← Terug naar "Ministeriële omzendbrief PLP 7 betreffende de proportionele verdeling van de gezagsambten van het operationeel kader in de lokale politie "
| Ministeriële omzendbrief PLP 7 betreffende de proportionele verdeling van de gezagsambten van het operationeel kader in de lokale politie | Ministeriële omzendbrief PLP 7 betreffende de proportionele verdeling van de gezagsambten van het operationeel kader in de lokale politie |
|---|---|
| MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN |
| 3 APRIL 2001. - Ministeriële omzendbrief PLP 7 betreffende de | 3 APRIL 2001. - Ministeriële omzendbrief PLP 7 betreffende de |
| proportionele verdeling van de gezagsambten van het operationeel kader | proportionele verdeling van de gezagsambten van het operationeel kader |
| in de lokale politie | in de lokale politie |
| Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs | Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs |
| Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement | Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement |
| Brussel-Hoofdstad | Brussel-Hoofdstad |
| Aan de Dames en Heren Burgemeesters | Aan de Dames en Heren Burgemeesters |
| Ter informatie : | Ter informatie : |
| Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen | Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen |
| Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie | Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie |
| Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur | Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur |
| Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester | Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester |
| 1. Een belangrijk aspect bij de integratie van de personeelsleden van | 1. Een belangrijk aspect bij de integratie van de personeelsleden van |
| de vroegere drie algemene politiediensten (gemeentepolitie, rijkswacht | de vroegere drie algemene politiediensten (gemeentepolitie, rijkswacht |
| en gerechtelijke politie) is de wettelijke en reglementaire waarborg | en gerechtelijke politie) is de wettelijke en reglementaire waarborg |
| van de proportionele verdeling van de ambten die een gezagsuitoefening | van de proportionele verdeling van de ambten die een gezagsuitoefening |
| inhouden. Artikel 28 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse | inhouden. Artikel 28 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse |
| bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van | bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van |
| de politiediensten, schrijft voor hoe die proportionaliteit moet | de politiediensten, schrijft voor hoe die proportionaliteit moet |
| worden verwezenlijkt in de gerechtelijke zuil van de federale politie. | worden verwezenlijkt in de gerechtelijke zuil van de federale politie. |
| Artikel 248, vierde lid, van de wet van 7 december 1998 tot | Artikel 248, vierde lid, van de wet van 7 december 1998 tot |
| organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op | organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op |
| twee niveaus (WGP), heeft eenzelfde bedoeling maar richt zich tot de | twee niveaus (WGP), heeft eenzelfde bedoeling maar richt zich tot de |
| korpsen van de lokale politie. Tenslotte vindt men een residuaire | korpsen van de lokale politie. Tenslotte vindt men een residuaire |
| reglementaire proportionaliteitsbepaling terug in artikel XII.VII.26 | reglementaire proportionaliteitsbepaling terug in artikel XII.VII.26 |
| van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de | van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de |
| rechtspositie van het personeel van de politiediensten | rechtspositie van het personeel van de politiediensten |
| ("mammoet-besluit"). | ("mammoet-besluit"). |
| 2. Gelet op de echo's van de eerste besprekingen in verscheidene | 2. Gelet op de echo's van de eerste besprekingen in verscheidene |
| basisoverlegcomité's, acht ik het aangewezen bij deze omzendbrief de | basisoverlegcomité's, acht ik het aangewezen bij deze omzendbrief de |
| bakens uit te zetten zodat in alle 196 politiezones die | bakens uit te zetten zodat in alle 196 politiezones die |
| proportionaliteitsregel eenvorming zou worden toegepast. | proportionaliteitsregel eenvorming zou worden toegepast. |
| 3. Met betrekking tot de lokale politie, luiden de basisteksten ter | 3. Met betrekking tot de lokale politie, luiden de basisteksten ter |
| zake als volgt : | zake als volgt : |
| 3.1 (artikel 248, vierde lid, WGP) : | 3.1 (artikel 248, vierde lid, WGP) : |
| « De toekenning van de ambten die een gezagsuitoefening inhouden in de | « De toekenning van de ambten die een gezagsuitoefening inhouden in de |
| personeelsformatie van het lokaal politiekorps waarborgt een | personeelsformatie van het lokaal politiekorps waarborgt een |
| evenredige verdeling van deze ambten tussen de gewezen leden van de | evenredige verdeling van deze ambten tussen de gewezen leden van de |
| gemeentepolitie en van de territoriale brigades van de federale | gemeentepolitie en van de territoriale brigades van de federale |
| politie. »; | politie. »; |
| 3.2 een wet van 2 april 2001 heeft tot doel die bepaling als volgt aan | 3.2 een wet van 2 april 2001 heeft tot doel die bepaling als volgt aan |
| te vullen : | te vullen : |
| « Indien er evenwel onvoldoende officieren zijn voor het aldus begeven | « Indien er evenwel onvoldoende officieren zijn voor het aldus begeven |
| van ambten van hoger officier, geldt vervolgens voor die ambten een | van ambten van hoger officier, geldt vervolgens voor die ambten een |
| evenredige verdeling tussen de gewezen leden van de gemeentepolitie en | evenredige verdeling tussen de gewezen leden van de gemeentepolitie en |
| de leden van de federale politie, in functie van hun respectieve | de leden van de federale politie, in functie van hun respectieve |
| inbreng. »; | inbreng. »; |
| 3.3 (artikel XII.VII.26 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 - | 3.3 (artikel XII.VII.26 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 - |
| het zogenaamde mammoetbesluit) : | het zogenaamde mammoetbesluit) : |
| « Onverminderd artikel 248, vierde lid, van de wet en artikel 28 van | « Onverminderd artikel 248, vierde lid, van de wet en artikel 28 van |
| de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking | de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking |
| tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, wordt, | tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, wordt, |
| bij de eerste toewijzing van de ambten die een gezagsuitoefening | bij de eerste toewijzing van de ambten die een gezagsuitoefening |
| inhouden, andere dan de mandaten, in functie van hun respectieve | inhouden, andere dan de mandaten, in functie van hun respectieve |
| inbreng in de opgerichte diensten, een proportionele verdeling van die | inbreng in de opgerichte diensten, een proportionele verdeling van die |
| ambten gewaarborgd tussen de gewezen leden van de rijkswacht, de | ambten gewaarborgd tussen de gewezen leden van de rijkswacht, de |
| gemeentepolitie en de gerechtelijke politie. | gemeentepolitie en de gerechtelijke politie. |
| In voorkomend geval stelt de benoemende overheid de betrokken | In voorkomend geval stelt de benoemende overheid de betrokken |
| personeelsleden daartoe aan in de hogere graad. | personeelsleden daartoe aan in de hogere graad. |
| De selectie van de in het tweede lid bedoelde personeelsleden | De selectie van de in het tweede lid bedoelde personeelsleden |
| geschiedt op grond van de laatste evaluatie van de kandidaten | geschiedt op grond van de laatste evaluatie van de kandidaten |
| vastgelegd vóór 21 april 2000. | vastgelegd vóór 21 april 2000. |
| Voor het overige wordt het statuut van de in het tweede lid bedoelde | Voor het overige wordt het statuut van de in het tweede lid bedoelde |
| personeelsleden bepaald overeenkomstig hun inschaling. ». | personeelsleden bepaald overeenkomstig hun inschaling. ». |
| 4. Voormelde bepalingen moeten als volgt worden geïnterpreteerd en | 4. Voormelde bepalingen moeten als volgt worden geïnterpreteerd en |
| toegepast : | toegepast : |
| 4.1 de proportionaliteitsregel geldt korps per korps, dus per lokaal | 4.1 de proportionaliteitsregel geldt korps per korps, dus per lokaal |
| politiekorps en niet volgens de verhouding in globo (7 539 versus 19 | politiekorps en niet volgens de verhouding in globo (7 539 versus 19 |
| 800); | 800); |
| 4.2 de proportionaliteitsregel wordt éénmaal toegepast, te weten op | 4.2 de proportionaliteitsregel wordt éénmaal toegepast, te weten op |
| het ogenblik van de totstandkoming van het lokale politiekorps, bij | het ogenblik van de totstandkoming van het lokale politiekorps, bij |
| toepassing van artikel 248, eerste lid, WGP; | toepassing van artikel 248, eerste lid, WGP; |
| 4.3 dit impliceert dus dat men enkel rekening houdt met de op dat | 4.3 dit impliceert dus dat men enkel rekening houdt met de op dat |
| ogenblik in het operationeel kader ingebrachte effectieven door, | ogenblik in het operationeel kader ingebrachte effectieven door, |
| enerzijds, de gemeentepolitie en, anderzijds, de federale politie bij | enerzijds, de gemeentepolitie en, anderzijds, de federale politie bij |
| toepassing van artikel 235, eerste lid, WGP. Vermits het een eenmalige | toepassing van artikel 235, eerste lid, WGP. Vermits het een eenmalige |
| verdeelsleutel betreft, zal geen rekening worden gehouden met het | verdeelsleutel betreft, zal geen rekening worden gehouden met het |
| personeelsverloop na het in punt 4.2 bedoelde ogenblik; | personeelsverloop na het in punt 4.2 bedoelde ogenblik; |
| 4.4 de gezagsambten zijn die die blijken uit de personeelsformatie | 4.4 de gezagsambten zijn die die blijken uit de personeelsformatie |
| bedoeld in artikel 47, eerste lid, WGP, met name de formatie van het | bedoeld in artikel 47, eerste lid, WGP, met name de formatie van het |
| lokaal politiekorps van de zone. De actuele personeelskaders van | lokaal politiekorps van de zone. De actuele personeelskaders van |
| respectievelijk de gemeentepolitie en de territoriale brigades van de | respectievelijk de gemeentepolitie en de territoriale brigades van de |
| federale politie zijn dus ter zake niet dienend; | federale politie zijn dus ter zake niet dienend; |
| 4.5 de ambten die een gezagsuitoefening inhouden situeren zich in het | 4.5 de ambten die een gezagsuitoefening inhouden situeren zich in het |
| midden- en officierskader van de personeelsformatie bedoeld in artikel | midden- en officierskader van de personeelsformatie bedoeld in artikel |
| 47, eerste lid, WGP. Niet alle ambten in voormelde twee kaders zijn | 47, eerste lid, WGP. Niet alle ambten in voormelde twee kaders zijn |
| dus gezagsambten in de zin van het toegelichte wetsartikel; | dus gezagsambten in de zin van het toegelichte wetsartikel; |
| 4.6 voor de toekenning van de beoogde ambten volgens de aldus | 4.6 voor de toekenning van de beoogde ambten volgens de aldus |
| vastgestelde verdeelsleutel, komen uitsluitend de personeelsleden van | vastgestelde verdeelsleutel, komen uitsluitend de personeelsleden van |
| de zone in aanmerking. Op deze regel geldt één uitzondering : het in | de zone in aanmerking. Op deze regel geldt één uitzondering : het in |
| punt 3.2 aangestipte wetsontwerp heeft immers tot doel de ambten van | punt 3.2 aangestipte wetsontwerp heeft immers tot doel de ambten van |
| hoofdcommissaris die vacant zouden blijven na de toepassing van de | hoofdcommissaris die vacant zouden blijven na de toepassing van de |
| prioritaire interne bevraging in de zone, onmiddellijk extern te | prioritaire interne bevraging in de zone, onmiddellijk extern te |
| begeven onder de kandidaten ex-rijkswachters, bekleed met de graad van | begeven onder de kandidaten ex-rijkswachters, bekleed met de graad van |
| hoofdcommissaris of die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel | hoofdcommissaris of die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel |
| XII.VI.9 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001. | XII.VI.9 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001. |
| 4.7 de proportionele toekenning van de gezagsambten geschiedt per | 4.7 de proportionele toekenning van de gezagsambten geschiedt per |
| graad en bij voorrang onder de personeelsleden bekleed met de graad | graad en bij voorrang onder de personeelsleden bekleed met de graad |
| die overeenstemt met de graad gekopppeld aan dat ambt. Bij gebreke aan | die overeenstemt met de graad gekopppeld aan dat ambt. Bij gebreke aan |
| kandidaten, kan enkel een beroep worden gedaan op de personeelsleden | kandidaten, kan enkel een beroep worden gedaan op de personeelsleden |
| bekleed met de onmiddellijk lagere nieuwe graad; | bekleed met de onmiddellijk lagere nieuwe graad; |
| 4.8 de lokale overheid bepaalt de gehanteerde selectieprocedure. | 4.8 de lokale overheid bepaalt de gehanteerde selectieprocedure. |
| Evaluaties uitgebracht na 21 april 2000 moeten evenwel uit de | Evaluaties uitgebracht na 21 april 2000 moeten evenwel uit de |
| procedure worden geweerd (zie artikel XII.VII.26, derde lid); | procedure worden geweerd (zie artikel XII.VII.26, derde lid); |
| 4.9 is het toegekende gezagsambt gekoppeld aan de onmiddellijk hogere | 4.9 is het toegekende gezagsambt gekoppeld aan de onmiddellijk hogere |
| graad dan die waarmee de laureaat van de toekenningsprocedure is | graad dan die waarmee de laureaat van de toekenningsprocedure is |
| bekleed, dan wordt dat personeelslid in die hogere graad aangesteld | bekleed, dan wordt dat personeelslid in die hogere graad aangesteld |
| bij toepassing van voormeld artikel XII.VII.26, tweede lid. | bij toepassing van voormeld artikel XII.VII.26, tweede lid. |
| Het betreft in casu een louter functionele aanstelling. Dit houdt in | Het betreft in casu een louter functionele aanstelling. Dit houdt in |
| dat : | dat : |
| 1° het betrokken personeelslid de hogere graad waarin het wordt | 1° het betrokken personeelslid de hogere graad waarin het wordt |
| aangesteld, mag dragen en aanwenden. | aangesteld, mag dragen en aanwenden. |
| Betreft het een lid van het basiskader (inspecteur) aangesteld in de | Betreft het een lid van het basiskader (inspecteur) aangesteld in de |
| graad van het middenkader (hoofdinspecteur), dan verwerft het daardoor | graad van het middenkader (hoofdinspecteur), dan verwerft het daardoor |
| niet de hoedanigheid van OGP/HPK. Betreft het een lid van het | niet de hoedanigheid van OGP/HPK. Betreft het een lid van het |
| middenkader aangesteld in de graad van het officierskader | middenkader aangesteld in de graad van het officierskader |
| (commissaris), dan verwerft het daardoor niet de hoedanigheid van | (commissaris), dan verwerft het daardoor niet de hoedanigheid van |
| officier van bestuurlijke politie. | officier van bestuurlijke politie. |
| 2° de aanstelling geldt zolang het personeelslid de kwestieuze | 2° de aanstelling geldt zolang het personeelslid de kwestieuze |
| betrekking uitoefent. Er wordt evenwel aanvaard dat, binnen één en | betrekking uitoefent. Er wordt evenwel aanvaard dat, binnen één en |
| dezelfde zone, een aldus aangestelde, met behoud van zijn aanstelling, | dezelfde zone, een aldus aangestelde, met behoud van zijn aanstelling, |
| een vacant verklaard gezagsambt, in de zin van de punten 4.2 en 4.4 | een vacant verklaard gezagsambt, in de zin van de punten 4.2 en 4.4 |
| van deze omzendbrief, zou overnemen van zijn/haar collega, voor zover | van deze omzendbrief, zou overnemen van zijn/haar collega, voor zover |
| hij of zij evenwel laureaat is van de gevoerde mobiliteitsprocedure; | hij of zij evenwel laureaat is van de gevoerde mobiliteitsprocedure; |
| 3° de aanstelling heeft geen geldelijke gevolgen en leidt dus | 3° de aanstelling heeft geen geldelijke gevolgen en leidt dus |
| bijvoorbeeld niet tot de toekenning van de toelage voor de uitoefening | bijvoorbeeld niet tot de toekenning van de toelage voor de uitoefening |
| van een hoger ambt of tot een eventueel latere automatische benoeming | van een hoger ambt of tot een eventueel latere automatische benoeming |
| in die graad (zie artikel XII.VII.26, in fine). | in die graad (zie artikel XII.VII.26, in fine). |
| 5. De toepassing van de hierboven toegelichte basisbeginselen kan | 5. De toepassing van de hierboven toegelichte basisbeginselen kan |
| mogelijks leiden tot een tijdelijk overtal in een bepaalde graad. Die | mogelijks leiden tot een tijdelijk overtal in een bepaalde graad. Die |
| gevallen zullen evenwel niet legio zijn. Verder komt het de lokale | gevallen zullen evenwel niet legio zijn. Verder komt het de lokale |
| overheid toe die toestand met wijsheid te regelen. | overheid toe die toestand met wijsheid te regelen. |
| 6. Ik hoop dat de eenvormige toepassing van deze omzendbrief zal | 6. Ik hoop dat de eenvormige toepassing van deze omzendbrief zal |
| bijdragen tot de beoogde harmonieuze integratie. | bijdragen tot de beoogde harmonieuze integratie. |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| A. Duquesne | A. Duquesne |