← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. Bonne, waarvan de expeditie ter griffie
van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd
door artikel 142 van de faillisseme(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door artikel 142 van de faillisseme(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door artikel 142 van de faillisseme(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. | Bij vonnis van 7 maart 2005 in zake het openbaar ministerie tegen A. |
Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Bonne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
ingekomen op 3 mei 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te | ingekomen op 3 mei 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te |
Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door | « Schendt artikel 492bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd door |
artikel 142 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het door de | artikel 142 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het door de |
artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel in | artikelen 12 en 14 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel in |
strafzaken, door de strafbaarheid van het misdrijf misbruik van | strafzaken, door de strafbaarheid van het misdrijf misbruik van |
vennootschapsgoederen te laten afhangen van de voorwaarde dat het | vennootschapsgoederen te laten afhangen van de voorwaarde dat het |
gebruik dat werd gemaakt van de goederen of van het krediet van de | gebruik dat werd gemaakt van de goederen of van het krediet van de |
rechtspersoon, ' op betekenisvolle wijze ' in het nadeel was van de | rechtspersoon, ' op betekenisvolle wijze ' in het nadeel was van de |
vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn | vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn |
schuldeisers of vennoten en van de wetenschap van de dader omtrent | schuldeisers of vennoten en van de wetenschap van de dader omtrent |
deze ' op betekenisvolle wijze ' benadeling ? ». | deze ' op betekenisvolle wijze ' benadeling ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3695 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3695 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |