← Terug naar  "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij 
vonnis van 8 juin 1998 in zake de b.v.b.a. Entreprises J.M. Hennen tegen de Rijksdienst voor Sociale 
Zekerheid, waarvan de expeditie ter griff In hoofdorde : « 
Schendt artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluit(...)"
                    
                        
                        
                
              | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 juin 1998 in zake de b.v.b.a. Entreprises J.M. Hennen tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griff In hoofdorde : « Schendt artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluit(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 juin 1998 in zake de b.v.b.a. Entreprises J.M. Hennen tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griff In hoofdorde : « Schendt artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluit(...) | 
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij vonnis van 8 juin 1998 in zake de b.v.b.a. Entreprises J.M. Hennen | Bij vonnis van 8 juin 1998 in zake de b.v.b.a. Entreprises J.M. Hennen | 
| tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter | tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter | 
| griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 juni 1998, heeft de | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 juni 1998, heeft de | 
| Arbeidsrechtbank te Verviers de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Arbeidsrechtbank te Verviers de volgende prejudiciële vragen gesteld : | 
| In hoofdorde : | In hoofdorde : | 
| « Schendt artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van | « Schendt artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van | 
| de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | 
| zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | zekerheid der arbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in | 
| samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot | samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot | 
| bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en | 
| in samenhang gelezen met de algemene rechtsbeginselen zoals het | in samenhang gelezen met de algemene rechtsbeginselen zoals het | 
| redelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, in zoverre de | redelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, in zoverre de | 
| verzetdoende vennootschap een Belgisch rechtscollege zou kunnen worden | verzetdoende vennootschap een Belgisch rechtscollege zou kunnen worden | 
| ontnomen dat over voldoende rechtsmacht beschikt voor een | ontnomen dat over voldoende rechtsmacht beschikt voor een | 
| daadwerkelijke toetsing van de zaak en van de beslissing, en bijgevolg | daadwerkelijke toetsing van de zaak en van de beslissing, en bijgevolg | 
| aldus verstoken zou zijn van de inachtneming van de beginselen van | aldus verstoken zou zijn van de inachtneming van de beginselen van | 
| gelijkheid en niet-discriminatie ? » | gelijkheid en niet-discriminatie ? » | 
| In ondergeschikte orde : | In ondergeschikte orde : | 
| « Schendt artikel 30ter van dezelfde wet van 27 juni 1969 de artikelen | « Schendt artikel 30ter van dezelfde wet van 27 juni 1969 de artikelen | 
| 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de verzetdoende vennootschap | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de verzetdoende vennootschap | 
| verstoken zou kunnen zijn van de inachtneming van bepaalde algemene | verstoken zou kunnen zijn van de inachtneming van bepaalde algemene | 
| rechtsbeginselen zoals het redelijkheidsbeginsel, het | rechtsbeginselen zoals het redelijkheidsbeginsel, het | 
| evenredigheidsbeginsel en, in samenhang daarmee, het beginsel van de | evenredigheidsbeginsel en, in samenhang daarmee, het beginsel van de | 
| personalisering van de niet-privaatrechtelijke straffen ? » | personalisering van de niet-privaatrechtelijke straffen ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1346 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1346 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 juni 1998 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 juni 1998 | 
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 juni | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 juni | 
| 1998, heeft de vennootschap naar Nederlands recht Merck Sharp & Dohme | 1998, heeft de vennootschap naar Nederlands recht Merck Sharp & Dohme | 
| b.v., met exploitatiezetel te 1180 Brussel, Waterloosesteenweg 1135, | b.v., met exploitatiezetel te 1180 Brussel, Waterloosesteenweg 1135, | 
| beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 7, 1°, van de wet van 12 | beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 7, 1°, van de wet van 12 | 
| december 1997 « tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen | december 1997 « tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen | 
| met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie | met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie | 
| van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese | van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese | 
| Economische en Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot | Economische en Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli 1996 tot | 
| modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | 
| leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels » (bekendgemaakt in | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels » (bekendgemaakt in | 
| het Belgisch Staatsblad van 18 december 1997), waarbij het koninklijk | het Belgisch Staatsblad van 18 december 1997), waarbij het koninklijk | 
| besluit van 16 april 1997 « tot wijziging van het koninklijk besluit | besluit van 16 april 1997 « tot wijziging van het koninklijk besluit | 
| van 4 februari 1997 houdende de vaststelling voor het jaar 1997 van | van 4 februari 1997 houdende de vaststelling voor het jaar 1997 van | 
| een heffing op de omzet van sommige farmaceutische pr | een heffing op de omzet van sommige farmaceutische pr | 
| oducten, met toepassing van artikel 3, § 1, 2° en 4°, van de wet van | oducten, met toepassing van artikel 3, § 1, 2° en 4°, van de wet van | 
| 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden | 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden | 
| tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie | tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie | 
| » wordt bekrachtigd, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de | » wordt bekrachtigd, wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de | 
| Grondwet. | Grondwet. | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1347 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1347 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 juni 1998 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 juni 1998 | 
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 juni | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 juni | 
| 1998, heeft W. Claeys, wonende te 9831 Deurle, Antoon de Pesseroeylaan | 1998, heeft W. Claeys, wonende te 9831 Deurle, Antoon de Pesseroeylaan | 
| 16, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 10, 2°, van de wet | 16, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 10, 2°, van de wet | 
| van 12 december 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten | van 12 december 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten | 
| genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot | genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot | 
| realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan | realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan | 
| de Europese Economische en Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli | de Europese Economische en Monetaire Unie, en van de wet van 26 juli | 
| 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van | 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van | 
| de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (bekendgemaakt in | de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (bekendgemaakt in | 
| het Belgisch Staatsblad van 18 december 1997), in zoverre het de | het Belgisch Staatsblad van 18 december 1997), in zoverre het de | 
| artikelen 11 en 12 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 | artikelen 11 en 12 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 | 
| betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van | betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van | 
| het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § | het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § | 
| 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisati | 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisati | 
| e van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de | e van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de | 
| Europese economische en monetaire Unie, bekrachtigt, wegens schending | Europese economische en monetaire Unie, bekrachtigt, wegens schending | 
| van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1352 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1352 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij arrest nr. 74.160 van 8 juni 1998 in zake W. Weyts tegen de | Bij arrest nr. 74.160 van 8 juni 1998 in zake W. Weyts tegen de | 
| Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | 
| is ingekomen op 26 juni 1998, heeft de Raad van State de volgende | is ingekomen op 26 juni 1998, heeft de Raad van State de volgende | 
| prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Schendt artikel 21, § 1, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot | « Schendt artikel 21, § 1, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot | 
| wijziging van de voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die | wijziging van de voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die | 
| betrekking hebben op de opleiding en de werving van magistraten, | betrekking hebben op de opleiding en de werving van magistraten, | 
| gewijzigd bij de wet van 1 december 1994, de artikelen 10 et 11 van de | gewijzigd bij de wet van 1 december 1994, de artikelen 10 et 11 van de | 
| gecoördineerde Grondwet, waar dit artikel de plaatsvervangende | gecoördineerde Grondwet, waar dit artikel de plaatsvervangende | 
| rechters, benoemd vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1991 | rechters, benoemd vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1991 | 
| en aan wie wegens onverenigbaarheid ontslag om eervolle redenen is | en aan wie wegens onverenigbaarheid ontslag om eervolle redenen is | 
| verleend, vrijstelt van het examen inzake beroepsbekwaamheid, terwijl | verleend, vrijstelt van het examen inzake beroepsbekwaamheid, terwijl | 
| de plaatsvervangende rechters die een tijdelijk mandaat hebben vervuld | de plaatsvervangende rechters die een tijdelijk mandaat hebben vervuld | 
| en aan wie bijgevolg geen ontslag om eervolle redenen is verleend, | en aan wie bijgevolg geen ontslag om eervolle redenen is verleend, | 
| geen recht hebben op vrijstelling van het examen inzake | geen recht hebben op vrijstelling van het examen inzake | 
| beroepsbekwaamheid ? » | beroepsbekwaamheid ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1361 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1361 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij vonnis van 9 juni 1998 in zake het openbaar ministerie tegen M. | Bij vonnis van 9 juni 1998 in zake het openbaar ministerie tegen M. | 
| Alexander en T. Dhont, waarvan de expeditie ter griffie van het | Alexander en T. Dhont, waarvan de expeditie ter griffie van het | 
| Arbitragehof is ingekomen op 29 juni 1998, heeft de Rechtbank van | Arbitragehof is ingekomen op 29 juni 1998, heeft de Rechtbank van | 
| eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Schenden de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van | « Schenden de artikelen 63, 67, 152, 153 en 182 van het Wetboek van | 
| Strafvordering en de artikelen 811 en volgende van het Gerechtelijk | Strafvordering en de artikelen 811 en volgende van het Gerechtelijk | 
| Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat slechts mits een bijzondere | Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat slechts mits een bijzondere | 
| wetsbepaling een derde mag gedagvaard worden in tussenkomst en | wetsbepaling een derde mag gedagvaard worden in tussenkomst en | 
| gemeenverklaring voor de strafrechter, de artikelen 10 en 11 van de | gemeenverklaring voor de strafrechter, de artikelen 10 en 11 van de | 
| Grondwet ? » | Grondwet ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1362 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1362 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij arrest van 24 juni 1998 in zake de n.v. Parfina tegen de Belgische | Bij arrest van 24 juni 1998 in zake de n.v. Parfina tegen de Belgische | 
| Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | 
| ingekomen op 30 juni 1998, heeft het Hof van Beroep te Luik de | ingekomen op 30 juni 1998, heeft het Hof van Beroep te Luik de | 
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Hebben de artikelen 12 en 124, § 3, van het Wetboek van de | « Hebben de artikelen 12 en 124, § 3, van het Wetboek van de | 
| inkomstenbelastingen (1964) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | inkomstenbelastingen (1964) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | 
| geschonden, doordat zij toestonden dat eenzelfde bestanddeel van het | geschonden, doordat zij toestonden dat eenzelfde bestanddeel van het | 
| eigen vermogen kon worden beschouwd als daadwerkelijk volgestort | eigen vermogen kon worden beschouwd als daadwerkelijk volgestort | 
| kapitaal, terugbetaalbaar met belastingvrijstelling, of als | kapitaal, terugbetaalbaar met belastingvrijstelling, of als | 
| geïncorporeerde reserves, dit wil zeggen als twee zaken die op het | geïncorporeerde reserves, dit wil zeggen als twee zaken die op het | 
| vlak van het toepasselijke fiscale stelsel elkaars tegenpolen zijn, | vlak van het toepasselijke fiscale stelsel elkaars tegenpolen zijn, | 
| naargelang de verrichting van terugbetaling plaatsvond vóór of na de | naargelang de verrichting van terugbetaling plaatsvond vóór of na de | 
| invereffeningstelling van de overnemende vennootschap, vermits de | invereffeningstelling van de overnemende vennootschap, vermits de | 
| gedeeltelijke terugbetalingen van kapitaal ten gevolge van een | gedeeltelijke terugbetalingen van kapitaal ten gevolge van een | 
| splitsing vanuit fiscaal oogpunt dienden te worden beschouwd rekening | splitsing vanuit fiscaal oogpunt dienden te worden beschouwd rekening | 
| houdend met een welbepaald maatschappelijk kapitaal zonder de met | houdend met een welbepaald maatschappelijk kapitaal zonder de met | 
| belastingvrijstelling uitgevoerde splitsing te veronachtzamen, | belastingvrijstelling uitgevoerde splitsing te veronachtzamen, | 
| terwijl, in geval van verdeling van het maatschappelijk vermogen van | terwijl, in geval van verdeling van het maatschappelijk vermogen van | 
| de vennootschappen na een verrichting van hetzelfde type, het | de vennootschappen na een verrichting van hetzelfde type, het | 
| maatschappelijk kapitaal werd vastgestel | maatschappelijk kapitaal werd vastgestel | 
| d zonder rekening te houden met een dergelijke splitsing ? » | d zonder rekening te houden met een dergelijke splitsing ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1364 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1364 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij vonnis van 26 juni 1998 in zake de arbeidsauditeur tegen F. | Bij vonnis van 26 juni 1998 in zake de arbeidsauditeur tegen F. | 
| Massin, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Massin, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | 
| ingekomen op 30 juni 1998, heeft de Correctionele Rechtbank te Luik de | ingekomen op 30 juni 1998, heeft de Correctionele Rechtbank te Luik de | 
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Schendt artikel 35, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969 [tot | « Schendt artikel 35, vierde lid, van de wet van 27 juni 1969 [tot | 
| herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | 
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders], zo geïnterpreteerd dat het | maatschappelijke zekerheid der arbeiders], zo geïnterpreteerd dat het | 
| de strafrechter, naast het tweede lid, dat hem de verplichting oplegt | de strafrechter, naast het tweede lid, dat hem de verplichting oplegt | 
| de werkgever ambtshalve te veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van | de werkgever ambtshalve te veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van | 
| het bedrag van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten die | het bedrag van de bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlinteresten die | 
| niet aan de Dienst zijn gestort, verplicht de werkgever ambtshalve te | niet aan de Dienst zijn gestort, verplicht de werkgever ambtshalve te | 
| veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van een vergoeding gelijk aan | veroordelen tot betaling aan de R.S.Z. van een vergoeding gelijk aan | 
| het drievoud van de ontdoken bijdragen zonder dat dit bedrag minder | het drievoud van de ontdoken bijdragen zonder dat dit bedrag minder | 
| dan 51.000 frank per tewerkgestelde persoon en dit per maand of | dan 51.000 frank per tewerkgestelde persoon en dit per maand of | 
| fractie ervan mag bedragen, als een sanctie van burgerlijke aard, met | fractie ervan mag bedragen, als een sanctie van burgerlijke aard, met | 
| als gevolg de onmogelijkheid ze vergezeld te laten gaan van een | als gevolg de onmogelijkheid ze vergezeld te laten gaan van een | 
| maatregel van opschorting of uitstel, ze te weren wanneer de | maatregel van opschorting of uitstel, ze te weren wanneer de | 
| uitgesproken straf die is waarin een andere tekst voorziet met | uitgesproken straf die is waarin een andere tekst voorziet met | 
| toepassing van artikel 65 van het Strafwetboek, terwijl voor de | toepassing van artikel 65 van het Strafwetboek, terwijl voor de | 
| burgerlijke rechte | burgerlijke rechte | 
| r de genoemde werkgever niet zou zijn veroordeeld tot betaling aan de | r de genoemde werkgever niet zou zijn veroordeeld tot betaling aan de | 
| R.S.Z. van de ontdoken bijdragen, bijdrageopslagen en | R.S.Z. van de ontdoken bijdragen, bijdrageopslagen en | 
| verwijlinteresten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » | verwijlinteresten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1365 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1365 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 juni 1998 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 juni 1998 | 
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 juni | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 juni | 
| 1998, heeft de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, beroep tot | 1998, heeft de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, beroep tot | 
| vernietiging ingesteld van de artikelen 11 en 12 van het decreet van | vernietiging ingesteld van de artikelen 11 en 12 van het decreet van | 
| het Vlaams Parlement van 19 december 1997 houdende bepalingen tot | het Vlaams Parlement van 19 december 1997 houdende bepalingen tot | 
| begeleiding van de begroting 1998 (bekendgemaakt in het Belgisch | begeleiding van de begroting 1998 (bekendgemaakt in het Belgisch | 
| Staatsblad van 30 december 1997, tweede editie), wegens schending van | Staatsblad van 30 december 1997, tweede editie), wegens schending van | 
| de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het | de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het | 
| bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de | bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de | 
| gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de | gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de | 
| Grondwet. | Grondwet. | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1366 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1366 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juni 1998 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juni 1998 | 
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli | 
| 1998, heeft de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, | 1998, heeft de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, | 
| beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 32 van de programmawet | beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 32 van de programmawet | 
| van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig | van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig | 
| ondernemerschap (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 | ondernemerschap (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 | 
| februari 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens | februari 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens | 
| de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden | de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden | 
| bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten. | bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten. | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1368 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1368 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij arrest van 24 juni 1998 in zake F. Hyde tegen de Belgische Staat, | Bij arrest van 24 juni 1998 in zake F. Hyde tegen de Belgische Staat, | 
| waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | 
| 2 juli 1998, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële | 2 juli 1998, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële | 
| vraag gesteld : | vraag gesteld : | 
| « Schendt artikel 71, § 1, 3°, juncto 71, § 2, alinea 2, W.I.B./oud, | « Schendt artikel 71, § 1, 3°, juncto 71, § 2, alinea 2, W.I.B./oud, | 
| in zover deze wetsbepalingen inhouden dat onderhoudsbijdragen, die een | in zover deze wetsbepalingen inhouden dat onderhoudsbijdragen, die een | 
| belastingplichtige betaald heeft in een later belastbaar tijdperk dan | belastingplichtige betaald heeft in een later belastbaar tijdperk dan | 
| dat waarop deze onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een | dat waarop deze onderhoudsbijdragen betrekking hebben ingevolge een | 
| gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen | gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht, niet mogen | 
| afgetrokken worden van diens netto-inkomsten, indien deze betaling(en) | afgetrokken worden van diens netto-inkomsten, indien deze betaling(en) | 
| gebeurde(n) vóór het aanslagjaar 1992 m.a.w. voor 1 januari 1991, de | gebeurde(n) vóór het aanslagjaar 1992 m.a.w. voor 1 januari 1991, de | 
| artikelen 10 en 11 van de grondwet ? » | artikelen 10 en 11 van de grondwet ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1371 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1371 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. | 
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | 
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof | 
| Bij arrest van 30 juni 1998 in zake de n.v. GSM dis' tegen J.-C. Van | Bij arrest van 30 juni 1998 in zake de n.v. GSM dis' tegen J.-C. Van | 
| Espen, en in aanwezigheid van de v.z.w. M and D, waarvan de expeditie | Espen, en in aanwezigheid van de v.z.w. M and D, waarvan de expeditie | 
| ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 juli 1998, heeft | ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 juli 1998, heeft | 
| het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 
| « Schenden de wettelijke regels die van toepassing zijn op de | « Schenden de wettelijke regels die van toepassing zijn op de | 
| inbeslagnemingen in strafzaken, meer in het bijzonder de artikelen 35, | inbeslagnemingen in strafzaken, meer in het bijzonder de artikelen 35, | 
| 36 en 89 van het Wetboek van Strafvordering, en de artikelen 61 en 135 | 36 en 89 van het Wetboek van Strafvordering, en de artikelen 61 en 135 | 
| van hetzelfde Wetboek, indien ze in die zin worden geïnterpreteerd dat | van hetzelfde Wetboek, indien ze in die zin worden geïnterpreteerd dat | 
| zij geen enkel rechtsmiddel bieden aan de burgerlijke partij, aan de | zij geen enkel rechtsmiddel bieden aan de burgerlijke partij, aan de | 
| verdachte noch zelfs aan een particulier, tegen de beslissingen die | verdachte noch zelfs aan een particulier, tegen de beslissingen die | 
| wettelijk door de onderzoeksrechter worden genomen, terwijl de | wettelijk door de onderzoeksrechter worden genomen, terwijl de | 
| procureur des Konings elke onderzoeksmaatregel kan vorderen door zijn | procureur des Konings elke onderzoeksmaatregel kan vorderen door zijn | 
| vorderingen tot de onderzoeksrechter te richten, die ze slechts kan | vorderingen tot de onderzoeksrechter te richten, die ze slechts kan | 
| weigeren bij een gemotiveerde beschikking die vatbaar is voor hoger | weigeren bij een gemotiveerde beschikking die vatbaar is voor hoger | 
| beroep, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd | beroep, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd | 
| of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming | of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming | 
| van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? » | van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ? » | 
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1373 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1373 van de rol van het Hof. | 
| De griffier, | De griffier, | 
| L. Potoms. | L. Potoms. |