Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 29/05/1997
← Terug naar "Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, § 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn "
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, § 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, § 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
29 MEI 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, § 1, 29 MEI 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, § 1,
vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn openbare centra voor maatschappelijk welzijn
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, wil Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, wil
uitvoering geven aan artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet uitvoering geven aan artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet
van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn, ingevoegd bij wet van 15 juli 1996 en in werking getreden op welzijn, ingevoegd bij wet van 15 juli 1996 en in werking getreden op
10 januari 1997. 10 januari 1997.
Dit artikel 60, 1, vierde lid, kadert in de spreiding van de Dit artikel 60, 1, vierde lid, kadert in de spreiding van de
asielzoekers over het grondgebied van het Rijk. De wet van 24 mei 1994 asielzoekers over het grondgebied van het Rijk. De wet van 24 mei 1994
tot oprichting van een wachtregister laat namelijk toe dat een tot oprichting van een wachtregister laat namelijk toe dat een
asielzoeker niet daadwerkelijk verblijft op het grondgebied van de asielzoeker niet daadwerkelijk verblijft op het grondgebied van de
gemeente, hem toegewezen in toepassing van artikel 54 van de wet van gemeente, hem toegewezen in toepassing van artikel 54 van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen, verblijf, de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen,
terwijl enkel het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de terwijl enkel het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de
hem toegewezen gemeente bevoegd is inzake de toekenning van sociale hem toegewezen gemeente bevoegd is inzake de toekenning van sociale
steun. steun.
Door deze situatie kunnen moeilijkheden ontstaan in hoofde van het Door deze situatie kunnen moeilijkheden ontstaan in hoofde van het
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bevoegd voor de openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, bevoegd voor de
steunverlening, in verband met het voeren van het sociaal onderzoek steunverlening, in verband met het voeren van het sociaal onderzoek
wanneer de betrokken asielzoeker niet daadwerkelijk verblijft in de wanneer de betrokken asielzoeker niet daadwerkelijk verblijft in de
hem toegewezen gemeente. De nieuwe wetsbepaling bepaalt dan ook dat hem toegewezen gemeente. De nieuwe wetsbepaling bepaalt dan ook dat
het OCMW van de administratieve verblijfplaats van de asielzoeker aan het OCMW van de administratieve verblijfplaats van de asielzoeker aan
het OCMW van de gemeente waar betrokkene werkelijk verblijft, kan het OCMW van de gemeente waar betrokkene werkelijk verblijft, kan
vragen het sociaal onderzoek uit te voeren. vragen het sociaal onderzoek uit te voeren.
Deze bepaling machtigt de Koning de minimale voorwaarden vast te Deze bepaling machtigt de Koning de minimale voorwaarden vast te
stellen waaraan het sociaal onderzoek en het desbetreffende verslag stellen waaraan het sociaal onderzoek en het desbetreffende verslag
moeten voldoen, de termijn van overzending van bovengenoemd verslag moeten voldoen, de termijn van overzending van bovengenoemd verslag
naar het verzoekend centrum, alsook het tarief waartegen de prestaties naar het verzoekend centrum, alsook het tarief waartegen de prestaties
uitgevoerd door het centrum belast met het sociaal onderzoek, kunnen uitgevoerd door het centrum belast met het sociaal onderzoek, kunnen
worden vergoed. worden vergoed.
Onderhavig besluit strekt ertoe alle bovenvermelde elementen vast te Onderhavig besluit strekt ertoe alle bovenvermelde elementen vast te
stellen. stellen.
Het nemen van deze uitvoeringsmaatregelen is noodzakelijk om Het nemen van deze uitvoeringsmaatregelen is noodzakelijk om
bovenvermeld artikel 60, 1, vierde lid, daadwerkelijk in de praktijk bovenvermeld artikel 60, 1, vierde lid, daadwerkelijk in de praktijk
om te zetten en toepasselijk te maken op alle OCMW's van het Rijk op om te zetten en toepasselijk te maken op alle OCMW's van het Rijk op
een eenvormige en onbetwistbare wijze. een eenvormige en onbetwistbare wijze.
Artikelsgewijze bespreking Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1.Dit artikel formuleert het principe volgens hetwelk het

Artikel 1.Dit artikel formuleert het principe volgens hetwelk het
OCMW van de administratieve verblijfplaats van een asielzoeker het OCMW van de administratieve verblijfplaats van een asielzoeker het
OCMW van de werkelijke verblijfplaats van de betrokken asielzoeker kan OCMW van de werkelijke verblijfplaats van de betrokken asielzoeker kan
verzoeken het sociaal onderzoek uit te voeren en stelt de modaliteiten verzoeken het sociaal onderzoek uit te voeren en stelt de modaliteiten
van de aanvraag tot het verrichten van een sociaal onderzoek vast. van de aanvraag tot het verrichten van een sociaal onderzoek vast.
Belangrijk hierbij is dat de datum van de eerste ontmoeting tussen de Belangrijk hierbij is dat de datum van de eerste ontmoeting tussen de
asielzoeker en het centrum belast met het onderzoek door het asielzoeker en het centrum belast met het onderzoek door het
verzoekend centrum wordt vastgelegd. verzoekend centrum wordt vastgelegd.

Art. 2.Dit artikel strekt ertoe alle minimale voorwaarden vast te

Art. 2.Dit artikel strekt ertoe alle minimale voorwaarden vast te
stellen waaraan het sociaal onderzoek moet voldoen. stellen waaraan het sociaal onderzoek moet voldoen.
Teneinde de toestand van betrokkene goed in te schatten, dient het Teneinde de toestand van betrokkene goed in te schatten, dient het
sociaal onderzoek te gebeuren aan de hand van een huisbezoek. sociaal onderzoek te gebeuren aan de hand van een huisbezoek.

Art. 3.Dit artikel bepaalt de termijn waarbinnen het verslag van het

Art. 3.Dit artikel bepaalt de termijn waarbinnen het verslag van het
sociaal onderzoek naar het bevoegd OCMW gezonden moet worden. Het sociaal onderzoek naar het bevoegd OCMW gezonden moet worden. Het
schrijft eveneens voor dat het verslag dient opgemaakt te worden aan schrijft eveneens voor dat het verslag dient opgemaakt te worden aan
de hand van een welbepaald formulier (waarvan een model in bijlage is de hand van een welbepaald formulier (waarvan een model in bijlage is
toegevoegd), dit met het oog op het bekomen van een eenvormige toegevoegd), dit met het oog op het bekomen van een eenvormige
werkwijze in de praktijk. Dit formulier dient hoe dan ook werkwijze in de praktijk. Dit formulier dient hoe dan ook
teruggezonden te worden binnen de vastgestelde termijn, ook indien de teruggezonden te worden binnen de vastgestelde termijn, ook indien de
asielzoeker zich niet op de vastgestelde datum heeft aangeboden. asielzoeker zich niet op de vastgestelde datum heeft aangeboden.

Art. 4.Dit artikel stelt de tarieven vast op basis waarvan het

Art. 4.Dit artikel stelt de tarieven vast op basis waarvan het
centrum dat het sociaal onderzoek heeft doorgevoerd, wordt vergoed. centrum dat het sociaal onderzoek heeft doorgevoerd, wordt vergoed.
Het tarief verandert naargelang de bezoeken aan huis al dan niet Het tarief verandert naargelang de bezoeken aan huis al dan niet
vruchteloos zijn geweest en volgens het aantal bezoeken die nodig zijn vruchteloos zijn geweest en volgens het aantal bezoeken die nodig zijn
geweest voor het opstellen van het verslag. geweest voor het opstellen van het verslag.
Indien de asielzoeker zich niet heeft aangeboden op de vastgestelde Indien de asielzoeker zich niet heeft aangeboden op de vastgestelde
datum, is er geen enkele vergoeding verschuldigd. datum, is er geen enkele vergoeding verschuldigd.

Art. 5.Dit artikel bepaalt de modaliteiten van de terugvordering van

Art. 5.Dit artikel bepaalt de modaliteiten van de terugvordering van
de prestatiekosten en voorziet in een rente ingeval van niet-betaling de prestatiekosten en voorziet in een rente ingeval van niet-betaling
binnen de drie maanden. binnen de drie maanden.

Art. 6.Dit artikel bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit

Art. 6.Dit artikel bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit
besluit. De overgangsbepaling in het tweede lid bepaalt de datum vanaf besluit. De overgangsbepaling in het tweede lid bepaalt de datum vanaf
wanneer de in artikel 4 vastgestelde vergoeding verschuldigd is. wanneer de in artikel 4 vastgestelde vergoeding verschuldigd is.
Wij hebben de eer te zijn, Wij hebben de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe Majesteit, van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaars, en zeer getrouwe dienaars,
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA M. COLLA
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
J. PEETERS J. PEETERS
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling wetgeving, achtste kamer, op 27 januari De Raad van State, afdeling wetgeving, achtste kamer, op 27 januari
1997 door de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie 1997 door de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie
verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van
advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot
uitvoering van artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 uitvoering van artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8
juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn", heeft op 30 januari 1997 het volgend advies gegeven : welzijn", heeft op 30 januari 1997 het volgend advies gegeven :
Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de
Raad van State, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de Raad van State, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de
adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het
spoedeisend karakter ervan. spoedeisend karakter ervan.
In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt :
« Dit verzoek om spoedbehandeling wordt gemotiveerd door het feit dat « Dit verzoek om spoedbehandeling wordt gemotiveerd door het feit dat
dringend uitvoering moet gegeven worden aan de bepaling van artikel dringend uitvoering moet gegeven worden aan de bepaling van artikel
60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd door artikel openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd door artikel
67 van de wet van 15 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 67 van de wet van 15 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn. Dit artikel 67 is in werking getreden de maatschappelijk welzijn. Dit artikel 67 is in werking getreden de
tiende dag na die van de bekendmaking van het koninklijk besluit van tiende dag na die van de bekendmaking van het koninklijk besluit van
12 september 1996 in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996 (Ed. 12 september 1996 in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996 (Ed.
3). » 3). »
Gelet op de korte termijn welke hem voor het geven van zijn advies Gelet op de korte termijn welke hem voor het geven van zijn advies
wordt toegemeten, heeft de Raad van State zich moeten bepalen tot het wordt toegemeten, heeft de Raad van State zich moeten bepalen tot het
maken van de hiernavolgende opmerkingen. maken van de hiernavolgende opmerkingen.
Ontvankelijkheid van de adviesaanvraag Ontvankelijkheid van de adviesaanvraag
Zoals vóór de vervanging van artikel 84 van de gecoördineerde wetten Zoals vóór de vervanging van artikel 84 van de gecoördineerde wetten
op de Raad van State bij de wet van 4 augustus 1996, kan de mededeling op de Raad van State bij de wet van 4 augustus 1996, kan de mededeling
van het advies van de afdeling wetgeving binnen een termijn van ten van het advies van de afdeling wetgeving binnen een termijn van ten
hoogste drie dagen slechts gevraagd worden "in spoedeisende gevallen hoogste drie dagen slechts gevraagd worden "in spoedeisende gevallen
die in de aanvraag met bijzondere redenen worden omkleed" (artikel 84, die in de aanvraag met bijzondere redenen worden omkleed" (artikel 84,
eerste lid, 2°). Thans voegt de wet hieraan toe dat, in een dergelijk eerste lid, 2°). Thans voegt de wet hieraan toe dat, in een dergelijk
geval, "de motivering die in de aanvraag wordt opgegeven, overgenomen( geval, "de motivering die in de aanvraag wordt opgegeven, overgenomen(
wordt) in de aanhef van de verordening" (zelfde bepaling). wordt) in de aanhef van de verordening" (zelfde bepaling).
Het laatstgenoemde vereiste is door de wetgever opgelegd om mogelijke Het laatstgenoemde vereiste is door de wetgever opgelegd om mogelijke
misbruiken te voorkomen. Een overheid die de hoogdringendheid ten misbruiken te voorkomen. Een overheid die de hoogdringendheid ten
onrechte inroept om binnen drie dagen een advies te verkrijgen, loopt onrechte inroept om binnen drie dagen een advies te verkrijgen, loopt
het risico haar besluit wegens een ontoereikende motivering vernietigd het risico haar besluit wegens een ontoereikende motivering vernietigd
te zien door de Raad van State, afdeling administratie (1). te zien door de Raad van State, afdeling administratie (1).
In de uitoefening van haar preventieve controle op de wettigheid van In de uitoefening van haar preventieve controle op de wettigheid van
de haar voorgelegde ontwerpen van verordening, dient ook de afdeling de haar voorgelegde ontwerpen van verordening, dient ook de afdeling
wetgeving de ingeroepen hoogdringendheid te beoordelen. Als die wetgeving de ingeroepen hoogdringendheid te beoordelen. Als die
afdeling van oordeel zou zijn dat het beroep op de spoedprocedure niet afdeling van oordeel zou zijn dat het beroep op de spoedprocedure niet
regelmatig gemotiveerd of niet wettelijk verantwoord is, zou zij een regelmatig gemotiveerd of niet wettelijk verantwoord is, zou zij een
gebrek vaststellen dat de adviesaanvragende overheid onmogelijk nog gebrek vaststellen dat de adviesaanvragende overheid onmogelijk nog
kan verhelpen, gelet op de verplichting om de opgegeven motivering kan verhelpen, gelet op de verplichting om de opgegeven motivering
zonder meer in de aanhef van de ontworpen verordening op te nemen. Een zonder meer in de aanhef van de ontworpen verordening op te nemen. Een
dergelijke vaststelling zou een verder onderzoek van het ontwerp dan dergelijke vaststelling zou een verder onderzoek van het ontwerp dan
ook volstrekt overbodig maken. ook volstrekt overbodig maken.
Hieruit volgt dat de behoorlijke motivering van de hoogdringendheid Hieruit volgt dat de behoorlijke motivering van de hoogdringendheid
een voorwaarde is voor de ontvankelijkheid van de adviesaanvraag. een voorwaarde is voor de ontvankelijkheid van de adviesaanvraag.
Te dezen wordt de dringende noodzakelijkheid verantwoord met een Te dezen wordt de dringende noodzakelijkheid verantwoord met een
verwijzing naar de inwerkingtreding op 10 januari 1997 van artikel 60, verwijzing naar de inwerkingtreding op 10 januari 1997 van artikel 60,
1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de wet van openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de wet van
15 juli 1996. Deze motivering wekt de indruk dat de hoogdringendheid 15 juli 1996. Deze motivering wekt de indruk dat de hoogdringendheid
voortvloeit uit het loutere feit dat de bepaling waarvan de uitvoering voortvloeit uit het loutere feit dat de bepaling waarvan de uitvoering
beoogd wordt, in werking getreden is. beoogd wordt, in werking getreden is.
Een nader onderzoek van artikel 60, 1, vierde lid, leidt evenwel tot Een nader onderzoek van artikel 60, 1, vierde lid, leidt evenwel tot
een beter inzicht in de bedoeling van de stellers van het ontwerp. een beter inzicht in de bedoeling van de stellers van het ontwerp.
Luidens deze bepaling kan het steunverlenende O.C.M.W. van de Luidens deze bepaling kan het steunverlenende O.C.M.W. van de
administratieve verblijfplaats van de asielzoeker het O.C.M.W. van de administratieve verblijfplaats van de asielzoeker het O.C.M.W. van de
gemeente waar de asielzoeker werkelijk verblijft, verzoeken een gemeente waar de asielzoeker werkelijk verblijft, verzoeken een
sociaal onderzoek uit te voeren, dat moet voldoen aan door de Koning sociaal onderzoek uit te voeren, dat moet voldoen aan door de Koning
te bepalen minimale voorwaarden en tegen een door de Koning te bepalen te bepalen minimale voorwaarden en tegen een door de Koning te bepalen
tarief. Het verslag over dit sociaal onderzoek, dat eveneens aan . tarief. Het verslag over dit sociaal onderzoek, dat eveneens aan .
door de Koning te bepalen minimale voorwaarden moet voldoen, dient door de Koning te bepalen minimale voorwaarden moet voldoen, dient
binnen een door de Koning vast te stellen termijn overgemaakt te binnen een door de Koning vast te stellen termijn overgemaakt te
worden aan het verzoekende steunverlenende O.C.M.W.. worden aan het verzoekende steunverlenende O.C.M.W..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Uit de voornoemde bepaling blijkt aldus dat, opdat zij in de praktijk Uit de voornoemde bepaling blijkt aldus dat, opdat zij in de praktijk
werkzaam zal zijn, eerst alle maatregelen die de uitvoering ervan werkzaam zal zijn, eerst alle maatregelen die de uitvoering ervan
mogelijk moeten maken door de Koning genomen moeten zijn. mogelijk moeten maken door de Koning genomen moeten zijn.
In dat licht bekeken, komt de aangevoerde hoogdringendheid, ondanks de In dat licht bekeken, komt de aangevoerde hoogdringendheid, ondanks de
gebrekkige formulering, als verantwoord voor, en is de adviesaanvraag gebrekkige formulering, als verantwoord voor, en is de adviesaanvraag
derhalve ontvankelijk. derhalve ontvankelijk.
Algemene opmerking Algemene opmerking
De bepalingen die voorkomen in de artikelen 1, 2 en 3 zouden op een De bepalingen die voorkomen in de artikelen 1, 2 en 3 zouden op een
meer logische manier gestructureerd kunnen worden. meer logische manier gestructureerd kunnen worden.
Zo zou artikel 1 beter de bepalingen bevatten in verband met het Zo zou artikel 1 beter de bepalingen bevatten in verband met het
verzoek tot het uitvoeren van een sociaal onderzoek, welke thans verzoek tot het uitvoeren van een sociaal onderzoek, welke thans
voorkomen in artikel 1, eerste volzin (1), en in artikel 2. voorkomen in artikel 1, eerste volzin (1), en in artikel 2.
Artikel 2 zou vervolgens de minimale vereisten moeten vaststellen Artikel 2 zou vervolgens de minimale vereisten moeten vaststellen
waaraan dat sociaal onderzoek dient te beantwoorden. Die bepalingen waaraan dat sociaal onderzoek dient te beantwoorden. Die bepalingen
komen thans voor in artikel 1, derde volzin. komen thans voor in artikel 1, derde volzin.
Ten slotte zouden dan in artikel 3 de minimale vereisten bepaald Ten slotte zouden dan in artikel 3 de minimale vereisten bepaald
kunnen worden in verband met het verslag dat volgt op het sociaal kunnen worden in verband met het verslag dat volgt op het sociaal
onderzoek (2), alsmede in verband met de modaliteiten en de termijn onderzoek (2), alsmede in verband met de modaliteiten en de termijn
van overzending van dat verslag aan het O.C.M.W. van de van overzending van dat verslag aan het O.C.M.W. van de
administratieve verblijfplaats van de asielzoeker. Een aantal van die administratieve verblijfplaats van de asielzoeker. Een aantal van die
bepalingen zijn thans reeds terug te vinden in artikel 3. bepalingen zijn thans reeds terug te vinden in artikel 3.
Gelet op de korte termijn welke haar voor het geven van haar advies Gelet op de korte termijn welke haar voor het geven van haar advies
wordt toegemeten, is het de afdeling wetgeving niet mogelijk om wordt toegemeten, is het de afdeling wetgeving niet mogelijk om
terzake zelf een tekstvoorstel te doen. terzake zelf een tekstvoorstel te doen.
Onderzoek van de tekst Onderzoek van de tekst
Aanhef Aanhef
1. In het eerste lid volstaat het te verwijzen naar de wet van 15 juli 1. In het eerste lid volstaat het te verwijzen naar de wet van 15 juli
1996 zonder de vermelding van het opschrift van deze wet. Men late 1996 zonder de vermelding van het opschrift van deze wet. Men late
bijgevolg het zinsdeel weg na de woorden "ingevoegd bij de wet van 15 bijgevolg het zinsdeel weg na de woorden "ingevoegd bij de wet van 15
juli 1996". juli 1996".
2. In de Franse tekst van het eerste lid schrijve men "... d'aide 2. In de Franse tekst van het eerste lid schrijve men "... d'aide
sociale, notamment l'article 60, 1er, alinéa 4, inséré... ». sociale, notamment l'article 60, 1er, alinéa 4, inséré... ».
Artikel 1 Artikel 1
Het is volgens de gemachtigde ambtenaar de bedoeling om het O.C.M.W. Het is volgens de gemachtigde ambtenaar de bedoeling om het O.C.M.W.
van de administratieve verblijfplaats van de asielzoeker op te dragen van de administratieve verblijfplaats van de asielzoeker op te dragen
de datum te bepalen waarop de asielzoeker zich voor het O.C.M.W. van de datum te bepalen waarop de asielzoeker zich voor het O.C.M.W. van
zijn werkelijke verblijfplaats moet aanbieden en de asielzoeker van zijn werkelijke verblijfplaats moet aanbieden en de asielzoeker van
die datum op de hoogte te brengen. Die bedoeling blijkt niet voldoende die datum op de hoogte te brengen. Die bedoeling blijkt niet voldoende
uit artikel 1 van het ontwerp. uit artikel 1 van het ontwerp.
Artikel 3 Artikel 3
1. Volgens dit artikel moet het verslag van het sociaal onderzoek 1. Volgens dit artikel moet het verslag van het sociaal onderzoek
worden gezonden naar het bevoegd O.C.M.W. "binnen de 10 werkdagen na worden gezonden naar het bevoegd O.C.M.W. "binnen de 10 werkdagen na
de datum waarop de asielzoeker zich heeft aangeboden bij het openbaar de datum waarop de asielzoeker zich heeft aangeboden bij het openbaar
centrum van de werkelijke verblijfplaats". centrum van de werkelijke verblijfplaats".
Zoals die bepaling geredigeerd is, begint de bedoelde termijn pas te Zoals die bepaling geredigeerd is, begint de bedoelde termijn pas te
lopen zodra de asielzoeker zich effectief aangeboden heeft. Aldus wekt lopen zodra de asielzoeker zich effectief aangeboden heeft. Aldus wekt
die bepaling de indruk dat het O.C.M.W. van de werkelijke die bepaling de indruk dat het O.C.M.W. van de werkelijke
verblijfplaats geen stappen hoeft te ondernemen, en met name geen verblijfplaats geen stappen hoeft te ondernemen, en met name geen
huisbezoek hoeft te verrichten en geen verslag hoeft op te stellen, huisbezoek hoeft te verrichten en geen verslag hoeft op te stellen,
als de betrokken asielzoeker zich niet is komen aanbieden op de dag als de betrokken asielzoeker zich niet is komen aanbieden op de dag
die door het O.C.M.W. van de administratieve verblijfplaats bepaald die door het O.C.M.W. van de administratieve verblijfplaats bepaald
is. is.
Andere bepalingen van het ontwerp en van de bijlage wekken echter de Andere bepalingen van het ontwerp en van de bijlage wekken echter de
indruk dat, als de asielzoeker zich niet is komen aanbieden, het indruk dat, als de asielzoeker zich niet is komen aanbieden, het
O.C.M.W. van de werkelijke verblijfplaats toch een huisbezoek moet O.C.M.W. van de werkelijke verblijfplaats toch een huisbezoek moet
verrichten en een verslag moet opstellen (zie artikel 4, eerste lid, verrichten en een verslag moet opstellen (zie artikel 4, eerste lid,
tweede en derde streepje, alsmede de bijlage, inzonderheid de tweede en derde streepje, alsmede de bijlage, inzonderheid de
vermelding "persoon daagde niet op" onder punt 1). vermelding "persoon daagde niet op" onder punt 1).
Het zou wenselijk zijn dat in het ontwerp uitdrukkelijk rekening wordt Het zou wenselijk zijn dat in het ontwerp uitdrukkelijk rekening wordt
gehouden met de hypothese dat de asielzoeker zich niet op de gehouden met de hypothese dat de asielzoeker zich niet op de
vastgestelde dag aanbiedt. Er zou bepaald moeten worden wat in zulk vastgestelde dag aanbiedt. Er zou bepaald moeten worden wat in zulk
geval van het O.C.M.W. van de werkelijke verblijfplaats verwacht wordt geval van het O.C.M.W. van de werkelijke verblijfplaats verwacht wordt
en, in voorkomend geval, binnen welke termijn dit O.C.M.W. zijn en, in voorkomend geval, binnen welke termijn dit O.C.M.W. zijn
verslag dan moet mededelen aan het O.C.M.W. van de administratieve verslag dan moet mededelen aan het O.C.M.W. van de administratieve
verblijfplaats.. verblijfplaats..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
2. Artikel 3 van het ontwerp bevestigt een principe van artikel 28, 2, 2. Artikel 3 van het ontwerp bevestigt een principe van artikel 28, 2,
eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976, met name dat de eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976, met name dat de
briefwisseling van het O.C.M.W. ondertekend wordt door de voorzitter briefwisseling van het O.C.M.W. ondertekend wordt door de voorzitter
(en door de secretaris). (en door de secretaris).
Die bepaling is aan te merken als een organieke regel waarvoor luidens Die bepaling is aan te merken als een organieke regel waarvoor luidens
artikel 5, 1, II, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot artikel 5, 1, II, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen, de gemeenschappen bevoegd zijn. Het komt hervorming der instellingen, de gemeenschappen bevoegd zijn. Het komt
de Koning niet toe een regel, waarvoor hij niet bevoegd is, te de Koning niet toe een regel, waarvoor hij niet bevoegd is, te
bevestigen op een wijze die de indruk wekt dat het een eigen regel bevestigen op een wijze die de indruk wekt dat het een eigen regel
betreft. Hoogstens zou de bevestiging kunnen worden aanvaard onder betreft. Hoogstens zou de bevestiging kunnen worden aanvaard onder
uitdrukkelijke verwijzing naar de betreffende organieke regel. uitdrukkelijke verwijzing naar de betreffende organieke regel.
Men late derhalve de woorden "toedoen van de voorzitter van" weg. Men late derhalve de woorden "toedoen van de voorzitter van" weg.
Artikel 4 Artikel 4
1. In de veronderstelling dat een verslag opgesteld moet worden, ook 1. In de veronderstelling dat een verslag opgesteld moet worden, ook
al heeft de asielzoeker zich niet aangemeld (zie opmerking 1 bij al heeft de asielzoeker zich niet aangemeld (zie opmerking 1 bij
artikel 3), zou in het eerste lid duidelijker gesteld moeten worden of artikel 3), zou in het eerste lid duidelijker gesteld moeten worden of
in zulk geval een vergoeding verschuldigd is, en zo ja, ten belope van in zulk geval een vergoeding verschuldigd is, en zo ja, ten belope van
welk bedrag. welk bedrag.
Voorts is het onderscheid tussen "per verslag" (eerste lid, eerste Voorts is het onderscheid tussen "per verslag" (eerste lid, eerste
streepje) en "per dossier" (eerste lid, tweede en derde streepje) niet streepje) en "per dossier" (eerste lid, tweede en derde streepje) niet
heel duidelijk. De Raad van State vraagt zich af of het niet beter zou heel duidelijk. De Raad van State vraagt zich af of het niet beter zou
zijn telkens de uitdrukking "per sociaal onderzoek" te gebruiken. zijn telkens de uitdrukking "per sociaal onderzoek" te gebruiken.
2. De overgangsbepaling van het tweede lid laat in het midden of het 2. De overgangsbepaling van het tweede lid laat in het midden of het
enkel gaat om onderzoeken die worden aangevraagd vanaf de datum van enkel gaat om onderzoeken die worden aangevraagd vanaf de datum van
inwerkingtreding van het besluit, dan wel ook om onderzoeken die reeds inwerkingtreding van het besluit, dan wel ook om onderzoeken die reeds
werden aangevraagd vóór de inwerkingtreding van het besluit maar die werden aangevraagd vóór de inwerkingtreding van het besluit maar die
pas erna worden uitgevoerd. Dit zou moeten verduidelijkt worden. pas erna worden uitgevoerd. Dit zou moeten verduidelijkt worden.
Om wetgevingstechnische redenen dient de bepaling van dit lid voorts Om wetgevingstechnische redenen dient de bepaling van dit lid voorts
omgevormd te worden tot een tweede lid van artikel 6. omgevormd te worden tot een tweede lid van artikel 6.
De kamer was samengesteld uit : De kamer was samengesteld uit :
De heren : De heren :
W. Deroover, kamervoorzitter; W. Deroover, kamervoorzitter;
P. Lemmens en L. Hellin, staatsraden; P. Lemmens en L. Hellin, staatsraden;
Mevr. F. Lievens; griffier. Mevr. F. Lievens; griffier.
De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd
nagezien onder toezicht van de heer L. Hellin. nagezien onder toezicht van de heer L. Hellin.
Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Van Vaerenbergh, Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Van Vaerenbergh,
auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en
toegelicht door de heer P. Sourbron, adjunct-referendaris. toegelicht door de heer P. Sourbron, adjunct-referendaris.
De griffier, De griffier,
De voorzitter, De voorzitter,
F. Lievens. F. Lievens.
De voorzitter, De voorzitter,
W. Deroover. W. Deroover.
29 MEI 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, 1, 29 MEI 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, 1,
vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn openbare centra voor maatschappelijk welzijn
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 60, 1, centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 60, 1,
vierde lid, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1996; vierde lid, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1996;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6
januari 1997; januari 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, ingevoegd bij de wet 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, ingevoegd bij de wet
van 4 augustus 1996; van 4 augustus 1996;
Gelet op de spoedeisendheid gemotiveerd door het feit dat onverwijld Gelet op de spoedeisendheid gemotiveerd door het feit dat onverwijld
uitvoering moet gegeven worden aan de bepaling van artikel 60, 1, uitvoering moet gegeven worden aan de bepaling van artikel 60, 1,
vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd door artikel openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd door artikel
67 van de wet van 15 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 67 van de wet van 15 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn. Dit artikel 67 is in werking getreden de maatschappelijk welzijn. Dit artikel 67 is in werking getreden de
tiende dag na die van de bekendmaking van het koninklijk besluit van tiende dag na die van de bekendmaking van het koninklijk besluit van
12 december 1996 in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996 12 december 1996 in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1996
(derde boekdeel); (derde boekdeel);
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 januari 1997; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 januari 1997;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze
Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de

Artikel 1.Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de
administratieve verblijfplaats van een asielzoeker kan overeenkomstig administratieve verblijfplaats van een asielzoeker kan overeenkomstig
artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn het betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn het
centrum van de werkelijke verblijfplaats van de betrokken asielzoeker centrum van de werkelijke verblijfplaats van de betrokken asielzoeker
verzoeken het sociaal onderzoek uit te voeren. verzoeken het sociaal onderzoek uit te voeren.
De aanvraag voor het sociaal onderzoek uitgaande van het bevoegd De aanvraag voor het sociaal onderzoek uitgaande van het bevoegd
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt gericht tot de openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt gericht tot de
voorzitter van het openbaar centrum van de werkelijke verblijfplaats voorzitter van het openbaar centrum van de werkelijke verblijfplaats
van betrokkene. De aanvraag vermeldt de datum waarop de asielzoeker van betrokkene. De aanvraag vermeldt de datum waarop de asielzoeker
zich moet aanbieden bij het centrum van de werkelijke verblijfplaats. zich moet aanbieden bij het centrum van de werkelijke verblijfplaats.
Van deze datum wordt de asielzoeker eveneens door het verzoekend Van deze datum wordt de asielzoeker eveneens door het verzoekend
centrum in kennis gesteld. centrum in kennis gesteld.

Art. 2.Het onderzoek dient, op basis van een huisbezoek, minimaal

Art. 2.Het onderzoek dient, op basis van een huisbezoek, minimaal
volgende gegevens te omvatten : de werkelijke verblijfs- en volgende gegevens te omvatten : de werkelijke verblijfs- en
woonsituatie, de feitelijke gezinssamenstelling, de bestaansmiddelen woonsituatie, de feitelijke gezinssamenstelling, de bestaansmiddelen
en alle andere elementen die nodig zijn om de aard en, zo nodig, het en alle andere elementen die nodig zijn om de aard en, zo nodig, het
bedrag van de steun te bepalen. bedrag van de steun te bepalen.

Art. 3.Het schriftelijk verslag van het sociaal onderzoek, bedoeld in

Art. 3.Het schriftelijk verslag van het sociaal onderzoek, bedoeld in
artikel 2, wordt opgemaakt aan de hand van het verplicht te gebruiken artikel 2, wordt opgemaakt aan de hand van het verplicht te gebruiken
formulier, gevoegd bij dit besluit. Het wordt door het openbaar formulier, gevoegd bij dit besluit. Het wordt door het openbaar
centrum voor maatschappelijk welzijn van de werkelijke verblijfplaats centrum voor maatschappelijk welzijn van de werkelijke verblijfplaats
overgezonden naar het bevoegd openbaar centrum binnen de 10 werkdagen overgezonden naar het bevoegd openbaar centrum binnen de 10 werkdagen
na de datum, bedoeld in artikel 1, lid 2. na de datum, bedoeld in artikel 1, lid 2.
Indien de asielzoeker zich niet op de gestelde datum bij het openbaar Indien de asielzoeker zich niet op de gestelde datum bij het openbaar
centrum voor maatschappelijk welzijn van de werkelijke verblijfplaats centrum voor maatschappelijk welzijn van de werkelijke verblijfplaats
heeft aangeboden, maakt dit centrum hiervan eveneens melding binnen heeft aangeboden, maakt dit centrum hiervan eveneens melding binnen
dezelfde termijn van 10 werkdagen door dit gegeven aan te duiden op dezelfde termijn van 10 werkdagen door dit gegeven aan te duiden op
het verplicht te gebruiken formulier. het verplicht te gebruiken formulier.

Art. 4.De prestaties van het openbaar centrum voor maatschappelijk

Art. 4.De prestaties van het openbaar centrum voor maatschappelijk
welzijn van de werkelijke verblijfplaats van de asielzoeker dat het welzijn van de werkelijke verblijfplaats van de asielzoeker dat het
gevraagde sociaal onderzoek heeft uitgevoerd, worden door het gevraagde sociaal onderzoek heeft uitgevoerd, worden door het
verzoekend centrum vergoed op grond van volgend forfaitair tarief : verzoekend centrum vergoed op grond van volgend forfaitair tarief :
1500 frank per sociaal onderzoek indien, nadat de asielzoeker zich op 1500 frank per sociaal onderzoek indien, nadat de asielzoeker zich op
de gestelde datum heeft aangemeld, twee vergeefse huisbezoeken werden de gestelde datum heeft aangemeld, twee vergeefse huisbezoeken werden
verricht; verricht;
2500 frank per sociaal onderzoek indien één huisbezoek resulteert in 2500 frank per sociaal onderzoek indien één huisbezoek resulteert in
een verslag; een verslag;
3000 frank per sociaal onderzoek indien twee huisbezoeken vereist zijn 3000 frank per sociaal onderzoek indien twee huisbezoeken vereist zijn
voor het opstellen van een verslag. voor het opstellen van een verslag.
Er is door het verzoekend centrum geen vergoeding verschuldigd wanneer Er is door het verzoekend centrum geen vergoeding verschuldigd wanneer
het centrum van de werkelijke verblijfplaats aan de hand van het het centrum van de werkelijke verblijfplaats aan de hand van het
formulier bericht dat de asielzoeker zich niet op de gestelde datum formulier bericht dat de asielzoeker zich niet op de gestelde datum
heeft aangeboden. heeft aangeboden.

Art. 5.De terugvorderbare prestatiekosten zijn betaalbaar tegen

Art. 5.De terugvorderbare prestatiekosten zijn betaalbaar tegen
overlegging van een kostenstaat. overlegging van een kostenstaat.
Bij gebreke van betaling binnen drie maanden na het overleggen van de Bij gebreke van betaling binnen drie maanden na het overleggen van de
kostenstaat, is de wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van kostenstaat, is de wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van
overlegging op het bedrag dat terugbetaald moet worden. overlegging op het bedrag dat terugbetaald moet worden.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het
Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Het in artikel 4, leden 1 en 2, vastgesteld tarief is van toepassing Het in artikel 4, leden 1 en 2, vastgesteld tarief is van toepassing
op de sociale onderzoeken die aangevraagd worden vanaf de datum waarop op de sociale onderzoeken die aangevraagd worden vanaf de datum waarop
dit besluit in werking treedt. dit besluit in werking treedt.

Art. 7.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris

Art. 7.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris
voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast
met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 mei 1997. Gegeven te Brussel, 29 mei 1997.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA M. COLLA
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
J. PEETERS J. PEETERS
Bijlage Bijlage
SOCIAAL ONDERZOEK OP VRAAG VAN EEN ANDER O.C.M.W. SOCIAAL ONDERZOEK OP VRAAG VAN EEN ANDER O.C.M.W.
(artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 (artikel 60, 1, vierde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976
betreffende de O.C.M.W.'s) betreffende de O.C.M.W.'s)
Het O.C.M.W. Het O.C.M.W.
van......................................................................, van......................................................................,
heeft als O.C.M.W. bevoegd voor de steunverlening, heeft als O.C.M.W. bevoegd voor de steunverlening,
op..........................................................., (datum op..........................................................., (datum
van aanvraag) ons O.C.M.W. gevraagd een sociaal onderzoek te van aanvraag) ons O.C.M.W. gevraagd een sociaal onderzoek te
verrichten verrichten
betreffende............................................................................ betreffende............................................................................
(identiteit en nationaliteit) die op ons grondgebied verblijft (of zou (identiteit en nationaliteit) die op ons grondgebied verblijft (of zou
verblijven). verblijven).
Het bevoegd steunverlenend centrum heeft de asielzoeker verzocht zich Het bevoegd steunverlenend centrum heeft de asielzoeker verzocht zich
bij ons centrum aan te bieden op datum bij ons centrum aan te bieden op datum
van...........................................;............................... van...........................................;...............................
We bevestigen dat onze sociale dienst voor het betreffend onderzoek We bevestigen dat onze sociale dienst voor het betreffend onderzoek
volgende stappen heeft ondernomen : volgende stappen heeft ondernomen :
1. Persoon heeft zich niet aangeboden op de gestelde datum. 1. Persoon heeft zich niet aangeboden op de gestelde datum.
2. Contacten op sociale dienst van ons O.C.M.W. : 2. Contacten op sociale dienst van ons O.C.M.W. :
0 gesprek(ken) op (datum) met 0 gesprek(ken) op (datum) met
(naam), maatschappelijk werker(s); (naam), maatschappelijk werker(s);
3. Contacten via huisbezoek(en) 3. Contacten via huisbezoek(en)
0 0
huisbezoek(en)............................................................................................(datum, huisbezoek(en)............................................................................................(datum,
data) uitgevoerd data) uitgevoerd
door....................................................................................................., door.....................................................................................................,
maatschappelijke werker(s) van de sociale dienst; maatschappelijke werker(s) van de sociale dienst;
0 huisbezoek leidde tot een concreet gesprek 0 huisbezoek leidde tot een concreet gesprek
0 huisbezoeken zonder resultaat omdat betrokkene er niet daadwerkelijk 0 huisbezoeken zonder resultaat omdat betrokkene er niet daadwerkelijk
woont of telkens afwezig was. woont of telkens afwezig was.
4 Vaststellingen en informatie : 4 Vaststellingen en informatie :
4.1. gegevens over de samenstelling van het gezin : 4.1. gegevens over de samenstelling van het gezin :
4.2. gegevens over de maandelijkse bestaansmiddelen van de gezinsleden 4.2. gegevens over de maandelijkse bestaansmiddelen van de gezinsleden
: :
(inkomen uit tewerkstelling, vervangingsinkomens, uitkeringen......) (inkomen uit tewerkstelling, vervangingsinkomens, uitkeringen......)
4.3. bedrag kinderbijslagen : 4.3. bedrag kinderbijslagen :
aantal kinderen : waarvan rechthebbend : aantal kinderen : waarvan rechthebbend :
bedrag : bedrag :
4.4. gegevens over de huisvestingssituatie : 4.4. gegevens over de huisvestingssituatie :
eigenaar ? huurder ? eigenaar ? huurder ?
te betalen huur per maand : te betalen huur per maand :
gegevens over de kwaliteit en staat van de woning : gegevens over de kwaliteit en staat van de woning :
woont betreffend persoon/gezin er alleen of is er samenwoonst met woont betreffend persoon/gezin er alleen of is er samenwoonst met
andere personen of families ? andere personen of families ?
is er collectief gebruik van infrastructuur zoals bv. keuken, is er collectief gebruik van infrastructuur zoals bv. keuken,
badkamer,.......? badkamer,.......?
4.5. gegevens over eventuele diverse andere lasten : 4.5. gegevens over eventuele diverse andere lasten :
4.6. andere objectieve elementen die nodig zijn voor het 4.6. andere objectieve elementen die nodig zijn voor het
steunverlenend centrum om de aard en, zo nodig, het bedrag van de steunverlenend centrum om de aard en, zo nodig, het bedrag van de
steun te bepalen : steun te bepalen :
Gedaan te Gedaan te
............................................................................. .............................................................................
op op
......................................................................................... .........................................................................................
Namens het O.C.M.W. van Namens het O.C.M.W. van
................................................................. .................................................................
De Secretaris, De Voorzitter, De Secretaris, De Voorzitter,
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 mei 1997. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 mei 1997.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA M. COLLA
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
J. PEETERS J. PEETERS
^