← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen belast zijn "
Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen belast zijn | Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen belast zijn |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
30 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren | 30 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren |
die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de | die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken op de |
kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de | kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de |
beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende | beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende |
intellectuele beroepen belast zijn | intellectuele beroepen belast zijn |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de | Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de |
bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de | bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de |
dienstverlenende intellectuele beroepen, inzonderheid op artikel 12; | dienstverlenende intellectuele beroepen, inzonderheid op artikel 12; |
Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en | Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en |
fiscale beroepen; | fiscale beroepen; |
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing | Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing |
van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de | van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de |
kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de | kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de |
beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende | beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende |
intellectuele beroepen; | intellectuele beroepen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en van Onze Minister | Op de voordracht van Onze Minister van Economie en van Onze Minister |
van Middenstand en Landbouw, | van Middenstand en Landbouw, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De ambtenaren van de Algemene Directie Controle en |
Artikel 1.De ambtenaren van de Algemene Directie Controle en |
Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., | Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., |
Middenstand en Energie zijn bevoegd tot het opsporen en het | Middenstand en Energie zijn bevoegd tot het opsporen en het |
vaststellen van de inbreuken bepaald in artikel 10 van de kaderwet van | vaststellen van de inbreuken bepaald in artikel 10 van de kaderwet van |
1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel | 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel |
en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen. | en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen. |
Art. 2.Het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing |
Art. 2.Het koninklijk besluit van 5 maart 1990 houdende aanwijzing |
van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de | van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de |
kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de | kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de |
beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende | beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende |
intellectuele beroepen, wordt opgeheven. | intellectuele beroepen, wordt opgeheven. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 4.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand en |
Art. 4.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand en |
Landbouw zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van | Landbouw zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 30 april 2004. | Gegeven te Brussel, 30 april 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Economie, | De Minister van Economie, |
F. MOERMAN | F. MOERMAN |
De Minister van Middenstand en Landbouw, | De Minister van Middenstand en Landbouw, |
Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |