Koninklijk besluit betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid | Koninklijk besluit betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
30 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende de aanduiding, de | 30 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende de aanduiding, de |
uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare | uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare |
instellingen van sociale zekerheid | instellingen van sociale zekerheid |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § |
2, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | 2, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
Gelet op de wet van 26 juli 1960 tot herinrichting van de instellingen | Gelet op de wet van 26 juli 1960 tot herinrichting van de instellingen |
voor kinderbijslag, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de | voor kinderbijslag, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de |
programmawet van 8 april 2003; | programmawet van 8 april 2003; |
Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen | Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen |
van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, | van openbaar nut voor maatschappelijke zekerheid en sociale voorzorg, |
inzonderheid op artikelen 9, 18 en 23, gewijzigd bij de programmawet | inzonderheid op artikelen 9, 18 en 23, gewijzigd bij de programmawet |
van 8 april 2003; | van 8 april 2003; |
Gelet op de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale | Gelet op de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale |
zekerheid, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de programmawet | zekerheid, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de programmawet |
van 8 april 2003; | van 8 april 2003; |
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende |
inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op | inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op |
artikel 21, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | artikel 21, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende | Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende |
het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op | het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op |
artikel 48, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; | artikel 48, gewijzigd bij de programmawet van 8 april 2003; |
Gelet op de wetten betreffende de schadeloosstelling voor | Gelet op de wetten betreffende de schadeloosstelling voor |
beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, inzonderheid op | beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, inzonderheid op |
artikelen 13, 14 en 15, gewijzigd bij de programmawet van 8 april | artikelen 13, 14 en 15, gewijzigd bij de programmawet van 8 april |
2003; | 2003; |
Gelet op de herstelwet van 31 juli 1984, inzonderheid op artikel 16, § | Gelet op de herstelwet van 31 juli 1984, inzonderheid op artikel 16, § |
4, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993; | 4, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993; |
Gelet op de wet betreffende op verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende op verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, | geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, |
inzonderheid op de artikelen 177, 180 en 184, gewijzigd bij de | inzonderheid op de artikelen 177, 180 en 184, gewijzigd bij de |
programmawet van 8 april 2003; | programmawet van 8 april 2003; |
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen | Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen |
met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van | met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van |
sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 | sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 |
juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring | juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring |
van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels bekrachtigd bij | van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels bekrachtigd bij |
de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd bij | de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 19, gewijzigd bij |
de programmawet van 8 april 2003 en artikel 21; | de programmawet van 8 april 2003 en artikel 21; |
Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende | Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende |
vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare | vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2bis, | instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2bis, |
gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 betreffende | gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 betreffende |
het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en | het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal in de openbare instellingen van | adjunct-administrateur-generaal in de openbare instellingen van |
sociale zekerheid; | sociale zekerheid; |
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 | Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 |
september 2002, op 2 september 2003 en op 2 oktober 2003; | september 2002, op 2 september 2003 en op 2 oktober 2003; |
Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting van 26 | Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting van 26 |
september 2002, van 25 september 2003 en van 3 oktober 2003; | september 2002, van 25 september 2003 en van 3 oktober 2003; |
Gelet op de adviezen van het College van openbare instellingen van | Gelet op de adviezen van het College van openbare instellingen van |
sociale zekerheid, gegeven op 27 september 2002 en op 17 oktober 2003; | sociale zekerheid, gegeven op 27 september 2002 en op 17 oktober 2003; |
Gelet op de protocollen van 3 december 2002, van 19 september 2003 en | Gelet op de protocollen van 3 december 2002, van 19 september 2003 en |
van 8 oktober 2003 van het Sectorcomité XX - Openbare instellingen van | van 8 oktober 2003 van het Sectorcomité XX - Openbare instellingen van |
Sociale Zekerheid; | Sociale Zekerheid; |
Gelet op het advies van de Raad van State; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
Overwegende dat sinds de programmawet van 8 april 2003, de | Overwegende dat sinds de programmawet van 8 april 2003, de |
managementfuncties niet meer kunnen worden toegewezen in bepaalde | managementfuncties niet meer kunnen worden toegewezen in bepaalde |
openbare instellingen van sociale zekerheid wegens het ontbreken van | openbare instellingen van sociale zekerheid wegens het ontbreken van |
een reglementair kader betreffende de aanstelling in deze functies; | een reglementair kader betreffende de aanstelling in deze functies; |
Op voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van | Op voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van |
Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Werk en Pensioenen, van Onze | Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Werk en Pensioenen, van Onze |
Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en | Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en |
van Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad | van Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad |
vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Het voorliggend besluit is van toepassing op de openbare |
Artikel 1.Het voorliggend besluit is van toepassing op de openbare |
instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 3, § 2, van het | instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 3, § 2, van het |
koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog | koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog |
op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale | op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale |
zekerheid, in toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 | zekerheid, in toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 |
tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de |
programmawet van 12 december 1997. | programmawet van 12 december 1997. |
HOOFDSTUK II. - De managementfuncties en hun juridische aard | HOOFDSTUK II. - De managementfuncties en hun juridische aard |
Art. 2.§ 1. De managementfuncties in de openbare instellingen van |
Art. 2.§ 1. De managementfuncties in de openbare instellingen van |
sociale zekerheid zijn ingedeeld in vijf groepen, in de volgende | sociale zekerheid zijn ingedeeld in vijf groepen, in de volgende |
hiërarchische volgorde : | hiërarchische volgorde : |
1° de administrateur-generaal; | 1° de administrateur-generaal; |
2° de adjunct-administrateur-generaal; | 2° de adjunct-administrateur-generaal; |
3° de managementfunctie -1; | 3° de managementfunctie -1; |
4° de managementfunctie -2; | 4° de managementfunctie -2; |
5° de managementfunctie -3. | 5° de managementfunctie -3. |
§ 2. Naast de opdrachten vastgelegd in de wet van 25 april 1963 | § 2. Naast de opdrachten vastgelegd in de wet van 25 april 1963 |
betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor | betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor |
sociale zekerheid en sociale voorzorg, kan de | sociale zekerheid en sociale voorzorg, kan de |
adjunct-administrateur-generaal worden belast met bijzondere | adjunct-administrateur-generaal worden belast met bijzondere |
opdrachten. | opdrachten. |
De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal zijn | De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal zijn |
samen verantwoordelijk voor de ondersteunende diensten en verrichten | samen verantwoordelijk voor de ondersteunende diensten en verrichten |
samen de evaluatie van de houders van een managementfunctie -1 die | samen de evaluatie van de houders van een managementfunctie -1 die |
deze diensten leiden. | deze diensten leiden. |
§ 3. In elke openbare instelling van sociale zekerheid wordt het | § 3. In elke openbare instelling van sociale zekerheid wordt het |
aantal managementfuncties -1, -2, en in voorkomend geval -3, | aantal managementfuncties -1, -2, en in voorkomend geval -3, |
vastgesteld door hun beheerscomité met het akkoord van de ministers | vastgesteld door hun beheerscomité met het akkoord van de ministers |
van ambtenarenzaken en begroting. | van ambtenarenzaken en begroting. |
Art. 3.De managementfuncties bedoeld in onderhavig besluit zijn |
Art. 3.De managementfuncties bedoeld in onderhavig besluit zijn |
beheersfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid | beheersfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid |
bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende | bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende |
maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare | maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid, in toepassing van artikel 47 van | instellingen van sociale zekerheid, in toepassing van artikel 47 van |
de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en | de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en |
tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. | tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. |
Zij worden uitgeoefend bij mandaat, met andere woorden, bij wege van | Zij worden uitgeoefend bij mandaat, met andere woorden, bij wege van |
een tijdelijke hernieuwbare aanstelling overeenkomstig artikel 11. | een tijdelijke hernieuwbare aanstelling overeenkomstig artikel 11. |
HOOFDSTUK III. - De selectie, werving en aanstelling van de houders | HOOFDSTUK III. - De selectie, werving en aanstelling van de houders |
van een managementfunctie | van een managementfunctie |
Afdeling I. - Algemene bepaling | Afdeling I. - Algemene bepaling |
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn de regels |
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk, zijn de regels |
die van toepassing zijn op de selectie en de werving in de openbare | die van toepassing zijn op de selectie en de werving in de openbare |
instellingen van sociale zekerheid van toepassing op de selectie en de | instellingen van sociale zekerheid van toepassing op de selectie en de |
werving van de houders van een managementfunctie. | werving van de houders van een managementfunctie. |
Afdeling II. - Selectie | Afdeling II. - Selectie |
Art. 5.§ 1. Voor de managementfuncties, uitgezonderd de |
Art. 5.§ 1. Voor de managementfuncties, uitgezonderd de |
managementfunctie « adjunct-administrateur-generaal » wordt steeds een | managementfunctie « adjunct-administrateur-generaal » wordt steeds een |
vergelijkende selectie per taalrol georganiseerd. | vergelijkende selectie per taalrol georganiseerd. |
Voor de managementfunctie « adjunct-administrateur-generaal » wordt | Voor de managementfunctie « adjunct-administrateur-generaal » wordt |
een vergelijkende selectie voor de beide taalrollen georganiseerd, | een vergelijkende selectie voor de beide taalrollen georganiseerd, |
tenzij de invulling van het taalkader van de openbare instelling van | tenzij de invulling van het taalkader van de openbare instelling van |
sociale zekerheid dit niet toelaat. | sociale zekerheid dit niet toelaat. |
§ 2. De kandidaten voor de management-functies « | § 2. De kandidaten voor de management-functies « |
administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal » nemen | administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal » nemen |
deel aan een Nederlandstalige of Franstalige vergelijkende selectie | deel aan een Nederlandstalige of Franstalige vergelijkende selectie |
die leidt tot hun inschrijving in de groep « geschikten » of de groep | die leidt tot hun inschrijving in de groep « geschikten » of de groep |
« niet-geschikten ». | « niet-geschikten ». |
In de groep « geschikten » worden de kandidaten gerangschikt. | In de groep « geschikten » worden de kandidaten gerangschikt. |
§ 3. De kandidaten voor de overige managementfuncties nemen deel aan | § 3. De kandidaten voor de overige managementfuncties nemen deel aan |
een Nederlandstalige of Franstalige vergelijkende selectie die leidt | een Nederlandstalige of Franstalige vergelijkende selectie die leidt |
tot hun inschrijving in groep A, B, C of D. | tot hun inschrijving in groep A, B, C of D. |
Elke groep A bevat de kandidaten die zeer geschikt zijn om de functie | Elke groep A bevat de kandidaten die zeer geschikt zijn om de functie |
uit te oefenen, elke groep B bevat de kandidaten die geschikt zijn om | uit te oefenen, elke groep B bevat de kandidaten die geschikt zijn om |
de functie uit te oefenen, elke groep C bevat de kandidaten die minder | de functie uit te oefenen, elke groep C bevat de kandidaten die minder |
geschikt zijn om de functie uit te oefenen, elke groep D bevat de | geschikt zijn om de functie uit te oefenen, elke groep D bevat de |
kandidaten die niet geschikt zijn om de functie uit te oefenen. | kandidaten die niet geschikt zijn om de functie uit te oefenen. |
In de groepen A en B worden de kandidaten gerangschikt. | In de groepen A en B worden de kandidaten gerangschikt. |
§ 4. SELOR, Selectiebureau van de Federale Overheid, valideert de | § 4. SELOR, Selectiebureau van de Federale Overheid, valideert de |
resultaten van elke stap in de vergelijkende selectie en maakt zich | resultaten van elke stap in de vergelijkende selectie en maakt zich |
daartoe na uitoefening van de kwaliteitsbewaking de resultaten van | daartoe na uitoefening van de kwaliteitsbewaking de resultaten van |
elke stap in de vergelijkende selectie eigen of niet. | elke stap in de vergelijkende selectie eigen of niet. |
Art. 6.§ 1. Om deel te nemen aan de vergelijkende selecties voor de |
Art. 6.§ 1. Om deel te nemen aan de vergelijkende selecties voor de |
functies van administrateur-generaal en | functies van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal en voor een managementfunctie -1, | adjunct-administrateur-generaal en voor een managementfunctie -1, |
wordt van de kandidaten vereist dat zij een functie van niveau 1 | wordt van de kandidaten vereist dat zij een functie van niveau 1 |
uitoefenen of kunnen deelnemen aan een vergelijkende selectie voor een | uitoefenen of kunnen deelnemen aan een vergelijkende selectie voor een |
functie van niveau 1. | functie van niveau 1. |
De kandidaten voor een functie van administrateur-generaal, | De kandidaten voor een functie van administrateur-generaal, |
adjunct-administrateur-generaal of een managementfunctie -1 moeten | adjunct-administrateur-generaal of een managementfunctie -1 moeten |
minimaal zes jaar managementervaring of minimaal tien jaar nuttige | minimaal zes jaar managementervaring of minimaal tien jaar nuttige |
professionele ervaring hebben. Onder managementervaring wordt verstaan | professionele ervaring hebben. Onder managementervaring wordt verstaan |
een ervaring in het beheer in een openbare dienst of in een | een ervaring in het beheer in een openbare dienst of in een |
organisatie in de privé-sector. | organisatie in de privé-sector. |
§ 2. Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor een | § 2. Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor een |
managementfunctie -2 of -3, moeten de kandidaten sinds minstens zes | managementfunctie -2 of -3, moeten de kandidaten sinds minstens zes |
jaar een functie uitoefenen van niveau 1 in een openbare instelling | jaar een functie uitoefenen van niveau 1 in een openbare instelling |
van sociale zekerheid, in een ministerie of in een federale | van sociale zekerheid, in een ministerie of in een federale |
overheidsdienst bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2000 | overheidsdienst bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2000 |
houdende oprichting en samenstelling van de organen die | houdende oprichting en samenstelling van de organen die |
gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. | gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. |
Art. 7.§ 1. De kandidaten voor een managementfunctie moeten over de |
Art. 7.§ 1. De kandidaten voor een managementfunctie moeten over de |
competenties, relationele en managementvaardigheden beschikken die | competenties, relationele en managementvaardigheden beschikken die |
worden bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel van | worden bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel van |
de te begeven managementfunctie. | de te begeven managementfunctie. |
§ 2. De functiebeschrijving en het competentieprofiel van een te | § 2. De functiebeschrijving en het competentieprofiel van een te |
begeven managementfunctie in een openbare instelling van sociale | begeven managementfunctie in een openbare instelling van sociale |
zekerheid worden bepaald : | zekerheid worden bepaald : |
1° voor de functie van administrateur-generaal en | 1° voor de functie van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal, door het beheerscomité van de | adjunct-administrateur-generaal, door het beheerscomité van de |
openbare instelling van sociale zekerheid; | openbare instelling van sociale zekerheid; |
2° voor de managementfuncties -1, door het beheerscomité van de | 2° voor de managementfuncties -1, door het beheerscomité van de |
openbare instelling van sociale zekerheid, op voorstel van de | openbare instelling van sociale zekerheid, op voorstel van de |
administrateur-generaal; | administrateur-generaal; |
3° voor de managementfunctie -2, door de administrateur-generaal, op | 3° voor de managementfunctie -2, door de administrateur-generaal, op |
voorstel van de houder van de managementfunctie -1; | voorstel van de houder van de managementfunctie -1; |
4° voor de managementfunctie -3, door de administrateur-generaal, op | 4° voor de managementfunctie -3, door de administrateur-generaal, op |
voorstel van de houder van de managementfunctie -2, in samenspraak met | voorstel van de houder van de managementfunctie -2, in samenspraak met |
de houder van de managementfunctie -1. | de houder van de managementfunctie -1. |
Art. 8.§ 1. Elke selectiecommissie wordt samengesteld door de |
Art. 8.§ 1. Elke selectiecommissie wordt samengesteld door de |
gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale | gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale |
Overheid. De profielen van de leden van elke selectiecommissie worden | Overheid. De profielen van de leden van elke selectiecommissie worden |
vastgelegd in samenspraak met : | vastgelegd in samenspraak met : |
- het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale | - het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale |
zekerheid, voor de administrateur-generaal en de | zekerheid, voor de administrateur-generaal en de |
adjunct-administrateur-generaal; | adjunct-administrateur-generaal; |
- het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid, | - het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid, |
op voorstel van de betrokken administrateur-generaal, voor de andere | op voorstel van de betrokken administrateur-generaal, voor de andere |
managementfuncties. | managementfuncties. |
Voor de functies van administrateur-generaal en | Voor de functies van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal stuurt de afgevaardigd bestuurder van | adjunct-administrateur-generaal stuurt de afgevaardigd bestuurder van |
SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, de samenstelling | SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, de samenstelling |
van de selectiecommissie door naar de Regeringsleden en het | van de selectiecommissie door naar de Regeringsleden en het |
beheerscomité. Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien | beheerscomité. Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien |
kalenderdagen meedelen. SELOR, het Selectiebureau van de Federale | kalenderdagen meedelen. SELOR, het Selectiebureau van de Federale |
Overheid, dient op de opmerkingen te antwoorden bij wijze van een | Overheid, dient op de opmerkingen te antwoorden bij wijze van een |
gemotiveerde beslissing. | gemotiveerde beslissing. |
Voor de andere managementfuncties stuurt de afgevaardigd bestuurder | Voor de andere managementfuncties stuurt de afgevaardigd bestuurder |
van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, de | van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, de |
samenstelling van de selectiecommissie door naar het beheerscomité en | samenstelling van de selectiecommissie door naar het beheerscomité en |
naar de administrateur-generaal van de betrokken instelling. | naar de administrateur-generaal van de betrokken instelling. |
Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien kalenderdagen | Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien kalenderdagen |
meedelen. SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, dient op de | meedelen. SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, dient op de |
opmerkingen te antwoorden bij wijze van een gemotiveerde beslissing. | opmerkingen te antwoorden bij wijze van een gemotiveerde beslissing. |
De selectiecommissie is samengesteld uit een meerderheid aan experten | De selectiecommissie is samengesteld uit een meerderheid aan experten |
uit de sociale sector, de non-profit sector, het paritair beheer en | uit de sociale sector, de non-profit sector, het paritair beheer en |
eventueel uit een expert die wordt gekozen om zijn bijzondere kennis | eventueel uit een expert die wordt gekozen om zijn bijzondere kennis |
inzake de materies die te maken hebben met specifieke aspecten van het | inzake de materies die te maken hebben met specifieke aspecten van het |
functieprofiel. De selectiecommissie wordt voorgezeten door een | functieprofiel. De selectiecommissie wordt voorgezeten door een |
vertegenwoordiger van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. | vertegenwoordiger van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. |
De voorzitters van de Franstalige en de Nederlandstalige commissie | De voorzitters van de Franstalige en de Nederlandstalige commissie |
plegen overleg om de gelijke aanpak te waarborgen. | plegen overleg om de gelijke aanpak te waarborgen. |
§ 2. Elke Nederlandstalige en Franstalige vergelijkende selectie | § 2. Elke Nederlandstalige en Franstalige vergelijkende selectie |
bedoeld in artikel 5, § 1, bestaat uit de volgende stappen : | bedoeld in artikel 5, § 1, bestaat uit de volgende stappen : |
1° SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid beslist of de | 1° SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid beslist of de |
kandidaten voldoen aan de algemene en bijzondere | kandidaten voldoen aan de algemene en bijzondere |
toelatingsvoorwaarden. De kandidaten die niet voldoen, worden | toelatingsvoorwaarden. De kandidaten die niet voldoen, worden |
geweigerd. | geweigerd. |
2° een assessment waarbij de voor de managementfunctie vereiste | 2° een assessment waarbij de voor de managementfunctie vereiste |
leidinggevende vaardigheden worden getoetst. Onder assessment moet | leidinggevende vaardigheden worden getoetst. Onder assessment moet |
worden verstaan een vorm van potentialiteitsinschatting. | worden verstaan een vorm van potentialiteitsinschatting. |
Dit assessment wordt afgelegd voor externe expert-evaluatoren, | Dit assessment wordt afgelegd voor externe expert-evaluatoren, |
aangeduid door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. Twee | aangeduid door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. Twee |
leden van elke selectiecommissie, die in die Commissie worden | leden van elke selectiecommissie, die in die Commissie worden |
aangewezen, worden uitgenodigd om als observator bij het assessment | aangewezen, worden uitgenodigd om als observator bij het assessment |
aanwezig te zijn. | aanwezig te zijn. |
De expert-evaluatoren beschrijven het assessment van elke kandidaat. | De expert-evaluatoren beschrijven het assessment van elke kandidaat. |
Ze geven elke kandidaat voor de managementfunctie « | Ze geven elke kandidaat voor de managementfunctie « |
administrateur-generaal » of « adjunct-administrateur-generaal » één | administrateur-generaal » of « adjunct-administrateur-generaal » één |
van de volgende beoordelingen : « geschikt » of « nietgeschikt ». Ze | van de volgende beoordelingen : « geschikt » of « nietgeschikt ». Ze |
geven elke kandidaat voor één van de overige managementfuncties één | geven elke kandidaat voor één van de overige managementfuncties één |
van de volgende beoordelingen : « zeer geschikt », « geschikt », « | van de volgende beoordelingen : « zeer geschikt », « geschikt », « |
minder geschikt » en « niet geschikt ». Bij deze indeling worden de | minder geschikt » en « niet geschikt ». Bij deze indeling worden de |
observatoren uitgenodigd om aanwezig te zijn met raadgevende stem. | observatoren uitgenodigd om aanwezig te zijn met raadgevende stem. |
3° een mondelinge proef, afgenomen door elke selectiecommissie. | 3° een mondelinge proef, afgenomen door elke selectiecommissie. |
Dit gedeelte heeft tot doel de functiespecifieke competenties, vermeld | Dit gedeelte heeft tot doel de functiespecifieke competenties, vermeld |
in de desbetreffende functiebeschrijving en competentieprofiel, van | in de desbetreffende functiebeschrijving en competentieprofiel, van |
elke kandidaat te evalueren. Aan elke kandidaat voor de | elke kandidaat te evalueren. Aan elke kandidaat voor de |
managementfuncties « administrateur-generaal » of « | managementfuncties « administrateur-generaal » of « |
adjunct-administrateur-generaal » wordt één van de volgende | adjunct-administrateur-generaal » wordt één van de volgende |
beoordelingen gegeven : « geschikt » of « niet geschikt ». Aan elke | beoordelingen gegeven : « geschikt » of « niet geschikt ». Aan elke |
kandidaat voor één van de overige managementfuncties wordt één van de | kandidaat voor één van de overige managementfuncties wordt één van de |
volgende beoordelingen gegeven : « zeer geschikt », « geschikt », « | volgende beoordelingen gegeven : « zeer geschikt », « geschikt », « |
minder geschikt » en « niet geschikt ». Twee expert-evaluatoren, | minder geschikt » en « niet geschikt ». Twee expert-evaluatoren, |
aangeduid door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, worden | aangeduid door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, worden |
uitgenodigd om als observator en tijdens de proef aanwezig te zijn. | uitgenodigd om als observator en tijdens de proef aanwezig te zijn. |
Bij de indeling van de kandidaten worden de aangeduide | Bij de indeling van de kandidaten worden de aangeduide |
expert-evaluatoren uitgenodigd om aanwezig te zijn met raadgevende | expert-evaluatoren uitgenodigd om aanwezig te zijn met raadgevende |
stem. | stem. |
4° Vervolgens maken elke Selectiecommissie en de betrokken | 4° Vervolgens maken elke Selectiecommissie en de betrokken |
expert-evaluatoren samen de eindevaluatie op van de kandidaten | expert-evaluatoren samen de eindevaluatie op van de kandidaten |
overeenkomstig hun algemene en bijzondere competenties voor de | overeenkomstig hun algemene en bijzondere competenties voor de |
functie, alsook hun leidinggevende vaardigheden. Ze delen de | functie, alsook hun leidinggevende vaardigheden. Ze delen de |
kandidaten voor de managementfuncties « administrateur-generaal » of « | kandidaten voor de managementfuncties « administrateur-generaal » of « |
adjunct-administrateur-generaal » in twee groepen in « geschikten » of | adjunct-administrateur-generaal » in twee groepen in « geschikten » of |
« niet geschikten ». Ze delen de kandidaten voor één van de overige | « niet geschikten ». Ze delen de kandidaten voor één van de overige |
managementfuncties in vier groepen in met name A, B, C of D. Zij | managementfuncties in vier groepen in met name A, B, C of D. Zij |
rangschikken de kandidaten ingedeeld in groep A en B. | rangschikken de kandidaten ingedeeld in groep A en B. |
Zij sturen die eindevaluatie naar de tot aanstelling bevoegde overheid | Zij sturen die eindevaluatie naar de tot aanstelling bevoegde overheid |
samen met de verslagen en deelresultaten bedoeld in 2° en 3° teneinde | samen met de verslagen en deelresultaten bedoeld in 2° en 3° teneinde |
haar optimaal in te lichten omtrent het door elke kandidaat bereikte | haar optimaal in te lichten omtrent het door elke kandidaat bereikte |
resultaat. | resultaat. |
§ 3. De kandidaten worden over hun indeling en/of rangschikking | § 3. De kandidaten worden over hun indeling en/of rangschikking |
ingelicht door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. | ingelicht door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid. |
Afdeling III. - Werving van de managementfuncties « | Afdeling III. - Werving van de managementfuncties « |
administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal ». | administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal ». |
Art. 9.§ 1. SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, stuurt |
Art. 9.§ 1. SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid, stuurt |
alle resultaten van de Franstalige en/of Nederlandstalige | alle resultaten van de Franstalige en/of Nederlandstalige |
vergelijkende selectie bedoeld in artikel 8, § 2, naar de voorzitter | vergelijkende selectie bedoeld in artikel 8, § 2, naar de voorzitter |
van het beheerscomité van de betrokken instelling. | van het beheerscomité van de betrokken instelling. |
Met de kandidaten van de Nederlandstalige en/of de Franstalige groep « | Met de kandidaten van de Nederlandstalige en/of de Franstalige groep « |
geschikten » wordt een aanvullend onderhoud georganiseerd. Dit | geschikten » wordt een aanvullend onderhoud georganiseerd. Dit |
onderhoud heeft tot doel de kandidaten te vergelijken wat betreft hun | onderhoud heeft tot doel de kandidaten te vergelijken wat betreft hun |
competenties, relationele en managementvaardigheden zoals bepaald in | competenties, relationele en managementvaardigheden zoals bepaald in |
de vooraf opgestelde functiebeschrijving en het competentieprofiel van | de vooraf opgestelde functiebeschrijving en het competentieprofiel van |
de te begeven managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : | de te begeven managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : |
1° voor de werving van de administrateur-generaal, door de | 1° voor de werving van de administrateur-generaal, door de |
toezichthoudende minister en de delegatie van het beheerscomité die de | toezichthoudende minister en de delegatie van het beheerscomité die de |
bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend; | bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend; |
2° voor de werving van de adjunct-administrateur-generaal, door de | 2° voor de werving van de adjunct-administrateur-generaal, door de |
toezichthoudende minister, de delegatie van het beheerscomité die de | toezichthoudende minister, de delegatie van het beheerscomité die de |
bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend en | bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend en |
de administrateur-generaal. | de administrateur-generaal. |
Van de onderhouden wordt een verslag houdende het resultaat van die | Van de onderhouden wordt een verslag houdende het resultaat van die |
vergelijking opgemaakt. Dit verslag wordt bij het aanstellingsdossier | vergelijking opgemaakt. Dit verslag wordt bij het aanstellingsdossier |
gevoegd. | gevoegd. |
§ 2. Een Commissie, samengesteld uit leden aangeduid door de | § 2. Een Commissie, samengesteld uit leden aangeduid door de |
Ministerraad, onder leiding van de toezichthoudende minister, | Ministerraad, onder leiding van de toezichthoudende minister, |
organiseert bij de aanduiding van de administrateur-generaal en de | organiseert bij de aanduiding van de administrateur-generaal en de |
adjunct-administrateur-generaal, een aanvullend onderhoud met de beste | adjunct-administrateur-generaal, een aanvullend onderhoud met de beste |
kandidaat uit elke taalrol, tenzij de invulling van het taalkader van | kandidaat uit elke taalrol, tenzij de invulling van het taalkader van |
de openbare instelling van sociale zekerheid geen keuze toelaat tussen | de openbare instelling van sociale zekerheid geen keuze toelaat tussen |
de twee taalrollen of er in één van de taalrollen geen kandidaat is. | de twee taalrollen of er in één van de taalrollen geen kandidaat is. |
Dit onderhoud heeft tot doel om over de beste Nederlandstalige en de | Dit onderhoud heeft tot doel om over de beste Nederlandstalige en de |
beste Franstalige kandidaat een descriptief verslag te maken wat | beste Franstalige kandidaat een descriptief verslag te maken wat |
betreft hun competenties, relationele en managementvaardigheden zoals | betreft hun competenties, relationele en managementvaardigheden zoals |
bepaald in de vooraf opgestelde functiebeschrijving en het | bepaald in de vooraf opgestelde functiebeschrijving en het |
competentieprofiel van de te begeven managementfunctie. Eén van de | competentieprofiel van de te begeven managementfunctie. Eén van de |
leden van de Commissie heeft de voldoende kennis van de tweede taal | leden van de Commissie heeft de voldoende kennis van de tweede taal |
bewezen. | bewezen. |
Afdeling IV. - De werving van de overige managementfuncties | Afdeling IV. - De werving van de overige managementfuncties |
Art. 10.§ 1. SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, |
Art. 10.§ 1. SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, |
stuurt alle resultaten van de Franstalige en Nederlandstalige | stuurt alle resultaten van de Franstalige en Nederlandstalige |
vergelijkende selectie bedoeld in artikel 8, § 2, naar de | vergelijkende selectie bedoeld in artikel 8, § 2, naar de |
administrateur-generaal. | administrateur-generaal. |
Met de kandidaten van groep A wordt een aanvullend onderhoud | Met de kandidaten van groep A wordt een aanvullend onderhoud |
georganiseerd. Dit onderhoud heeft tot doel de kandidaten te | georganiseerd. Dit onderhoud heeft tot doel de kandidaten te |
vergelijken wat betreft hun competenties, relationele en | vergelijken wat betreft hun competenties, relationele en |
managementvaardigheden zoals bepaald in de vooraf opgestelde | managementvaardigheden zoals bepaald in de vooraf opgestelde |
functiebeschrijving en het competentieprofiel van de te begeven | functiebeschrijving en het competentieprofiel van de te begeven |
managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : | managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : |
1° voor de werving van een houder van de managementfunctie -1, door de | 1° voor de werving van een houder van de managementfunctie -1, door de |
administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal; | administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal; |
2° voor de werving van de houder van de managementfunctie -2, door de | 2° voor de werving van de houder van de managementfunctie -2, door de |
houder van de managementfunctie -1 en de administrateur-generaal; | houder van de managementfunctie -1 en de administrateur-generaal; |
3° voor de werving van de houder van de managementfunctie -3, de | 3° voor de werving van de houder van de managementfunctie -3, de |
houder van de managementfunctie -2 en de administrateur-generaal. | houder van de managementfunctie -2 en de administrateur-generaal. |
Van de onderhouden wordt een verslag houdende het resultaat van die | Van de onderhouden wordt een verslag houdende het resultaat van die |
vergelijking opgemaakt. Dit verslag wordt bij het aanstellingsdossier | vergelijking opgemaakt. Dit verslag wordt bij het aanstellingsdossier |
gevoegd. | gevoegd. |
§ 2. Bij uitputting van groep A, wordt de procedure vermeld in § 1 | § 2. Bij uitputting van groep A, wordt de procedure vermeld in § 1 |
herhaald voor de kandidaten van groep B. | herhaald voor de kandidaten van groep B. |
Afdeling V. - De aanstelling | Afdeling V. - De aanstelling |
Art. 11.§ 1. De kandidaten, gekozen overeenkomstig de artikelen 9 en |
Art. 11.§ 1. De kandidaten, gekozen overeenkomstig de artikelen 9 en |
10, worden voor een periode van zes jaar aangesteld : | 10, worden voor een periode van zes jaar aangesteld : |
1° voor de functie van administrateur-generaal en | 1° voor de functie van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal, door de Koning, bij in Ministerraad | adjunct-administrateur-generaal, door de Koning, bij in Ministerraad |
overlegd besluit, op voorstel van de toezichthoudende minister en het | overlegd besluit, op voorstel van de toezichthoudende minister en het |
betrokken beheerscomité; | betrokken beheerscomité; |
2° voor de overige managementfuncties, door de Koning, op voorstel van | 2° voor de overige managementfuncties, door de Koning, op voorstel van |
de toezichthoudende minister en het betrokken beheerscomité, na | de toezichthoudende minister en het betrokken beheerscomité, na |
voordracht van de administrateur-generaal. | voordracht van de administrateur-generaal. |
§ 2. In afwijking van de artikelen 28 tot 33quinquies van het | § 2. In afwijking van de artikelen 28 tot 33quinquies van het |
koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het | koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het |
rijkspersoneel, moeten de houders van een managementfunctie geen | rijkspersoneel, moeten de houders van een managementfunctie geen |
proeftijd doormaken. | proeftijd doormaken. |
HOOFDSTUK IV. - Regels betreffende de uitoefening van de | HOOFDSTUK IV. - Regels betreffende de uitoefening van de |
managementfuncties | managementfuncties |
Afdeling I. - Het managementplan van de houder van een | Afdeling I. - Het managementplan van de houder van een |
managementfunctie | managementfunctie |
Art. 12.In de openbare instellingen van sociale zekerheid bestaat het |
Art. 12.In de openbare instellingen van sociale zekerheid bestaat het |
managementplan en het operationeel plan uit de bestuursovereenkomst en | managementplan en het operationeel plan uit de bestuursovereenkomst en |
het bestuursplan bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 | het bestuursplan bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 |
houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de | houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de |
openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van | openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van |
artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de | artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
wettelijke pensioenstelsels. | wettelijke pensioenstelsels. |
Het bestuursplan wordt zodanig opgemaakt dat de evaluatie van alle | Het bestuursplan wordt zodanig opgemaakt dat de evaluatie van alle |
houders van een managementfunctie mogelijk is en dat zij, althans | houders van een managementfunctie mogelijk is en dat zij, althans |
gedeeltelijk, actief betrokken worden bij de opmaak en uitvoering | gedeeltelijk, actief betrokken worden bij de opmaak en uitvoering |
ervan. | ervan. |
Afdeling II. - Regels betreffende de uitvoering van de | Afdeling II. - Regels betreffende de uitvoering van de |
managementfuncties | managementfuncties |
Art. 13.Tijdens de duur van hun mandaat is, behoudens de afwijkende |
Art. 13.Tijdens de duur van hun mandaat is, behoudens de afwijkende |
bepalingen in onderhavig besluit, het statuut van het personeel van de | bepalingen in onderhavig besluit, het statuut van het personeel van de |
instellingen van sociale zekerheid van toepassing op de houders van | instellingen van sociale zekerheid van toepassing op de houders van |
een managementfunctie. | een managementfunctie. |
Voor de toepassing van het statuut van de Rijksambtenaren maken de | Voor de toepassing van het statuut van de Rijksambtenaren maken de |
houders van een managementfunctie deel uit van niveau 1. Zij staan | houders van een managementfunctie deel uit van niveau 1. Zij staan |
hiërarchisch boven de rangen 15. | hiërarchisch boven de rangen 15. |
Art. 14.De houder van een managementfunctie die, op het ogenblik van |
Art. 14.De houder van een managementfunctie die, op het ogenblik van |
zijn indienstneming vastbenoemd is in de overheidsdiensten, bedoeld in | zijn indienstneming vastbenoemd is in de overheidsdiensten, bedoeld in |
artikel 1, § 1, van de wet van 22 juli 1993 houdende diverse | artikel 1, § 1, van de wet van 22 juli 1993 houdende diverse |
maatregelen inzake ambtenarenzaken, wordt, in afwijking van de | maatregelen inzake ambtenarenzaken, wordt, in afwijking van de |
bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende | bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende |
de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de | de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de |
rijksbesturen, wordt, in ambtshalve verlof voor opdracht van algemeen | rijksbesturen, wordt, in ambtshalve verlof voor opdracht van algemeen |
belang geplaatst voor de duur van zijn mandaat. Zijn betrekking kan | belang geplaatst voor de duur van zijn mandaat. Zijn betrekking kan |
vacant worden verklaard na twee jaar en intussen kan er enkel in | vacant worden verklaard na twee jaar en intussen kan er enkel in |
voorzien worden door middel van een contractuele tewerkstelling of | voorzien worden door middel van een contractuele tewerkstelling of |
hogere functies. | hogere functies. |
Art. 15.De houder van een managementfunctie oefent zijn taak voltijds |
Art. 15.De houder van een managementfunctie oefent zijn taak voltijds |
uit. | uit. |
Tijdens zijn mandaat kan hij : | Tijdens zijn mandaat kan hij : |
1° geen verlof voor loopbaanonderbreking krijgen, tenzij het om | 1° geen verlof voor loopbaanonderbreking krijgen, tenzij het om |
ouderschapsverlof, palliatieve verzorging en verzorging in geval van | ouderschapsverlof, palliatieve verzorging en verzorging in geval van |
ernstige ziekte gaat; | ernstige ziekte gaat; |
2° geen verlof krijgen om zich kandidaat te stellen voor Europese | 2° geen verlof krijgen om zich kandidaat te stellen voor Europese |
verkiezingen, voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van | verkiezingen, voor verkiezingen van de federale wetgevende kamers, van |
de gewest- en gemeenschapsraden of van de provincie- of gemeenteraden | de gewest- en gemeenschapsraden of van de provincie- of gemeenteraden |
of om een ambt uit te oefenen in een beleidscel of het kabinet van een | of om een ambt uit te oefenen in een beleidscel of het kabinet van een |
minister of een Staatssecretaris of in het kabinet van de voorzitter | minister of een Staatssecretaris of in het kabinet van de voorzitter |
of van een lid van de Regering van een Gemeenschap, van een Gewest, | of van een lid van de Regering van een Gemeenschap, van een Gewest, |
van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie of van het College van de Franse | Gemeenschapscommissie of van het College van de Franse |
Gemeenschapscommissie; | Gemeenschapscommissie; |
3° geen verlof krijgen voor een stage of een proefperiode in een | 3° geen verlof krijgen voor een stage of een proefperiode in een |
andere betrekking van een openbare dienst; | andere betrekking van een openbare dienst; |
4° geen verlof krijgen voor onthaal en opleiding; | 4° geen verlof krijgen voor onthaal en opleiding; |
5° geen verlof krijgen om in vredestijd prestaties te verrichten bij | 5° geen verlof krijgen om in vredestijd prestaties te verrichten bij |
het Korps Civiele Bescherming als vrijwilliger bij dit korps; | het Korps Civiele Bescherming als vrijwilliger bij dit korps; |
6° geen verlof krijgen om minder-validen en zieken te vergezellen en | 6° geen verlof krijgen om minder-validen en zieken te vergezellen en |
bij te staan; | bij te staan; |
7° geen verlof voor opdracht van algemeen belang krijgen; | 7° geen verlof voor opdracht van algemeen belang krijgen; |
8° geen toelating verkrijgen om zijn functies uit te oefenen met | 8° geen toelating verkrijgen om zijn functies uit te oefenen met |
verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid; | verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid; |
9° geen afwezigheid van lange duur voor persoonlijke aangelegenheden | 9° geen afwezigheid van lange duur voor persoonlijke aangelegenheden |
krijgen; | krijgen; |
10° geen verlof krijgen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 12 | 10° geen verlof krijgen zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 12 |
augustus 1993 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter | augustus 1993 betreffende het verlof toegekend aan bepaalde, ter |
beschikking van de Koning of de Prinsen of Prinsessen van België | beschikking van de Koning of de Prinsen of Prinsessen van België |
gestelde personeelsleden van de rijksdiensten en in het koninklijk | gestelde personeelsleden van de rijksdiensten en in het koninklijk |
besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige | besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige |
personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten | personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten |
van bepaalde prestaties ten behoeve van erkende politieke groepen, | van bepaalde prestaties ten behoeve van erkende politieke groepen, |
respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen in de | respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen in de |
wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de | wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de |
Gewesten. | Gewesten. |
Art. 16.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 |
Art. 16.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 |
betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties | betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties |
in de federale overheidsdiensten is van toepassing op de houders van | in de federale overheidsdiensten is van toepassing op de houders van |
managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, van onderhavig besluit. | managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, van onderhavig besluit. |
HOOFDSTUK V. - De evaluatie van de houder van een managementfunctie | HOOFDSTUK V. - De evaluatie van de houder van een managementfunctie |
Art. 17.§ 1. Elke houder van een managementfunctie wordt |
Art. 17.§ 1. Elke houder van een managementfunctie wordt |
tweejaarlijks geëvalueerd; de eerste evaluatie vindt echter plaats op | tweejaarlijks geëvalueerd; de eerste evaluatie vindt echter plaats op |
het einde van de eerste bestuursovereenkomst. Uiterlijk zes maanden | het einde van de eerste bestuursovereenkomst. Uiterlijk zes maanden |
vóór het einde van zijn mandaat krijgt hij een globale eindevaluatie. | vóór het einde van zijn mandaat krijgt hij een globale eindevaluatie. |
§ 2. De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal | § 2. De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal |
worden geëvalueerd op basis van verslagen voorzien in artikel 8, § 3, | worden geëvalueerd op basis van verslagen voorzien in artikel 8, § 3, |
derde lid van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende | derde lid van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende |
maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare | maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare |
instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van | instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van |
de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en | de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en |
tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, | tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, |
bekrachtigd door de programmawet van 12 december 1997, rekening | bekrachtigd door de programmawet van 12 december 1997, rekening |
houdend met de te evalueren jaren en de resultaatdomeinen die in het | houdend met de te evalueren jaren en de resultaatdomeinen die in het |
functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. | functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. |
De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van de | De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van de |
functie van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal | functie van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal |
krijgen de vermelding « onvoldoende » als de verslagen bedoeld in het | krijgen de vermelding « onvoldoende » als de verslagen bedoeld in het |
eerste lid aantonen dat de doelstellingen vervat in de | eerste lid aantonen dat de doelstellingen vervat in de |
bestuursovereenkomst duidelijk niet zijn verwezenlijkt tijdens de | bestuursovereenkomst duidelijk niet zijn verwezenlijkt tijdens de |
geëvalueerde periode, in het bijzonder in de resultaatdomeinen die in | geëvalueerde periode, in het bijzonder in de resultaatdomeinen die in |
het functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. | het functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. |
De eindevaluatie van de houder van de functie van | De eindevaluatie van de houder van de functie van |
administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal krijgt de | administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal krijgt de |
vermelding « goed » als de verslagen bedoeld in het eerste lid | vermelding « goed » als de verslagen bedoeld in het eerste lid |
aantonen dat de doelstellingen vervat in de bestuursovereenkomst zijn | aantonen dat de doelstellingen vervat in de bestuursovereenkomst zijn |
verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde jaren, in het | verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde jaren, in het |
bijzonder in de resultaatdomeinen die in het functeprofiel van de | bijzonder in de resultaatdomeinen die in het functeprofiel van de |
houder van de functie worden gepreciseerd. | houder van de functie worden gepreciseerd. |
§ 3. De houders van de managementfuncties anders dan die bedoeld in | § 3. De houders van de managementfuncties anders dan die bedoeld in |
paragraaf 2 worden geëvalueerd op basis van de wijze waarop de dienst | paragraaf 2 worden geëvalueerd op basis van de wijze waarop de dienst |
die zij beheren, heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de | die zij beheren, heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de |
doelstellingen vervat in de bestuursovereenkomst, zoals voorzien in | doelstellingen vervat in de bestuursovereenkomst, zoals voorzien in |
het bestuursplan voorzien in artikel 10, eerste lid van het koninklijk | het bestuursplan voorzien in artikel 10, eerste lid van het koninklijk |
besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de | besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de |
responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, | responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, |
met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot | met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot |
modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de | modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de |
leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de | leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de |
programmawet van 12 december 1997, rekening houdend met de te | programmawet van 12 december 1997, rekening houdend met de te |
evalueren jaren en de resultaatdomeinen die in het functieprofiel van | evalueren jaren en de resultaatdomeinen die in het functieprofiel van |
de houder van de functie worden gepreciseerd. | de houder van de functie worden gepreciseerd. |
De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houders van de | De tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houders van de |
managementfuncties anders dan die bedoeld in paragraaf 2 krijgen de | managementfuncties anders dan die bedoeld in paragraaf 2 krijgen de |
vermelding « onvoldoende » als de doelstellingen voorzien voor de | vermelding « onvoldoende » als de doelstellingen voorzien voor de |
dienst die zij beheren in het bestuursplan, klaarblijkelijk niet zijn | dienst die zij beheren in het bestuursplan, klaarblijkelijk niet zijn |
verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode, in het bijzonder in de | verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode, in het bijzonder in de |
resultaatdomeinen die in het functieprofiel van de houder van de | resultaatdomeinen die in het functieprofiel van de houder van de |
functie worden gepreciseerd. | functie worden gepreciseerd. |
De eindevaluatie van de houders van de managementfuncties anders dan | De eindevaluatie van de houders van de managementfuncties anders dan |
die bedoeld in paragraaf 2 krijgt de vermelding « goed » als de | die bedoeld in paragraaf 2 krijgt de vermelding « goed » als de |
doelstellingen voorzien voor de dienst die zij beheren in het | doelstellingen voorzien voor de dienst die zij beheren in het |
bestuursplan zijn verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde | bestuursplan zijn verwezenlijkt voor het merendeel van de geëvalueerde |
jaren, in het bijzonder in de resultaatdomeinen die in het | jaren, in het bijzonder in de resultaatdomeinen die in het |
functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. | functieprofiel van de houder van de functie worden gepreciseerd. |
§ 4. De evaluatie van de houders van een managementfunctie gebeurt : | § 4. De evaluatie van de houders van een managementfunctie gebeurt : |
1° voor de administrateur-generaal, door de toezichthoudende minister, | 1° voor de administrateur-generaal, door de toezichthoudende minister, |
op voorstel van het beheerscomité; | op voorstel van het beheerscomité; |
2° voor de adjunct-administrateur-generaal, door de toezichthoudende | 2° voor de adjunct-administrateur-generaal, door de toezichthoudende |
minister op voorstel van het beheerscomité en de | minister op voorstel van het beheerscomité en de |
administrateur-generaal; | administrateur-generaal; |
3° voor de houder van de managementfunctie -1, door de | 3° voor de houder van de managementfunctie -1, door de |
administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal; | administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal; |
4° voor de houder van de managementfunctie -2, door de houder van de | 4° voor de houder van de managementfunctie -2, door de houder van de |
managementfunctie -1 en de administrateur-generaal; | managementfunctie -1 en de administrateur-generaal; |
5° voor de houder van de managementfunctie -3, door de houder van de | 5° voor de houder van de managementfunctie -3, door de houder van de |
managementfunctie -2 en de administrateur-generaal. | managementfunctie -2 en de administrateur-generaal. |
Art. 18.In de evaluaties wordt rekening gehouden met de mate waarin |
Art. 18.In de evaluaties wordt rekening gehouden met de mate waarin |
de Belgische Staat zijn verplichtingen tegenover de betrokken openbare | de Belgische Staat zijn verplichtingen tegenover de betrokken openbare |
instelling van sociale zekerheid is nagekomen. | instelling van sociale zekerheid is nagekomen. |
Art. 19.In ieder geval heeft de evaluator met het oog op een |
Art. 19.In ieder geval heeft de evaluator met het oog op een |
evaluatie een functioneringsgesprek met de te evalueren persoon. Als | evaluatie een functioneringsgesprek met de te evalueren persoon. Als |
voorbereiding op dit gesprek maakt de te evalueren persoon een | voorbereiding op dit gesprek maakt de te evalueren persoon een |
zelfevaluatie op die hij vijf kalenderdagen vóór het gesprek | zelfevaluatie op die hij vijf kalenderdagen vóór het gesprek |
doorstuurt naar de evaluator. Die schriftelijke zelfevaluatie wordt | doorstuurt naar de evaluator. Die schriftelijke zelfevaluatie wordt |
bij het evaluatiedossier gevoegd. | bij het evaluatiedossier gevoegd. |
Na het evaluatiegesprek werkt de evaluator het evaluatieverslag uit | Na het evaluatiegesprek werkt de evaluator het evaluatieverslag uit |
dat binnen vijftien kalenderdagen na het evaluatiegesprek tegen | dat binnen vijftien kalenderdagen na het evaluatiegesprek tegen |
ontvangst aan de geëvalueerde wordt bezorgd. | ontvangst aan de geëvalueerde wordt bezorgd. |
Art. 20.Wanneer een evaluatie resulteert in een vermelding « |
Art. 20.Wanneer een evaluatie resulteert in een vermelding « |
onvoldoende », kan de geëvalueerde binnen de vijftien kalenderdagen na | onvoldoende », kan de geëvalueerde binnen de vijftien kalenderdagen na |
ontvangst van het evaluatieverslag beroep instellen bij de organen | ontvangst van het evaluatieverslag beroep instellen bij de organen |
bedoeld in artikel 17, § 4. Met het oog op de beroepszitting, wordt de | bedoeld in artikel 17, § 4. Met het oog op de beroepszitting, wordt de |
betrokkene : | betrokkene : |
1° opgeroepen ten laatste acht kalenderdagen voor de zitting; | 1° opgeroepen ten laatste acht kalenderdagen voor de zitting; |
2° indien hij dit wenst, bijgestaan door de verdediger van zijn keuze; | 2° indien hij dit wenst, bijgestaan door de verdediger van zijn keuze; |
3° de mogelijkheid geboden zijn evaluatiedossier te raadplegen. | 3° de mogelijkheid geboden zijn evaluatiedossier te raadplegen. |
HOOFDSTUK VI. - Einde van het mandaat | HOOFDSTUK VI. - Einde van het mandaat |
Afdeling I. - Het einde van rechtswege van het mandaat | Afdeling I. - Het einde van rechtswege van het mandaat |
Art. 21.Het mandaat eindigt van rechtswege op het einde van de |
Art. 21.Het mandaat eindigt van rechtswege op het einde van de |
periode bedoeld in artikel 11. | periode bedoeld in artikel 11. |
Het mandaat van de houder van de managementfunctie kan worden verlengd | Het mandaat van de houder van de managementfunctie kan worden verlengd |
met maximum zes maanden tot de aanvang van het mandaat van zijn | met maximum zes maanden tot de aanvang van het mandaat van zijn |
opvolger. | opvolger. |
Afdeling II. - De vroegtijdige beëindiging van het mandaat | Afdeling II. - De vroegtijdige beëindiging van het mandaat |
Art. 22.§ 1. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 17, § 1, leidt |
Art. 22.§ 1. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 17, § 1, leidt |
tot een vermelding « onvoldoende », wordt het mandaat van de houder | tot een vermelding « onvoldoende », wordt het mandaat van de houder |
van de managementfunctie beëindigd. | van de managementfunctie beëindigd. |
§ 2. De houder van een managementfunctie, met uitsluiting van deze | § 2. De houder van een managementfunctie, met uitsluiting van deze |
vermeld in artikel 14, van wie het mandaat vroegtijdig werd beëindigd | vermeld in artikel 14, van wie het mandaat vroegtijdig werd beëindigd |
omwille van een vermelding « onvoldoende », krijgt een | omwille van een vermelding « onvoldoende », krijgt een |
beëindigingsvergoeding volgens de door Ons vastgestelde nadere | beëindigingsvergoeding volgens de door Ons vastgestelde nadere |
regelen. | regelen. |
§ 3. De in artikel 14 vermelde houder van een managementfunctie van | § 3. De in artikel 14 vermelde houder van een managementfunctie van |
wie het mandaat vóór het verstrijken van de termijn werd beëindigd | wie het mandaat vóór het verstrijken van de termijn werd beëindigd |
omwille van een vermelding « onvoldoende », wordt aangesteld in een | omwille van een vermelding « onvoldoende », wordt aangesteld in een |
passende functie die hem wordt voorgesteld door het beheerscomité van | passende functie die hem wordt voorgesteld door het beheerscomité van |
zijn instelling. | zijn instelling. |
Als de houder van de managementfunctie niet akkoord gaat met de door | Als de houder van de managementfunctie niet akkoord gaat met de door |
het beheerscomité van zijn instelling aangeboden passende functie, kan | het beheerscomité van zijn instelling aangeboden passende functie, kan |
hij een beroep doen op de bemiddeling van de Federale Overheidsdienst | hij een beroep doen op de bemiddeling van de Federale Overheidsdienst |
Personeel en Organisatie. | Personeel en Organisatie. |
Art. 23.Indien de houder van een managementfunctie vraagt om zijn |
Art. 23.Indien de houder van een managementfunctie vraagt om zijn |
mandaat te beëindigen, is, als de organen bedoeld in artikel 9, § 1, | mandaat te beëindigen, is, als de organen bedoeld in artikel 9, § 1, |
tweede lid, 1° en 2° of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° | tweede lid, 1° en 2° of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° |
naargelang de managementfunctie, akkoord gaan, een opzegging van zes | naargelang de managementfunctie, akkoord gaan, een opzegging van zes |
maanden vereist. Die termijn kan in onderling akkoord worden verkort. | maanden vereist. Die termijn kan in onderling akkoord worden verkort. |
De bepalingen inzake een andere aanstelling bedoeld in artikel 22, § | De bepalingen inzake een andere aanstelling bedoeld in artikel 22, § |
3, zijn in dit geval eveneens van toepassing. | 3, zijn in dit geval eveneens van toepassing. |
HOOFDSTUK VII. - Hernieuwing van het mandaat | HOOFDSTUK VII. - Hernieuwing van het mandaat |
Art. 24.Indien de houder van een managementfunctie zich kandidaat |
Art. 24.Indien de houder van een managementfunctie zich kandidaat |
stelt voor dezelfde functie binnen zijn openbare instelling van | stelt voor dezelfde functie binnen zijn openbare instelling van |
sociale zekerheid en hij bij zijn eindevaluatie de vermelding « goed » | sociale zekerheid en hij bij zijn eindevaluatie de vermelding « goed » |
heeft gekregen, geven de organen, bedoeld in artikel 9, § 1, tweede | heeft gekregen, geven de organen, bedoeld in artikel 9, § 1, tweede |
lid, 1° en 2° of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° naargelang de | lid, 1° en 2° of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° naargelang de |
managementfunctie, hem een nieuw mandaat overeenkomstig artikel 11. | managementfunctie, hem een nieuw mandaat overeenkomstig artikel 11. |
In afwijking van de bepalingen van de afdelingen II en III van | In afwijking van de bepalingen van de afdelingen II en III van |
Hoofdstuk III, wordt hij in dit geval geacht te hebben voldaan aan de | Hoofdstuk III, wordt hij in dit geval geacht te hebben voldaan aan de |
in artikel 5 vermelde vergelijkende selectie, zonder dat er een nieuwe | in artikel 5 vermelde vergelijkende selectie, zonder dat er een nieuwe |
selectieprocedure moet worden georganiseerd. | selectieprocedure moet worden georganiseerd. |
HOOFDSTUK VIII. - De weging van de functies | HOOFDSTUK VIII. - De weging van de functies |
Art. 25.De weging van de managementfuncties, zoals bedoeld in artikel |
Art. 25.De weging van de managementfuncties, zoals bedoeld in artikel |
2, § 1, hun indeling in een klasse en de wedde die er uit voortvloeit, | 2, § 1, hun indeling in een klasse en de wedde die er uit voortvloeit, |
worden door Ons bepaald bij in Ministerraad overlegd besluit. | worden door Ons bepaald bij in Ministerraad overlegd besluit. |
De managementfunctie bedoeld in artikel 2, § 1, 2°, wordt ingedeeld in | De managementfunctie bedoeld in artikel 2, § 1, 2°, wordt ingedeeld in |
de klasse die lager is dan deze waarin de managementfunctie, bedoeld | de klasse die lager is dan deze waarin de managementfunctie, bedoeld |
in artikel 2, § 1, 1° van dezelfde instelling is ingedeeld. | in artikel 2, § 1, 1° van dezelfde instelling is ingedeeld. |
Art. 26.De betrokken Minister formuleert voor elke openbare |
Art. 26.De betrokken Minister formuleert voor elke openbare |
instelling van sociale zekerheid waarvoor hij bevoegd is, voorstellen | instelling van sociale zekerheid waarvoor hij bevoegd is, voorstellen |
voor de weging van de functies van administrateur-generaal en | voor de weging van de functies van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal. | adjunct-administrateur-generaal. |
Een erkend expert die door het College van openbare instellingen van | Een erkend expert die door het College van openbare instellingen van |
sociale zekerheid wordt aangesteld, formuleert voorstellen voor de | sociale zekerheid wordt aangesteld, formuleert voorstellen voor de |
weging van de andere managementfuncties van alle openbare instellingen | weging van de andere managementfuncties van alle openbare instellingen |
van sociale zekerheid. | van sociale zekerheid. |
Art. 27.§ 1. De Ministerraad legt de weging vast van de functie van |
Art. 27.§ 1. De Ministerraad legt de weging vast van de functie van |
administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal, op | administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal, op |
voorstel van de bevoegde minister, na overleg met de Ministers van | voorstel van de bevoegde minister, na overleg met de Ministers van |
Ambtenarenzaken en Begroting. | Ambtenarenzaken en Begroting. |
De Beheerscomités bepalen de weging van de andere managementfuncties | De Beheerscomités bepalen de weging van de andere managementfuncties |
op voorstel van de administrateur-generaal na akkoord van de Ministers | op voorstel van de administrateur-generaal na akkoord van de Ministers |
van Ambtenarenzaken en Begroting. | van Ambtenarenzaken en Begroting. |
§ 2. Het resultaat van die wegingen wordt in de betrokken besluiten of | § 2. Het resultaat van die wegingen wordt in de betrokken besluiten of |
aanstelling opgenomen. | aanstelling opgenomen. |
Art. 28.Alle functies vermeld in artikel 2 worden om de zes jaar |
Art. 28.Alle functies vermeld in artikel 2 worden om de zes jaar |
vanaf de inwerkingtreding van onderhavig besluit, herwogen. | vanaf de inwerkingtreding van onderhavig besluit, herwogen. |
De houders van een managementfunctie die in functie zijn op het | De houders van een managementfunctie die in functie zijn op het |
ogenblik van de herweging bedoeld in het eerste lid, behouden als | ogenblik van de herweging bedoeld in het eerste lid, behouden als |
wedde het resultaat van hun oorspronkelijke weging tot het einde van | wedde het resultaat van hun oorspronkelijke weging tot het einde van |
hun mandaat. | hun mandaat. |
HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en eindbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en eindbepalingen |
Art. 29.Bij de eerste aanstelling van de administrateuren-generaal, |
Art. 29.Bij de eerste aanstelling van de administrateuren-generaal, |
adjunct-administrateuren-generaal en de houders van een | adjunct-administrateuren-generaal en de houders van een |
managementfunctie -1 : | managementfunctie -1 : |
1° worden de jaren gepresteerd als titularis van een graad van rang 13 | 1° worden de jaren gepresteerd als titularis van een graad van rang 13 |
in aanmerking genomen voor de berekening van de zes jaar | in aanmerking genomen voor de berekening van de zes jaar |
managementervaring bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid; | managementervaring bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid; |
2° worden huidige houders van de functies respectievelijk van | 2° worden huidige houders van de functies respectievelijk van |
administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal en directeur | administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal en directeur |
generaal geacht die voorwaarde te vervullen. | generaal geacht die voorwaarde te vervullen. |
Art. 30.§ 1. In afwijking van de artikelen 5 tot 9 en 11, § 1, 1°, |
Art. 30.§ 1. In afwijking van de artikelen 5 tot 9 en 11, § 1, 1°, |
worden de houders van een managementfunctie van « | worden de houders van een managementfunctie van « |
administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal », | administrateur-generaal » en « adjunct-administrateur-generaal », |
toegekend in toepassing van het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 | toegekend in toepassing van het koninklijk besluit van 24 oktober 2003 |
betreffende het statuut van de managementfuncties van | betreffende het statuut van de managementfuncties van |
administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de | administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de |
openbare instellingen van sociale zekerheid, geacht aangesteld te zijn | openbare instellingen van sociale zekerheid, geacht aangesteld te zijn |
in een mandaat en een mandaat uit te oefenen zoals voorzien in | in een mandaat en een mandaat uit te oefenen zoals voorzien in |
onderhavig besluit respectievelijk voor de functie van | onderhavig besluit respectievelijk voor de functie van |
administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal. | administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal. |
Artikel 27, § 2, is niet van toepassing op de managementfuncties | Artikel 27, § 2, is niet van toepassing op de managementfuncties |
bedoeld in het eerste lid. | bedoeld in het eerste lid. |
§ 2. Na een nieuwe vacantverklaring van de betrekking door het | § 2. Na een nieuwe vacantverklaring van de betrekking door het |
beheerscomité conform artikel 9 van de wet van 25 april 1963 | beheerscomité conform artikel 9 van de wet van 25 april 1963 |
betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor | betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor |
sociale zekerheid en sociale voorzorg, gewijzigd bij de wet van 29 | sociale zekerheid en sociale voorzorg, gewijzigd bij de wet van 29 |
december 1990, wordt de selectieprocedure gestart overeenkomstig de | december 1990, wordt de selectieprocedure gestart overeenkomstig de |
bepalingen van hoofdstuk III voor de betrekkingen van de | bepalingen van hoofdstuk III voor de betrekkingen van de |
managementfunctie van « administrateur-generaal » en « | managementfunctie van « administrateur-generaal » en « |
adjunct-administrateur-generaal » daar waar de titularissen van de | adjunct-administrateur-generaal » daar waar de titularissen van de |
graad van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal | graad van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal |
in het kader van de proef georganiseerd in toepassing van voornoemd | in het kader van de proef georganiseerd in toepassing van voornoemd |
koninklijk besluit van 24 oktober 2003 beschouwd werden als « niet | koninklijk besluit van 24 oktober 2003 beschouwd werden als « niet |
geschikt ». | geschikt ». |
Art. 31.De graden van administrateur-generaal en |
Art. 31.De graden van administrateur-generaal en |
adjunct-administrateur-generaal worden in elke openbare instelling van | adjunct-administrateur-generaal worden in elke openbare instelling van |
sociale zekerheid afgeschaft vanaf het ogenblik waarop de | sociale zekerheid afgeschaft vanaf het ogenblik waarop de |
respectievelijke houders van een managementfunctie er worden | respectievelijke houders van een managementfunctie er worden |
aangesteld. | aangesteld. |
De titularissen van de graden van administrateur-generaal en adjunct | De titularissen van de graden van administrateur-generaal en adjunct |
-administrateur-generaal behouden hun graad ten persoonlijke titel. | -administrateur-generaal behouden hun graad ten persoonlijke titel. |
De houders van de afgeschafte graden van rang 16 die niet in een | De houders van de afgeschafte graden van rang 16 die niet in een |
managementfunctie worden aangesteld, worden niet meer geïntegreerd in | managementfunctie worden aangesteld, worden niet meer geïntegreerd in |
de hiërarchische structuur. Zij worden door de bevoegde minister | de hiërarchische structuur. Zij worden door de bevoegde minister |
aangesteld als opdrachthouder. | aangesteld als opdrachthouder. |
De opdracht wordt na overleg door de minister bepaald. | De opdracht wordt na overleg door de minister bepaald. |
Zij behouden het voordeel van hun weddenschaal die gekoppeld is aan | Zij behouden het voordeel van hun weddenschaal die gekoppeld is aan |
hun afgeschafte graad. | hun afgeschafte graad. |
Art. 32.Artikel 2bis van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 |
Art. 32.Artikel 2bis van het koninklijk besluit van 24 januari 2002 |
houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de | houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de |
openbare instellingen van sociale zekerheid, ingevoegd door het | openbare instellingen van sociale zekerheid, ingevoegd door het |
koninklijk besluit van 24 oktober 2003, wordt vervangen door de | koninklijk besluit van 24 oktober 2003, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
« Art. 2bis . Voor de houders van een managementfunctie wordt het | « Art. 2bis . Voor de houders van een managementfunctie wordt het |
statuut bepaald door het koninklijk besluit van 30 november 2003 | statuut bepaald door het koninklijk besluit van 30 november 2003 |
betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de | betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de |
managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid. | managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid. |
» | » |
Art. 33.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking |
Art. 33.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking |
in het Belgisch Staatsblad . | in het Belgisch Staatsblad . |
Art. 34.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse |
Art. 34.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse |
Zaken, Onze Minister van Werk en Pensioenen, Onze Minister van Sociale | Zaken, Onze Minister van Werk en Pensioenen, Onze Minister van Sociale |
Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van | Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van |
Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van | Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 30 november 2003. | Gegeven te Brussel, 30 november 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
Minister van Werk en Pensioenen, | Minister van Werk en Pensioenen, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
Mevr. M. ARENA | Mevr. M. ARENA |
De Minister van Middenstand, | De Minister van Middenstand, |
Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |