← Terug naar "Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen "
| Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen | Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 26 JUNI 2001. - Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 26 JUNI 2001. - Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van | besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van |
| proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen | proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het | Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het |
| welzijn der dieren, inzonderheid op de artikelen 21, § 4,en 23, § 1, | welzijn der dieren, inzonderheid op de artikelen 21, § 4,en 23, § 1, |
| respectievelijk toegevoegd en vervangen bij de wet van 4 mei 1995; | respectievelijk toegevoegd en vervangen bij de wet van 4 mei 1995; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de |
| bescherming van proefdieren, gewijzigd bij het ministerieel besluit | bescherming van proefdieren, gewijzigd bij het ministerieel besluit |
| van 7 december 1998, en bij de koninklijke besluiten van 9 december | van 7 december 1998, en bij de koninklijke besluiten van 9 december |
| 1998 en 24 mei 2000; | 1998 en 24 mei 2000; |
| Gelet op de Richtlijn 86/609/EEG van de Raad van de Europese | Gelet op de Richtlijn 86/609/EEG van de Raad van de Europese |
| Gemeenschappen van 24 november 1986 inzake de onderlinge aanpassing | Gemeenschappen van 24 november 1986 inzake de onderlinge aanpassing |
| van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lidstaten | van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lidstaten |
| betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere | betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere |
| wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt; | wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het met | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het met |
| redenen omkleed advies gegeven op 29 januari 2001 door de Commissie | redenen omkleed advies gegeven op 29 januari 2001 door de Commissie |
| van de Europese Gemeenschappen wegens de incorrecte tenuitvoerlegging | van de Europese Gemeenschappen wegens de incorrecte tenuitvoerlegging |
| van Richtlijn 86/609/EEG betreffende de bescherming van proefdieren, | van Richtlijn 86/609/EEG betreffende de bescherming van proefdieren, |
| inzonderheid artikels 19 paragraaf 4, en 21; | inzonderheid artikels 19 paragraaf 4, en 21; |
| Gelet op het advies 31.565/3 van de Raad van State, gegeven op 26 | Gelet op het advies 31.565/3 van de Raad van State, gegeven op 26 |
| april 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | april 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Gelet op het advies van de inspectie van Financiën gegeven op 31 mei | Gelet op het advies van de inspectie van Financiën gegeven op 31 mei |
| 2001; | 2001; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, |
| Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad | Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad |
| vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 9, § 3 van het koninklijk besluit van 14 november |
Artikel 1.Artikel 9, § 3 van het koninklijk besluit van 14 november |
| 1993 betreffende de bescherming van proefdieren wordt vervangen door | 1993 betreffende de bescherming van proefdieren wordt vervangen door |
| de volgende bepaling : | de volgende bepaling : |
| « § 3. In afwijking van de §§ l en 2 kan de Dienst, na advies van het | « § 3. In afwijking van de §§ l en 2 kan de Dienst, na advies van het |
| Deontologisch Comité, vrijstelling verlenen op voorwaarde dat het | Deontologisch Comité, vrijstelling verlenen op voorwaarde dat het |
| laboratorium daartoe een schriftelijke aanvraag indient : | laboratorium daartoe een schriftelijke aanvraag indient : |
| a) die bepaalt dat het laboratorium geen of onvoldoende dieren | a) die bepaalt dat het laboratorium geen of onvoldoende dieren |
| geschikt voor het doel van de proef kan betrekken in erkende | geschikt voor het doel van de proef kan betrekken in erkende |
| toeleverende of erkende fokinstellingen. In deze gevallen dienen | toeleverende of erkende fokinstellingen. In deze gevallen dienen |
| voldoende garanties geboden te worden over het welzijn en de | voldoende garanties geboden te worden over het welzijn en de |
| gezondheid van de dieren op het bedrijf van oorsprong of herkomst; | gezondheid van de dieren op het bedrijf van oorsprong of herkomst; |
| b) die stelt dat het gebruik van niet met het oog op dierproeven | b) die stelt dat het gebruik van niet met het oog op dierproeven |
| gefokte proefdieren geen negatieve invloed heeft op de resultaten van | gefokte proefdieren geen negatieve invloed heeft op de resultaten van |
| de proef en niet leidt tot het gebruik van meer dieren; | de proef en niet leidt tot het gebruik van meer dieren; |
| c) waarbij, alleen wanneer in het laboratorium dierproeven uitgevoerd | c) waarbij, alleen wanneer in het laboratorium dierproeven uitgevoerd |
| worden die pijn, lijden of letsel kunnen veroorzaken, in bijlage een | worden die pijn, lijden of letsel kunnen veroorzaken, in bijlage een |
| verklaring is gevoegd van de Ethische Commissie waarbij het | verklaring is gevoegd van de Ethische Commissie waarbij het |
| laboratorium is aangesloten, die de onder a) en b) beschreven | laboratorium is aangesloten, die de onder a) en b) beschreven |
| verklaringen van het laboratorium bevestigt en die bovendien bepaalt | verklaringen van het laboratorium bevestigt en die bovendien bepaalt |
| dat : | dat : |
| i) niet specifiek voor proeven gefokte dieren om dwingende redenen van | i) niet specifiek voor proeven gefokte dieren om dwingende redenen van |
| algemeen belang gebruikt moeten worden, | algemeen belang gebruikt moeten worden, |
| ii) het gevraagde aantal dieren overeenstemt met de reële behoefte | ii) het gevraagde aantal dieren overeenstemt met de reële behoefte |
| voorzien in het testprotocol. » | voorzien in het testprotocol. » |
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en |
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en |
| Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. | Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 26 juni 2001. | Gegeven te Brussel, 26 juni 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, | De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, |
| Mevr. M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |