← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
25 oktober 2016 in zake Marika Van Gysegem tegen de cva « O.V.D. Invest », waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2016 « Schendt artikel 28 van de Handelshuurwet, in de interpretatie
dat het niet van toepassing is op d(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 oktober 2016 in zake Marika Van Gysegem tegen de cva « O.V.D. Invest », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2016 « Schendt artikel 28 van de Handelshuurwet, in de interpretatie dat het niet van toepassing is op d(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 oktober 2016 in zake Marika Van Gysegem tegen de cva « O.V.D. Invest », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2016 « Schendt artikel 28 van de Handelshuurwet, in de interpretatie dat het niet van toepassing is op d(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 | januari 1989 |
Bij vonnis van 25 oktober 2016 in zake Marika Van Gysegem tegen de cva | Bij vonnis van 25 oktober 2016 in zake Marika Van Gysegem tegen de cva |
« O.V.D. Invest », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | « O.V.D. Invest », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
ingekomen op 31 oktober 2016, heeft de Vrederechter van het eerste | ingekomen op 31 oktober 2016, heeft de Vrederechter van het eerste |
kanton Oostende de volgende prejudiciële vraag gesteld : | kanton Oostende de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 28 van de Handelshuurwet, in de interpretatie dat | « Schendt artikel 28 van de Handelshuurwet, in de interpretatie dat |
het niet van toepassing is op de rechtsvordering tot betaling van de | het niet van toepassing is op de rechtsvordering tot betaling van de |
vergoeding conform artikel 3 § 2 lid 4 van de Woninghuurwet die de | vergoeding conform artikel 3 § 2 lid 4 van de Woninghuurwet die de |
verhuurder verschuldigd is zo hij een woninghuurovereenkomst opzegt | verhuurder verschuldigd is zo hij een woninghuurovereenkomst opzegt |
met toepassing van artikel 3 § 2 lid 1 van de Woninghuurwet doch hij | met toepassing van artikel 3 § 2 lid 1 van de Woninghuurwet doch hij |
het goed niet werkelijk en doorlopend betrekt binnen de termijn en | het goed niet werkelijk en doorlopend betrekt binnen de termijn en |
voorwaarden zoals bepaald in artikel 3 § 2 lid 3 van de Woninghuurwet, | voorwaarden zoals bepaald in artikel 3 § 2 lid 3 van de Woninghuurwet, |
het grondwettelijk gelijkheids- en non discriminatiebeginsel, vervat | het grondwettelijk gelijkheids- en non discriminatiebeginsel, vervat |
in de artikelen 10 en 11 van de grondwet, waar dit artikel bepaalt dat | in de artikelen 10 en 11 van de grondwet, waar dit artikel bepaalt dat |
de handelshuurder zijn rechtsvordering tot het betalen van een | de handelshuurder zijn rechtsvordering tot het betalen van een |
vergoeding wegens uitzetting op grond van de artikelen 16.I.1° juncto | vergoeding wegens uitzetting op grond van de artikelen 16.I.1° juncto |
25, 3° van de Handelshuurwet, moet instellen binnen een jaar te | 25, 3° van de Handelshuurwet, moet instellen binnen een jaar te |
rekenen vanaf het feit waarop de vordering gegrond is, terwijl de | rekenen vanaf het feit waarop de vordering gegrond is, terwijl de |
Woninghuurwet geen termijn voorziet in een analoge situatie ? ». | Woninghuurwet geen termijn voorziet in een analoge situatie ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6530 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 6530 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |