mogelijke
concurrentiebeperkende gevolgen van het inbreukmakend gedrag te concurrentiebeperkende gevolgen van het inbreukmakend gedrag te
beperken of op te heffen. Als voorbeeld wordt hier de beperken of op te heffen. Als voorbeeld wordt hier de
schadeloosstelling genoemd van andere ondernemingen of consumenten die schadeloosstelling genoemd van andere ondernemingen of consumenten die
van het inbreukmakend gedrag nadeel hebben ondervonden. van het inbreukmakend gedrag nadeel hebben ondervonden.
42. Elk boetebedrag waartoe de Raad komt op basis van de hiervoor 42. Elk boetebedrag waartoe de Raad komt op basis van de hiervoor
beschreven methodiek, moet getoetst worden aan de beginselen van beschreven methodiek, moet getoetst worden aan de beginselen van
proportionaliteit en billijkheid. Het resultaat van deze toetsing kan proportionaliteit en billijkheid. Het resultaat van deze toetsing kan
zijn dat het bekomen bedrag in neerwaartse zin of in opwaartse zin zijn dat het bekomen bedrag in neerwaartse zin of in opwaartse zin
wordt aangepast. wordt aangepast.
43. De proportionaliteit van de geldboete wordt onder meer beoordeeld 43. De proportionaliteit van de geldboete wordt onder meer beoordeeld
in verhouding tot de inbreuk die gepleegd is, de omvang van de in verhouding tot de inbreuk die gepleegd is, de omvang van de
onderneming en, desgevallend, de omvang van de andere onderneming en, desgevallend, de omvang van de andere
karteldeelnemers. Zo kan het beginsel van gelijke sanctionering voor karteldeelnemers. Zo kan het beginsel van gelijke sanctionering voor
een gelijke gedraging het noodzakelijk maken dat verschillende een gelijke gedraging het noodzakelijk maken dat verschillende
betrokken ondernemingen toch verschillend worden gesanctioneerd. betrokken ondernemingen toch verschillend worden gesanctioneerd.
44. Algemene overwegingen van billijkheid kunnen toelaten aan de Raad 44. Algemene overwegingen van billijkheid kunnen toelaten aan de Raad
om in specifieke gevallen de geldboete te matigen, tot zelfs het om in specifieke gevallen de geldboete te matigen, tot zelfs het
opleggen van een symbolische geldboete. opleggen van een symbolische geldboete.
In dit verband kan de Raad ook rekening houden met de financiële In dit verband kan de Raad ook rekening houden met de financiële
draagkracht van een onderneming op het moment van de feiten of op het draagkracht van een onderneming op het moment van de feiten of op het
moment van de beslissing van de Raad. In aanwezigheid van ernstige moment van de beslissing van de Raad. In aanwezigheid van ernstige
concurrentiebeperkingen die zich in het verleden hebben voorgedaan, concurrentiebeperkingen die zich in het verleden hebben voorgedaan,
zal echter slechts in uitzonderlijke gevallen rekening gehouden worden zal echter slechts in uitzonderlijke gevallen rekening gehouden worden
met mogelijke financiële moeilijkheden die een onderneming of met mogelijke financiële moeilijkheden die een onderneming of
ondernemersvereniging heeft op het moment van de beslissing van de ondernemersvereniging heeft op het moment van de beslissing van de
Raad. Dit zal slechts kunnen indien een onderneming aantoont dat ze, Raad. Dit zal slechts kunnen indien een onderneming aantoont dat ze,
over een langere termijn bekeken, niet in staat is de geldboete te over een langere termijn bekeken, niet in staat is de geldboete te
betalen zonder het voortbestaan van de onderneming in gevaar te betalen zonder het voortbestaan van de onderneming in gevaar te
brengen. brengen.
45. Indien een onderneming of een ondernemingsvereniging tevens om 45. Indien een onderneming of een ondernemingsvereniging tevens om
toepassing heeft gevraagd van de clementieregeling (13) wordt eerst toepassing heeft gevraagd van de clementieregeling (13) wordt eerst
het basisbedrag berekend (onderdeel IV hiervoor). Heeft de onderneming het basisbedrag berekend (onderdeel IV hiervoor). Heeft de onderneming
of ondernemingsvereniging volgens de Raad recht op volledige of ondernemingsvereniging volgens de Raad recht op volledige
immuniteit, dan zal vervolgens de geldboete tot nul worden herleid. immuniteit, dan zal vervolgens de geldboete tot nul worden herleid.
Komt de onderneming of ondernemingsvereniging volgens de Raad in Komt de onderneming of ondernemingsvereniging volgens de Raad in
aanmerking voor gedeeltelijke vrijstelling van een geldboete, dan aanmerking voor gedeeltelijke vrijstelling van een geldboete, dan
wordt de geldboete eerst volledig berekend (volgens de methode wordt de geldboete eerst volledig berekend (volgens de methode
beschreven in onderdelen IV en V en rekening houdend met randnummer beschreven in onderdelen IV en V en rekening houdend met randnummer
37) en wordt dan het percentage korting dat wordt toegekend op basis 37) en wordt dan het percentage korting dat wordt toegekend op basis
van de clementieregeling, in mindering gebracht. van de clementieregeling, in mindering gebracht.
46. Deze Mededeling treedt in werking op de dag van de publicatie in 46. Deze Mededeling treedt in werking op de dag van de publicatie in
het Belgisch Staatsblad. Zij is van toepassing op de zaken waarin op het Belgisch Staatsblad. Zij is van toepassing op de zaken waarin op
de dag van de publicatie dehoorzitting van de kamer van de Raad nog de dag van de publicatie dehoorzitting van de kamer van de Raad nog
niet heeft plaatsgevonden. niet heeft plaatsgevonden.
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Belgisch Staatsblad 29 september 2006, p. 50613 (coördinatie van (1) Belgisch Staatsblad 29 september 2006, p. 50613 (coördinatie van
de wet van 10 juni 2006 tot bescherming van de economische de wet van 10 juni 2006 tot bescherming van de economische
mededinging, B.S. 29 juni 2006, p 32755 en van de wet van 10 juni 2006 mededinging, B.S. 29 juni 2006, p 32755 en van de wet van 10 juni 2006
tot oprichting van een Raad voor de Mededinging, B.S. 29 juni 2006, p. tot oprichting van een Raad voor de Mededinging, B.S. 29 juni 2006, p.
32746). 32746).
(2) Deze Mededeling laat de geldboeten buiten beschouwing die (2) Deze Mededeling laat de geldboeten buiten beschouwing die
procedurele inbreuken bestraffen in verband met laattijdige of procedurele inbreuken bestraffen in verband met laattijdige of
onvolledige informatieverstrekking (artikel 64, § 1 WBEM), de onvolledige informatieverstrekking (artikel 64, § 1 WBEM), de
geldboeten die opgelegd worden omwille van laattijdige aanmelding of geldboeten die opgelegd worden omwille van laattijdige aanmelding of
ontstentenis van aanmelding van een concentratie (artikel 64 § 2 WBEM) ontstentenis van aanmelding van een concentratie (artikel 64 § 2 WBEM)
of omwille van inbreuk op artikel 9 § 4 WBEM (het tot uitvoering of omwille van inbreuk op artikel 9 § 4 WBEM (het tot uitvoering
brengen van een concentratie voor de beslissing van de kamer van de brengen van een concentratie voor de beslissing van de kamer van de
Raad betreffende de toelaatbaarheid ervan) (artikel 65 WBEM) of Raad betreffende de toelaatbaarheid ervan) (artikel 65 WBEM) of
omwille van niet-naleving van de beslissingen bedoeld bij artikelen omwille van niet-naleving van de beslissingen bedoeld bij artikelen
58, § 2, 1° en 59, § 6 WBEM (voorwaarden en/of verplichtingen 58, § 2, 1° en 59, § 6 WBEM (voorwaarden en/of verplichtingen
verbonden aan de toelaatbaarheid van een concentratie) en 59, § 7 van verbonden aan de toelaatbaarheid van een concentratie) en 59, § 7 van
de WBEM (herstellen van een daadwerkelijke mededinging wanneer de de WBEM (herstellen van een daadwerkelijke mededinging wanneer de
concentratie niet toelaatbaar is) (artikel 63, lid 2 WBEM). concentratie niet toelaatbaar is) (artikel 63, lid 2 WBEM).
(3) Vanaf deze paragraaf wordt met de term « Raad » bedoeld de Raad (3) Vanaf deze paragraaf wordt met de term « Raad » bedoeld de Raad
voor de Mededinging in strikte zin. voor de Mededinging in strikte zin.
(4) Artikel 49 WBEM en de Mededeling van de Raad voor de Mededinging (4) Artikel 49 WBEM en de Mededeling van de Raad voor de Mededinging
betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in
kartelzaken, B.S. 22 oktober 2007, p. 54713. kartelzaken, B.S. 22 oktober 2007, p. 54713.
(5) Artikel 1 WBEM. (5) Artikel 1 WBEM.
(6) Artikel 63 WBEM en artikel 5 Vo. 1/2003 van 16 december 2002 van (6) Artikel 63 WBEM en artikel 5 Vo. 1/2003 van 16 december 2002 van
de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de
artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag, P.B. L 1 van 4 januari 2003, p. artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag, P.B. L 1 van 4 januari 2003, p.
1. 1.
(7) Artikel 63, eerste lid WBEM. (7) Artikel 63, eerste lid WBEM.
(8) Artikel 63 verwijst naar artikel 86 WBEM voor nadere criteria (8) Artikel 63 verwijst naar artikel 86 WBEM voor nadere criteria
betreffende de omzet die in dit verband als basis geldt. Er is sprake betreffende de omzet die in dit verband als basis geldt. Er is sprake
van de totale omzet tijdens het vorige boekjaar op de nationale markt van de totale omzet tijdens het vorige boekjaar op de nationale markt
en bij de export. De WBEM beperkt derhalve de Raad wat betreft het in en bij de export. De WBEM beperkt derhalve de Raad wat betreft het in
aanmerking nemen van omzet buiten België wanneer het gaat om het aanmerking nemen van omzet buiten België wanneer het gaat om het
berekenen van het wettelijk plafond. berekenen van het wettelijk plafond.
(9) Er is met name een specifieke overgangsregeling vervat in punt 50 (9) Er is met name een specifieke overgangsregeling vervat in punt 50
van de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende van de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende
volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken, volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken,
B.S. 22 oktober 2007, p. 54713. B.S. 22 oktober 2007, p. 54713.
(10) Verticale overeenkomsten in de zin van artikel 1, 1 a) van (10) Verticale overeenkomsten in de zin van artikel 1, 1 a) van
Verordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie betreffende de Verordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie betreffende de
toepassing van artikel 101, lid 3 VWEU op groepen verticale toepassing van artikel 101, lid 3 VWEU op groepen verticale
overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, P.B. L overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, P.B. L
102 van 20 april 2010, p. 1. De beperkingen opgesomd in artikel 4 van 102 van 20 april 2010, p. 1. De beperkingen opgesomd in artikel 4 van
Verordening (EU) nr. 330/2010 zullen in ieder geval als zeer ernstige Verordening (EU) nr. 330/2010 zullen in ieder geval als zeer ernstige
beperkingen beschouwd worden. beperkingen beschouwd worden.
(11) Voor de kwalificatie van de aard van de inbreuk in strikte zin, (11) Voor de kwalificatie van de aard van de inbreuk in strikte zin,
moet de Raad rekening kunnen houden met hoe de uitlegging van moet de Raad rekening kunnen houden met hoe de uitlegging van
verbodsbepalingen inhoudelijk evolueert, ook op Europees niveau. verbodsbepalingen inhoudelijk evolueert, ook op Europees niveau.
(12) Artikel 86 WBEM over omzet, zie ook noot 8 hiervoor. (12) Artikel 86 WBEM over omzet, zie ook noot 8 hiervoor.
(13) Hiervoor geciteerd in noot 4. (13) Hiervoor geciteerd in noot 4.
^