Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 27/10/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met
beta-adrenergische werking beta-adrenergische werking
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid
op artikel 1bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 21 juni 1983 en op artikel 1bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 21 juni 1983 en
gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998 en artikel 6, § 1, eerste gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998 en artikel 6, § 1, eerste
lid, vervangen bij de wet van 20 oktober 1998; lid, vervangen bij de wet van 20 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende
sommige stoffen met beta-adrenergische werking; sommige stoffen met beta-adrenergische werking;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 26 januari Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 26 januari
2000; 2000;
Gelet op het advies L.29.952/1/V van de Raad van State, gegeven op 14 Gelet op het advies L.29.952/1/V van de Raad van State, gegeven op 14
september 2000; september 2000;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 5 februari

Artikel 1.Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 5 februari

1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking, wordt 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking, wordt
aangevuld met de volgende woorden : aangevuld met de volgende woorden :
« of voor gebruik in laboratoria als referentiestoffen voor « of voor gebruik in laboratoria als referentiestoffen voor
analysedoeleinden. » analysedoeleinden. »

Art. 2.Artikel 4, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de

Art. 2.Artikel 4, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de

volgende bepalingen : volgende bepalingen :
« § 1. De stoffen bedoeld bij dit besluit, mogen slechts in het bezit « § 1. De stoffen bedoeld bij dit besluit, mogen slechts in het bezit
worden gehouden door de fabrikanten van die stoffen, die deze worden gehouden door de fabrikanten van die stoffen, die deze
activiteit hebben meegedeeld aan de Farmaceutische Inspectie, door activiteit hebben meegedeeld aan de Farmaceutische Inspectie, door
houders van een vergunning afgeleverd overeenkomstig het koninklijk houders van een vergunning afgeleverd overeenkomstig het koninklijk
besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in
het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, door de het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, door de
officina-apothekers en door de directeurs van laboratoria waar die officina-apothekers en door de directeurs van laboratoria waar die
stoffen uitsluitend worden gebruikt als referentiestoffen voor stoffen uitsluitend worden gebruikt als referentiestoffen voor
analysedoeleinden. » analysedoeleinden. »

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000. Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET Mevr. M. AELVOET
^