Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 28/04/2022
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk "
Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
28 APRIL 2022. - Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID 28 APRIL 2022. - Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID
geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Algemeen Algemeen
Het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de gespecialiseerde Het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de gespecialiseerde
mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door de N.V. mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door de N.V.
A.S.T.R.I.D. stelt de voorwaarden vast voor het verkrijgen en het A.S.T.R.I.D. stelt de voorwaarden vast voor het verkrijgen en het
uitoefenen van de vergunningen voor de stations van het uitoefenen van de vergunningen voor de stations van het
radiocommunicatienetwerk van de vennootschap N.V. A.S.T.R.I.D. (hierna radiocommunicatienetwerk van de vennootschap N.V. A.S.T.R.I.D. (hierna
"ASTRID"), opgericht bij de wet van 8 juni 1998 betreffende de "ASTRID"), opgericht bij de wet van 8 juni 1998 betreffende de
radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten. Meer bepaald radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten. Meer bepaald
preciseert het koninklijk besluit van 14 mei 2000 de voorwaarden preciseert het koninklijk besluit van 14 mei 2000 de voorwaarden
waaronder ASTRID zijn radiocommunicatienetwerk mag exploiteren waaronder ASTRID zijn radiocommunicatienetwerk mag exploiteren
overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 betreffende de overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 betreffende de
radioberichtgeving, met name via de toekenning van een ministeriële radioberichtgeving, met name via de toekenning van een ministeriële
vergunning en de betaling van een jaarlijks recht inzake controle en vergunning en de betaling van een jaarlijks recht inzake controle en
toezicht. toezicht.
De wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving is opgeheven De wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving is opgeheven
door de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie door de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie
(hierna "WEC"). De wettelijke grondslag van het koninklijk besluit van (hierna "WEC"). De wettelijke grondslag van het koninklijk besluit van
14 mei 2000 kan dus worden geactualiseerd en sommige bepalingen 14 mei 2000 kan dus worden geactualiseerd en sommige bepalingen
daarvan zijn niet meer conform het nieuwe wettelijke kader. Zo werd daarvan zijn niet meer conform het nieuwe wettelijke kader. Zo werd
het koninklijk besluit van 15 oktober 1979 betreffende de private het koninklijk besluit van 15 oktober 1979 betreffende de private
radioverbindingen opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 december radioverbindingen opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 december
2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten
voor vaste netten en netten met gedeelde middelen. De verwijzingen voor vaste netten en netten met gedeelde middelen. De verwijzingen
naar het KB van 15 oktober 1979 dienen dus te worden aangepast. naar het KB van 15 oktober 1979 dienen dus te worden aangepast.
Het onderhavige besluit, dat het koninklijk besluit van 14 mei 2000 Het onderhavige besluit, dat het koninklijk besluit van 14 mei 2000
vervangt, schept een geactualiseerd kader voor de voorwaarden voor de vervangt, schept een geactualiseerd kader voor de voorwaarden voor de
verkrijging en uitoefening van de vergunningen voor de stations van verkrijging en uitoefening van de vergunningen voor de stations van
het radiocommunicatienetwerk van ASTRID. Er is voor de leesbaarheid het radiocommunicatienetwerk van ASTRID. Er is voor de leesbaarheid
geopteerd om het KB van 14 mei 2000 in zijn geheel te vervangen in geopteerd om het KB van 14 mei 2000 in zijn geheel te vervangen in
plaats van het te wijzigen. Doorheen de hele tekst worden plaats van het te wijzigen. Doorheen de hele tekst worden
actualiseringen van de terminologie doorgevoerd en er worden een paar actualiseringen van de terminologie doorgevoerd en er worden een paar
artikelen toegevoegd zodat het wetstechnisch gezien een stuk artikelen toegevoegd zodat het wetstechnisch gezien een stuk
eenvoudiger is om de (korte) tekst in zijn geheel te vervangen. eenvoudiger is om de (korte) tekst in zijn geheel te vervangen.
Krachtens artikel 12, § 4, van de wet van 8 juni 1998 betreffende de Krachtens artikel 12, § 4, van de wet van 8 juni 1998 betreffende de
radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, zoals gewijzigd radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, zoals gewijzigd
door artikel 78 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse door artikel 78 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse
bepalingen, geeft het Belgisch Instituut voor postdiensten en bepalingen, geeft het Belgisch Instituut voor postdiensten en
telecommunicatie (hierna het "BIPT") de vergunningen af voor de telecommunicatie (hierna het "BIPT") de vergunningen af voor de
stations van het radiocommunicatienetwerk van ASTRID overeenkomstig stations van het radiocommunicatienetwerk van ASTRID overeenkomstig
artikel 39 van de WEC. Het koninklijk besluit van 18 december 2009 artikel 39 van de WEC. Het koninklijk besluit van 18 december 2009
betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor
vaste netten en netten met gedeelde middelen is dus, met uitzondering vaste netten en netten met gedeelde middelen is dus, met uitzondering
van hoofdstuk IV, van toepassing op het radiocommunicatienetwerk van van hoofdstuk IV, van toepassing op het radiocommunicatienetwerk van
ASTRID, aangezien het een uitvoeringsbesluit is van voornoemd artikel ASTRID, aangezien het een uitvoeringsbesluit is van voornoemd artikel
39 (nu artikel 13/1). Hoofdstuk IV is inderdaad niet van toepassing op 39 (nu artikel 13/1). Hoofdstuk IV is inderdaad niet van toepassing op
het radiocommunicatienetwerk van ASTRID, aangezien het van toepassing het radiocommunicatienetwerk van ASTRID, aangezien het van toepassing
is op de gebruiksrechten toegekend krachtens artikel 18 van de WEC. is op de gebruiksrechten toegekend krachtens artikel 18 van de WEC.
Dit artikel zoals gewijzigd door de wet van 21 december 2021 is van Dit artikel zoals gewijzigd door de wet van 21 december 2021 is van
toepassing op "gebruiksrechten voor radiospectrum". Volgens de toepassing op "gebruiksrechten voor radiospectrum". Volgens de
definitie in artikel 2, 33/5° van de WEC zijn dit individuele definitie in artikel 2, 33/5° van de WEC zijn dit individuele
gebruiksrechten voor radiospectrum die geheel of gedeeltelijk gebruikt gebruiksrechten voor radiospectrum die geheel of gedeeltelijk gebruikt
worden voor het aanbieden van openbare worden voor het aanbieden van openbare
elektronische-communicatienetwerken of voor het publiek beschikbare elektronische-communicatienetwerken of voor het publiek beschikbare
elektronische-communicatiediensten. Volgens art. 12 § 1 van voormelde elektronische-communicatiediensten. Volgens art. 12 § 1 van voormelde
wet van 8 juni 1998 wordt het netwerk van ASTRID beschouwd als een wet van 8 juni 1998 wordt het netwerk van ASTRID beschouwd als een
netwerk sui generis en niet als een openbaar netwerk. De middels dat netwerk sui generis en niet als een openbaar netwerk. De middels dat
netwerk aangeboden diensten hebben eveneens een sui generis-karakter. netwerk aangeboden diensten hebben eveneens een sui generis-karakter.
Het onderhavige besluit bevat enerzijds vrijstellingen voor sommige Het onderhavige besluit bevat enerzijds vrijstellingen voor sommige
bepalingen van het koninklijk besluit van 18 december 2009, en bepalingen van het koninklijk besluit van 18 december 2009, en
anderzijds specifieke aanvullende bepalingen, voor het anderzijds specifieke aanvullende bepalingen, voor het
radiocommunicatienetwerk van ASTRID. Artikel 2 van het KB van 14 mei radiocommunicatienetwerk van ASTRID. Artikel 2 van het KB van 14 mei
2000 wordt wat betreft de basisstations van het netwerk hernomen in 2000 wordt wat betreft de basisstations van het netwerk hernomen in
art. 2 § 2 van dit besluit, wat betreft de vaste stations ten behoeve art. 2 § 2 van dit besluit, wat betreft de vaste stations ten behoeve
van straalverbindingen is artikel 3 van dit besluit (en bijgevolg van straalverbindingen is artikel 3 van dit besluit (en bijgevolg
artikel 6 van het KB van 18 december 2009) van toepassing. Artikel 5 artikel 6 van het KB van 18 december 2009) van toepassing. Artikel 5
van het KB van 14 mei 2000 is weggevallen aangezien dit verwees naar van het KB van 14 mei 2000 is weggevallen aangezien dit verwees naar
de toepasselijkheid van artikel 17 (i.v.m. de bevoegdheid van het BIPT de toepasselijkheid van artikel 17 (i.v.m. de bevoegdheid van het BIPT
voor het beheer van het spectrum) van het KB van 15 oktober 1979 en voor het beheer van het spectrum) van het KB van 15 oktober 1979 en
deze bepaling ondertussen werd overgenomen in de WEC (art. 13). deze bepaling ondertussen werd overgenomen in de WEC (art. 13).
In uitvoeringsbesluit (EU) 2016/687 van de Commissie van 28 april 2016 In uitvoeringsbesluit (EU) 2016/687 van de Commissie van 28 april 2016
betreffende de harmonisering van de frequentieband 694-790 MHz voor betreffende de harmonisering van de frequentieband 694-790 MHz voor
terrestrische systemen die draadlozebreedbanddiensten voor terrestrische systemen die draadlozebreedbanddiensten voor
elektronische communicatie kunnen verschaffen en voor flexibel elektronische communicatie kunnen verschaffen en voor flexibel
nationaal gebruik in de Unie wordt er spectrum voor nationaal gebruik in de Unie wordt er spectrum voor
PPDR-radiocommunicatie (hulp- en veiligheidsdiensten) voorzien: PPDR-radiocommunicatie (hulp- en veiligheidsdiensten) voorzien:
overeenkomstig artikel 3, lid 1, b) en punt A.3 van de bijlage kunnen overeenkomstig artikel 3, lid 1, b) en punt A.3 van de bijlage kunnen
de frequentiebanden 698-703 MHz, 733-736 MHz, 753-758 MHz en 788-791 de frequentiebanden 698-703 MHz, 733-736 MHz, 753-758 MHz en 788-791
MHz (in totaal 8 MHz duplex) voor geheel of gedeeltelijk gebruik MHz (in totaal 8 MHz duplex) voor geheel of gedeeltelijk gebruik
beschikbaar gemaakt worden voor PPDR-radiocommunicatie. beschikbaar gemaakt worden voor PPDR-radiocommunicatie.
Het advies van de Raad van State werd integraal gevolgd. Het advies van de Raad van State werd integraal gevolgd.
Artikelsgewijze bespreking Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1 Artikel 1
De definitie van "net met gedeelde middelen" is anders dan die van De definitie van "net met gedeelde middelen" is anders dan die van
artikel 1, 23° van het koninklijk besluit van 18 december 2009 artikel 1, 23° van het koninklijk besluit van 18 december 2009
betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor
vaste netten en netten met gedeelde middelen. De definitie van het vaste netten en netten met gedeelde middelen. De definitie van het
koninklijk besluit van 18 december 2009 doelt immers specifiek op de koninklijk besluit van 18 december 2009 doelt immers specifiek op de
netwerken die worden gebruikt voor algemeen beschikbare netwerken die worden gebruikt voor algemeen beschikbare
elektronische-communicatiediensten. Wat betreft de landmobiele elektronische-communicatiediensten. Wat betreft de landmobiele
radionetten viseert het bovendien netwerken waarvan de zendfrequenties radionetten viseert het bovendien netwerken waarvan de zendfrequenties
van zowel de mobiele als de basisstations zich beneden de 470 MHz van zowel de mobiele als de basisstations zich beneden de 470 MHz
bevinden terwijl het volkomen denkbaar is dat het BIPT aan ASTRID bevinden terwijl het volkomen denkbaar is dat het BIPT aan ASTRID
frequenties toewijst boven 470 MHz. frequenties toewijst boven 470 MHz.
De ASTRID-radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten wordt De ASTRID-radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten wordt
momenteel verzekerd door middel van een speciaal hiervoor tot stand momenteel verzekerd door middel van een speciaal hiervoor tot stand
gebracht elektronisch netwerk dat volgens de TETRA-norm in de gebracht elektronisch netwerk dat volgens de TETRA-norm in de
frequentieband 380-400 MHz opereert. frequentieband 380-400 MHz opereert.
Op termijn zullen de noden van de hulp- en veiligheidsdiensten inzake Op termijn zullen de noden van de hulp- en veiligheidsdiensten inzake
kritieke toepassingen voor spraak-, gegevens- en video-verkeer kritieke toepassingen voor spraak-, gegevens- en video-verkeer
evolueren naar mobiele breedband-communicatie voor `Mission Critical evolueren naar mobiele breedband-communicatie voor `Mission Critical
communicatie', hetgeen het opzetten van nieuwe breedbandnetwerken communicatie', hetgeen het opzetten van nieuwe breedbandnetwerken
vereist. vereist.
Hiertoe voorziet het koninklijk besluit van 28 november 2021 Hiertoe voorziet het koninklijk besluit van 28 november 2021
betreffende radiotoegang in de frequentieband 700 MHz enerzijds in een betreffende radiotoegang in de frequentieband 700 MHz enerzijds in een
verplichting voor iedere 700 MHz-operator om PPDR-roaming te bieden en verplichting voor iedere 700 MHz-operator om PPDR-roaming te bieden en
anderzijds in bijzondere PPDR-maatregelen inzake radiodekking, anderzijds in bijzondere PPDR-maatregelen inzake radiodekking,
robuustheid, veiligheid, beschikbaarheid en eventueel andere elementen robuustheid, veiligheid, beschikbaarheid en eventueel andere elementen
om een openbaar mobiel netwerk geschikt te maken voor veilige spraak- om een openbaar mobiel netwerk geschikt te maken voor veilige spraak-
en datacommunicatie voor openbare veiligheid en beveiliging, civiele en datacommunicatie voor openbare veiligheid en beveiliging, civiele
bescherming en rampenbestrijding. bescherming en rampenbestrijding.
Ter aanvulling of als alternatief kan ASTRID ook een eigen specifiek Ter aanvulling of als alternatief kan ASTRID ook een eigen specifiek
radiotoegangsnetwerk uitrollen, op basis van een vergunning die radiotoegangsnetwerk uitrollen, op basis van een vergunning die
krachtens dit KB verleend wordt. krachtens dit KB verleend wordt.
Dit eigen specifiek radiotoegangsnetwerk voor breedbandcommunicatie Dit eigen specifiek radiotoegangsnetwerk voor breedbandcommunicatie
zal in principe gebruik maken van de 8 MHz duplex grenzend aan de zal in principe gebruik maken van de 8 MHz duplex grenzend aan de
700MHz-frequentieband, die op Europees niveau werd geïdentificeerd 700MHz-frequentieband, die op Europees niveau werd geïdentificeerd
voor oplossingen voor openbare veiligheid en beveiliging, civiele voor oplossingen voor openbare veiligheid en beveiliging, civiele
bescherming en rampenbestrijding (PPDR). bescherming en rampenbestrijding (PPDR).
Vandaar wordt hier dus een aparte definitie ingevoegd. Vandaar wordt hier dus een aparte definitie ingevoegd.
De overige definities behoeven geen commentaar. De overige definities behoeven geen commentaar.
Artikel 2 Artikel 2
De artikelen 23 tot 29 van het koninklijk besluit van 18 december 2009 De artikelen 23 tot 29 van het koninklijk besluit van 18 december 2009
zijn niet van toepassing op ASTRID aangezien deze artikelen betrekking zijn niet van toepassing op ASTRID aangezien deze artikelen betrekking
hebben op gebruiksrechten toegekend krachtens artikel 18 van de WEC en hebben op gebruiksrechten toegekend krachtens artikel 18 van de WEC en
de vergunningen aan ASTRID afgegeven worden krachtens artikel 39 (nu de vergunningen aan ASTRID afgegeven worden krachtens artikel 39 (nu
artikel 13/1) van die wet (zie boven onder "Algemeen"). artikel 13/1) van die wet (zie boven onder "Algemeen").
Volgens art. 12 § 1 van voormelde wet van 8 juni 1998 wordt het Volgens art. 12 § 1 van voormelde wet van 8 juni 1998 wordt het
netwerk van ASTRID beschouwd als een netwerk sui generis. Het is een netwerk van ASTRID beschouwd als een netwerk sui generis. Het is een
specifiek netwerk ten behoeve van de Belgische hulp- en specifiek netwerk ten behoeve van de Belgische hulp- en
veiligheidsdiensten (art. 3 van die wet). veiligheidsdiensten (art. 3 van die wet).
In het onderhavige besluit moeten dus bepalingen worden opgenomen die In het onderhavige besluit moeten dus bepalingen worden opgenomen die
het BIPT in staat stellen om de netten met gedeelde middelen van het BIPT in staat stellen om de netten met gedeelde middelen van
ASTRID te vergunnen. Anders zouden deze netwerken worden beschouwd als ASTRID te vergunnen. Anders zouden deze netwerken worden beschouwd als
netwerken van de 1e categorie krachtens het koninklijk besluit van 18 netwerken van de 1e categorie krachtens het koninklijk besluit van 18
december 2009 en zou elk station specifiek vergund moeten worden. Dat december 2009 en zou elk station specifiek vergund moeten worden. Dat
is nu niet het geval aangezien in artikel 2, § 3 bepaald wordt dat de is nu niet het geval aangezien in artikel 2, § 3 bepaald wordt dat de
stations van het netwerk met gedeelde middelen niet apart moeten stations van het netwerk met gedeelde middelen niet apart moeten
worden vergund. Dit is om te vermijden dat elk station specifiek worden vergund. Dit is om te vermijden dat elk station specifiek
vergund zou moeten worden (praktische werkwijze). vergund zou moeten worden (praktische werkwijze).
Artikel 3 Artikel 3
Artikel 35 van het koninklijk besluit van 18 december 2009 voorziet in Artikel 35 van het koninklijk besluit van 18 december 2009 voorziet in
financiële straffen voor laattijdige aanvragen van een vergunning. financiële straffen voor laattijdige aanvragen van een vergunning.
Aangezien deze straffen niet gelden voor ASTRID (zie artikel 5) legt Aangezien deze straffen niet gelden voor ASTRID (zie artikel 5) legt
artikel 3 aan ASTRID de verplichting op om ten minste een maand op artikel 3 aan ASTRID de verplichting op om ten minste een maand op
voorhand zijn aanvragen in te dienen. voorhand zijn aanvragen in te dienen.
Artikel 4 Artikel 4
Artikel 4 bevat de bepalingen betreffende de rechten die specifiek Artikel 4 bevat de bepalingen betreffende de rechten die specifiek
zijn voor ASTRID en zijn identiek met de bepalingen van de artikelen 3 zijn voor ASTRID en zijn identiek met de bepalingen van de artikelen 3
en 4 van het koninklijk besluit van 14 mei 2000. Voor een betere en 4 van het koninklijk besluit van 14 mei 2000. Voor een betere
structuur van de tekst wordt de inhoud van deze 2 artikelen die beide structuur van de tekst wordt de inhoud van deze 2 artikelen die beide
het bedrag van het jaarlijkse recht betreffen in één artikel het bedrag van het jaarlijkse recht betreffen in één artikel
gegroepeerd. Tevens wordt het verschuldigde bedrag uitgedrukt in euro gegroepeerd. Tevens wordt het verschuldigde bedrag uitgedrukt in euro
in plaats van in frank en wordt de indexeringsformule geactualiseerd. in plaats van in frank en wordt de indexeringsformule geactualiseerd.
Het bedrag voor 2022 (984.262 euro) stemt overeen met 25.000.000 frank Het bedrag voor 2022 (984.262 euro) stemt overeen met 25.000.000 frank
(619.733,81 euro) vermenigvuldigd met de indexcoëfficiënt. (619.733,81 euro) vermenigvuldigd met de indexcoëfficiënt.
Indien dit besluit in werking treedt tussen 30 juni en 31 december, is Indien dit besluit in werking treedt tussen 30 juni en 31 december, is
de heffing reeds verschuldigd voor het lopende jaar, conform het de heffing reeds verschuldigd voor het lopende jaar, conform het
koninklijk besluit van 14 mei 2000 en niet langer verschuldigd conform koninklijk besluit van 14 mei 2000 en niet langer verschuldigd conform
dit besluit. dit besluit.
Artikel 5 Artikel 5
Dit artikel neemt de inhoud over van artikel 6 van het KB van 14 mei Dit artikel neemt de inhoud over van artikel 6 van het KB van 14 mei
2000. Volgens dit laatste zijn de bepalingen i.v.m. te betalen rechten 2000. Volgens dit laatste zijn de bepalingen i.v.m. te betalen rechten
van het KB van 15 oktober 1979 (art. 21) hier niet van toepassing. De van het KB van 15 oktober 1979 (art. 21) hier niet van toepassing. De
bepalingen i.v.m. te betalen rechten bevinden zich nu in de art. 35 bepalingen i.v.m. te betalen rechten bevinden zich nu in de art. 35
tot 45 (hoofdstuk V) van het KB van 18 december 2009. Vandaar dat tot 45 (hoofdstuk V) van het KB van 18 december 2009. Vandaar dat
artikel 5 van dit besluit nu dus bepaalt dat hoofdstuk V van het artikel 5 van dit besluit nu dus bepaalt dat hoofdstuk V van het
koninklijk besluit van 18 december 2009, wat de rechten betreft, niet koninklijk besluit van 18 december 2009, wat de rechten betreft, niet
van toepassing is op ASTRID. De rechten voor ASTRID worden immers van toepassing is op ASTRID. De rechten voor ASTRID worden immers
vastgesteld in artikel 4 van het onderhavige besluit. vastgesteld in artikel 4 van het onderhavige besluit.
Artikel 6 Artikel 6
Aangezien dit besluit het besluit van 14 mei 2000 in zijn geheel Aangezien dit besluit het besluit van 14 mei 2000 in zijn geheel
vervangt, wordt dit laatste opgeheven. vervangt, wordt dit laatste opgeheven.
Artikel 7 Artikel 7
Dit artikel behoeft geen commentaar. Dit artikel behoeft geen commentaar.
Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe
Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd. Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Telecommunicatie, De Minister van Telecommunicatie,
P. DE SUTTER P. DE SUTTER
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A.VERLINDEN A.VERLINDEN
Raad van State, afdeling Wetgeving Raad van State, afdeling Wetgeving
Advies 70.693/4 van 7 februari 2022 over een ontwerp van koninklijk Advies 70.693/4 van 7 februari 2022 over een ontwerp van koninklijk
besluit `betreffende het door ASTRID geëxploiteerde besluit `betreffende het door ASTRID geëxploiteerde
radiocommunicatienetwerk' radiocommunicatienetwerk'
Op 14 december 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 14 december 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een
termijn van zestig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp termijn van zestig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp
van koninklijk besluit `betreffende het door ASTRID geëxploiteerde van koninklijk besluit `betreffende het door ASTRID geëxploiteerde
radiocommunicatienetwerk'. radiocommunicatienetwerk'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 7 februari 2022. De Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 7 februari 2022. De
kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, kamervoorzitter, Luc kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, kamervoorzitter, Luc
CAMBIER en Bernard BLERO, staatsraden, en Charles-Henri VAN HOVE, CAMBIER en Bernard BLERO, staatsraden, en Charles-Henri VAN HOVE,
toegevoegd griffier. toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Julien GAUL, adjunct-auditeur. Het verslag is uitgebracht door Julien GAUL, adjunct-auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 7 februari Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 7 februari
2022. 2022.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 1°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op eerste lid, 1°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel
84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
ALGEMENE OPMERKING ALGEMENE OPMERKING
Gelet op de technische aard van het dossier, verdient het aanbeveling Gelet op de technische aard van het dossier, verdient het aanbeveling
om het verslag aan de Koning aan te vullen teneinde beter uit te om het verslag aan de Koning aan te vullen teneinde beter uit te
leggen wat de draagwijdte van voorliggend dispositief is. leggen wat de draagwijdte van voorliggend dispositief is.
Wat meer in het bijzonder artikel 2 van het ontworpen besluit betreft, Wat meer in het bijzonder artikel 2 van het ontworpen besluit betreft,
zou daarin uitdrukkelijker uiteengezet moeten worden welke elementen zou daarin uitdrukkelijker uiteengezet moeten worden welke elementen
de steller van het ontwerp ertoe brengen bepaalde stations van het de steller van het ontwerp ertoe brengen bepaalde stations van het
ASTRID-netwerk vrij te stellen van vergunningen, gelet op de ASTRID-netwerk vrij te stellen van vergunningen, gelet op de
specifieke aard van het netwerk dat die vennootschap overeenkomstig specifieke aard van het netwerk dat die vennootschap overeenkomstig
artikel 3 van de wet van 8 juni 1998 `betreffende de radiocommunicatie artikel 3 van de wet van 8 juni 1998 `betreffende de radiocommunicatie
van de hulp- en veiligheidsdiensten' tot stand dient te brengen.(1) van de hulp- en veiligheidsdiensten' tot stand dient te brengen.(1)
BIJZONDERE OPMERKINGEN BIJZONDERE OPMERKINGEN
AANHEF AANHEF
1. Het eerste lid, waarin naar de wet van 13 juni 2005 `betreffende de 1. Het eerste lid, waarin naar de wet van 13 juni 2005 `betreffende de
elektronische communicatie' verwezen wordt, moet aangevuld worden met elektronische communicatie' verwezen wordt, moet aangevuld worden met
de vermelding "artikel 13/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 31 juli de vermelding "artikel 13/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 31 juli
2017 en vervangen bij de wet van 21 december 2021", aangezien die 2017 en vervangen bij de wet van 21 december 2021", aangezien die
bepaling de rechtsgrond vormt van artikel 2, § 3, van het ontwerp, bepaling de rechtsgrond vormt van artikel 2, § 3, van het ontwerp,
waarin bepaald wordt dat de radiocommunicatiestations - die deel waarin bepaald wordt dat de radiocommunicatiestations - die deel
uitmaken van een netwerk met gedeelde middelen waarvoor ASTRID een uitmaken van een netwerk met gedeelde middelen waarvoor ASTRID een
exploitatievergunning gekregen heeft -, niet onderworpen zijn aan de exploitatievergunning gekregen heeft -, niet onderworpen zijn aan de
vergunning bedoeld in artikel 13/1, § 1, van de wet van 13 juni 2005. vergunning bedoeld in artikel 13/1, § 1, van de wet van 13 juni 2005.
2. Bovendien moeten in het eerste lid de woorden "de artikelen 39, § 2 2. Bovendien moeten in het eerste lid de woorden "de artikelen 39, § 2
en 43, eerste lid, gewijzigd door de wet van 25 april 2007" vervangen en 43, eerste lid, gewijzigd door de wet van 25 april 2007" vervangen
worden door de woorden "artikel 39, § 2, gewijzigd bij de wet van 31 worden door de woorden "artikel 39, § 2, gewijzigd bij de wet van 31
juli 2017 en bij de wet van 21 december 2021, en artikel 43, eerste juli 2017 en bij de wet van 21 december 2021, en artikel 43, eerste
lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en bij de wet van 21 lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en bij de wet van 21
december 2021". december 2021".
DISPOSITIEF DISPOSITIEF
Artikel 1 Artikel 1
Aangezien het begrip "ASTRID-eindtoestel", dat in de bepaling onder 2° Aangezien het begrip "ASTRID-eindtoestel", dat in de bepaling onder 2°
gedefinieerd wordt, in het ontwerp niet gebruikt wordt, is de gedefinieerd wordt, in het ontwerp niet gebruikt wordt, is de
definitie van dat begrip overbodig en moet ze weggelaten worden. definitie van dat begrip overbodig en moet ze weggelaten worden.
Artikel 3 Artikel 3
Zoals uit het verslag aan de Koning blijkt, is op het ASTRID-netwerk Zoals uit het verslag aan de Koning blijkt, is op het ASTRID-netwerk
het koninklijk besluit van 18 december 2009 van toepassing, met het koninklijk besluit van 18 december 2009 van toepassing, met
uitzondering van de bepalingen van dat besluit waarbij uitvoering uitzondering van de bepalingen van dat besluit waarbij uitvoering
gegeven wordt aan artikel 18 van de wet van 13 juni 2005 en van die gegeven wordt aan artikel 18 van de wet van 13 juni 2005 en van die
bepalingen waarvan de toepassing bij het voorliggend besluit bepalingen waarvan de toepassing bij het voorliggend besluit
uitgesloten wordt. uitgesloten wordt.
Het heeft dan ook geen zin te bepalen dat de aanvraag voor een Het heeft dan ook geen zin te bepalen dat de aanvraag voor een
vergunning om een privaat radiocommunicatiestation te gebruiken vergunning om een privaat radiocommunicatiestation te gebruiken
ingediend moet worden "overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk ingediend moet worden "overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk
besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie
en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde
middelen", temeer daar dat artikel 6 niet voorziet in een regeling van middelen", temeer daar dat artikel 6 niet voorziet in een regeling van
de modaliteiten voor het indienen van aanvragen voor een vergunning en de modaliteiten voor het indienen van aanvragen voor een vergunning en
de verwijzing naar alleen artikel 6 van dat besluit kan leiden tot de verwijzing naar alleen artikel 6 van dat besluit kan leiden tot
verwarring in verband met de toepasselijkheid van andere bepalingen verwarring in verband met de toepasselijkheid van andere bepalingen
van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de
vergunningsaanvragen. vergunningsaanvragen.
De verwijzing naar artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 De verwijzing naar artikel 6 van het koninklijk besluit van 18
december 2009 moet dan ook weggelaten worden. december 2009 moet dan ook weggelaten worden.
Artikel 4 Artikel 4
Met het oog op een betere leesbaarheid van het dispositief is het Met het oog op een betere leesbaarheid van het dispositief is het
wenselijk om in het dispositief van artikel 4 van het ontwerp melding wenselijk om in het dispositief van artikel 4 van het ontwerp melding
te maken van het bedrag - zoals het is geïndexeerd voor het jaar 2021 te maken van het bedrag - zoals het is geïndexeerd voor het jaar 2021
- van het door ASTRID verschuldigde recht en de indexeringsformule - van het door ASTRID verschuldigde recht en de indexeringsformule
dienovereenkomstig te herzien. dienovereenkomstig te herzien.
De griffier, De voorzitter, De griffier, De voorzitter,
Charles-Henri VAN HOVE Martine BAGUET Charles-Henri VAN HOVE Martine BAGUET
_______ _______
Nota Nota
(1) Zie in dit verband advies 47.079/4 van 16 september 2009 over een (1) Zie in dit verband advies 47.079/4 van 16 september 2009 over een
ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 18 december ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk besluit van 18 december
2009 `betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten 2009 `betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten
voor vaste netten en netten met gedeelde middelen', voor vaste netten en netten met gedeelde middelen',
http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/47079.pdf. Zie, wat de http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/47079.pdf. Zie, wat de
kwestie van de retributies betreft, eveneens advies 29.941/4 van 3 kwestie van de retributies betreft, eveneens advies 29.941/4 van 3
maart 2000 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk maart 2000 over een ontwerp dat geleid heeft tot het koninklijk
besluit van 14 mei 2000 `betreffende de gespecialiseerde mobiele besluit van 14 mei 2000 `betreffende de gespecialiseerde mobiele
telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door de N.V. A.S.T.R.I.D.', telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door de N.V. A.S.T.R.I.D.',
http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/29941.pdf. http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/29941.pdf.
28 APRIL 2022. - Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID 28 APRIL 2022. - Koninklijk besluit betreffende het door ASTRID
geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk geëxploiteerde radiocommunicatienetwerk
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische
communicatie, de artikelen 13/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 31 juli communicatie, de artikelen 13/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 31 juli
2017 en vervangen bij de wet van 21 december 2021, 39, § 2, gewijzigd 2017 en vervangen bij de wet van 21 december 2021, 39, § 2, gewijzigd
bij de wet van 31 juli 2017 en bij de wet van 21 december 2021 en 43, bij de wet van 31 juli 2017 en bij de wet van 21 december 2021 en 43,
eerste lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en bij de wet van eerste lid, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007 en bij de wet van
21 december 2021; 21 december 2021;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de Gelet op het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de
gespecialiseerde mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door gespecialiseerde mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door
de N.V. A.S.T.R.I.D.; de N.V. A.S.T.R.I.D.;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd conform de artikelen Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd conform de artikelen
6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen
inzake administratieve vereenvoudiging; inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7
augustus 2017, 22 september 2017, 9 oktober 2017, 13 october 2021 en augustus 2017, 22 september 2017, 9 oktober 2017, 13 october 2021 en
19 oktober 2021; 19 oktober 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 6 Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 6
november 2017 en van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op november 2017 en van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op
20 oktober 2021; 20 oktober 2021;
Gelet op het advies van 14 oktober 2021 van het Belgisch Instituut Gelet op het advies van 14 oktober 2021 van het Belgisch Instituut
voor postdiensten en telecommunicatie; voor postdiensten en telecommunicatie;
Gelet op de raadpleging van 25 oktober tot 2 november 2021 van het Gelet op de raadpleging van 25 oktober tot 2 november 2021 van het
Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en
Televisie; Televisie;
Gelet op de akkoordbevinding van het Overlegcomité van 24 november Gelet op de akkoordbevinding van het Overlegcomité van 24 november
2021; 2021;
Gelet op advies 70.693/4 van de Raad van State, gegeven op 7 februari Gelet op advies 70.693/4 van de Raad van State, gegeven op 7 februari
2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten 2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Telecommunicatie en de minister Op de voordracht van de minister van Telecommunicatie en de minister
van Binnenlandse zaken en op het advies van de in Raad vergaderde van Binnenlandse zaken en op het advies van de in Raad vergaderde
Ministers, Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° "ASTRID": de vennootschap N.V. A.S.T.R.I.D. opgericht bij de wet 1° "ASTRID": de vennootschap N.V. A.S.T.R.I.D. opgericht bij de wet
van 8 juni 1998 betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en van 8 juni 1998 betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en
veiligheidsdiensten; veiligheidsdiensten;
2° "Net met gedeelde middelen": deel van het radiocommunicatienetwerk 2° "Net met gedeelde middelen": deel van het radiocommunicatienetwerk
bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de wet van 8 juni 1998 bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van de wet van 8 juni 1998
betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten, betreffende de radiocommunicatie van de hulp- en veiligheidsdiensten,
dat radiocommunicatie mogelijk maakt tussen een basisstation en de dat radiocommunicatie mogelijk maakt tussen een basisstation en de
radioapparatuur van een persoon die gebruikmaakt van dat radioapparatuur van een persoon die gebruikmaakt van dat
radiocommunicatienetwerk; radiocommunicatienetwerk;
3° "Instituut": Belgisch Instituut voor postdiensten en 3° "Instituut": Belgisch Instituut voor postdiensten en
telecommunicatie (BIPT). telecommunicatie (BIPT).

Art. 2.§ 1. Het Instituut verleent aan ASTRID vergunningen voor de

Art. 2.§ 1. Het Instituut verleent aan ASTRID vergunningen voor de

exploitatie van netten met gedeelde middelen. exploitatie van netten met gedeelde middelen.
§ 2. Uiterlijk een maand voordat ze in dienst worden gesteld deelt § 2. Uiterlijk een maand voordat ze in dienst worden gesteld deelt
ASTRID aan het Instituut de karakteristieken mee van de basisstations ASTRID aan het Instituut de karakteristieken mee van de basisstations
van de netten met gedeelde middelen. van de netten met gedeelde middelen.
§ 3. De radiostations die deel uitmaken van een net met gedeelde § 3. De radiostations die deel uitmaken van een net met gedeelde
middelen dat vergund is krachtens § 1 zijn niet onderworpen aan de middelen dat vergund is krachtens § 1 zijn niet onderworpen aan de
vergunning bedoeld in artikel 13/1, § 1, van de wet van 13 juni 2005 vergunning bedoeld in artikel 13/1, § 1, van de wet van 13 juni 2005
betreffende de elektronische communicatie. betreffende de elektronische communicatie.

Art. 3.ASTRID dient elke aanvraag voor een vergunning om een privaat

Art. 3.ASTRID dient elke aanvraag voor een vergunning om een privaat

radiostation te gebruiken uiterlijk een maand voor de indienststelling radiostation te gebruiken uiterlijk een maand voor de indienststelling
van het station in. van het station in.

Art. 4.Jaarlijks betaalt ASTRID aan het Instituut een controle- en

Art. 4.Jaarlijks betaalt ASTRID aan het Instituut een controle- en

toezichtrecht van 984.262 euro. toezichtrecht van 984.262 euro.
De betaling geschiedt voor 30 juni van ieder jaar. De betaling geschiedt voor 30 juni van ieder jaar.
Het bedrag van het controle- en toezichtsrecht wordt elk jaar Het bedrag van het controle- en toezichtsrecht wordt elk jaar
aangepast aan de consumptieprijsindex. De aanpassing geschiedt met aangepast aan de consumptieprijsindex. De aanpassing geschiedt met
behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het indexcijfer van behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het indexcijfer van
de maand januari die voorafgaat aan de maand juli in de loop waarvan de maand januari die voorafgaat aan de maand juli in de loop waarvan
de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de de aanpassing zal plaatsvinden, te delen door het indexcijfer van de
maand januari 2022. Deze coëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of maand januari 2022. Deze coëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of
lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten
al of niet vijf bereikt. Met de toepassing van de coëfficiënt worden al of niet vijf bereikt. Met de toepassing van de coëfficiënt worden
de bedragen afgerond tot de hogere euro. de bedragen afgerond tot de hogere euro.

Art. 5.De bepalingen van de artikelen 35 tot 45 van het koninklijk

Art. 5.De bepalingen van de artikelen 35 tot 45 van het koninklijk

besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie
en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde
middelen zijn niet van toepassing op ASTRID. middelen zijn niet van toepassing op ASTRID.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de

Art. 6.Het koninklijk besluit van 14 mei 2000 betreffende de

gespecialiseerde mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door gespecialiseerde mobiele telecommunicatiediensten, geëxploiteerd door
de N.V. A.S.T.R.I.D. wordt opgeheven. de N.V. A.S.T.R.I.D. wordt opgeheven.

Art. 7.De minister bevoegd voor Telecommunicatie en de minister

Art. 7.De minister bevoegd voor Telecommunicatie en de minister

bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast
met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2022. Gegeven te Brussel, 28 april 2022.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Telecommunicatie, De Minister van Telecommunicatie,
P. DE SUTTER P. DE SUTTER
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. VERLINDEN A. VERLINDEN
^