Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V.D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke qualitate qua, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 april 2014, heef « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet eventueel sa(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V.D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke qualitate qua, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 april 2014, heef « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet eventueel sa(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V.D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke qualitate qua, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 april 2014, heef « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet eventueel sa(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 januari 1989
Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V.D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V.D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke
qualitate qua, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is qualitate qua, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 14 april 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te ingekomen op 14 april 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te
Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van
de Grondwet eventueel samen gelezen met artikel 8 van het Europees de Grondwet eventueel samen gelezen met artikel 8 van het Europees
Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
doordat de vordering tot betwisting van de erkenning niet ontvankelijk doordat de vordering tot betwisting van de erkenning niet ontvankelijk
is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner en is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner en
de vordering wordt ingesteld door de man die het kind heeft erkend ? de vordering wordt ingesteld door de man die het kind heeft erkend ?
». ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5888 van de rol van het Hof. Die zaak is ingeschreven onder nummer 5888 van de rol van het Hof.
De griffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^