| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende het woon-werkverkeer | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende het woon-werkverkeer |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 31 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 31 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| betreffende het woon-werkverkeer (1) | betreffende het woon-werkverkeer (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector; | non-profitsector; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| betreffende het woon-werkverkeer. | betreffende het woon-werkverkeer. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 31 juli 2020. | Gegeven te Brussel, 31 juli 2020. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector | Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019 |
| Woon-werkverkeer (Overeenkomst geregistreerd op 4 februari 2020 | Woon-werkverkeer (Overeenkomst geregistreerd op 4 februari 2020 |
| onder het nummer 156730/CO/337) | onder het nummer 156730/CO/337) |
| Voorwoord | Voorwoord |
| De sociale partners van het Aanvullend Paritair Comité voor de | De sociale partners van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector willen het openbaar vervoer en duurzame | non-profitsector willen het openbaar vervoer en duurzame |
| vervoersvormen bevorderen. | vervoersvormen bevorderen. |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Aanvullend | de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Aanvullend |
| Paritair Comité voor de non-profitsector. | Paritair Comité voor de non-profitsector. |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden- en bediendepersoneel. | werklieden- en bediendepersoneel. |
Art. 2.In afwijking van artikel 1 is deze overeenkomst niet van |
Art. 2.In afwijking van artikel 1 is deze overeenkomst niet van |
| toepassing op de persoonlijke assistenten aangeworven in het kader van | toepassing op de persoonlijke assistenten aangeworven in het kader van |
| een persoonlijk assistentiebudget. | een persoonlijk assistentiebudget. |
| Onder "persoonlijke assistenten aangeworven in het kader van een | Onder "persoonlijke assistenten aangeworven in het kader van een |
| persoonlijk assistentiebudget'' wordt verstaan : de privépersonen die | persoonlijk assistentiebudget'' wordt verstaan : de privépersonen die |
| voor hun eigen rekening personeel tewerkstellen voor hun persoonlijke | voor hun eigen rekening personeel tewerkstellen voor hun persoonlijke |
| dienst of deze van hun gezin en dit personeel zoals voorzien in het | dienst of deze van hun gezin en dit personeel zoals voorzien in het |
| artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 februari 2008. | artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 februari 2008. |
| HOOFDSTUK II. - Tegemoetkoming in de reiskosten | HOOFDSTUK II. - Tegemoetkoming in de reiskosten |
Art. 3.Gemeenschappelijk openbaar vervoer |
Art. 3.Gemeenschappelijk openbaar vervoer |
| § 1. Bij gebruik van het gemeenschappelijk openbaar vervoer komen de | § 1. Bij gebruik van het gemeenschappelijk openbaar vervoer komen de |
| werkgevers tegemoet in de reiskosten die effectief werden gemaakt door | werkgevers tegemoet in de reiskosten die effectief werden gemaakt door |
| de werknemers overeenkomstig de bepalingen van de collectieve | de werknemers overeenkomstig de bepalingen van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de | arbeidsovereenkomst nr. 19/9 betreffende de financiële bijdrage van de |
| werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van | werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van |
| de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019. | de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 23 april 2019. |
| § 2. Binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van deze collectieve | § 2. Binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, zijn de werkgevers ertoe gehouden voor wat | arbeidsovereenkomst, zijn de werkgevers ertoe gehouden voor wat |
| betreft het treinvervoer of het gemengd vervoer NMBS/MIVB/DE LIJN/TEC, | betreft het treinvervoer of het gemengd vervoer NMBS/MIVB/DE LIJN/TEC, |
| een overeenkomst, genaamd derdebetalersregeling, te sluiten met de | een overeenkomst, genaamd derdebetalersregeling, te sluiten met de |
| NMBS, waardoor het treinvervoer onder deze derdebetalersregeling | NMBS, waardoor het treinvervoer onder deze derdebetalersregeling |
| kosteloos is voor de werknemer. | kosteloos is voor de werknemer. |
Art. 4.Andere vervoermiddelen dan het gemeenschappelijk openbaar |
Art. 4.Andere vervoermiddelen dan het gemeenschappelijk openbaar |
| vervoer (privévervoermiddelen) | vervoer (privévervoermiddelen) |
| § 1. Bij gebruik van andere gemotoriseerde vervoermiddelen dan het | § 1. Bij gebruik van andere gemotoriseerde vervoermiddelen dan het |
| gemeenschappelijk openbaar vervoer komen de werkgevers tegemoet in de | gemeenschappelijk openbaar vervoer komen de werkgevers tegemoet in de |
| reiskosten die werkelijk werden gemaakt door de werknemers, tot vier | reiskosten die werkelijk werden gemaakt door de werknemers, tot vier |
| vijfde van de bedragen in de tabel van artikel 3 van de collectieve | vijfde van de bedragen in de tabel van artikel 3 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van 23 april 2019 van de Nationale | arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van 23 april 2019 van de Nationale |
| Arbeidsraad, en dit voor het aantal kilometers van de kortste weg | Arbeidsraad, en dit voor het aantal kilometers van de kortste weg |
| tussen de verblijfplaats van de werknemer en zijn/haar werkplaats of | tussen de verblijfplaats van de werknemer en zijn/haar werkplaats of |
| voor het aantal kilometers afgelegd met een privévervoermiddel in het | voor het aantal kilometers afgelegd met een privévervoermiddel in het |
| kader van artikel 4. Voor de bepaling van de kortste weg kan ook | kader van artikel 4. Voor de bepaling van de kortste weg kan ook |
| rekening gehouden worden met de verkeersdrukte en de staat van de weg. | rekening gehouden worden met de verkeersdrukte en de staat van de weg. |
| § 2. Voor werknemers die een fiets gebruiken, komen de werkgevers | § 2. Voor werknemers die een fiets gebruiken, komen de werkgevers |
| tegemoet in de reiskosten die werkelijk worden gemaakt door de | tegemoet in de reiskosten die werkelijk worden gemaakt door de |
| werknemers ten belope van een bedrag van 0,24 EUR per kilometer voor | werknemers ten belope van een bedrag van 0,24 EUR per kilometer voor |
| het aantal kilometers van de kortste weg van het woon-werkverkeer | het aantal kilometers van de kortste weg van het woon-werkverkeer |
| tussen de verblijfsplaats van de werknemer en zijn/haar werkplaats, of | tussen de verblijfsplaats van de werknemer en zijn/haar werkplaats, of |
| voor het aantal kilometers afgelegd met de fiets in het kader van | voor het aantal kilometers afgelegd met de fiets in het kader van |
| artikel 4. Vanaf 1 januari 2020 evolueert het bedrag van 0,24 EUR | artikel 4. Vanaf 1 januari 2020 evolueert het bedrag van 0,24 EUR |
| gelijktijdig met het maximum vrijgesteld bedrag vastgesteld bij | gelijktijdig met het maximum vrijgesteld bedrag vastgesteld bij |
| artikel 38, § 1, 14° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 | artikel 38, § 1, 14° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 |
| en bij artikel 19, § 2, 16° van het koninklijk besluit van 28 november | en bij artikel 19, § 2, 16° van het koninklijk besluit van 28 november |
| 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
| besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
| zekerheid der arbeiders. Voor de bepaling van de kortste weg kan ook | zekerheid der arbeiders. Voor de bepaling van de kortste weg kan ook |
| rekening gehouden worden met de verkeersdrukte en de staat van de weg. | rekening gehouden worden met de verkeersdrukte en de staat van de weg. |
| § 3. De bijdrage, zoals bepaald in § 2, vervalt wanneer de werkgever | § 3. De bijdrage, zoals bepaald in § 2, vervalt wanneer de werkgever |
| in overeenkomst met de werknemer voor de betrokken werknemer voorziet | in overeenkomst met de werknemer voor de betrokken werknemer voorziet |
| in het gebruik van een gebruiksklare en reglementair conforme fiets. | in het gebruik van een gebruiksklare en reglementair conforme fiets. |
| De bijdrage, zoals bepaald in § 2, vervalt eveneens wanneer de | De bijdrage, zoals bepaald in § 2, vervalt eveneens wanneer de |
| werkgever in overeenkomst met de werknemer(s) voor de betrokken | werkgever in overeenkomst met de werknemer(s) voor de betrokken |
| werknemer(s) een formule van fietsleasing of fietsverhuur ten laste | werknemer(s) een formule van fietsleasing of fietsverhuur ten laste |
| neemt. | neemt. |
| § 4. Indien de werknemer, in het kader van onderbroken diensten, zich | § 4. Indien de werknemer, in het kader van onderbroken diensten, zich |
| op eenzelfde arbeidsdag meer dan één keer van de woonplaats naar de | op eenzelfde arbeidsdag meer dan één keer van de woonplaats naar de |
| werkplaats moet begeven, dan draagt de werkgever voor deze bijkomende | werkplaats moet begeven, dan draagt de werkgever voor deze bijkomende |
| verplaatsing(en) bij in de vervoersonkosten van de werknemer op | verplaatsing(en) bij in de vervoersonkosten van de werknemer op |
| dezelfde wijze zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst. | dezelfde wijze zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 5.Gemengd vervoer |
Art. 5.Gemengd vervoer |
| Voor werknemers die een privévervoermiddel combineren met één of | Voor werknemers die een privévervoermiddel combineren met één of |
| meerdere openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen, komen de | meerdere openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen, komen de |
| werkgevers tegemoet in de reiskosten overeenkomstig artikel 3 | werkgevers tegemoet in de reiskosten overeenkomstig artikel 3 |
| hierboven voor wat betreft de afstand "openbaar gemeenschappelijk | hierboven voor wat betreft de afstand "openbaar gemeenschappelijk |
| vervoer" en in artikel 4 hierboven voor wat betreft de afstand | vervoer" en in artikel 4 hierboven voor wat betreft de afstand |
| "privévervoermiddel". | "privévervoermiddel". |
Art. 6.Om de tegemoetkoming van de werkgever in de vervoersonkosten |
Art. 6.Om de tegemoetkoming van de werkgever in de vervoersonkosten |
| van de werknemer vast te stellen, moet de werkgever de betrokken | van de werknemer vast te stellen, moet de werkgever de betrokken |
| werknemer in tweevoud een attest laten invullen en ondertekenen. Het | werknemer in tweevoud een attest laten invullen en ondertekenen. Het |
| model hiervan is in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst | model hiervan is in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| gevoegd. | gevoegd. |
| HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 7.§ 1. De tegemoetkoming van de werkgever in de reiskosten van |
Art. 7.§ 1. De tegemoetkoming van de werkgever in de reiskosten van |
| de werknemer wordt maandelijks aan de werknemer betaald. | de werknemer wordt maandelijks aan de werknemer betaald. |
| § 2. De tegemoetkoming van de werkgever heeft geen betrekking op de | § 2. De tegemoetkoming van de werkgever heeft geen betrekking op de |
| niet gepresteerde werkdagen, om welke reden dan ook, behalve als de | niet gepresteerde werkdagen, om welke reden dan ook, behalve als de |
| werknemer een vervoerbewijs heeft moeten aanschaffen dat niet zou | werknemer een vervoerbewijs heeft moeten aanschaffen dat niet zou |
| kunnen worden hergebruikt of terugbetaald. | kunnen worden hergebruikt of terugbetaald. |
| § 3. De tegemoetkoming van de werkgever kan in onderling akkoord | § 3. De tegemoetkoming van de werkgever kan in onderling akkoord |
| tussen de werkgever en de werknemer en in toepassing van deze | tussen de werkgever en de werknemer en in toepassing van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst forfaitair worden bepaald | collectieve arbeidsovereenkomst forfaitair worden bepaald |
| (bijvoorbeeld het gemengd openbaar vervoer). Het model van dit akkoord | (bijvoorbeeld het gemengd openbaar vervoer). Het model van dit akkoord |
| is in bijlage 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd. | is in bijlage 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd. |
| § 4. Eenzelfde afstand kan slechts het voorwerp uitmaken van één | § 4. Eenzelfde afstand kan slechts het voorwerp uitmaken van één |
| tussenkomst door de werkgever, onverkort de bepalingen van artikel 4, | tussenkomst door de werkgever, onverkort de bepalingen van artikel 4, |
| § 4. | § 4. |
| HOOFDSTUK IV. - Aanvullende bepalingen | HOOFDSTUK IV. - Aanvullende bepalingen |
Art. 8.Wanneer een mobiliteitsplan moet opgesteld worden door de |
Art. 8.Wanneer een mobiliteitsplan moet opgesteld worden door de |
| instelling in functie van wettelijke bepalingen, zal dit plan ter | instelling in functie van wettelijke bepalingen, zal dit plan ter |
| informatie voorgelegd worden aan de ondernemingsraad of, bij | informatie voorgelegd worden aan de ondernemingsraad of, bij |
| ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de syndicale afvaardiging. | ontstentenis van een ondernemingsraad, aan de syndicale afvaardiging. |
| HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 9.§ 1. Gunstigere akkoorden die werden afgesloten in de |
Art. 9.§ 1. Gunstigere akkoorden die werden afgesloten in de |
| ondernemingen conform het wettelijk kader, blijven van toepassing. | ondernemingen conform het wettelijk kader, blijven van toepassing. |
| § 2. Op het niveau van de onderneming kan een collectieve | § 2. Op het niveau van de onderneming kan een collectieve |
| arbeidsovereenkomst afgesloten worden of kan in het arbeidsreglement | arbeidsovereenkomst afgesloten worden of kan in het arbeidsreglement |
| voorzien worden in afwijkende regelingen, rekening houdende met het | voorzien worden in afwijkende regelingen, rekening houdende met het |
| specifieke karakter van bijvoorbeeld onregelmatige uurregelingen en/of | specifieke karakter van bijvoorbeeld onregelmatige uurregelingen en/of |
| de vestigingsplaats, waardoor andere vervoersregelingen dan met een | de vestigingsplaats, waardoor andere vervoersregelingen dan met een |
| gemotoriseerd privévervoermiddel niet of slechts in beperkte mate | gemotoriseerd privévervoermiddel niet of slechts in beperkte mate |
| mogelijk zijn. | mogelijk zijn. |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2020. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd. | januari 2020. Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd. |
| Zij kan door alle partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn | Zij kan door alle partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn |
| van drie maanden, betekend per ter post aangetekende brief, gericht | van drie maanden, betekend per ter post aangetekende brief, gericht |
| aan de voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de | aan de voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de |
| non-profitsector. | non-profitsector. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, | Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| betreffende het woon-werkverkeer | betreffende het woon-werkverkeer |
| Verklaring op eer | Verklaring op eer |
| Naam en voornaam : | Naam en voornaam : |
| Adres : | Adres : |
| Gemeente : | Gemeente : |
| Ik, ondergetekende, verklaar mij geregeld naar het werk te begeven met | Ik, ondergetekende, verklaar mij geregeld naar het werk te begeven met |
| volgend privévervoermiddel : | volgend privévervoermiddel : |
| - Fiets over een afstand van ................. km; | - Fiets over een afstand van ................. km; |
| - Motorvoertuig over een afstand van ............ km. | - Motorvoertuig over een afstand van ............ km. |
| De vervoerskosten bedragen ................. EUR. | De vervoerskosten bedragen ................. EUR. |
| Ik verbind mij ertoe elke wijziging van vervoermiddel of afstand | Ik verbind mij ertoe elke wijziging van vervoermiddel of afstand |
| onmiddellijk aan mijn werkgever mee te delen. | onmiddellijk aan mijn werkgever mee te delen. |
| Opgemaakt in twee originele exemplaren, waarvan één voor de werkgever | Opgemaakt in twee originele exemplaren, waarvan één voor de werkgever |
| en één voor de werknemer, te : | en één voor de werknemer, te : |
| Datum en handtekening : | Datum en handtekening : |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, | Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2019, |
| gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, | gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, |
| betreffende het woon-werkverkeer | betreffende het woon-werkverkeer |
| Verklaring forfaitaire tegemoetkoming | Verklaring forfaitaire tegemoetkoming |
| Tussen de werknemer : | Tussen de werknemer : |
| Naam en voornaam : | Naam en voornaam : |
| Adres : | Adres : |
| Woonplaats : | Woonplaats : |
| en de werkgever : | en de werkgever : |
| . . . . . | . . . . . |
| . . . . . | . . . . . |
| . . . . . | . . . . . |
| Er wordt overeengekomen dat : | Er wordt overeengekomen dat : |
| In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december | In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december |
| 2019 betreffende het woon-werkverkeer, wordt de financiële bijdrage | 2019 betreffende het woon-werkverkeer, wordt de financiële bijdrage |
| van de werkgever in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de | van de werkgever in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de |
| werknemer vastgelegd op ...... EUR per gewerkte dag/week/maand/jaar | werknemer vastgelegd op ...... EUR per gewerkte dag/week/maand/jaar |
| (schrappen wat niet past). | (schrappen wat niet past). |
| Het bedrag van de financiële bijdrage van de werkgever in de | Het bedrag van de financiële bijdrage van de werkgever in de |
| vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de werknemer wordt | vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de werknemer wordt |
| automatisch aangepast in toepassing van de bepalingen van genoemde | automatisch aangepast in toepassing van de bepalingen van genoemde |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Deze overeenkomst neemt een einde indien : | Deze overeenkomst neemt een einde indien : |
| - in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december | - in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december |
| 2019 betreffende het woon-werkverkeer, de financiële bijdrage van de | 2019 betreffende het woon-werkverkeer, de financiële bijdrage van de |
| werkgever in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de | werkgever in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de |
| werknemer gewijzigd dient te worden; | werknemer gewijzigd dient te worden; |
| - werknemer en/of werkgever hiertoe verzoeken. | - werknemer en/of werkgever hiertoe verzoeken. |
| Opgemaakt in twee originele exemplaren, waarvan één voor de werkgever | Opgemaakt in twee originele exemplaren, waarvan één voor de werkgever |
| en één voor de werknemer. | en één voor de werknemer. |
| Te : | Te : |
| Op : | Op : |
| Handtekening van de werknemer : | Handtekening van de werknemer : |
| Handtekening van de werkgever : | Handtekening van de werkgever : |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli |
| 2020. | 2020. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| Annexe 1re à la convention collective de travail du 3 décembre 2019, | Annexe 1re à la convention collective de travail du 3 décembre 2019, |
| conclue au sein de la Commission paritaire auxiliaire pour le secteur | conclue au sein de la Commission paritaire auxiliaire pour le secteur |
| non-marchand, relative au transport entre le domicile et le lieu de | non-marchand, relative au transport entre le domicile et le lieu de |
| travail | travail |
| Déclaration sur l'honneur | Déclaration sur l'honneur |
| Nom et prénom : | Nom et prénom : |
| Adresse : | Adresse : |
| Localité : | Localité : |
| Je soussigné(e) déclare sur l'honneur me rendre régulièrement au | Je soussigné(e) déclare sur l'honneur me rendre régulièrement au |
| travail en utilisant le moyen de transport privé suivant : | travail en utilisant le moyen de transport privé suivant : |
| - Vélo sur une distance de ................. km; | - Vélo sur une distance de ................. km; |
| - Véhicule à moteur sur une distance de ............ km. | - Véhicule à moteur sur une distance de ............ km. |
| Les frais de déplacement s'élèvent à ................. EUR. | Les frais de déplacement s'élèvent à ................. EUR. |
| Je m'engage à signaler toute modification de moyen ou de distance de | Je m'engage à signaler toute modification de moyen ou de distance de |
| déplacement immédiatement à mon employeur. | déplacement immédiatement à mon employeur. |
| Fait en deux exemplaires, un pour le travailleur et un pour | Fait en deux exemplaires, un pour le travailleur et un pour |
| l'employeur, à : | l'employeur, à : |
| Date et signature : | Date et signature : |
| Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 31 juillet 2020. | Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 31 juillet 2020. |
| La Ministre de l'Emploi, | La Ministre de l'Emploi, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |
| Annexe 2 à la convention collective de travail du 3 décembre 2019, | Annexe 2 à la convention collective de travail du 3 décembre 2019, |
| conclue au sein de la Commission paritaire auxiliaire pour le secteur | conclue au sein de la Commission paritaire auxiliaire pour le secteur |
| non-marchand, relative au transport entre le domicile et le lieu de | non-marchand, relative au transport entre le domicile et le lieu de |
| travail | travail |
| Déclaration d'intervention forfaitaire | Déclaration d'intervention forfaitaire |
| Entre le travailleur : | Entre le travailleur : |
| Nom et prénom : | Nom et prénom : |
| Adresse : | Adresse : |
| Localité : | Localité : |
| et l'employeur : | et l'employeur : |
| . . . . . | . . . . . |
| . . . . . | . . . . . |
| . . . . . | . . . . . |
| Il est convenu que : | Il est convenu que : |
| En application de la convention collective de travail du 3 décembre | En application de la convention collective de travail du 3 décembre |
| 2019 relative au transport entre le domicile et le lieu de travail, | 2019 relative au transport entre le domicile et le lieu de travail, |
| l'intervention financière de l'employeur dans les frais de déplacement | l'intervention financière de l'employeur dans les frais de déplacement |
| entre le domicile et le lieu de travail est fixée à ...... EUR par | entre le domicile et le lieu de travail est fixée à ...... EUR par |
| journée/semaine/mois/année (biffer les mentions inutiles) | journée/semaine/mois/année (biffer les mentions inutiles) |
| travaillé(e). | travaillé(e). |
| Le montant de l'intervention financière de l'employeur dans les frais | Le montant de l'intervention financière de l'employeur dans les frais |
| de déplacement entre le domicile et le lieu de travail du travailleur | de déplacement entre le domicile et le lieu de travail du travailleur |
| est adapté automatiquement en application des dispositions de ladite | est adapté automatiquement en application des dispositions de ladite |
| convention collective de travail. | convention collective de travail. |
| La présente convention prend fin lorsque : | La présente convention prend fin lorsque : |
| - en application de la convention collective de travail du 3 décembre | - en application de la convention collective de travail du 3 décembre |
| 2019 relative au transport entre le domicile et le lieu de travail, | 2019 relative au transport entre le domicile et le lieu de travail, |
| l'intervention financière dans les frais de déplacement entre le | l'intervention financière dans les frais de déplacement entre le |
| domicile et le lieu de travail du travailleur doit être modifiée; | domicile et le lieu de travail du travailleur doit être modifiée; |
| - le travailleur et/ou l'employeur le demande(nt). | - le travailleur et/ou l'employeur le demande(nt). |
| Fait en deux exemplaires originaux, un pour l'employeur et un pour le | Fait en deux exemplaires originaux, un pour l'employeur et un pour le |
| travailleur. | travailleur. |
| A : | A : |
| Le : | Le : |
| Signature du travailleur : | Signature du travailleur : |
| Signature de l'employeur : | Signature de l'employeur : |
| Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 31 juillet 2020. | Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 31 juillet 2020. |
| La Ministre de l'Emploi, | La Ministre de l'Emploi, |
| N. MUYLLE | N. MUYLLE |