← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen
op 24 februari 2014, heeft de Rechtbank van eerste « Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering
van (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2014, heeft de Rechtbank van eerste « Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering van (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2014, heeft de Rechtbank van eerste « Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering van (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 | januari 1989 |
Bij vonnis van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de | Bij vonnis van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2014, | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2014, |
heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële | heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële |
vraag gesteld : | vraag gesteld : |
« Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het | « Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het |
voorschrijft dat de vordering van diegene die zijn eigen erkenning | voorschrijft dat de vordering van diegene die zijn eigen erkenning |
betwist dat pas op gegronde wijze kan doen indien hij aantoont dat aan | betwist dat pas op gegronde wijze kan doen indien hij aantoont dat aan |
zijn toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 | zijn toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 |
en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere | en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere |
supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de | supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de |
rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de | rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de |
rechter de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met de belangen van | rechter de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met de belangen van |
alle partijen die zijn betrokken bij de beoordeling van het aan hem | alle partijen die zijn betrokken bij de beoordeling van het aan hem |
voorgelegde geschil inzake afstamming, met name in de gevallen waarin | voorgelegde geschil inzake afstamming, met name in de gevallen waarin |
het kind geen socioaffectieve band met zijn wettelijke vader heeft ? | het kind geen socioaffectieve band met zijn wettelijke vader heeft ? |
Doet de voormelde wetsbepaling met andere woorden geen | Doet de voormelde wetsbepaling met andere woorden geen |
grondwettigheidsprobleem rijzen in zoverre zij, als een grendel, het | grondwettigheidsprobleem rijzen in zoverre zij, als een grendel, het |
bewijs invoert dat aan de toestemming een gebrek kleeft, hetgeen, bij | bewijs invoert dat aan de toestemming een gebrek kleeft, hetgeen, bij |
ontstentenis van een dergelijk bewijs, inhoudt dat het vaderschap van | ontstentenis van een dergelijk bewijs, inhoudt dat het vaderschap van |
het betrokken kind onmogelijk kan worden nagegaan en vervolgens | het betrokken kind onmogelijk kan worden nagegaan en vervolgens |
daarover onmogelijk uitspraak kan worden gedaan ? ». | daarover onmogelijk uitspraak kan worden gedaan ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5854 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 5854 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |