Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 27/09/2009
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 "
Koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Koninklijk besluit betreffende de inwerkingtreding van artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
27 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende de 27 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende de
inwerkingtreding van artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het inwerkingtreding van artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht Gelet op de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht
van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de
Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit
spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende
voorheffing, artikel 15, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 juni voorheffing, artikel 15, § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 20 juni
2005; 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van
artikel 4, § 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 artikel 4, § 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004
tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3
juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, en van inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, en van
artikel 338bis, § 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van artikel 338bis, § 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992; de inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van
artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004
tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3
juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing; inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van
artikel 3, § 3, eerste lid, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting artikel 3, § 3, eerste lid, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting
in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van
de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten
uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende
voorheffing; voorheffing;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10
juli 2009; juli 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting
d.d. 14 juli 2009; d.d. 14 juli 2009;
Gelet op het advies 47.075/2/V van de Raad van State, gegeven op 17 Gelet op het advies 47.075/2/V van de Raad van State, gegeven op 17
augustus 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van augustus 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de
in Raad vergaderde Ministers, in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch

Artikel 1.In de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch
recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de
Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit
spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende
voorheffing, worden met ingang van 1 januari 2010 opgeheven : voorheffing, worden met ingang van 1 januari 2010 opgeheven :
1° artikel 3, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2005; 1° artikel 3, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2005;
2° artikel 4, gewijzigd bij de wet van 27 december 2005; 2° artikel 4, gewijzigd bij de wet van 27 december 2005;
3° de artikelen 5 en 6. 3° de artikelen 5 en 6.
Artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het Wetboek van de Artikel 338bis, § 2, eerste tot derde lid van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op de interestbetalingen inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op de interestbetalingen
gedaan of bewerkstelligd vanaf 1 januari 2010. gedaan of bewerkstelligd vanaf 1 januari 2010.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van

Art. 2.Het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van
artikel 4, § 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 artikel 4, § 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004
tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3
juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, en van inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, en van
artikel 338bis, § 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van artikel 338bis, § 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd door het koninklijk besluit de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd door het koninklijk besluit
van 27 juni 2005, wordt opgeheven. van 27 juni 2005, wordt opgeheven.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van

Art. 3.Het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van
artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004
tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3
juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende
belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van
rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, gewijzigd inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, gewijzigd
door het koninklijk besluit van 25 april 2007, wordt opgeheven. door het koninklijk besluit van 25 april 2007, wordt opgeheven.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van

Art. 4.Het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van
artikel 3, § 3, eerste lid, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting artikel 3, § 3, eerste lid, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting
in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van
de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten
uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende
voorheffing, wordt opgeheven. voorheffing, wordt opgeheven.

Art. 5.De artikelen 2, 3, en 4 van dit besluit zijn van toepassing op

Art. 5.De artikelen 2, 3, en 4 van dit besluit zijn van toepassing op
de interestbetalingen gedaan of bewerkstelligd vanaf 1 januari 2010. de interestbetalingen gedaan of bewerkstelligd vanaf 1 januari 2010.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering

Art. 6.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2009. Gegeven te Brussel, 27 september 2009.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS D. REYNDERS
^