Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/02/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen "
Koninklijk besluit betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen Koninklijk besluit betreffende de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende politiescholen
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN MINISTERIE VAN JUSTITIE MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN MINISTERIE VAN JUSTITIE
28 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de 28 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de
terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de terbeschikkingstelling van opleiders van de federale politie in de
erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de erkende politiescholen en betreffende de nadere regels voor de
toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van toekenning van een financiële tussenkomst voor de organisatie van
selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende selectieproeven en van beroepsopleidingen door de erkende
politiescholen politiescholen
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus,
inzonderheid op de artikelen 142bis tot 142sexies; inzonderheid op de artikelen 142bis tot 142sexies;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de
rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid
op de artikelen IV.I.28, IV.II.32, IV.II.34 en IV.II.49; op de artikelen IV.I.28, IV.II.32, IV.II.34 en IV.II.49;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven
op 24 augustus 2001; op 24 augustus 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8
november 2001; november 2001;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de noodzaak Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de noodzaak
tot het reglementair bevestigen van de financiële waarborgen met tot het reglementair bevestigen van de financiële waarborgen met
betrekking tot de opleidingscycli die sedert de inwerkingtreding van betrekking tot de opleidingscycli die sedert de inwerkingtreding van
het nieuwe politiestatuut in de politiescholen werden aangevat. Het is het nieuwe politiestatuut in de politiescholen werden aangevat. Het is
bovendien noodzakelijk om zo vlug mogelijk, door middel van het huidig bovendien noodzakelijk om zo vlug mogelijk, door middel van het huidig
ontwerp van koninklijk besluit, een juridische basis te creëren voor ontwerp van koninklijk besluit, een juridische basis te creëren voor
de uitbreiding van het voordeel van de subsidies bedoeld in het de uitbreiding van het voordeel van de subsidies bedoeld in het
koninklijk besluit van 19 augustus 1997, tot de leerlingen die geen koninklijk besluit van 19 augustus 1997, tot de leerlingen die geen
lid zijn van de gemeentepolitie en die in het jaar 2000-2001 door de lid zijn van de gemeentepolitie en die in het jaar 2000-2001 door de
politiescholen werden toegelaten. Zoniet zou de vereffening van de politiescholen werden toegelaten. Zoniet zou de vereffening van de
subsidies toe te kennen aan de politiescholen voor het toelaten van subsidies toe te kennen aan de politiescholen voor het toelaten van
federale politieambtenaren, op basis van de hier toepasselijke federale politieambtenaren, op basis van de hier toepasselijke
budgettaire regels, hen zeker nadeel berokkenen in strijd met de met budgettaire regels, hen zeker nadeel berokkenen in strijd met de met
hen gemaakte afspraken. hen gemaakte afspraken.
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 december Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 december
2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze
Minister van Justitie, Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Verdeling van de kandidaten HOOFDSTUK I. - Verdeling van de kandidaten

Artikel 1.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt, in functie van

Artikel 1.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt, in functie van

de beschikbare budgettaire middelen en op basis van de mogelijkheden de beschikbare budgettaire middelen en op basis van de mogelijkheden
van de politiescholen, de verdeling van de kandidaten : van de politiescholen, de verdeling van de kandidaten :
- voor de basisopleiding van het basiskader tussen de erkende scholen - voor de basisopleiding van het basiskader tussen de erkende scholen
en de scholen ingericht door de minister; en de scholen ingericht door de minister;
- voor de basisopleiding van het kader van hulpagenten van politie, - voor de basisopleiding van het kader van hulpagenten van politie,
van het basiskader, van het middenkader en voor de voorbereidende van het basiskader, van het middenkader en voor de voorbereidende
opleiding van het middenkader tussen de erkende politiescholen opleiding van het middenkader tussen de erkende politiescholen
onderling. onderling.
HOOFDSTUK II. - Voorwerp van de financiële tussenkomst HOOFDSTUK II. - Voorwerp van de financiële tussenkomst

Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare kredieten opgenomen in de

Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare kredieten opgenomen in de

begroting van de geïntegreerde politie, wordt een financiële begroting van de geïntegreerde politie, wordt een financiële
tussenkomst toegekend : tussenkomst toegekend :
1° aan de overeenkomstig de artikelen IV.II.14 en volgende RPPol 1° aan de overeenkomstig de artikelen IV.II.14 en volgende RPPol
erkende politiescholen voor : erkende politiescholen voor :
a) de organisatie van bepaalde selectieproeven van de kandidaten voor a) de organisatie van bepaalde selectieproeven van de kandidaten voor
het kader van hulpagenten van politie en het basiskader; het kader van hulpagenten van politie en het basiskader;
b) het verstrekken van de basisopleiding van het kader van hulpagenten b) het verstrekken van de basisopleiding van het kader van hulpagenten
van politie, het basiskader en het middenkader, overeenkomstig de door van politie, het basiskader en het middenkader, overeenkomstig de door
Ons vastgelegde bepalingen met betrekking tot die basisopleidingen; Ons vastgelegde bepalingen met betrekking tot die basisopleidingen;
c) het verstrekken van de door Ons bepaalde voortgezette opleiding; c) het verstrekken van de door Ons bepaalde voortgezette opleiding;
d) het verstrekken van de door Ons bepaalde functionele opleiding; d) het verstrekken van de door Ons bepaalde functionele opleiding;
2° aan elke andere instelling die voldoet aan de voorwaarden bedoeld 2° aan elke andere instelling die voldoet aan de voorwaarden bedoeld
in artikel IV.II.26 RPPol, voor het verstrekken van bepaalde in artikel IV.II.26 RPPol, voor het verstrekken van bepaalde
functionele opleidingen. functionele opleidingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken is gemachtigd om het in hoofdstuk De Minister van Binnenlandse Zaken is gemachtigd om het in hoofdstuk
IV bedoeld bedrag van de financiële tussenkomsten proportioneel te IV bedoeld bedrag van de financiële tussenkomsten proportioneel te
verminderen, in functie van de beschikbare kredieten. verminderen, in functie van de beschikbare kredieten.

Art. 3.De opleidingen goedgekeurd en gesubsidieerd in het raam van

Art. 3.De opleidingen goedgekeurd en gesubsidieerd in het raam van

dit besluit kunnen niet het voorwerp uitmaken van een bijkomende dit besluit kunnen niet het voorwerp uitmaken van een bijkomende
facturering aan de federale politie of aan het korps van de lokale facturering aan de federale politie of aan het korps van de lokale
politie waartoe de kandidaat tijdens zijn opleiding behoort. politie waartoe de kandidaat tijdens zijn opleiding behoort.
HOOFDSTUK III. - Voorwaarden tot toekenning van een financiële HOOFDSTUK III. - Voorwaarden tot toekenning van een financiële
tussenkomst tussenkomst
Afdeling 1. - Selectieproeven Afdeling 1. - Selectieproeven

Art. 4.Om de in artikel 2, 1°, a), bedoelde financiële tussenkomst te

Art. 4.Om de in artikel 2, 1°, a), bedoelde financiële tussenkomst te

kunnen genieten, moet de inrichtende macht van de erkende kunnen genieten, moet de inrichtende macht van de erkende
politieschool ten laatste op 31 januari van elk jaar aan de algemene politieschool ten laatste op 31 januari van elk jaar aan de algemene
directie personeel van de federale politie een verslag toezenden directie personeel van de federale politie een verslag toezenden
betreffende de rechtvaardiging van het aantal kandidaten die tussen 1 betreffende de rechtvaardiging van het aantal kandidaten die tussen 1
januari en 31 december van het vorige jaar hebben deelgenomen aan de januari en 31 december van het vorige jaar hebben deelgenomen aan de
door de betrokken politieschool georganiseerde selectieproeven voor door de betrokken politieschool georganiseerde selectieproeven voor
het kader van hulpagenten van politie en het basiskader. het kader van hulpagenten van politie en het basiskader.
Afdeling 2. - Beroepsopleidingen Afdeling 2. - Beroepsopleidingen

Art. 5.Om de in artikel 2, 1°, b), c), d), en 2°, bedoelde financiële

Art. 5.Om de in artikel 2, 1°, b), c), d), en 2°, bedoelde financiële

tussenkomst te kunnen genieten, moet de inrichtende macht van de tussenkomst te kunnen genieten, moet de inrichtende macht van de
erkende politieschool of de betrokken instelling : erkende politieschool of de betrokken instelling :
1° minimum één maand voorafgaand aan de organisatie van elke 1° minimum één maand voorafgaand aan de organisatie van elke
opleidingscyclus een erkenningsdossier, te bepalen door de directie opleidingscyclus een erkenningsdossier, te bepalen door de directie
van de opleiding binnen de algemene directie personeel van de federale van de opleiding binnen de algemene directie personeel van de federale
politie, dat onder andere de volgende stukken bevat, voor goedkeuring politie, dat onder andere de volgende stukken bevat, voor goedkeuring
bezorgen aan de Minister van Binnenlandse Zaken : bezorgen aan de Minister van Binnenlandse Zaken :
a) het profiel van de op het einde van de opleiding te bereiken a) het profiel van de op het einde van de opleiding te bereiken
bekwaamheden; bekwaamheden;
b) het gedetailleerd opleidingsprogramma; b) het gedetailleerd opleidingsprogramma;
c) de gebruikte opleidingsmethodes; c) de gebruikte opleidingsmethodes;
d) het doelpubliek; d) het doelpubliek;
e) de samenstelling van het lerarenkorps, met inbegrip van de leraars, e) de samenstelling van het lerarenkorps, met inbegrip van de leraars,
opleiders, praktijkmonitoren, evenals de identiteit van de opleiders, praktijkmonitoren, evenals de identiteit van de
stagecoördinatoren en van de mentoren, evenals de motivering van elke stagecoördinatoren en van de mentoren, evenals de motivering van elke
aanwijzing; aanwijzing;
f) het lessenrooster; f) het lessenrooster;
g) de regels inzake de evaluatie en de samenstelling van de g) de regels inzake de evaluatie en de samenstelling van de
examencommissie en van de jury; examencommissie en van de jury;
h) het intern schoolreglement; h) het intern schoolreglement;
2° op het einde van elke opleidingscyclus en ten laatste op 31 januari 2° op het einde van elke opleidingscyclus en ten laatste op 31 januari
van elk jaar, aan de algemene directie personeel van de federale van elk jaar, aan de algemene directie personeel van de federale
politie het aantal en de identiteit van de aspiranten of de cursisten politie het aantal en de identiteit van de aspiranten of de cursisten
toezenden die regelmatig waren ingeschreven voor een opleidingscyclus, toezenden die regelmatig waren ingeschreven voor een opleidingscyclus,
die regelmatig de lessen hebben bijgewoond en die aan de eindexamens die regelmatig de lessen hebben bijgewoond en die aan de eindexamens
hebben deelgenomen. hebben deelgenomen.
Bij gebrek aan antwoord vóór de aanvang van de opleidingscyclus Bij gebrek aan antwoord vóór de aanvang van de opleidingscyclus
vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen
dienst van de federale politie, wordt de in het eerste lid, 2°, dienst van de federale politie, wordt de in het eerste lid, 2°,
bedoelde goedkeuring geacht te zijn gegeven. bedoelde goedkeuring geacht te zijn gegeven.

Art. 6.Het niet naleven van de voorwaarden vermeld in artikel 5

Art. 6.Het niet naleven van de voorwaarden vermeld in artikel 5

brengt het verlies van het recht op de financiële tussenkomst met zich brengt het verlies van het recht op de financiële tussenkomst met zich
mee. mee.
HOOFDSTUK IV. - Berekening van de financiële tussenkomst HOOFDSTUK IV. - Berekening van de financiële tussenkomst
Afdeling 1. - Selectieproeven Afdeling 1. - Selectieproeven

Art. 7.Het bedrag van de financiële tussenkomst voor de organisatie

Art. 7.Het bedrag van de financiële tussenkomst voor de organisatie

van de selectieproeven voor het kader van hulpagenten van politie en van de selectieproeven voor het kader van hulpagenten van politie en
het basiskader, wordt berekend op basis van het aantal kandidaten die het basiskader, wordt berekend op basis van het aantal kandidaten die
aan de selectieproeven hebben deelgenomen. De tussenkomst per aan de selectieproeven hebben deelgenomen. De tussenkomst per
kandidaat wordt als volgt vastgesteld : kandidaat wordt als volgt vastgesteld :
1° 18,6 EUR voor de cognitieve geschiktheidsproef; 1° 18,6 EUR voor de cognitieve geschiktheidsproef;
2° 18,6 EUR voor de selectiecommissie. 2° 18,6 EUR voor de selectiecommissie.
Afdeling 2. - Beroepsopleidingen Afdeling 2. - Beroepsopleidingen

Art. 8.Het bedrag van de financiële tussenkomst voor de organisatie

Art. 8.Het bedrag van de financiële tussenkomst voor de organisatie

van de cycli van de beroepsopleiding wordt berekend op basis van het van de cycli van de beroepsopleiding wordt berekend op basis van het
aantal aspiranten of cursisten die werkelijk hebben deelgenomen aan de aantal aspiranten of cursisten die werkelijk hebben deelgenomen aan de
volledige opleidingscyclus overeenkomstig de bepalingen van het volledige opleidingscyclus overeenkomstig de bepalingen van het
algemeen studiereglement bedoeld in artikel IV.II.42 RPPol. algemeen studiereglement bedoeld in artikel IV.II.42 RPPol.

Art. 9.Per type opleiding, regelmatig georganiseerd en goedgekeurd

Art. 9.Per type opleiding, regelmatig georganiseerd en goedgekeurd

door de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen door de Minister van Binnenlandse Zaken of de door hem aangewezen
dienst van de federale politie, wordt per aspirant of cursist dienst van de federale politie, wordt per aspirant of cursist
eenzelfde forfaitair bedrag toegekend. eenzelfde forfaitair bedrag toegekend.

Art. 10.Een financiële tussenkomst wordt slechts verleend voor zover

Art. 10.Een financiële tussenkomst wordt slechts verleend voor zover

een minimum aantal aspiranten of cursisten werkelijk deelnemen aan de een minimum aantal aspiranten of cursisten werkelijk deelnemen aan de
opleidingscyclus. opleidingscyclus.
Het in het eerste lid bedoelde minimum bedraagt : Het in het eerste lid bedoelde minimum bedraagt :
1° 20 aspiranten voor een cyclus van basisopleiding; 1° 20 aspiranten voor een cyclus van basisopleiding;
2° 30 cursisten voor een cyclus van voortgezette opleiding; 2° 30 cursisten voor een cyclus van voortgezette opleiding;
3° 15 cursisten voor een cyclus van functionele opleiding. 3° 15 cursisten voor een cyclus van functionele opleiding.
De financiële tussenkomst bedraagt : De financiële tussenkomst bedraagt :
1° 1.487,4 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het kader van 1° 1.487,4 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het kader van
hulpagenten van politie; hulpagenten van politie;
2° 4.957,9 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het basiskader; 2° 4.957,9 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het basiskader;
3° 2.479 EUR per aspirant voor de voorbereidende opleiding van het 3° 2.479 EUR per aspirant voor de voorbereidende opleiding van het
middenkader; middenkader;
4° 3.098,7 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het 4° 3.098,7 EUR per aspirant voor de basisopleiding van het
middenkader; middenkader;
5° 5 EUR per uur per cursist met een maximum van tien uur per jaar per 5° 5 EUR per uur per cursist met een maximum van tien uur per jaar per
cursist voor de voortgezette opleiding; cursist voor de voortgezette opleiding;
6° voor de functionele opleidingen : 6° voor de functionele opleidingen :
a) 5 EUR per uur per cursist indien het aantal lesuren minder bedraagt a) 5 EUR per uur per cursist indien het aantal lesuren minder bedraagt
dan 40; dan 40;
b) 297,5 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen b) 297,5 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen
40 en 80; 40 en 80;
c) 495,8 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen c) 495,8 EUR per cursist indien het aantal lesuren gelegen is tussen
81 en 150; 81 en 150;
d) 619,8 EUR per cursist indien het aantal lesuren meer bedraagt dan d) 619,8 EUR per cursist indien het aantal lesuren meer bedraagt dan
150. 150.

Art. 11.De bedragen van de financiële tussenkomsten worden gekoppeld

Art. 11.De bedragen van de financiële tussenkomsten worden gekoppeld

aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bedoeld in artikel aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bedoeld in artikel
2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van
de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands
concurrentievermogen, van de maand waarop dit besluit in werking concurrentievermogen, van de maand waarop dit besluit in werking
treedt. treedt.
Deze bedragen worden jaarlijks aangepast door ze te koppelen aan een Deze bedragen worden jaarlijks aangepast door ze te koppelen aan een
coëfficiënt gelijk aan de verhouding tussen het indexcijfer van de coëfficiënt gelijk aan de verhouding tussen het indexcijfer van de
consumptieprijzen op iedere verjaardag van de datum van consumptieprijzen op iedere verjaardag van de datum van
inwerkingtreding van dit besluit en het cijfer bedoeld in het eerste inwerkingtreding van dit besluit en het cijfer bedoeld in het eerste
lid. lid.
Het resultaat van deze verhouding wordt, in voorkomend geval, tot op Het resultaat van deze verhouding wordt, in voorkomend geval, tot op
de tweede decimaal afgerond. de tweede decimaal afgerond.
HOOFDSTUK V. - Terbeschikkingstelling van opleiders van de federale HOOFDSTUK V. - Terbeschikkingstelling van opleiders van de federale
politie in de erkende politiescholen politie in de erkende politiescholen

Art. 12.Een opleider per klas, die lid is van de federale politie,

Art. 12.Een opleider per klas, die lid is van de federale politie,

wordt voor de basisopleidingen en de voorbereidende opleiding van het wordt voor de basisopleidingen en de voorbereidende opleiding van het
middenkader ter beschikking gesteld van de erkende politiescholen. middenkader ter beschikking gesteld van de erkende politiescholen.
In afwijking van het eerste lid wordt, voor de basisopleiding van het In afwijking van het eerste lid wordt, voor de basisopleiding van het
kader van hulpagenten van politie, per twee klassen een opleider ter kader van hulpagenten van politie, per twee klassen een opleider ter
beschikking gesteld. beschikking gesteld.
De terbeschikkingstelling vindt plaats vóór de aanvang van de De terbeschikkingstelling vindt plaats vóór de aanvang van de
opleidingscyclus. Zij wordt besloten in overleg tussen de opleidingscyclus. Zij wordt besloten in overleg tussen de
directeur-generaal personeel van de federale politie of zijn directeur-generaal personeel van de federale politie of zijn
vertegenwoordiger en de directeur van de betrokken school. vertegenwoordiger en de directeur van de betrokken school.

Art. 13.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de nadere

Art. 13.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de nadere

praktische regels van de terbeschikkingstelling. praktische regels van de terbeschikkingstelling.
HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 14.De directeur-generaal personeel van de federale politie legt,

Art. 14.De directeur-generaal personeel van de federale politie legt,

na advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, de nodige na advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, de nodige
kredieten vast om de in artikel 2 bedoelde financiële tussenkomsten kredieten vast om de in artikel 2 bedoelde financiële tussenkomsten
die kunnen worden toegekend aan de erkende politiescholen, te dekken. die kunnen worden toegekend aan de erkende politiescholen, te dekken.

Art. 15.De directeur-generaal personeel van de federale politie of

Art. 15.De directeur-generaal personeel van de federale politie of

zijn afgevaardigde kunnen, op eenvoudig verzoek, op ieder ogenblik ter zijn afgevaardigde kunnen, op eenvoudig verzoek, op ieder ogenblik ter
plaatse alle stukken raadplegen die het bewijs leveren dat de in plaatse alle stukken raadplegen die het bewijs leveren dat de in
artikel 5 bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de financiële artikel 5 bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de financiële
tussenkomst, vervuld werden. tussenkomst, vervuld werden.
HOOFDSTUK VII. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen HOOFDSTUK VII. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 16.Onverminderd het tweede lid, wordt het koninklijk besluit van

Art. 16.Onverminderd het tweede lid, wordt het koninklijk besluit van

19 augustus 1997 tot regeling van de subsidiëringsmodaliteiten van de 19 augustus 1997 tot regeling van de subsidiëringsmodaliteiten van de
selectieproeven en de beroepsopleidingen georganiseerd door de erkende selectieproeven en de beroepsopleidingen georganiseerd door de erkende
trainings- en opleidingscentra voor de gemeentepolitie opgeheven. trainings- en opleidingscentra voor de gemeentepolitie opgeheven.
Dit koninklijk besluit blijft evenwel van kracht voor de opleidingen Dit koninklijk besluit blijft evenwel van kracht voor de opleidingen
die ten laatste op 31 maart 2001 aanvatten. die ten laatste op 31 maart 2001 aanvatten.

Art. 17.Voor de toepassing van artikel 16, tweede lid, moet begrepen

Art. 17.Voor de toepassing van artikel 16, tweede lid, moet begrepen

worden onder : worden onder :
1° de woorden « wordt de subsidie enkel verleend voorzover ten minste 1° de woorden « wordt de subsidie enkel verleend voorzover ten minste
vijftien leerlingen regelmatig zijn ingeschreven en de lessen hebben vijftien leerlingen regelmatig zijn ingeschreven en de lessen hebben
bijgewoond » in artikel 8, d, van het in artikel 16 bedoelde bijgewoond » in artikel 8, d, van het in artikel 16 bedoelde
koninklijk besluit : de woorden « wordt de subsidie enkel verleend koninklijk besluit : de woorden « wordt de subsidie enkel verleend
voor zover ten minste vijftien leerlingen regelmatig zijn ingeschreven voor zover ten minste vijftien leerlingen regelmatig zijn ingeschreven
en de lessen hebben bijgewoond, ongeacht hun oorspronkelijk en de lessen hebben bijgewoond, ongeacht hun oorspronkelijk
politiekorps »; politiekorps »;
2° de woorden « van de leden van de gemeentepolitie » in artikel 8, f, 2° de woorden « van de leden van de gemeentepolitie » in artikel 8, f,
van het voornoemde koninklijk besluit : de woorden « van de leden van van het voornoemde koninklijk besluit : de woorden « van de leden van
het operationeel kader van de politiediensten ». het operationeel kader van de politiediensten ».

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Art. 19.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van

Art. 19.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van

Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 28 februari 2002. Gegeven te Brussel, 28 februari 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A DUQUESNE A DUQUESNE
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN M. VERWILGHEN
^