Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering | Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen | 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen |
betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal | betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal |
Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale | Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale |
Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en | Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en |
Invaliditeitsverzekering | Invaliditeitsverzekering |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, | instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, |
vervangen bij de wet van 22 juli 1993; | vervangen bij de wet van 22 juli 1993; |
Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, | Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, |
inzonderheid op artikelen 134, gewijzigd bij de wet van 22 februari | inzonderheid op artikelen 134, gewijzigd bij de wet van 22 februari |
1998, 136, 139 en 140; | 1998, 136, 139 en 140; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Nationaal | Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Nationaal |
Pensioenfonds voor Mijnwerkers van 4 september 1998; | Pensioenfonds voor Mijnwerkers van 4 september 1998; |
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het | Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het |
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 11 | Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 11 |
september 1998; | september 1998; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
Sociale Zekerheid van 4 september 1998; | Sociale Zekerheid van 4 september 1998; |
Gelet op het protocol van 25 november 1998 van het Sectorcomité XII - | Gelet op het protocol van 25 november 1998 van het Sectorcomité XII - |
Sociale Zaken; | Sociale Zaken; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 mei | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 mei |
1998; | 1998; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 |
november 1998; | november 1998; |
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
9 november 1998; | 9 november 1998; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat voor de toepassing van het artikel 136 van de wet | omstandigheid dat voor de toepassing van het artikel 136 van de wet |
van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, dat in werking treedt | van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, dat in werking treedt |
op 1 januari 1999, met hoogdringendheid de nodige schikkinge moeten | op 1 januari 1999, met hoogdringendheid de nodige schikkinge moeten |
getroffen worden voor wat betreft de overdracht van het personeel van | getroffen worden voor wat betreft de overdracht van het personeel van |
het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor | het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor |
Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en | Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en |
Invaliditeitsverzekering. Deze maatregelen bestaan erin aan de | Invaliditeitsverzekering. Deze maatregelen bestaan erin aan de |
kandidaten van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers een oproep | kandidaten van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers een oproep |
te doen opdat zou geweten zijn of zij hun functie willen uitoefenen | te doen opdat zou geweten zijn of zij hun functie willen uitoefenen |
binnen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, evenals in de uitwerking | binnen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, evenals in de uitwerking |
van een koninlijk besluit tot overdracht van het personeel aan een der | van een koninlijk besluit tot overdracht van het personeel aan een der |
voornoemde instellingen wanneer de betrokken personeelsleden hun keuze | voornoemde instellingen wanneer de betrokken personeelsleden hun keuze |
hebben kenbaar gemaakt. | hebben kenbaar gemaakt. |
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies |
van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
onder : | onder : |
1° het Fonds : Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers; | 1° het Fonds : Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers; |
2° de Dienst : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; | 2° de Dienst : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; |
3° de cel : de administratieve cel opgericht bij de Dienst door | 3° de cel : de administratieve cel opgericht bij de Dienst door |
artikel 6 bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de | artikel 6 bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en | zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en |
gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998; | gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998; |
4° personeelsleden : de statutaire personeelsleden en de contractuele | 4° personeelsleden : de statutaire personeelsleden en de contractuele |
personeelsleden die in dienst worden gehouden op basis van de wet van | personeelsleden die in dienst worden gehouden op basis van de wet van |
20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en | 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en |
van sommige instellingen van openbaar nut. | van sommige instellingen van openbaar nut. |
Art. 2.§ 1. De personeelsleden van het Fonds worden in kennis gesteld |
Art. 2.§ 1. De personeelsleden van het Fonds worden in kennis gesteld |
van de oprichting van een administratieve cel bij de Rijksdienst door | van de oprichting van een administratieve cel bij de Rijksdienst door |
middel van een dienstorder waarbij zij verzocht worden binnen de tien | middel van een dienstorder waarbij zij verzocht worden binnen de tien |
werkdagen schriftelijk te laten weten of zij wensen overgeplaatst te | werkdagen schriftelijk te laten weten of zij wensen overgeplaatst te |
worden naar bedoelde cel voor een van de betrekkingen of een van de | worden naar bedoelde cel voor een van de betrekkingen of een van de |
contractuele arbeidsplaatsen die in de dienstorder zijn vermeld. Zij | contractuele arbeidsplaatsen die in de dienstorder zijn vermeld. Zij |
richten hun aanvraag rechtstreeks aan de Administrateur-generaal van | richten hun aanvraag rechtstreeks aan de Administrateur-generaal van |
het Fonds die een ontvangst ervan bevestigt; een kopie wordt langs | het Fonds die een ontvangst ervan bevestigt; een kopie wordt langs |
hiërarchische weg verzonden naar genoemde Administrateur-generaal. | hiërarchische weg verzonden naar genoemde Administrateur-generaal. |
§ 2. De statutaire aanvragers worden als volgt per graad en per | § 2. De statutaire aanvragers worden als volgt per graad en per |
taalrol gerangschikt en worden in deze volgorde overgeplaatst in een | taalrol gerangschikt en worden in deze volgorde overgeplaatst in een |
betrekking die overeenstemt met hun graad : | betrekking die overeenstemt met hun graad : |
1° de statutaire personeelsleden aangesteld voor de inning van de | 1° de statutaire personeelsleden aangesteld voor de inning van de |
socialezekerheidsbijdragen van het Fonds; | socialezekerheidsbijdragen van het Fonds; |
2° de andere statutaire personeelsleden; | 2° de andere statutaire personeelsleden; |
In deze categorieën worden de statutaire personeelsleden als volgt | In deze categorieën worden de statutaire personeelsleden als volgt |
gerangschikt : | gerangschikt : |
1° het personeelslid met de meeste graadanciënniteit; | 1° het personeelslid met de meeste graadanciënniteit; |
2° in geval van dezelfde graadanciënniteit, het personeelslid met de | 2° in geval van dezelfde graadanciënniteit, het personeelslid met de |
hoogste dienstanciënniteit; | hoogste dienstanciënniteit; |
3° In geval van dezelfde dienstanciënniteit, het oudste personeelslid. | 3° In geval van dezelfde dienstanciënniteit, het oudste personeelslid. |
Indien nog betrekkingen te begeven zijn nadat gevolg werd gegeven aan | Indien nog betrekkingen te begeven zijn nadat gevolg werd gegeven aan |
de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het Fonds de statutaire | de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het Fonds de statutaire |
personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde volgorde van die welke | personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde volgorde van die welke |
in het tweede lid van deze paragraaf werd bepaald. | in het tweede lid van deze paragraaf werd bepaald. |
§ 3. De contractuele aanvragers worden per dienstanciënniteit | § 3. De contractuele aanvragers worden per dienstanciënniteit |
gerangschikt. | gerangschikt. |
Indien er nog openstaande arbeidsplaatsen in de cel overblijven nadat | Indien er nog openstaande arbeidsplaatsen in de cel overblijven nadat |
gevolg werd gegeven aan de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het | gevolg werd gegeven aan de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het |
fonds de contractuele personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde | fonds de contractuele personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde |
volgorde van die welke in het eerste lid van deze paragraaf werd | volgorde van die welke in het eerste lid van deze paragraaf werd |
bepaald. | bepaald. |
Art. 3.De personeelsleden die niet opgenomen zijn in de in artikel 2 |
Art. 3.De personeelsleden die niet opgenomen zijn in de in artikel 2 |
bedoelde cel, worden ambtshalve overgeplaatst in de administratieve | bedoelde cel, worden ambtshalve overgeplaatst in de administratieve |
cel opgericht bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en | cel opgericht bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en |
Invaliditeitsverzekering door artikel 78 bis, § 3, van de wet | Invaliditeitsverzekering door artikel 78 bis, § 3, van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd door de wet van | uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd door de wet van |
29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998. | 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998. |
Art. 4.Artikel 136 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale |
Art. 4.Artikel 136 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale |
bepalingen treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit. | bepalingen treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit. |
Art. 5.De overplaatsingen gaan in op 1 januari 1999. |
Art. 5.De overplaatsingen gaan in op 1 januari 1999. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. |
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 27 november 1998. | Gegeven te Brussel, 27 november 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
Mevr. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |