Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 november 1998
gepubliceerd op 19 december 1998

Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022757
pub.
19/12/1998
prom.
27/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/27/1998022757/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de overdracht van de personeelsleden van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikelen 134, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, 136, 139 en 140;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers van 4 september 1998;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 11 september 1998;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 4 september 1998;

Gelet op het protocol van 25 november 1998 van het Sectorcomité XII - Sociale Zaken;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 november 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 november 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat voor de toepassing van het artikel 136 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, dat in werking treedt op 1 januari 1999, met hoogdringendheid de nodige schikkinge moeten getroffen worden voor wat betreft de overdracht van het personeel van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Deze maatregelen bestaan erin aan de kandidaten van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers een oproep te doen opdat zou geweten zijn of zij hun functie willen uitoefenen binnen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, evenals in de uitwerking van een koninlijk besluit tot overdracht van het personeel aan een der voornoemde instellingen wanneer de betrokken personeelsleden hun keuze hebben kenbaar gemaakt.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° het Fonds : Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers;2° de Dienst : de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;3° de cel : de administratieve cel opgericht bij de Dienst door artikel 6 bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;4° personeelsleden : de statutaire personeelsleden en de contractuele personeelsleden die in dienst worden gehouden op basis van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 2.§ 1. De personeelsleden van het Fonds worden in kennis gesteld van de oprichting van een administratieve cel bij de Rijksdienst door middel van een dienstorder waarbij zij verzocht worden binnen de tien werkdagen schriftelijk te laten weten of zij wensen overgeplaatst te worden naar bedoelde cel voor een van de betrekkingen of een van de contractuele arbeidsplaatsen die in de dienstorder zijn vermeld. Zij richten hun aanvraag rechtstreeks aan de Administrateur-generaal van het Fonds die een ontvangst ervan bevestigt; een kopie wordt langs hiërarchische weg verzonden naar genoemde Administrateur-generaal. § 2. De statutaire aanvragers worden als volgt per graad en per taalrol gerangschikt en worden in deze volgorde overgeplaatst in een betrekking die overeenstemt met hun graad : 1° de statutaire personeelsleden aangesteld voor de inning van de socialezekerheidsbijdragen van het Fonds;2° de andere statutaire personeelsleden; In deze categorieën worden de statutaire personeelsleden als volgt gerangschikt : 1° het personeelslid met de meeste graadanciënniteit;2° in geval van dezelfde graadanciënniteit, het personeelslid met de hoogste dienstanciënniteit;3° In geval van dezelfde dienstanciënniteit, het oudste personeelslid. Indien nog betrekkingen te begeven zijn nadat gevolg werd gegeven aan de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het Fonds de statutaire personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde volgorde van die welke in het tweede lid van deze paragraaf werd bepaald. § 3. De contractuele aanvragers worden per dienstanciënniteit gerangschikt.

Indien er nog openstaande arbeidsplaatsen in de cel overblijven nadat gevolg werd gegeven aan de aanvragen, stelt het Beheerscomité van het fonds de contractuele personeelsleden ambtshalve aan in de omgekeerde volgorde van die welke in het eerste lid van deze paragraaf werd bepaald.

Art. 3.De personeelsleden die niet opgenomen zijn in de in artikel 2 bedoelde cel, worden ambtshalve overgeplaatst in de administratieve cel opgericht bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering door artikel 78 bis, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd door de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998.

Art. 4.Artikel 136 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit.

Art. 5.De overplaatsingen gaan in op 1 januari 1999.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^