| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 28 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 28 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het |
| Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut | Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut |
| van de vakbondsafvaardiging (1) | van de vakbondsafvaardiging (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het |
| Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap; | Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het | huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het |
| Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut | Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut |
| van de vakbondsafvaardiging. | van de vakbondsafvaardiging. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Gegeven te Brussel, 28 september 2005. | Gegeven te Brussel, 28 september 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
| -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de | -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de |
| Duitstalige Gemeenschap | Duitstalige Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2004 |
| Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 5 | Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 5 |
| augustus 2004 onder het nummer 72147/CO/319.02) | augustus 2004 onder het nummer 72147/CO/319.02) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die | de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die |
| ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en | ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de | huisvestingsinrichtingen die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de |
| Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap | Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap |
| en/of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk | en/of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk |
| Gewest, alsook op de inrichtingen en diensten die dezelfde | Gewest, alsook op de inrichtingen en diensten die dezelfde |
| activiteiten uitoefenen en die niet erkend of gesubsidieerd worden en | activiteiten uitoefenen en die niet erkend of gesubsidieerd worden en |
| waarvan de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend in het Waalse Gewest. | waarvan de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend in het Waalse Gewest. |
| Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden | Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden |
| verstaan en de werklieden en werksters. | verstaan en de werklieden en werksters. |
| HOOFDSTUK II. - Algemene principes | HOOFDSTUK II. - Algemene principes |
Art. 2.De werknemers erkennen dat het wettig gezag van de werkgevers |
Art. 2.De werknemers erkennen dat het wettig gezag van de werkgevers |
| noodzakelijk is en maken er een punt van eer van om hun werk | noodzakelijk is en maken er een punt van eer van om hun werk |
| gewetensvol uit te voeren. | gewetensvol uit te voeren. |
| De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er | De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er |
| een punt van eer van om hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden | een punt van eer van om hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden |
| zich ertoe om noch hun vrijheid van vereniging, noch de vrije | zich ertoe om noch hun vrijheid van vereniging, noch de vrije |
| ontwikkeling van hun organisatie in de inrichtingen en diensten | ontwikkeling van hun organisatie in de inrichtingen en diensten |
| rechtstreeks of onrechtstreeks te belemmeren. | rechtstreeks of onrechtstreeks te belemmeren. |
Art. 3.De werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om aan hun |
Art. 3.De werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om aan hun |
| leden aan te bevelen om geen enkele druk uit te oefenen op het | leden aan te bevelen om geen enkele druk uit te oefenen op het |
| personeel om hen te verhinderen om lid te worden van een | personeel om hen te verhinderen om lid te worden van een |
| vakorganisatie. | vakorganisatie. |
| De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, met naleving van de | De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, met naleving van de |
| vrijheid van vereniging, om aan hun samenstellende organisaties aan te | vrijheid van vereniging, om aan hun samenstellende organisaties aan te |
| bevelen in de instellingen en diensten zich te houden aan de gebruiken | bevelen in de instellingen en diensten zich te houden aan de gebruiken |
| inzake paritaire verhoudingen, overeenkomstig de geest van deze | inzake paritaire verhoudingen, overeenkomstig de geest van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 4.De organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten |
Art. 4.De organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten |
| organisaties aan te bevelen om : | organisaties aan te bevelen om : |
| - respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te | - respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te |
| verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van rechtvaardigheid, | verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van rechtvaardigheid, |
| billijkheid en van een geest van verzoening die aan de basis ligt van | billijkheid en van een geest van verzoening die aan de basis ligt van |
| de goede sociale verhoudingen in de inrichting of de dienst; | de goede sociale verhoudingen in de inrichting of de dienst; |
| - erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving en de | - erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving en de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten naleven en samen inspanningen | collectieve arbeidsovereenkomsten naleven en samen inspanningen |
| leveren met het oog op de naleving ervan. | leveren met het oog op de naleving ervan. |
| HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de | HOOFDSTUK III. - Oprichting en samenstelling van de |
| vakbondsafvaardiging | vakbondsafvaardiging |
Art. 5.Enkel de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het |
Art. 5.Enkel de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het |
| Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
| -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de | -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de |
| Duitstalige Gemeenschap zijn gemachtigd om kandidaten voor te dragen | Duitstalige Gemeenschap zijn gemachtigd om kandidaten voor te dragen |
| voor de verkiezing of de aanstelling van de vakbondsafvaardiging. | voor de verkiezing of de aanstelling van de vakbondsafvaardiging. |
Art. 6.Een vakbondsafvaardiging moet worden opgericht in elke |
Art. 6.Een vakbondsafvaardiging moet worden opgericht in elke |
| inrichting of dienst wanneer ten minste 50 pct. van het tewerkgestelde | inrichting of dienst wanneer ten minste 50 pct. van het tewerkgestelde |
| personeel erom verzoekt. | personeel erom verzoekt. |
| Onder tewerkgesteld personeel worden alle personeelsleden verstaan die | Onder tewerkgesteld personeel worden alle personeelsleden verstaan die |
| vermeld zijn op de R.S.Z.-aangifte plus de personeelsleden die vallen | vermeld zijn op de R.S.Z.-aangifte plus de personeelsleden die vallen |
| onder een plan tot beperking van de werkloosheid en met uitsluiting | onder een plan tot beperking van de werkloosheid en met uitsluiting |
| van het personeel vermeld in artikel 10, punt 5, van deze collectieve | van het personeel vermeld in artikel 10, punt 5, van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| In een juridische entiteit met meerdere zetels is de aanvraag tot | In een juridische entiteit met meerdere zetels is de aanvraag tot |
| oprichting van een vakbondsafvaardiging ontvankelijk wanneer 50 pct. | oprichting van een vakbondsafvaardiging ontvankelijk wanneer 50 pct. |
| van al het personeel van de juridische entiteit erom verzoekt (met | van al het personeel van de juridische entiteit erom verzoekt (met |
| uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 10, punt 5 van deze | uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 10, punt 5 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst). | collectieve arbeidsovereenkomst). |
Art. 7.Wanneer één of meerdere vakorganisaties, vermeld in artikel 5, |
Art. 7.Wanneer één of meerdere vakorganisaties, vermeld in artikel 5, |
| de oprichting wensen van een vakbondsafvaardiging in een instelling of | de oprichting wensen van een vakbondsafvaardiging in een instelling of |
| dienst, richten zij een aanvraag via een ter post aangetekende brief | dienst, richten zij een aanvraag via een ter post aangetekende brief |
| aan de voorzitter van het paritair subcomité, bedoeld in artikel 1 van | aan de voorzitter van het paritair subcomité, bedoeld in artikel 1 van |
| deze collectieve arbeidsovereenkomst. | deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
| De volgende procedure wordt dan toegepast : | De volgende procedure wordt dan toegepast : |
| 1. Op vraag van de voorzitter van het paritair subcomité bezorgt de | 1. Op vraag van de voorzitter van het paritair subcomité bezorgt de |
| betrokken werkgever hem een lijst van de leden van het tewerkgestelde | betrokken werkgever hem een lijst van de leden van het tewerkgestelde |
| personeelsbestand, het adres en hun functie, evenals evenveel | personeelsbestand, het adres en hun functie, evenals evenveel |
| postzegels (tarief brief) als er personeelsleden zijn, en dit binnen | postzegels (tarief brief) als er personeelsleden zijn, en dit binnen |
| de tien dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van de | de tien dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van de |
| voorzitter. Binnen dezelfde termijn licht de werkgever de werknemers | voorzitter. Binnen dezelfde termijn licht de werkgever de werknemers |
| in over de start van de oprichtingsprocedure van de | in over de start van de oprichtingsprocedure van de |
| vakbondsafvaardiging via de aanplakking van de brief van de | vakbondsafvaardiging via de aanplakking van de brief van de |
| voorzitter. | voorzitter. |
| In geval de werkgever niet antwoordt binnen de tien dagen stuurt de | In geval de werkgever niet antwoordt binnen de tien dagen stuurt de |
| voorzitter hem een herinnering. De werkgever moet hier binnen de acht | voorzitter hem een herinnering. De werkgever moet hier binnen de acht |
| dagen op antwoorden. | dagen op antwoorden. |
| Na deze laatste termijn en indien er geen reactie komt vanwege de | Na deze laatste termijn en indien er geen reactie komt vanwege de |
| werkgever wordt er ambtshalve een vakbondsafvaardiging opgericht. | werkgever wordt er ambtshalve een vakbondsafvaardiging opgericht. |
| 2. Binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de | 2. Binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de |
| aanvraag van de vakorganisatie(s) stuurt de voorzitter naar het | aanvraag van de vakorganisatie(s) stuurt de voorzitter naar het |
| domicilieadres van elk personeelslid dat op de lijst staat, bedoeld in | domicilieadres van elk personeelslid dat op de lijst staat, bedoeld in |
| punt 1, een begeleidende brief, een stembiljet gedrukt op gekleurd | punt 1, een begeleidende brief, een stembiljet gedrukt op gekleurd |
| papier met een gekleurde stempel op de keerzijde en een gefrankeerde | papier met een gekleurde stempel op de keerzijde en een gefrankeerde |
| omslag, te zijner attentie. Het naar behoren ingevulde stembiljet moet | omslag, te zijner attentie. Het naar behoren ingevulde stembiljet moet |
| hem uitdrukkelijk bezorgd worden in de bijgeleverde omslag en | hem uitdrukkelijk bezorgd worden in de bijgeleverde omslag en |
| uiterlijk op het einde van de periode van elf kalenderdagen die volgt | uiterlijk op het einde van de periode van elf kalenderdagen die volgt |
| op de verzendingsdatum van voornoemde documenten. | op de verzendingsdatum van voornoemde documenten. |
| 3. Binnen de tien dagen die volgen op het einde van voornoemde periode | 3. Binnen de tien dagen die volgen op het einde van voornoemde periode |
| waarborgt het telbureau de telling van de stemmen. | waarborgt het telbureau de telling van de stemmen. |
| Het telbureau is samengesteld uit de voorzitter of de ondervoorzitter | Het telbureau is samengesteld uit de voorzitter of de ondervoorzitter |
| van het paritair subcomité, de secretaris van het paritair subcomité, | van het paritair subcomité, de secretaris van het paritair subcomité, |
| een lid van het paritair subcomité dat de werkgevers vertegenwoordigt | een lid van het paritair subcomité dat de werkgevers vertegenwoordigt |
| en een lid van het paritair subcomité dat de werknemers | en een lid van het paritair subcomité dat de werknemers |
| vertegenwoordigt. | vertegenwoordigt. |
Art. 8.Deze procedure mag niet meer dan een keer per jaar gebruikt |
Art. 8.Deze procedure mag niet meer dan een keer per jaar gebruikt |
| worden. | worden. |
Art. 9.Als het telbureau vaststelt dat minstens 50 pct. van het |
Art. 9.Als het telbureau vaststelt dat minstens 50 pct. van het |
| tewerkgestelde personeelsbestand zich uitgesproken heeft voor de | tewerkgestelde personeelsbestand zich uitgesproken heeft voor de |
| oprichting van een vakbondsafvaardiging, licht de voorzitter de | oprichting van een vakbondsafvaardiging, licht de voorzitter de |
| vragende vakorganisatie(s) en de betrokken werkgever hierover in. | vragende vakorganisatie(s) en de betrokken werkgever hierover in. |
Art. 10.§ 1. De vakbondsafvaardiging is samengesteld uit effectieve |
Art. 10.§ 1. De vakbondsafvaardiging is samengesteld uit effectieve |
| en plaatsvervangende afgevaardigden volgens de volgende verdeling : | en plaatsvervangende afgevaardigden volgens de volgende verdeling : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| § 2. Wanneer, in een inrichting of dienst van minder dan 5 werknemers, | § 2. Wanneer, in een inrichting of dienst van minder dan 5 werknemers, |
| een referendum leidt tot de oprichting van een vakbondsafvaardiging | een referendum leidt tot de oprichting van een vakbondsafvaardiging |
| wordt het geval ter beoordeling voorgelegd aan het verzoeningsbureau | wordt het geval ter beoordeling voorgelegd aan het verzoeningsbureau |
| van het paritair subcomité. Dit zal eveneens de aanvraag onderzoeken | van het paritair subcomité. Dit zal eveneens de aanvraag onderzoeken |
| van de werkgevers van inrichtingen of diensten van minder dan 5 | van de werkgevers van inrichtingen of diensten van minder dan 5 |
| werknemers die zich, na referendum, zouden willen verenigen om de | werknemers die zich, na referendum, zouden willen verenigen om de |
| oprichting van een vakbondsafvaardiging mogelijk te maken. | oprichting van een vakbondsafvaardiging mogelijk te maken. |
| Indien de plaats van een effectief lid vrijkomt, wordt het vervangen | Indien de plaats van een effectief lid vrijkomt, wordt het vervangen |
| volgens de procedure bepaald in artikel 10 van de collectieve | volgens de procedure bepaald in artikel 10 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, vermeld in artikel 2 van deze | arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, vermeld in artikel 2 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst, dat vermeldt dat als het mandaat van | collectieve arbeidsovereenkomst, dat vermeldt dat als het mandaat van |
| een vakbondsafgevaardigde een einde neemt tijdens de uitoefening | een vakbondsafgevaardigde een einde neemt tijdens de uitoefening |
| ervan, om welke reden dan ook, en bij gebreke van een plaatsvervangend | ervan, om welke reden dan ook, en bij gebreke van een plaatsvervangend |
| afgevaardigde, de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde | afgevaardigde, de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde |
| behoort, het recht heeft om de persoon aan te wijzen die het mandaat | behoort, het recht heeft om de persoon aan te wijzen die het mandaat |
| zal voltooien. | zal voltooien. |
Art. 11.Om de functies van afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten |
Art. 11.Om de functies van afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten |
| de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen op de datum | de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen op de datum |
| waarop een vakbondsafvaardiging wordt opgericht : | waarop een vakbondsafvaardiging wordt opgericht : |
| 1. ten minste zes maanden halftijdse anciënniteit hebben in de | 1. ten minste zes maanden halftijdse anciënniteit hebben in de |
| inrichting of dienst; | inrichting of dienst; |
| 2. zich niet in een opzeggingstermijn bevinden; | 2. zich niet in een opzeggingstermijn bevinden; |
| 3. de pensioenleeftijd niet hebben bereikt; | 3. de pensioenleeftijd niet hebben bereikt; |
| 4. ten minste halftijds zijn tewerkgesteld in de inrichting of de | 4. ten minste halftijds zijn tewerkgesteld in de inrichting of de |
| dienst; | dienst; |
| 5. geen deel uitmaken van de personen belast met het dagelijks bestuur | 5. geen deel uitmaken van de personen belast met het dagelijks bestuur |
| van de inrichting of de dienst, die een machtiging hebben om de | van de inrichting of de dienst, die een machtiging hebben om de |
| werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, evenals de | werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, evenals de |
| personeelsleden die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen | personeelsleden die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen |
| wanneer zij eveneens taken vervullen inzake dagelijks beheer | wanneer zij eveneens taken vervullen inzake dagelijks beheer |
| (koninklijk besluit van 12 augustus 1994 betreffende de | (koninklijk besluit van 12 augustus 1994 betreffende de |
| ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het | ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het |
| werk, artikel 1, punt 4). | werk, artikel 1, punt 4). |
| Elke moeilijkheid in verband met de toepassing van punt 5 kan ter | Elke moeilijkheid in verband met de toepassing van punt 5 kan ter |
| beoordeling worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het | beoordeling worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het |
| paritair subcomité. | paritair subcomité. |
Art. 12.Het plaatsvervangend lid wordt opgeroepen om te zetelen ter |
Art. 12.Het plaatsvervangend lid wordt opgeroepen om te zetelen ter |
| vervanging van een effectief lid : | vervanging van een effectief lid : |
| a) wanneer het effectief lid niet kan aanwezig zijn op de vergadering; | a) wanneer het effectief lid niet kan aanwezig zijn op de vergadering; |
| b) wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt, in | b) wanneer het mandaat van het effectief lid ten einde loopt, in |
| uitvoering van artikel 14 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. In | uitvoering van artikel 14 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. In |
| dat geval beëindigt de plaatsvervangende afgevaardigde het mandaat van | dat geval beëindigt de plaatsvervangende afgevaardigde het mandaat van |
| de effectieve afgevaardigde die hij vervangt. | de effectieve afgevaardigde die hij vervangt. |
Art. 13.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : |
Art. 13.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : |
| 1. bij het verstrijken ervan; | 1. bij het verstrijken ervan; |
| 2. bij ontslag dat schriftelijk wordt betekend aan de werkgever; | 2. bij ontslag dat schriftelijk wordt betekend aan de werkgever; |
| 3. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel; | 3. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel; |
| 4. wanneer hij een functie bekleedt zoals omschreven in artikel 11, | 4. wanneer hij een functie bekleedt zoals omschreven in artikel 11, |
| punt 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; | punt 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; |
| 5. wanneer hij niet meer behoort tot de categorie werknemers waarvan | 5. wanneer hij niet meer behoort tot de categorie werknemers waarvan |
| hij afgevaardigde of verkozene is. De werknemersorganisatie die de | hij afgevaardigde of verkozene is. De werknemersorganisatie die de |
| afgevaardigde heeft voorgedragen kan het behoud van het mandaat vragen | afgevaardigde heeft voorgedragen kan het behoud van het mandaat vragen |
| per aangetekende brief gericht aan de werkgever; | per aangetekende brief gericht aan de werkgever; |
| 6. in geval van overlijden; | 6. in geval van overlijden; |
| 7. in geval van herroeping van het mandaat door de | 7. in geval van herroeping van het mandaat door de |
| werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde deel uitmaakt. | werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde deel uitmaakt. |
Art. 14.Het mandaat van afgevaardigde duurt vier jaar en is |
Art. 14.Het mandaat van afgevaardigde duurt vier jaar en is |
| verlengbaar. Het aantal afgevaardigden mag niet worden gewijzigd | verlengbaar. Het aantal afgevaardigden mag niet worden gewijzigd |
| tijdens de duur van het mandaat. | tijdens de duur van het mandaat. |
Art. 15.§ 1. De vakorganisaties gaan onderling akkoord, eventueel |
Art. 15.§ 1. De vakorganisaties gaan onderling akkoord, eventueel |
| door een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter | door een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter |
| van het paritair subcomité, om de effectieve en/of plaatsvervangende | van het paritair subcomité, om de effectieve en/of plaatsvervangende |
| afgevaardigden van de vakbondsafvaardiging aan te stellen. | afgevaardigden van de vakbondsafvaardiging aan te stellen. |
| Indien er geen akkoord bereikt wordt tussen de werknemersorganisaties, | Indien er geen akkoord bereikt wordt tussen de werknemersorganisaties, |
| zal er binnen de twee maanden die volgen op het proces-verbaal van | zal er binnen de twee maanden die volgen op het proces-verbaal van |
| niet-verzoening van de voorzitter van het paritair subcomité | niet-verzoening van de voorzitter van het paritair subcomité |
| overgegaan worden tot de verkiezing van de effectieve en | overgegaan worden tot de verkiezing van de effectieve en |
| plaatsvervangende afgevaardigden, volgens de procedure bepaald voor de | plaatsvervangende afgevaardigden, volgens de procedure bepaald voor de |
| verkiezing van de comités voor preventie en bescherming op het werk. | verkiezing van de comités voor preventie en bescherming op het werk. |
| De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld op grond van de autoriteit | De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld op grond van de autoriteit |
| waarover zij moeten beschikken bij het uitoefenen van hun taak en van | waarover zij moeten beschikken bij het uitoefenen van hun taak en van |
| hun bekwaamheid die een goede kennis van de inrichting of van de | hun bekwaamheid die een goede kennis van de inrichting of van de |
| dienst en van de sector omvat. | dienst en van de sector omvat. |
| De werknemersorganisaties delen de lijst van de effectieve en | De werknemersorganisaties delen de lijst van de effectieve en |
| plaatsvervangende afgevaardigden mee aan de werkgever, uiterlijk | plaatsvervangende afgevaardigden mee aan de werkgever, uiterlijk |
| binnen zestig dagen na het stilzwijgend of uitdrukkelijk akkoord tot | binnen zestig dagen na het stilzwijgend of uitdrukkelijk akkoord tot |
| oprichting van een vakbondsafvaardiging. | oprichting van een vakbondsafvaardiging. |
| § 2. De vakbondsafvaardiging treedt in functie de eerste dag die volgt | § 2. De vakbondsafvaardiging treedt in functie de eerste dag die volgt |
| op hetzij de dag van de bekendmaking van de lijst van de | op hetzij de dag van de bekendmaking van de lijst van de |
| afgevaardigden vermeld in § 1, hetzij op de afkondiging van het | afgevaardigden vermeld in § 1, hetzij op de afkondiging van het |
| resultaat van de verkiezingen vermeld in § 2 van dit artikel. | resultaat van de verkiezingen vermeld in § 2 van dit artikel. |
| § 3. De vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen op het einde van de | § 3. De vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen op het einde van de |
| lopende mandaten gebeurt overeenkomstig de procedures die vastgelegd | lopende mandaten gebeurt overeenkomstig de procedures die vastgelegd |
| zijn in dit artikel. | zijn in dit artikel. |
| HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging | HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging |
Art. 16.De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging omvat : |
Art. 16.De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging omvat : |
| 1. de arbeidsverhoudingen; | 1. de arbeidsverhoudingen; |
| 2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve | 2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve |
| overeenkomsten of akkoorden in de inrichting of de dienst; | overeenkomsten of akkoorden in de inrichting of de dienst; |
| 3. de inachtneming van de toepassing van de sociale wetgeving, van de | 3. de inachtneming van de toepassing van de sociale wetgeving, van de |
| collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de | collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de |
| individuele arbeidsovereenkomsten; | individuele arbeidsovereenkomsten; |
| 4. de naleving van de algemene principes vermeld in de artikelen 2 tot | 4. de naleving van de algemene principes vermeld in de artikelen 2 tot |
| 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Art. 17.Teneinde de vakbondsafvaardiging te informeren over de |
Art. 17.Teneinde de vakbondsafvaardiging te informeren over de |
| financiële toestand van de inrichting of dienst, verbindt de werkgever | financiële toestand van de inrichting of dienst, verbindt de werkgever |
| zich ertoe de begroting en jaarrekeningen bekend te maken die | zich ertoe de begroting en jaarrekeningen bekend te maken die |
| opgemaakt zijn op basis van het boekhoudkundig plan waarin voorzien is | opgemaakt zijn op basis van het boekhoudkundig plan waarin voorzien is |
| door de subsidiërende overheden of, op zijn minst, het genormaliseerd | door de subsidiërende overheden of, op zijn minst, het genormaliseerd |
| minimaal boekhoudkundig plan. | minimaal boekhoudkundig plan. |
| In geval van moeilijkheden voor de toepassing van deze bepaling, | In geval van moeilijkheden voor de toepassing van deze bepaling, |
| verbinden de partijen zich ertoe een beroep te doen op het | verbinden de partijen zich ertoe een beroep te doen op het |
| verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK V. - Werking | HOOFDSTUK V. - Werking |
Art. 18.De vakbondsafvaardiging mag, zonder dat dit de |
Art. 18.De vakbondsafvaardiging mag, zonder dat dit de |
| arbeidsorganisatie mag belemmeren, mondeling of schriftelijk alle | arbeidsorganisatie mag belemmeren, mondeling of schriftelijk alle |
| nuttige mededelingen doen aan het personeel. Deze mededelingen moeten | nuttige mededelingen doen aan het personeel. Deze mededelingen moeten |
| een professioneel of vakbondskarakter hebben. | een professioneel of vakbondskarakter hebben. |
Art. 19.De vakbondsafvaardiging mag de personeelsleden informeren en |
Art. 19.De vakbondsafvaardiging mag de personeelsleden informeren en |
| raadplegen tijdens de werkuren in de loop van algemene | raadplegen tijdens de werkuren in de loop van algemene |
| personeelsvergaderingen, mits de werkgever hiermee akkoord gaat. Deze | personeelsvergaderingen, mits de werkgever hiermee akkoord gaat. Deze |
| laatste mag dit akkoord niet willekeurig weigeren. De plaats en het | laatste mag dit akkoord niet willekeurig weigeren. De plaats en het |
| tijdstip van dergelijke vergaderingen worden ten minste vierentwintig | tijdstip van dergelijke vergaderingen worden ten minste vierentwintig |
| uren tevoren overeengekomen tussen de directie en de | uren tevoren overeengekomen tussen de directie en de |
| vakbondsafvaardiging. Tijdens deze vergaderingen moet een | vakbondsafvaardiging. Tijdens deze vergaderingen moet een |
| minimumdienst worden gewaarborgd in alle afdelingen en leefeenheden | minimumdienst worden gewaarborgd in alle afdelingen en leefeenheden |
| van de inrichting of dienst. | van de inrichting of dienst. |
Art. 20.Teneinde de vergaderingen met de directie voor te bereiden, |
Art. 20.Teneinde de vergaderingen met de directie voor te bereiden, |
| mag de vakbondsafvaardiging vergaderen tijdens de diensturen volgens | mag de vakbondsafvaardiging vergaderen tijdens de diensturen volgens |
| de modaliteiten die in onderling overleg werden vastgelegd tussen de | de modaliteiten die in onderling overleg werden vastgelegd tussen de |
| directie en de vakbondsafvaardiging. | directie en de vakbondsafvaardiging. |
| De vakbondsafvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per | De vakbondsafvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per |
| maand voor deze voorbereidende vergaderingen. | maand voor deze voorbereidende vergaderingen. |
Art. 21.De directie van een inrichting raadpleegt de |
Art. 21.De directie van een inrichting raadpleegt de |
| vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen | vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen |
| die een rechtstreekse invloed hebben op het personeel. | die een rechtstreekse invloed hebben op het personeel. |
Art. 22.De directie en de vakbondsafvaardigingen verbinden zich ertoe |
Art. 22.De directie en de vakbondsafvaardigingen verbinden zich ertoe |
| overleg te plegen, telkens wanneer één van de partijen een onderhoud | overleg te plegen, telkens wanneer één van de partijen een onderhoud |
| vraagt. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen acht dagen na de | vraagt. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen acht dagen na de |
| aanvraag. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed worden | aanvraag. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed worden |
| beschouwd als normale werkuren. | beschouwd als normale werkuren. |
Art. 23.De vakbondsafgevaardigden mogen een beroep doen op de |
Art. 23.De vakbondsafgevaardigden mogen een beroep doen op de |
| vertegenwoordigers van hun werknemersorganisaties. De directie mag | vertegenwoordigers van hun werknemersorganisaties. De directie mag |
| zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar | zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van haar |
| werkgeversorganisatie. | werkgeversorganisatie. |
| Als geen enkele oplossing wordt gevonden, kunnen de directie of de | Als geen enkele oplossing wordt gevonden, kunnen de directie of de |
| vakbondsafvaardiging een beroep doen op de verzoeningsprocedure. | vakbondsafvaardiging een beroep doen op de verzoeningsprocedure. |
Art. 24.De schriftelijke akkoorden die worden gesloten tussen de |
Art. 24.De schriftelijke akkoorden die worden gesloten tussen de |
| vakbondsafvaardiging en de directie worden meegedeeld aan het | vakbondsafvaardiging en de directie worden meegedeeld aan het |
| personeel door de directie van de inrichting of de dienst, door | personeel door de directie van de inrichting of de dienst, door |
| aanplakking in de lokalen van de inrichting of de dienst, behalve | aanplakking in de lokalen van de inrichting of de dienst, behalve |
| wanneer het om individuele gevallen gaat. | wanneer het om individuele gevallen gaat. |
Art. 25.De mogelijkheid tot coördinatie tussen de |
Art. 25.De mogelijkheid tot coördinatie tussen de |
| vakbondsafvaardigingen van verschillende zetels die afhangen van | vakbondsafvaardigingen van verschillende zetels die afhangen van |
| eenzelfde inrichtende macht wordt gewaarborgd om specifieke vragen van | eenzelfde inrichtende macht wordt gewaarborgd om specifieke vragen van |
| algemeen belang te onderzoeken. | algemeen belang te onderzoeken. |
Art. 26.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen nadeel of |
Art. 26.Het mandaat van vakbondsafgevaardigde mag geen nadeel of |
| bijzondere voordelen teweegbrengen voor diegene die het uitoefent. Dit | bijzondere voordelen teweegbrengen voor diegene die het uitoefent. Dit |
| betekent dat de afgevaardigden de normale bevorderingen en verhogingen | betekent dat de afgevaardigden de normale bevorderingen en verhogingen |
| genieten van de werknemerscategorie waartoe zij behoren. | genieten van de werknemerscategorie waartoe zij behoren. |
Art. 27.De afgevaardigde is zich bewust van zijn deel van de |
Art. 27.De afgevaardigde is zich bewust van zijn deel van de |
| verantwoordelijkheden in de personeelsproblemen en hij bekijkt en | verantwoordelijkheden in de personeelsproblemen en hij bekijkt en |
| behandelt de problemen met de nodige objectiviteit. | behandelt de problemen met de nodige objectiviteit. |
Art. 28.Een afgevaardigde mag in alle gevallen spreken met de |
Art. 28.Een afgevaardigde mag in alle gevallen spreken met de |
| directie. | directie. |
Art. 29.§ 1. De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen |
Art. 29.§ 1. De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen |
| die inherent zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. | die inherent zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. |
| De werkgever die overweegt om een afgevaardigde te ontslaan om welke | De werkgever die overweegt om een afgevaardigde te ontslaan om welke |
| reden dan ook, behalve in geval van ernstige fout, brengt de | reden dan ook, behalve in geval van ernstige fout, brengt de |
| vakbondsafvaardiging hiervan vooraf op de hoogte, alsook de | vakbondsafvaardiging hiervan vooraf op de hoogte, alsook de |
| werknemersorganisatie die deze afgevaardigde als kandidaat heeft | werknemersorganisatie die deze afgevaardigde als kandidaat heeft |
| voorgedragen. | voorgedragen. |
| Dit gebeurt per aangetekende brief die van kracht wordt de derde dag | Dit gebeurt per aangetekende brief die van kracht wordt de derde dag |
| na de datum van verzending. | na de datum van verzending. |
| De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven | De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven |
| dagen om haar weigering om de geldigheid van het overwogen ontslag te | dagen om haar weigering om de geldigheid van het overwogen ontslag te |
| erkennen, te betekenen. | erkennen, te betekenen. |
| Deze betekening gebeurt per aangetekende brief. De periode van zeven | Deze betekening gebeurt per aangetekende brief. De periode van zeven |
| dagen vangt aan op de dag dat de brief die door de werkgever werd | dagen vangt aan op de dag dat de brief die door de werkgever werd |
| verzonden van kracht wordt. | verzonden van kracht wordt. |
| Als de werknemersorganisatie niet reageert, moet dit worden beschouwd | Als de werknemersorganisatie niet reageert, moet dit worden beschouwd |
| als een aanvaarding van de geldigheid van het overwogen ontslag. | als een aanvaarding van de geldigheid van het overwogen ontslag. |
Art. 30.Als de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het |
Art. 30.Als de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het |
| overwogen ontslag te erkennen, heeft de meest gerede partij het recht | overwogen ontslag te erkennen, heeft de meest gerede partij het recht |
| om het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau | om het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau |
| van het paritair subcomité. De uitvoering van de ontslagmaatregel mag | van het paritair subcomité. De uitvoering van de ontslagmaatregel mag |
| niet gebeuren tijdens de duur van deze procedure. | niet gebeuren tijdens de duur van deze procedure. |
| Als het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing is kunnen | Als het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing is kunnen |
| komen binnen dertig dagen na het verzoek om bemiddeling, wordt het | komen binnen dertig dagen na het verzoek om bemiddeling, wordt het |
| geschil betreffende de geldigheid van de redenen die werden ingeroepen | geschil betreffende de geldigheid van de redenen die werden ingeroepen |
| door de werkgever om het ontslag te rechtvaardigen voorgelegd aan de | door de werkgever om het ontslag te rechtvaardigen voorgelegd aan de |
| Arbeidsrechtbank. | Arbeidsrechtbank. |
Art. 31.In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde om |
Art. 31.In geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde om |
| dringende reden moet de vakbondsafvaardiging hiervan onmiddellijk op | dringende reden moet de vakbondsafvaardiging hiervan onmiddellijk op |
| de hoogte worden gebracht. | de hoogte worden gebracht. |
Art. 32.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de |
Art. 32.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de |
| volgende gevallen : | volgende gevallen : |
| 1. als hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure, | 1. als hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure, |
| bepaald in de artikelen 30 en 31 van deze collectieve | bepaald in de artikelen 30 en 31 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst na te leven; | arbeidsovereenkomst na te leven; |
| 2. als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen | 2. als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen |
| van het ontslag, ten aanzien van de bepaling van voornoemd artikel 29, | van het ontslag, ten aanzien van de bepaling van voornoemd artikel 29, |
| 1e lid, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of door de | 1e lid, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of door de |
| arbeidsrechtbank; | arbeidsrechtbank; |
| 3. als de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende | 3. als de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende |
| reden en de arbeidsrechtbank heeft verklaard dat het ontslag ongegrond | reden en de arbeidsrechtbank heeft verklaard dat het ontslag ongegrond |
| is; | is; |
| 4. als aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen wegens een | 4. als aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen wegens een |
| ernstige tekortkoming van de werkgever, die voor de afgevaardigde een | ernstige tekortkoming van de werkgever, die voor de afgevaardigde een |
| reden vormt voor onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. | reden vormt voor onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. |
| De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutojaarloon, ongeacht de | De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutojaarloon, ongeacht de |
| toepassing van artikels 39, § 1 en 40, § 1, van de wet van 3 juli 1978 | toepassing van artikels 39, § 1 en 40, § 1, van de wet van 3 juli 1978 |
| (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). | (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). |
| Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de afgevaardigde de | Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de afgevaardigde de |
| bijzondere vergoeding geniet, bepaald voor de leden van de | bijzondere vergoeding geniet, bepaald voor de leden van de |
| ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op | ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op |
| het werk. | het werk. |
| HOOFDSTUK VI | HOOFDSTUK VI |
| Regeling voor oplossing van sociale geschillen | Regeling voor oplossing van sociale geschillen |
| Verplichtingen van de partijen in geval van geschil | Verplichtingen van de partijen in geval van geschil |
Art. 33.De partijen erkennen dat de sociale geschillen een |
Art. 33.De partijen erkennen dat de sociale geschillen een |
| onmiddellijke weerslag kunnen hebben op de personen waarvoor de | onmiddellijke weerslag kunnen hebben op de personen waarvoor de |
| inrichtingen en diensten de zorg hebben. | inrichtingen en diensten de zorg hebben. |
| Bijgevolg erkennen de partijen dat zij alles in het werk moeten | Bijgevolg erkennen de partijen dat zij alles in het werk moeten |
| stellen om overhaaste stakings- of lock-out aanzeggingen te vermijden. | stellen om overhaaste stakings- of lock-out aanzeggingen te vermijden. |
Art. 34.In de veronderstelling dat een probleem zich zou voordoen in |
Art. 34.In de veronderstelling dat een probleem zich zou voordoen in |
| de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, moet binnen de | de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, moet binnen de |
| instelling of de dienst een oplossing gezocht worden tussen de | instelling of de dienst een oplossing gezocht worden tussen de |
| directie en de vakbondsafvaardiging. | directie en de vakbondsafvaardiging. |
Art. 35.Ingeval de onderhandelingen in de instelling of de dienst |
Art. 35.Ingeval de onderhandelingen in de instelling of de dienst |
| mislukken, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval voor | mislukken, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval voor |
| te leggen aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het | te leggen aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het |
| paritair subcomité. | paritair subcomité. |
Art. 36.Als de verschillende onderhandelingspogingen uitgeput zijn en |
Art. 36.Als de verschillende onderhandelingspogingen uitgeput zijn en |
| de vakorganisaties overwegen hun toevlucht te nemen tot staking, | de vakorganisaties overwegen hun toevlucht te nemen tot staking, |
| moeten deze laatste een aanzegging van veertien kalenderdagen | moeten deze laatste een aanzegging van veertien kalenderdagen |
| neerleggen bij de voorzitter van het paritair subcomité en bij de | neerleggen bij de voorzitter van het paritair subcomité en bij de |
| werkgever. | werkgever. |
Art. 37.In uitvoering van artikel 34 van deze collectieve |
Art. 37.In uitvoering van artikel 34 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst en in geval van behoorlijk neergelegde | arbeidsovereenkomst en in geval van behoorlijk neergelegde |
| stakingsaanzegging wordt de minimumdienst vastgesteld tussen de | stakingsaanzegging wordt de minimumdienst vastgesteld tussen de |
| partijen, om te beantwoorden aan de vitale noden van de personen | partijen, om te beantwoorden aan de vitale noden van de personen |
| waarvoor zij de zorg hebben, met gekwalificeerde handelingen die niet | waarvoor zij de zorg hebben, met gekwalificeerde handelingen die niet |
| mogen nagelaten worden. Het aantal personeelsleden dat nodig is mag | mogen nagelaten worden. Het aantal personeelsleden dat nodig is mag |
| niet meer zijn dan op het ogenblik waarop er het minste personen in | niet meer zijn dan op het ogenblik waarop er het minste personen in |
| normale werking aanwezig waren, per erkende dienst. | normale werking aanwezig waren, per erkende dienst. |
| Het aantal mag niet lager zijn dan : | Het aantal mag niet lager zijn dan : |
| a) residentieel opvoeder : één opvoeder voor tien personen ten laste; | a) residentieel opvoeder : één opvoeder voor tien personen ten laste; |
| b) niet-residentieel opvoeder : één opvoeder voor twintig personen ten | b) niet-residentieel opvoeder : één opvoeder voor twintig personen ten |
| laste; | laste; |
| c) één lid van het administratief personeel; | c) één lid van het administratief personeel; |
| d) één lid van het technisch personeel. | d) één lid van het technisch personeel. |
Art. 38.Indien de partijen er niet in slagen tot een akkoord te komen |
Art. 38.Indien de partijen er niet in slagen tot een akkoord te komen |
| hebben, zijn zij verplicht het geschil voor te leggen aan de | hebben, zijn zij verplicht het geschil voor te leggen aan de |
| beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor | beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor |
| het einde van de stakingsaanzegging. | het einde van de stakingsaanzegging. |
| HOOFDSTUK VII. - Toegekende kredieturen | HOOFDSTUK VII. - Toegekende kredieturen |
| A) Uitoefening van het mandaat binnen de instelling of de dienst | A) Uitoefening van het mandaat binnen de instelling of de dienst |
Art. 39.Om hun taak te vervullen binnen de instelling of de dienst |
Art. 39.Om hun taak te vervullen binnen de instelling of de dienst |
| beschikken de personeelsafgevaardigden over de nodige tijd en | beschikken de personeelsafgevaardigden over de nodige tijd en |
| middelen. Zij dienen echter rekening te houden met de noodzaak de | middelen. Zij dienen echter rekening te houden met de noodzaak de |
| normale continuïteit en werking van de diensten te verzekeren. | normale continuïteit en werking van de diensten te verzekeren. |
| In de instellingen en diensten die tot 19 werknemers tellen, zal over | In de instellingen en diensten die tot 19 werknemers tellen, zal over |
| het toe te kennen kredietuur onderhandeld worden bij de installatie | het toe te kennen kredietuur onderhandeld worden bij de installatie |
| van de vakbondsafvaardiging. | van de vakbondsafvaardiging. |
| B) Vakbondsvorming | B) Vakbondsvorming |
Art. 40.In uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
Art. 40.In uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
| van 15 juni 1971, en meer bepaald van punt nr. 7 ervan, zijn de | van 15 juni 1971, en meer bepaald van punt nr. 7 ervan, zijn de |
| ondertekenende partijen van mening dat het nodig is, binnen de hierna | ondertekenende partijen van mening dat het nodig is, binnen de hierna |
| vastgestelde perken, bepaalde faciliteiten toe te kennen aan de | vastgestelde perken, bepaalde faciliteiten toe te kennen aan de |
| vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan | vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan |
| vormingscursussen die hun moeten toelaten hun taak te vervullen. | vormingscursussen die hun moeten toelaten hun taak te vervullen. |
Art. 41.Daarom worden de nodige kredieturen ter beschikking gesteld |
Art. 41.Daarom worden de nodige kredieturen ter beschikking gesteld |
| van de ondertekenende werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de | van de ondertekenende werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de |
| comités voor preventie en bescherming op het werk, de | comités voor preventie en bescherming op het werk, de |
| ondernemingsraden en de vakbondsafvaardigingen in de instellingen en | ondernemingsraden en de vakbondsafvaardigingen in de instellingen en |
| diensten, zodat deze hun afgevaardigden zonder loonverlies cursussen | diensten, zodat deze hun afgevaardigden zonder loonverlies cursussen |
| kunnen laten volgen : | kunnen laten volgen : |
| a) georganiseerd door de ondertekenende representatieve | a) georganiseerd door de ondertekenende representatieve |
| werknemersorganisaties en | werknemersorganisaties en |
| b) die tot doel hebben hun economische, sociale en technische kennis, | b) die tot doel hebben hun economische, sociale en technische kennis, |
| nodig voor het vervullen van hun taken als personeelsafgevaardigden, | nodig voor het vervullen van hun taken als personeelsafgevaardigden, |
| te verbeteren. | te verbeteren. |
Art. 42.Het aantal toegelaten dagen afwezigheid, ter beschikking |
Art. 42.Het aantal toegelaten dagen afwezigheid, ter beschikking |
| gesteld van een bepaalde representatieve werknemersorganisatie, is, | gesteld van een bepaalde representatieve werknemersorganisatie, is, |
| voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan tien maal het totaal | voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan tien maal het totaal |
| aantal effectieve zetels toegewezen of ontvangen op de lijst | aantal effectieve zetels toegewezen of ontvangen op de lijst |
| voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie in het | voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie in het |
| comité voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad | comité voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad |
| of de vakbondsafvaardiging. | of de vakbondsafvaardiging. |
| Elke afwezigheid om cursussen te volgen mag niet minder bedragen dan | Elke afwezigheid om cursussen te volgen mag niet minder bedragen dan |
| een dag. | een dag. |
| De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid recuperatie te | De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid recuperatie te |
| vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag zoals hierboven | vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag zoals hierboven |
| beschreven in artikel 41; in dat geval wordt de cursusdag afgetrokken | beschreven in artikel 41; in dat geval wordt de cursusdag afgetrokken |
| van het globaal krediet, verleend overeenkomstig het eerste lid van | van het globaal krediet, verleend overeenkomstig het eerste lid van |
| dit artikel. | dit artikel. |
Art. 43.De representatieve werknemersorganisaties moeten, minstens |
Art. 43.De representatieve werknemersorganisaties moeten, minstens |
| een maand op voorhand een schriftelijke aanvraag richten tot de | een maand op voorhand een schriftelijke aanvraag richten tot de |
| betrokken werkgever, om het nodig verlof te verkrijgen, zodat de | betrokken werkgever, om het nodig verlof te verkrijgen, zodat de |
| betrokken leden aan de cursus kunnen deelnemen. | betrokken leden aan de cursus kunnen deelnemen. |
| Deze aanvraag dient het volgende te bevatten : | Deze aanvraag dient het volgende te bevatten : |
| - de namenlijst van de vakbondsmandatarissen die de verlofaanvraag | - de namenlijst van de vakbondsmandatarissen die de verlofaanvraag |
| genieten, alsook van de duur van hun afwezigheid; | genieten, alsook van de duur van hun afwezigheid; |
| - de datum en de duur van de georganiseerde cursus; | - de datum en de duur van de georganiseerde cursus; |
| - de agenda en het beknopt programma van de cursussen. | - de agenda en het beknopt programma van de cursussen. |
| De werkgever heeft gunstig gevolg aan deze aanvraag in de mate waarin | De werkgever heeft gunstig gevolg aan deze aanvraag in de mate waarin |
| de aanwezigheid van betrokken personen op de voor de cursussen | de aanwezigheid van betrokken personen op de voor de cursussen |
| voorziene data niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de | voorziene data niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de |
| normale werking van de dienst te verzekeren. | normale werking van de dienst te verzekeren. |
| In geval van overmacht, die om dringende dienstredenen een persoon | In geval van overmacht, die om dringende dienstredenen een persoon |
| belet de cursussen te volgen op de data waarvoor de werkgever zijn | belet de cursussen te volgen op de data waarvoor de werkgever zijn |
| akkoord heeft gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de representatieve | akkoord heeft gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de representatieve |
| werknemersorganisatie van de betrokken werknemers. | werknemersorganisatie van de betrokken werknemers. |
Art. 44.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 44 van deze |
Art. 44.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 44 van deze |
| collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht | collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven kunnen onderzocht |
| worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| C) Externe mandaten | C) Externe mandaten |
Art. 45.In geval van personeelsafgevaardigde mandaten bekleedt buiten |
Art. 45.In geval van personeelsafgevaardigde mandaten bekleedt buiten |
| de instelling (bijvoorbeeld diverse vakbondscomités, congressen, | de instelling (bijvoorbeeld diverse vakbondscomités, congressen, |
| adviesraad, paritair comité,...) wordt over de toe te kennen | adviesraad, paritair comité,...) wordt over de toe te kennen |
| kredieturen bijzonder onderhandeld tussen de werkgever en de betrokken | kredieturen bijzonder onderhandeld tussen de werkgever en de betrokken |
| representatieve werknemersorganisatie op het ogenblik van de | representatieve werknemersorganisatie op het ogenblik van de |
| toewijzing van zulke mandaten. | toewijzing van zulke mandaten. |
Art. 46.Alle geschillen waartoe de toepassing van bovenvermeld |
Art. 46.Alle geschillen waartoe de toepassing van bovenvermeld |
| artikel 45 aanleiding kan geven, kunnen onderzocht worden door het | artikel 45 aanleiding kan geven, kunnen onderzocht worden door het |
| verzoeningsbureau van het paritair subcomité. | verzoeningsbureau van het paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 47.De gunstigere bepalingen, van toepassing op het niveau van de |
Art. 47.De gunstigere bepalingen, van toepassing op het niveau van de |
| instellingen en diensten, blijven van toepassing. | instellingen en diensten, blijven van toepassing. |
Art. 48.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de |
Art. 48.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de |
| vorige van 15 januari 1999, betreffende het statuut van de | vorige van 15 januari 1999, betreffende het statuut van de |
| vakbondsafvaardiging geregistreerd onder het nr. 50417. | vakbondsafvaardiging geregistreerd onder het nr. 50417. |
Art. 49.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
Art. 49.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor |
| onbepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 4 februari 2003. | onbepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 4 februari 2003. |
| Elk van de partijen kan er een einde aan stellen, mits een | Elk van de partijen kan er een einde aan stellen, mits een |
| opzeggingstermijn wordt betekend van zes maanden, per aangetekende | opzeggingstermijn wordt betekend van zes maanden, per aangetekende |
| brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de | brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de |
| opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten. | opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 |
| september 2005. | september 2005. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |