| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de wekelijkse arbeidsduur | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de wekelijkse arbeidsduur |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, | gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, |
| betreffende de wekelijkse arbeidsduur (1) | betreffende de wekelijkse arbeidsduur (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote |
| kleinhandelszaken; | kleinhandelszaken; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, | gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, |
| betreffende de wekelijkse arbeidsduur. | betreffende de wekelijkse arbeidsduur. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 29 april 1999. | Gegeven te Brussel, 29 april 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken | Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 |
| Wekelijkse arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 1998 | Wekelijkse arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 1998 |
| onder het nummer 46773/CO/311) | onder het nummer 46773/CO/311) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren |
| onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. | onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. |
| HOOFDSTUK II. - Wekelijkse arbeidsduur en modaliteiten | HOOFDSTUK II. - Wekelijkse arbeidsduur en modaliteiten |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op zesendertig |
Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op zesendertig |
| uur. | uur. |
| De wekelijkse arbeidsduur wordt gespreid over een maximum van vijf | De wekelijkse arbeidsduur wordt gespreid over een maximum van vijf |
| dagen per week. | dagen per week. |
| Behalve voor het schoonmaakpersoneel mogen de dagelijkse prestaties | Behalve voor het schoonmaakpersoneel mogen de dagelijkse prestaties |
| niet korter zijn dan drie uur. | niet korter zijn dan drie uur. |
| De uurroosters van de werknemers tewerkgesteld met een variabel | De uurroosters van de werknemers tewerkgesteld met een variabel |
| uurrooster moeten worden medegedeeld ten minste twee weken op voorhand | uurrooster moeten worden medegedeeld ten minste twee weken op voorhand |
| voor de derde week. | voor de derde week. |
Art. 3.De grenzen van de wekelijkse arbeidsduur kunnen vastgesteld |
Art. 3.De grenzen van de wekelijkse arbeidsduur kunnen vastgesteld |
| worden op basis van een gemiddelde, waarvan de periode en de | worden op basis van een gemiddelde, waarvan de periode en de |
| modaliteiten ondernemingswijze dienen bepaald te worden in overleg met | modaliteiten ondernemingswijze dienen bepaald te worden in overleg met |
| de ondernemingsraad, bij ontstentenis van deze instelling het Comité | de ondernemingsraad, bij ontstentenis van deze instelling het Comité |
| voor Preventie en Bescherming op het werk, bij ontstentenis van deze | voor Preventie en Bescherming op het werk, bij ontstentenis van deze |
| instelling de vakbondsafvaardiging. | instelling de vakbondsafvaardiging. |
Art. 4.De contractuele dagelijkse prestaties van deeltijdse |
Art. 4.De contractuele dagelijkse prestaties van deeltijdse |
| werknemers dienen in de loop van de dag op ononderbroken basis te | werknemers dienen in de loop van de dag op ononderbroken basis te |
| geschieden. | geschieden. |
Art. 5.In afwijking van de bepalingen van artikel 3 mag, gedurende |
Art. 5.In afwijking van de bepalingen van artikel 3 mag, gedurende |
| maximum drie maand per jaar, de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in | maximum drie maand per jaar, de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in |
| artikel 2, veertig uur per week bedragen ofwel voor het geheel, ofwel | artikel 2, veertig uur per week bedragen ofwel voor het geheel, ofwel |
| voor een gedeelte van de diensten van de onderneming. | voor een gedeelte van de diensten van de onderneming. |
| In dat geval, hebben de werknemers recht op een gegroepeerd | In dat geval, hebben de werknemers recht op een gegroepeerd |
| compensatieverlof gelijk aan het aantal uren dat wordt gepresteerd | compensatieverlof gelijk aan het aantal uren dat wordt gepresteerd |
| boven de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2 tot een | boven de wekelijkse arbeidsduur als bepaald in artikel 2 tot een |
| beloop van veertig uur. | beloop van veertig uur. |
| Die periode van drie maand is splitsbaar per volledige maand. De | Die periode van drie maand is splitsbaar per volledige maand. De |
| praktische modaliteiten, met name die betreffende de bepaling van de | praktische modaliteiten, met name die betreffende de bepaling van de |
| periode gedurende dewelke de wekelijkse arbeidsduur veertig uur zal | periode gedurende dewelke de wekelijkse arbeidsduur veertig uur zal |
| bedragen, de betrokken werknemers of diensten, de spreiding van de | bedragen, de betrokken werknemers of diensten, de spreiding van de |
| opgedeelde periode over het jaar, het stelsel van compensatieverlof, | opgedeelde periode over het jaar, het stelsel van compensatieverlof, |
| worden vastgelegd op het vlak van de onderneming in overleg met de | worden vastgelegd op het vlak van de onderneming in overleg met de |
| ondernemingsraad; of bij ontstentenis van deze instelling het Comité | ondernemingsraad; of bij ontstentenis van deze instelling het Comité |
| voor Preventie en Bescherming op het werk, bij ontstentenis van deze | voor Preventie en Bescherming op het werk, bij ontstentenis van deze |
| instelling de vakbondsafvaardiging; bij ontstentenis van deze | instelling de vakbondsafvaardiging; bij ontstentenis van deze |
| instelling de gewestelijke vakorganisaties. | instelling de gewestelijke vakorganisaties. |
| HOOFDSTUK III. - Beurtrolverlofdag of zaterdag | HOOFDSTUK III. - Beurtrolverlofdag of zaterdag |
Art. 6.De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor |
Art. 6.De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor |
| onbepaalde duur in de winkels van meer dan vijf personen hebben recht | onbepaalde duur in de winkels van meer dan vijf personen hebben recht |
| op zeven beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. | op zeven beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. |
| De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde | De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde |
| duur in de winkels met meer dan vijf personen hebben recht op vier | duur in de winkels met meer dan vijf personen hebben recht op vier |
| beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. | beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. |
| De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde | De voltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde |
| duur in de winkels met vijf personen of minder hebben recht op vijf | duur in de winkels met vijf personen of minder hebben recht op vijf |
| beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. | beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. |
| De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde | De deeltijdse werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde |
| duur in de winkels met vijf personen of minder hebben recht op drie | duur in de winkels met vijf personen of minder hebben recht op drie |
| beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. | beurtrolverlofdagen op zaterdag vanaf het jaar 1997. |
| HOOFDSTUK IV. - Annualisering van de arbeidsduur | HOOFDSTUK IV. - Annualisering van de arbeidsduur |
Art. 7.In de ondernemingen waarbinnen een syndicale delegatie werd |
Art. 7.In de ondernemingen waarbinnen een syndicale delegatie werd |
| samengesteld kan de annualisering van de wekelijkse arbeidsduur bij | samengesteld kan de annualisering van de wekelijkse arbeidsduur bij |
| toepassing van het artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 | toepassing van het artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 |
| slechts ingevoerd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten | slechts ingevoerd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten |
| op het niveau van deze onderneming. In de bedrijven waarbinnen geen | op het niveau van deze onderneming. In de bedrijven waarbinnen geen |
| syndicale afvaardiging werd samengesteld, moeten de voorstellen tot | syndicale afvaardiging werd samengesteld, moeten de voorstellen tot |
| wijziging van het arbeidsreglement die de annualisering van de | wijziging van het arbeidsreglement die de annualisering van de |
| arbeidsduur inhouden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het | arbeidsduur inhouden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het |
| paritair comité alvorens in werking te kunnen treden. | paritair comité alvorens in werking te kunnen treden. |
| HOOFDSTUK V. - Rustperiode | HOOFDSTUK V. - Rustperiode |
Art. 8.Tussen twee arbeidsprestaties wordt een minimale rustperiode |
Art. 8.Tussen twee arbeidsprestaties wordt een minimale rustperiode |
| per dag van twaalf uren voorzien (uitgezonderd bijzondere en | per dag van twaalf uren voorzien (uitgezonderd bijzondere en |
| occasionele situaties zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse | occasionele situaties zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse |
| inventariswerken), tenzij een andere regeling overeengekomen wordt bij | inventariswerken), tenzij een andere regeling overeengekomen wordt bij |
| ondernemingsovereenkomst. | ondernemingsovereenkomst. |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling | HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling |
Art. 9.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1986 in het |
Art. 9.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1986 in het |
| Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de | Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de |
| wekelijkse arbeidsduur wordt opgeheven. | wekelijkse arbeidsduur wordt opgeheven. |
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 1997 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. | ingang van 1 januari 1997 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. |
| Zij kan worden herzien of opgezegd op verzoek van de meest gerede | Zij kan worden herzien of opgezegd op verzoek van de meest gerede |
| partij, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een | partij, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een |
| ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité | ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor de grote kleinhandelszaken en aan de ondertekenende organisaties. | voor de grote kleinhandelszaken en aan de ondertekenende organisaties. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april |
| 1999. | 1999. |
| De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |